Sport in beweging Beleidsnota Sport en Bewegen in Harderwijk 2011-2018
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
1
Inhoudsopgave: 1
Samenvatting
3
2
Inleiding 2.1 De uitdaging 2.2 De uitvoering
7 7 7
3 Sport in ontwikkeling 3.1 Landelijke trends en ontwikkelingen 3.1.1 Maatschappelijk 3.1.2 Sportinhoudelijk 3.2 Provinciale en lokale ontwikkelingen 3.2.1 Provinciaal beleid 3.2.2 Lokale ontwikkelingen
9 9 9 10 11 11 12
4
15 15 15
Visie op sport 4.1 Missie en doelstelling 4.2 Speerpunten en acties
Bijlage 1 Prioriteiten, fasering en indicatieve tijdsbesteding Bijlage 2 Activiteiten en budgettering Bijlage 3 Algemene evaluatie sportbeleid 2006-2010 Bijlage 4 Resultaten sportbeleid 2006-2010 per actiepunt Bijlage 5 Overzicht ledenaantallen sportverenigingen Bijlage 6 Bronnen en interactie Bijlage 7 Deelnemers workshops
Vastgesteld door de gemeenteraad op 10 februari 2011.
2
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
21 23
25
30
36 37 38
1
Samenvatting
Inleiding De afgelopen jaren zijn goede stappen gezet in het sportinclusief denken en werken. In vergelijking met een aantal jaren geleden is sport veel beter vertakt in het onderwijs, de welzijnssector, de gezondheidszorg. Ook de komende jaren staat het belang van sport buiten kijf en is sport niet meer weg te denken uit de Harderwijkse samenleving. De gemeente Harderwijk ambieert een kwaliteitsimpuls voor de sportvoorzieningen, waardoor het in 2031 mogelijk is om (top)sportevenementen te organiseren. De economische crisis is een stimulans om beschikbare accommodaties efficiënter in te zetten door multifunctioneel gebruik mogelijk te maken. Ook het aangaan van slimme samenwerkingsverbanden moet resulteren in een hoger rendement van de beschikbare accommodaties. Het faciliteren van de breedtesport, gericht op het stimuleren van een levenlang sporten voor iedereen, blijft de basis van het lokale sportbeleid. De breedtesport biedt het kader voor talentontwikkeling. Het ondersteunen van talenten is primair een taak van sportverenigingen en bonden. De gemeente Harderwijk is bereid waar zinvol en mogelijk talentontwikkeling te faciliteren. De wijze waarop de gemeente Harderwijk het sportbeleid de komende jaren verder wil vormen en inrichten is samen te vatten in de kernwoorden integraal, interactief en vraaggericht. Sport in ontwikkeling Landelijke trends en provinciale en lokale ontwikkelingen zijn van invloed op het gedrag van sporters, op het functioneren van sportorganisaties en op het aanbod van sportvoorzieningen. De belangstelling voor individuele en ongeorganiseerde sportbeoefening zet onverminderd voort. Landelijk is sprake van een lichte daling van het aantal bij sportverenigingen aangesloten leden. Bijlage 5 toont aan dat deze trend in Harderwijk niet door zet, er is zelfs sprake van een stijging van het
aantal leden. De komende jaren zal scherper onderscheid ontstaan tussen sterkere en zwakkere verenigingen. Met het oog op de vergrijzing zullen seniorensporten verder groeien. Clustering en multifunctioneel gebruik van voorzieningen leveren schaal- en efficiencyvoordelen op wat tot betere gebruiksmogelijkheden en kostenbesparingen kan leiden. Met het uitspreken van de landelijke sportambities in Nederland Sportland 2016 en met de discussie over kandidaatstelling voor de Olympische Spelen in 2028 geeft het Rijk een belangrijk signaal af over het toenemend belang van sport in de samen leving. Sport en bewegen wordt ook de komende jaren volop ingezet als middel voor het tegengaan en voorkomen van maatschappelijke problemen en het versterken van sociale cohesie. Met de Impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur en de daarmee verband houdende aanstelling van combinatie functionarissen geeft het Rijk een vervolg aan de BOS-projecten en wordt het landelijk stimuleringsbeleid in ieder geval tot en met 2012 gecontinueerd. Binnen de afdeling Welzijn, Onderwijs en Sport wordt een plan ontwikkeld dat voorziet in de implementatie van deze combinatiefunctionarissen in Harderwijk vanaf 2011. Ook de provinciale overheid heeft sport hoog in het vaandel staan. Het provinciaal sportbeleid is samen te vatten in de volgende speerpunten: • het behouden en versterken van de sport infrastructuur; • sport en bewegen toegankelijk maken voor sociaal zwakkeren; • gezondheid en participatie bevorderen door meer te bewegen; • samenwerking tussen buurt, onderwijs, sport en cultuur. Lokaal neemt sport nog steeds een prominente rol in. Tegen de landelijke trend in, bloeit het verenigingsleven in Harderwijk en neemt een groot deel van de verenigingen deel aan gemeentelijke sportstimuleringsprojecten, zoals Sportwijzer, Kies je aangepaste Sport en de Fit&Vitaal Beurs. Ook het twee keer per jaar door de gemeente georganiseerde Sportplatform wordt door de Harder-
