Taken van interne begeleiders in de samenwerking Hoewel dé intern begeleider niet bestaat, heeft de Landelijke Beroepsgroep voor Intern Begeleiders (LBib) toch geprobeerd wat overzicht te brengen in de taken van intern begeleiders in het primair onderwijs. Hier gaat het om het totale takenpakket van de intern begeleider, dus niet alleen over taken die te maken hebben met de samenwerking met externe hulpverleners / zorgpartners. Zij onderscheiden in hun beroepsomschrijving zes hoofdgroepen van werkzaamheden van intern begeleiders; administratieve en coördinerende werkzaamheden ten behoeve van kinderen en/of leerkrachten, begeleidende en coachende werkzaamheden met individuele leerkrachten en met het team, innoverende taken, vertegenwoordigende taken in de omgeving van de school en taken gericht op het toekomstperspectief van de IB’er. Deze beroepsomschrijving is te vinden op www.lbib.nl. De LBib beschrijft wat de werkzaamheden van een intern begeleider kunnen zijn. De betrokkenen kunnen aan de hand van dit stuk met elkaar in dialoog gaan teneinde afstemming te bereiken over de verdeling van de zorgtaken. Deze beschrijving is te beschouwen als een ontwikkelingsmodel, welke nauw samenhangt met de visie van de school. Bovendien is de mate van facilitering van de intern begeleider belangrijk: de werkzaamheden moeten verricht kunnen worden binnen de tijd die de intern begeleider ter beschikking heeft. We kunnen uit de LBib-beroepsomschrijving niet direct de specifieke taken lichten, die er liggen voor IB’ers in de samenwerking met zorgpartners. Dat loopt allereerst dwars door die zes groepen werkzaamheden heen. En daarnaast zijn de taken in de samenwerking met externe zorgpartners ook niet allemaal in de beroepsomschrijving opgenomen. Daarom is in 2007 een enquête gehouden onder intern begeleiders, waarin onder meer gevraagd werd naar de taken die zij uitvoeren op het gebied van samenwerking met externe hulpverleners. Daaruit bleek dat intern begeleiders heel veel en heel uiteenlopende taken hebben op dit gebied. De beroepsomschrijving van de LBib kan daarom op dit onderdeel aangevuld worden. Die taken die intern begeleiders uitvoeren in relatie tot de samenwerking met zorgpartners kunnen geplaatst worden op drie niveaus: A. De zorg in de klas B. De zorg in de school C. De bovenschoolse en schoolnabije zorg Op elk van deze drie terreinen noemen IB’ers verschillende taken en activiteiten. Die worden hieronder uitgewerkt. Daarmee vormt de onderstaande taakomschrijving in feite een verbijzondering van de taakomschrijving van de LBib op het onderdeel: samenwerken met externe zorgpartners. Bij het beschrijven van deze taakomschrijving is uitgegaan van een soort ‘ideale situatie’. Dat betekent dat we het taakprofiel baseren op een intern begeleider die werkt onder de volgende condities: • een ervaren intern begeleider, met minstens drie jaar werkervaring, • die een 2 jarige opleiding tot intern begeleider met succes heeft afgerond, • die minstens een maal per jaar bijscholing volgt, • die voldoende tijd heeft voor uitvoering van de taak (minimaal 18 uur per week op 200 leerlingen) • dat er voldoende tijd is voor eigen ontwikkeling, • en werkt op een school met een gezamenlijke visie, • waar taken en verantwoordelijkheden duidelijk omschreven zijn, • waar een goede samenwerking bestaat met de directie, vooral op de onderdelen ‘aansturing’
