Wat is het doel van mijn leven? JV dinsdag 6 oktober Door: Laurens
Inhoud De inhoudsopgave is leeg, omdat geen van de alineas;jlen die in het infovenster 'Document' zijn geselecteerd, in het document worden gebruikt.
Inleiding De kwes0e Als wij over onszelf gaan nadenken, komen wij tot het besef, dat er een ;jd is geweest toen wij er nog niet waren. Wij beseffen tevens, als wij onze krachten en vermogens zien verzwakken, dat er een ;jd komt, dat wij deze wereld met al haar pracht en praal moeten verlaten. Wij komen niet uit onze eigen wil op aarde noch verlaten wij deze wereld naar ons eigen behagen. Wij worden niet gevraagd om geboren te worden, evenmin vraagt men ons of wij willen sterven. Men neemt alle middelen te baat om zich in het leven te houden, maar desondanks wordt men genoodzaakt dit leven te verlaten. Hierin zijn de mach;gste heerser en de armste bedelaar gelijk. Geen leger, of welke macht ook, kan de mens redden als de doodsengel voor hem staat. Wie hierover nadenkt komt tot de slotsom, dat er buiten ons iets anders moet bestaan, dat de mens het levenslicht doet zien en hem later terugroept. De mens moet in zijn machteloosheid begrijpen, dat hijzelf niet de oorzaak van deze gang van zaken kan zijn. Dus moet een ander de oorzaak ervan zijn, want een oorzaak moet aan het gevolg voorafgaan. Deze oorzaak, die wij als de oorzaak aller oorzaken beschouwen, moet een intelligen;e beziIen, anders zou het niet mogelijk zijn, dat de oorzaak een intelligent wezen als mens zou kunnen voortbrengen. Bovendien zouden kosmos, dier en plant niet regelma;g kunnen ontstaan. Zon, maan
en sterren konden ook niet hun wonderbare banen volgen. De Oorzaak aller oorzaken, die tevens een intelligent Wezen is, noemen wij God. Indien wij dit hebben leren inzien, dan is het voor ons ook begrijpelijk geworden, dat wij niet zonder doel op aarde zijn. Wij kunnen ons immers niet voorstellen, dat een intelligent Wezen iets doelloos zou kunnen scheppen.
Vanavond Welk doel heeN de mens? Dat is de centrale vraag van vanavond. Uit voorgaand gedeelte blijkt in ieder geval dat alles een reden heeN en dus niets zonder doel plaats vind. We zijn geboren en eens zullen we sterven. Het klinkt misschien beangs;gend, maar het is zo. De ene mens leeN kort, de ander lang, de een in eenzaamheid, de ander met sociale zekerheid, de een in armoede, de ander in rijkdom, in angst of vrede, in Iran of in Nederland. Ieder mens leeN verschillend, Maar heeN ieder dan ook een ander doel? Het klinkt misschien allemaal plas;sch en gevoelloos en dat kan het ook worden. We kunnen denken dat het leven nu eenmaal zo gaat en dat we het daar dan maar mee moeten doen. Het doel van vanavond is om duidelijk te hebben welke persoonlijke doelen we mogen hebben, en welk gemeenschappelijk doel we van God hebben gekregen. We zullen merken dat het geheel dan minder afstandelijk wordt, we komen immers in aanraking met de Liefde van Jezus! Vraag 1 Wat zijn jouw persoonlijke doelen, of, waar streef jij naar in dit leven?
Kern Ds. D.J. Budding “een meisje van een jaar of acht, negen, schreef mij eens een brie4e: ‘Dominee, waarom leef ik eigenlijk?’ Het ontroerde me diep. Een klein kink met zo’n diepe vraag. ‘Waarom leef ik eigenlijk?’ Wat is het doel van mijn leve? Eten, drinken, een beetje vreugde, veel verdriet, een poosje leven en dan? Ja, dat is zeker, sterven. En dan? Eindigen in de eeuwige rampzaligheid? Het doel gemist. Of door genade ingaan in de eeuwige heerlijkheid? Het doel bereikt. Wat is het doel van je leven? dat is in de Bijbel volstrekt duidelijk. God, je schepper, kennen, lieIebben, eren en prijzen. Helemaal van Hem zijn, helemaal voor Hem zijn. Met heel je wezen op Hem en Zijn eer gericht zijn. Dat is het doel.
Gods beeld Zo heeN God ons eenmaal geschapen in het paradijs. Geschapen naar zijn beeld. Vraag 2 Wat houdt dit volgens jou in, geschapen zijn naar Gods beeld? Budding zegt hier het volgende over: “Dit betekent eenvoudig weg dat we God kennen zoals Hij werkelijk is. Het betekent dat we in de rechte verhouding met Hem stonden, dat we volkomen zuiver en Hem toegewijd waren. Alleen zo kan je antwoorden aan het doel”. Hier ligt ook het grote verschil met alle andere schepselen. God maakte de planten en de dieren, elk naar zijn eigen aard, met het doel ook God te dienen. De mens schiep Hij naar zijn beeld, zodat wij ons doel tot in perfec;e zouden kunnen volbrengen.