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
3
wijkse verenigingen goed bezocht en gewaardeerd. Daarnaast ondersteunt en stimuleert de gemeente sportieve evenementen, zoals onder andere Sporting Harderwijk, Parel van de Veluwe, de IJsbaan en de halve Marathon. Investeringen hebben de afgelopen jaren met name in buitensportvoorzieningen als het buitenzwembad en kunstgrasvelden plaatsgevonden. Ten behoeve van het verbeteren van de mogelijkheden voor sport en spel in de directe woonomgeving zijn 7 trapveldjes aangelegd. In het binnenkort te verschijnen Beheer en Beleidsplan Buitensportaccommodaties wordt beschreven welke investeringen de komende jaren nodig zijn voor het op peil houden van deze accommodaties. Op het gebied van de binnensportaccommodaties staat vooral de uit- breiding van sport- en aquacentrum De Sypel met een 2e sporthal op de agenda. Visie op de sport Voor de periode 2011-2018 hanteert de gemeente Harderwijk de volgende missie voor het te voeren sport- en beweegbeleid:
“Het in stand houden en waar nodig en mogelijk versterken van vitale sportorganisaties en kwalitatief hoogwaardige en laagdrempelige voorzieningen voor sport en bewegen, zodat de inwoners van Harderwijk een heel leven lang met plezier en voldoening kunnen sporten en bewegen en de maatschappelijke participatie en betrokkenheid wordt verhoogd.”
Deze missie is vertaald in de volgende doelstelling:
4
“De gemeente Harderwijk voert een beleid om sport en bewegen onder een zo groot mogelijk deel van de bevolking te stimuleren met specifieke aandacht voor kwetsbare groepen. Vanuit een regionale visie op de afstemming van de vraag naar en het aanbod van sportvoorzieningen schept de gemeente voorwaarden en stelt faciliteiten ter beschikking, zodat verenigingen, instellingen en individuele burgers ieder hun eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen. Daarbij wordt gestreefd naar zo veel mogelijk efficiënt en multifunctioneel gebruik van ruimte, infrastructuur en
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
voorzieningen. Aanvullend op het particulier initiatief is de gemeente Harderwijk bereid waar mogelijk en gewenst talentontwikkeling te faciliteren.” De algemene missie en doelstelling zijn, in willekeurige volgorde, vertaald in de volgende acht speerpunten: Speerpunt 1: samenwerking buurt, onderwijs, sport en welzijn De uitdaging voor de komende jaren is de vraagen doelgerichtheid van sportstimuleringsactiviteiten te verbeteren door betere samenwerking tussen buurt-, sport- en welzijnsorganisaties in algemene zin en meer specifiek door realisatie van een samenhangend aanbod van naschoolse sportieve activiteiten. Betere samenwerking moet resulteren in op maat gesneden programma’s voor doelgroepen als minder actieve jeugd (waaronder de kinderen met overgewicht), minder actieve senioren (waaronder senioren met een gebrek aan sociale contacten) en mensen met een beperking. Speerpunt 2: laagdrempelige sportmogelijkheden dichtbij huis De gemeente Harderwijk heeft de ambitie dat alle jeugd na schooltijd en in het weekend, maar ook senioren en andere wijkbewoners die in hun directe woonomgeving willen sporten en bewegen, terecht kunnen op kwalitatief goede openbare sport- en speelvoorzieningen. Daarom zet de gemeente Harderwijk de komende jaren in op een intensiever (lees: multi-functioneler) gebruik van bestaande voorzieningen. Daarbij geldt het ‘door en voor principe’. Projecten en activiteiten worden zoveel mogelijk met medewerking van de doelgroep zelf georganiseerd. Deze vraaggerichte manier van werken verhoogt het draagvlak en het zelf-organiserend vermogen.