en ‘beleidsontwikkeling’, • dat er draagvlak in het team is, met name voor het uitvoeren van coachingsactiviteiten, • dat er een zorgteam op school is met naast de intern begeleider een schoolmaatschappelijk werker en een jeugdverpleegkundige, • dat er bovenschools een Zorg- en adviesteam (ZAT) beschikbaar is voor complexe problemen, • dat er actief geparticipeerd wordt in het samenwerkingsverband, zodat macro-, meso- en microniveau van onderwijszorg op elkaar afgestemd kunnen worden, • dat er een goede overdrachtsprocedure bestaat voor de overdracht van (zorg)informatie uit de voorschoolse periode naar het primair onderwijs en van het PO naar het voortgezet onderwijs A. De zorg in de klas Goed onderwijs in de klas is het goed kunnen omgaan met verschillen tussen kinderen en aansluiten bij de onderwijs- en zorgbehoeften van alle kinderen. Goede onderwijszorg in de klas is ook het bewaken van de voortgang van leerlingenprestaties. En het is ook het signaleren van problemen waarvoor extra hulpverlening ingeschakeld moet worden. En het adequaat omgaan met leerlingen met specifieke ontwikkelingsbehoeften of gedragsproblemen en met de adviezen die hulpverleners hiervoor geven. Soms lukt het niet om voor alle kinderen meteen een passend aanbod te vinden en zijn er extra inspanningen nodig, van de leerkracht zelf en soms ook van anderen. Dat kunnen zijn de intern begeleider, de remedial teacher, de ambulant begeleider, maar ook externe hulpverleners, zoals de jeugdarts, de schoolmaatschappelijk werker of de jeugdzorg. De taak van de intern begeleider met betrekking tot de zorg in de klas bestaat er vooral uit om de leerkrachten in staat te stellen adequaat met alle leerlingen om te gaan, goed te signaleren en te ondersteunen in het omgaan met specifieke ontwikkelingsbehoeften. Intern begeleiders doen dat door de volgende taken uit te voeren. 1. Begeleiden van leerkrachten bij het realiseren van algemeen en specifiek onderwijsaanbod voor alle leerlingen, onder meer op de volgende onderdelen: • Didactisch handelen, pedagogisch handelen en klassenmanagement • Opstellen, uitvoeren en evalueren van individuele en groeps-handelingsplannen • De doorgaande lijn in het specifieke onderwijsaanbod op leerlingniveau • Ontwikkelen van partnerschap met ouders 2. Begeleiden van leerkrachten bij het signaleren van ontwikkelings- of gedragsstoornissen en vaststellen van de benodigde extra zorg, op onder meer de volgende onderdelen: • Observeren, toetsen en monitoren van de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen • Signaleren en beschrijven van ontwikkelings-, gedrags- of gezinsproblemen • Formuleren van de onderwijs-zorgbehoeften van de leerling en de hulpvraag van de leerkracht • Opstellen of aanpassen van individuele en groeps-handelingsplannen • Ontwikkeling van het kind bespreken met ouders en hun visie vragen op wat nodig is 3. Begeleiden van leerkrachten in het bieden van zorg aan leerlingen met gedragsproblemen en ontwikkelingsstoornissen, onder meer op de volgende onderdelen: • Verwerken van adviezen van hulpverleners in handelingsplannen • Uitvoeren, evalueren, zo nodig bijstellen van (groeps-) handelingsplannen voor zorgleerlingen • Omgaan met specifieke ontwikkelings/gedragsproblemen in de klas
• Omgaan met professionals in de klas, zoals remedial teacher, ambulant begeleider, enz. • Samenwerken met ouders in een zorgtraject voor hun kind B. De zorg in de school Om leerkrachten in staat te stellen voor elk kind een passend onderwijsaanbod te kunnen realiseren is het nodig dat op schoolniveau voldoende ondersteuning voor die leerkrachten voorhanden is. Die ondersteuning kan bestaan uit iemand die de zorg rond een kind coördineert, experts die op specifieke terreinen kennis en ervaring hebben, het zorgteam van de school, regelmatige scholing / deskundigheidsbevordering, informatie over zorg(on)mogelijkheden en externe hulpverlening voor kinderen en/of hun ouders. De taak van de intern begeleider met betrekking tot de zorg in de school bestaat er vooral uit om, in samenwerking met de directeur, op schoolniveau een goede ondersteuningsstructuur in te richten en te laten functioneren, die leerkrachten in staat stelt voor elk kind passend onderwijs en passende zorg te bieden. Intern begeleiders doen dat door de volgende taken uit te voeren. 