Lezen Genesis 1: 25-‐31 25 En God maakte het wild gedierte der aarde naar zijn aard, en het vee naar zijn aard, en al het kruipend gedierte des aardbodems naar zijn aard. En God zag, dat het goed was. 26 En God zeide: Laat Ons mensen maken, naar Ons beeld, naar Onze gelijkenis; en dat zij heerschappij hebben over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over het vee, en over de gehele aarde, en over al het kruipend gedierte, dat op de aarde kruipt. 27 En God schiep den mens naar Zijn beeld; naar het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij ze. 28 En God zegende hen, en God zeide tot hen: Weest vruchtbaar, en vermenigvuldigt, en vervult de aarde, en onderwerpt haar, en hebt heerschappij over de vissen der zee, en over het gevogelte des hemels, en over al het gedierte, dat op de aarde kruipt! 29 En God zeide: Ziet, Ik heb ulieden al het zaadzaaiende kruid gegeven, dat op de ganse aarde is, en alle geboomte, in hetwelk zaadzaaiende boomvrucht is; het zij u tot spijze! 30 Maar aan al het gedierte der aarde, en aan al het gevogelte des hemels, en aan al het kruipende gedierte op de aarde, waarin een levende ziel is, heb Ik al het groene kruid tot spijze gegeven. En het was alzo. 31 En God zag al wat Hij gemaakt had, en ziet, het was zeer goed. Toen was het avond geweest, en het was morgen geweest, de zesde dag. Genesis 3:7-‐24 7 Toen werden hun beider ogen geopend, en zij werden gewaar, dat zij naakt waren; en zij hechIen vijgeboombladeren samen, en maakten zich schorten. 8 En zij hoorden de stem van den HEERE God, wandelende in den hof, aan de wind des daags. Toen verborg zich Adam en zijn vrouw voor het aangezicht van den HEERE God, in het midden van het geboomte des hofs. 9 En de HEERE God riep Adam, en zeide tot hem: Waar zijt gij? 10 En hij zeide: Ik hoorde Uw stem in den hof, en ik vreesde; want ik ben naakt; daarom verborg ik mij. 11 En Hij zeide: Wie heeN u te kennen gegeven, dat gij naakt zijt? Hebt gij van dien boom gegeten, van welken Ik u gebood, dat gij daarvan niet eten zoudt? 12 Toen zeide Adam: De vrouw, die Gij bij mij gegeven hebt, die heeN mij van dien boom gegeven, en ik heb gegeten. 13 En de HEERE God zeide tot de vrouw: Wat is dit, dat gij gedaan hebt? En de vrouw zeide: De slang heeN mij bedrogen, en ik heb gegeten. 14 Toen zeide de HEERE God tot die slang: Dewijl gij dit gedaan hebt, zo zijt gij vervloekt boven al het vee, en boven al het gedierte des velds! Op uw buik zult gij gaan, en stof zult gij eten, al de dagen uws levens. 15 En Ik zal vijandschap zeIen tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; datzelve zal u de kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen. 16 Tot de vrouw zeide Hij: Ik zal zeer vermenigvuldigen uw smart, namelijk uwer dracht; met smart zult gij kinderen baren; en tot uw man zal uw begeerte zijn, en hij zal over u heerschappij hebben. 17 En tot Adam zeide Hij: Dewijl gij geluisterd hebt naar de stem uwer vrouw, en van dien boom gegeten, waarvan Ik u gebood, zeggende: Gij zult daarvan niet eten; zo zij het aardrijk om uwentwil vervloekt; en met smart zult gij daarvan eten al de dagen uws levens. 18 Ook zal het u doornen en distelen voortbrengen, en gij zult het kruid des velds eten. 19 In het zweet uws aanschijns zult gij brood eten, totdat gij tot de aarde wederkeert, dewijl gij daaruit genomen zijt; want gij zijt stof, en gij zult tot stof wederkeren. 20 Voorts noemde Adam den naam zijner vrouw Heva, omdat zij een moeder aller levenden is. 21 En de HEERE God maakte voor Adam en zijn vrouw rokken van vellen, en toog ze hun aan.
22 Toen zeide de HEERE God: Ziet, de mens is geworden als Onzer een, kennende het goed en het kwaad! Nu dan, dat hij zijn hand niet uitsteke, en neme ook van den boom des levens, en ete, en leve in eeuwigheid. 23 Zo verzond hem de HEERE God uit den hof van Eden, om den aardbodem te bouwen, waaruit hij genomen was. 24 En Hij dreef de mens uit; en stelde cherubim tegen het oosten des hofs van Eden, en een vlammig lemmer eens zwaards, dat zich omkeerde, om te bewaren den weg van den boom des levens. Vraag 3 Welke doelen geeN God de mens? Vraag 4 Welke gevolgen heeN de zondeval gehad op de mens en zijn/haar doel(en)?