Speerpunt 3: aandacht voor kwetsbare groepen De afgelopen jaren is het sportstimuleringsbeleid van de gemeente Harderwijk voor een belangrijk deel gericht geweest op het verhogen van de sportparticipatie in brede zin. De evaluatie heeft uitgewezen dat de kwetsbare groepen als allochtone jongeren, kinderen met overgewicht, senioren met een gebrek aan sociale contacten en mensen met een handicap op deze wijze moeilijk bereikt worden. De komende jaren zal het sportstimuleringsbeleid zich meer gaan richten op het verbeteren van de (sport-)participatie van deze kwetsbare groepen en het versterken van de sociale cohesie binnen deze groepen. Speerpunt 4: regionale afstemming en samen werking In tijden van bezuinigingen is regionale afstemming en samenwerking een middel om met minder mid- delen een gelijk of verbeterd voorzieningenniveau in stand te houden of te realiseren. Op het gebied van sport is de afgelopen jaren enige ervaring opgedaan met regionale samenwerking. Vooralsnog ontbreekt een regionale visie op (groot-)stedelijke voorzieningen. Vanuit haar regiofunctie wil de gemeente Harderwijk de komende jaren het initiatief nemen een dergelijke visie te ontwikkelen en financiële en organisatorische voordelen van regionale afstemming en samenwerking bewerkstelligen. Speerpunt 5: kwalitatief hoogwaardige multifunctionele sportclusters Harderwijk kent een goede basisinfrastructuur met een gevarieerd en kwalitatief goed aanbod van binnen-, buiten- en watersportvoorzieningen, verspreid over de stad en aansluitend op de vraag van de inwoners. Het is zaak die infrastructuur op peil te houden en in de pas te laten lopen met de demografische ontwikkelingen en de prognoses voor capaciteit en behoefte. De harde sportinfrastructuur vraagt de komende jaren om een gestructureerde aanpak van onderhoud en instandhouding, waarbij actuele en complete onderhoudsplannen leidend zijn voor de benodigde budgetten. In het kader hiervan zullen ook de mogelijkheden om de zelf-werkzaamheid van verenigingen te vergroten worden onderzocht. In
geval van vernieuwing en verplaatsing zet de gemeente Harderwijk zoveel mogelijk in op een evenwichtige spreiding over de stad en op kwalitatief hoogwaardige multifunctionele sportclusters. Speerpunt 6: vitale sportverenigingen De komende jaren zal er een scherper onderscheid ontstaan tussen vitale verenigingen en zwakkere verenigingen, die te kampen hebben met een cumulatie van financiële en organisatorische problemen. De vitale sportvereniging is een vereniging met een krachtig bestuur die vanuit haar eigen verantwoordelijkheid, realistisch en toekomstgericht, activiteiten ontplooit voor zowel haar leden als haar omgeving en daarmee in staat is haar sportieve en maatschappelijke rol te vervullen. De gemeentelijke verenigingsondersteuning zal zich de komende jaren meer richten op het ontwikkelen en versterken van vitale verenigingen. Zwakkere verenigingen worden ondersteund en gestimuleerd om zich tot vitale verenigingen te ontwikkelen. Samenwerkingsverbanden met bijvoorbeeld onderwijsinstellingen of andere verenigingen en fusies kunnen daarbij als middel dienen. Vitale verenigingen, maar ook onderwijsinstellingen met een gezond (top-)sportklimaat zijn nodig om werk te maken van talentontwikkeling. Daar waar talenten zich aandienen is de gemeente Harderwijk waar mogelijk en gewenst bereid verenigingen te ondersteunen bij het faciliteren van talenten. Speerpunt 7: transparantie geldstromen in de sport Net als iedere andere gemeente in Nederland verstrekt de gemeente Harderwijk jaarlijks substantiële bijdragen aan de exploitatie en instandhouding van sportaccommodaties. Door deze financiële ondersteuning kunnen verenigingen, scholen en individuele gebruikers tegen betaalbare tarieven gebruik maken van het sportaanbod in Harderwijk. Daarnaast organiseert de gemeente sportstimuleringsactiviteiten en verstrekt zij subsidies, bijvoorbeeld ter bevordering van de sportdeelname door achterstandsgroepen. Om in de toekomst een gemotiveerde discussie te kunnen voeren over de geldstromen in de sport, is behoefte aan een helder inzicht in de inkomsten en
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
5
uitgaven, die verband houden met het sportbeleid in het algemeen en de accommodaties in het bijzonder. Daarnaast zal een nieuw (marktconform) tarievenbeleid worden ontwikkeld voor de verschillende sportaccommodaties. Speerpunt 8: sportloket als kenniscentrum voor sport en bewegen De gemeente Harderwijk staat voor de uitdaging het sportbeleid meer vraag- en omgevingsgericht bij de burgers te brengen. Het doel is (potentiële) sporters zo goed mogelijk te bedienen c.q. de georganiseerde en ongeorganiseerde sportparticipatie in Harderwijk zo veel mogelijk te stimuleren. Daarbij is het van groot belang dat snel en flexibel kan worden ingespeeld op nieuwe, actuele wensen en behoeften. De inrichting van een sportloket bij sport- en aquacentrum De Sypel biedt uitgelezen mogelijkheden om de informatie over sportgerelateerde onderwerpen te stroomlijnen en daarmee beter toegankelijk te maken. Met als partners Landstede en de Gelderse Sportfederatie is de potentie aanwezig om een kenniscentrum te ontwikkelen dat zich onder meer richt op het leggen van verbanden tussen partners in de sport, het gestructureerd ontwikkelen, monitoren en evalueren van projecten en het aanvragen van subsidies.