1. Coördineren van de zorg (intern en extern) rond leerlingen • Zorg dragen voor een goed functionerend (sociaal-emotioneel) leerlingvolgsysteem en adequaat toets- en testmateriaal • Coördineren en (laten) aanbieden van preventieve groepsgerichte programma’s, ook in samenwerking met zorginstellingen • Coördineren van de zorg op school door remedial teachers, ambulant begeleiders, logopedisten, schoolmaatschappelijk werkers, jeugdverpleegkundige, enz. en toezien op heldere afspraken over hun taken en werkwijze op de school • Toegang hebben tot een bruikbare ‘sociale kaart’ van instellingen in de regio die zorg en hulp kunnen bieden, met actuele contactgegevens • Zorg dragen voor de benutting van (zorg)informatie uit de voorschoolse periode (peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en jeugdgezondheidszorg) door de leerkrachten in groep 1 en zorgteam en ZAT • Zorg dragen, in samenwerking met de leerkracht van groep 8, voor een goede overdracht van (zorg)informatie van de basisschool naar het voortgezet onderwijs 2. Informatie, scholing, deskundigheidsbevordering van teamleden • Informatie (laten) bieden over zorgmogelijkheden en grenzen van hulpverleningsinstellingen, zorgteam en ZAT • Scholing organiseren, in samenwerking met zorgpartners, op specifieke thema’s, zoals signaleren van psychosociale problematiek bij leerlingen / ouders, observeren en beschrijven van probleemgedrag, formuleren van de hulpvraag van de leerling en de leerkracht zelf, omgaan met specifieke ontwikkelings/gedragsproblemen in de klas, enz. • Deskundigheidsbevordering in het werken aan partnerschap met ouders 3. Zorgbeleid van de school • Signalen met betrekking tot de hulpvragen van leerlingen en leerkrachten bespreken met de schoolleiding en vertalen in zorgbeleid • Signalen uit de besprekingen in zorgteam en ZAT benutten voor versterking van de zorg op school en in de groepen • Toezien op het hebben en naleven van een goed privacyreglement / privacyprotocol voor de school, het zorgteam en het ZAT
• Zorg dragen voor duidelijke informatie aan ouders in de schoolgids en eventuele folders over de zorg van de school, inclusief het zorgteam en het ZAT 4. Coördineren van het zorgteam op school • Plannen en voorbereiden van zorgteamvergaderingen • Zorg dragen voor zorgvuldige inbreng van casussen / hulpvragen, inclusief bespreking met en toestemming van ouders, in samenwerking met de leerkracht • (Laten) voorzitten van de zorgteambijeenkomst, met aandacht voor de regulatieve cyclus (probleemstelling – diagnose – plan – ingreep – evaluatie) • Zorg dragen voor het maken, vastleggen en bewaken van acties die in het zorgteam zijn afgesproken • Zorg dragen voor / toezien op terugkoppeling van de afspraken vanuit het zorgteam naar leerkrachten en ouders • Zorg dragen voor opnemen van relevante gegevens uit het zorgteam in het leerlingdossier • Zorg dragen voor monitoring van de resultaten van het zorgteam en evaluatie op basis Daarvan C. De bovenschoolse en schoolnabije zorg Wanneer de extra inspanningen binnen de school en vanuit het zorgteam niet tot het gewenste resultaat leiden of wanneer een (complexe) hulpvraag wordt geconstateerd kan de intern begeleider, samen met de leerkracht, of het zorgteam een aanmelding doen bij het Zorgplatform of de PCL van het samenwerkingsverband WSNS (voor een verwijzing naar het speciaal