Doelmissers Dat doel zijn we kwijtgeraakt. Na de val in het paradijs zijn we allemaal doelmissers. We zijn totaal op onszelf gericht. We staan zelf in het middelpunt van ons denken, willen, voelen, doen en laten. De zondeval is diep, radicaal en totaal. We kennen God niet meer zoals Hij werkelijk is. We staan schuldig tegenover Hem en zijn daarom bang voor Hem. We zijn verdorven tot in het diepste van ons wezen. Heb je dat zo al eens gezien? Vraag 5 Hoe ervaar jij dit?
Persoonlijke doelen1 Aan verschillende personen zijn vier vragen gesteld. 1 hebben wij een doel van bestaan? Ik denk van wel anders hebben we hier toch niks te zoeken. 2 wat is dat doel dan? Iedereen heeN een eigen doel. 3 wat doe je omdat doel te bereiken? Ik wil mezelf zo gelukkig mogelijk maken. 4 eventueel wat je er later aan hebt? Ik wil later gewoon terug kunnen kijken op een goed leven voor mezelf. 1 hebben wij een doel van bestaan? Als we dat eens zeker konden weten ;-‐) 2 wat is dat doel dan? Je leven volbrengen zonder al te veel mensen pijn te doen en misschien aan het einde tot de conclusie mogen komen dat er ook mensen zijn die iets aan jouw bestaan hebben gehad. 3 wat doe je omdat doel te bereiken? Ik tracht zo goed mogelijk te leven, te leren van anderen, te studeren en te luisteren. 4 eventueel wat je er later aan hebt? Voor mijzelf denk ik niet zo veel. Althans niet in directe zin.
1 Forum, maandag 5 oktober 2009: hIp://ontopic.ning.com/forum/topics/wat-‐is-‐het-‐doel-‐van-‐ons?id=2850474:Topic:
4071&page=2#comments
1 hebben wij een doel van bestaan? Hoogstwaarschijnlijk is er geen 'voorbestemd' doel. Dat wil echter niet zeggen dat we een doelloos leven moeten leiden. Uit het gegeven dat het leven waarschijnlijk doelloos is volgt niet dat het daarom doelloos MOET zijn. We kunnen het leven zelf zin geven. Wat is dat doel dan? Er is hoogstwaarschijnlijk geen objec;ef doel. Mijns inziens is iedereen vrij om persoonlijke doelen na te streven, mits dit streven op geen enkele voorziene wijze andere individuen op welke manier mogelijk schaadt. 3 wat doe je omdat doel te bereiken? Dat hangt af van de aard van het persoonlijke doel. 4 eventueel wat je er later aan hebt? Een doel dat nuIeloos is zal waarschijnlijk niet worden nagestreefd. Ergo, 'er wat aan hebben' is een voorwaarde voor het doel, en indien dit bereikt is zal het in zekere zijn voordeel opleveren, eveneens ajankelijk van de aard van het doel. Tot slot nog een leuke die ik tegenkwam: 1 hebben wij een doel van bestaan? Ja. Wat is dat doel dan? Voortplanten. 3 wat doe je omdat doel te bereiken? Kinderen maken. 4 eventueel wat je er later aan hebt? Hoofdpijn. Vraag 6 Hoe kunnen we voldoen aan de wens van God? Kan dit wel?
Afslui0ng Psalm 8 1 Een psalm van David, voor den opperzangmeester, op de GiIhith. 2 O HEERE, onze Heere! hoe heerlijk is Uw Naam op de ganse aarde! Gij, die Uw majesteit gesteld hebt boven de hemelen. 3 Uit de mond der kinderkens en der zuigelingen hebt Gij sterkte gegrondvest, om Uwer tegenpar;jen wil, om den vijand en wraakgierige te doen ophouden. 4 Als ik Uw hemel aanzie, het werk Uwer vingeren, de maan en de sterren, die Gij bereid hebt; 5 Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en de zoon des mensen, dat Gij hem bezoekt? 6 En hebt hem een weinig minder gemaakt dan de engelen, en hebt hem met eer en heerlijkheid gekroond? 7 Gij doet hem heersen over de werken Uwer handen; Gij hebt alles onder zijn voeten gezet; 8 Schapen en ossen, alle die; ook mede de dieren des velds. 9 Het gevogelte des hemels, en de vissen der zee; hetgeen de paden der zeeen doorwandelt. 10 O HEERE, onze Heere! hoe heerlijk is Uw Naam op de ganse aarde!