basisonderwijs) of bij het bovenschoolse Zorg- en adviesteam (ZAT). Daar kan een multidisciplinair team een probleemanalyse uitvoeren en op basis daarvan verdere acties voorstellen en (doen) uitvoeren, zoals aanvullend onderzoek doen, licht ambulante hulp bieden aan de ouders of het kind of een indicatie voor speciaal onderwijs of jeugdzorg voorbereiden. De taak van de intern begeleider met betrekking tot de bovenschoolse zorg bestaat er vooral uit om er, in samenwerking met de directeur, voor te zorgen dat de bovenschoolse zorgmogelijkheden van het WSNS-samenwerkingsverband, de REC’s en het Zorg- en adviesteam in aansluiting op de zorg van de school optimaal benut worden om voor elk kind passende zorg te kunnen bieden en leerkrachten in staat te stellen elk kind passend onderwijs te kunnen geven intern begeleiders doen dat door onder meer de volgende taken uit te voeren. 1. Voorbereiden van aanmeldingen bij het Zorg- en adviesteam • Op basis van zorgteambespreking aanmelding bij ZAT bespreken met ouders en folder over ZAT meegeven • Samen met ouders en leerkracht hulpvraag aan ZAT formuleren • Aanmeldingsformulier voor ZAT invullen in samenwerking met de leerkracht en de ouders • Er op toezien dat ouders toestemmingsformulier invullen of instemmen met aanmelding • Bij inbrengen zonder toestemming / instemming argumenten beschrijven waarom aanmelding op naam volgens de school toch nodig is 2. Deelnemen aan de bespreking of de intake van het Zorg- en adviesteam Afhankelijk van de werkwijze van het ZAT is de IB’er bij de ZAT-bespreking aanwezig of wordt vooraf gehoord door een ZAT-medewerker: • De casus(sen) van de eigen school in het voorafgaande gesprek of tijdens de ZATbespreking toelichten, aangeven wat de school zelf al heeft gedaan en de hulpvraag voorleggen, aanvullend op het aanmeldingsformulier • Als de IB’er deelneemt aan de ZAT-bespreking: bijdrage leveren aan de multidisciplinaire
probleemanalyse en het vaststellen van oplossingsgerichte acties en aangeven van de zorg(on)mogelijkheden van de school 3. Zorg dragen voor terugkoppeling van adviezen uit het Zorg- en adviesteam • Als de IB’er niet deelneemt aan de ZAT-bespreking: er op toezien dat vanuit het ZAT wordt teruggekoppeld over de resultaten van de bespreking, de handelingsadviezen voor de school en de afgesproken acties door de hulpverleners naar de intern begeleider • Bespreken van de resultaten van de ZAT-bespreking, de handelingsadviezen voor de en de afgesproken acties door de hulpverleners met de ouders en de groepsleerkracht • De leerkracht ondersteunen bij aanpassing en uitvoering van het handelingsplan rond de betreffende leerling(en) • Zorg dragen voor evaluatie van de geboden zorg door school en hulpverleners, ook met ouders • Bijdragen aan de evaluatie van de werkwijze en kwaliteit van het Zorg- en adviesteam 4. Zorg dragen voor de verwijzing naar SBO of REC’s • Completeren van de benodigde informatie / dossiers voor de aanmelding bij PCL of CvI, waarin de handelingsverlegenheid van de school helder wordt aangegeven, in samenwerking met de leerkracht en ondertekend door de directeur • Ondersteunen van leerkracht en ouders in het toeleidingstraject naar speciaal (basis) onderwijs en het afscheid van de leerling van de huidige school Omdat beide taakbeschrijvingen, de algemene beroepsbeschrijving van de LBib en de specifieke taakbeschrijving rond de samenwerking met externe hulpverleners, nog ontwikkelstukken zijn, ligt het voor de hand te bekijken in hoeverre deze twee documenten in de toekomst meer in elkaar geschoven kunnen worden. Dit wordt zeker van belang wanneer alle basisscholen kunnen beschikken over een zorgteam op school en een bovenschools ZAT.