6
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
2
Inleiding
2.1 De uitdaging De sportsector staat de komende jaren voor interessante uitdagingen. De afgelopen jaren zijn goede stappen gezet in het sportinclusief denken en werken. In vergelijking met een aantal jaren geleden is sport veel beter vertakt in het onderwijs, de welzijnssector, de gezondheidssector en de ruimtelijke ordening. Ook de komende jaren staat het belang van sport buiten kijf. Nationaal krijgt dit vorm door het ambitieuze Olympisch Plan, waarin wordt gestreefd naar een stijging van de sportdeel-name van 65% nu naar 75% in de toekomst. Deze ambitie is ook terug te vinden in de Harderwijkse Stadsvisie 2031, waarin wordt geopteerd voor een kwalitatief hoogwaardig voorzieningenniveau met een kwaliteitsimpuls voor de sportvoorzieningen, waardoor het in 2031 mogelijk is om (top)sportevenementen in Harderwijk te organiseren. De ontwikkeling van de breedtesport is en blijft de basis van het lokaal sportbeleid. Vanuit een sterke breedtesport, ontstaan talenten en topsportambities. Het ondersteunen van talentenontwikkeling en in de praktijk brengen van topsportambities is primair een taak van sportverenigingen en -bonden. De gemeente Harderwijk is bereid waar zinvol en mogelijk initiatieven te faciliteren. De economische crisis en de daarmee gepaarde gaande bezuinigingsoperaties dreigt positieve ontwikkelingen in de sport te doorbreken. De stimulans om te investeren in de sportinfrastructuur dreigt door de economische crisis te worden gefrustreerd en vertraagd. Dit kan echter ook worden uitgelegd als een stimulans om beschikbare accommodaties efficiënter in te zetten door multifunctioneel gebruik mogelijk te maken en te stimuleren en door slimme samenwerkingsverbanden te sluiten. De valkuil waar de sport niet in mag terechtkomen is zich naar binnen te keren en af te wenden van haar omgeving en natuurlijke bondgenoten. De kunst is antwoorden te blijven zoeken op vragen welke betekenis sport heeft voor de (leef-)omge-
ving, hoe sociale cohesie door sport bevorderd kan worden en hoe juist ook de kwetsbare groepen in de samenleving uitgedaagd kunnen worden om te gaan bewegen. 2.2 De uitvoering De wijze waarop de gemeente Harderwijk het sportbeleid de komende jaren verder wil vormen en inrichten is samen te vatten in de kernwoorden integraal, interactief en vraaggericht. Integraal Sport en bewegen is onderwerp bij meerdere beleidsvelden. Het bevorderen van de participatie van mensen, meedoen in de breedste zin, vormt de basis. Door bundeling van krachten kan meer bereikt worden. Er wordt daarom ingezet op afstemming tussen de verschillende beleidsvelden en regelingen die daarmee samenhangen. De verbindingen tussen sport, onderwijs en welzijn moeten, waar nodig, gelegd en geïntensiveerd worden. Alleen dan zal op wijkniveau maar ook op stedelijk niveau sprake kunnen zijn van een aansluitend en aansprekend aanbod van voorzieningen en activiteiten voor de diverse doelgroepen. Een dergelijk aanbod krijgt bij voorkeur vorm in brede schoolconcepten. De invoering van de combinatiefunctionarissen levert een bijdrage aan de personele invulling van betere samenwerking tussen sport, onderwijs, welzijn en cultuur. Interactief De gemeente Harderwijk zal de dialoog aan blijven gaan met alle bij het sportbeleid betrokken partijen. Het organiseren van thema-avonden in combinatie met het Sportplatform, maar ook structureel contact tussen gemeente, verenigingen, onderwijsinstellingen, wijkorganisaties en commerciële sportaanbieders moet leiden tot kennisuitwisseling en wederzijds begrip. Naast het fysieke contact zal de komende jaren meer aandacht worden besteed aan digitale communicatie. De gemeentelijke website zal een belangrijker middel zijn voor informatie- verstrekking. Het te ontwikkelen sportloket, met Landstede en de Gelderse Sportfederatie als belangrijke partners, zal eveneens een belangrijke rol spelen bij het verbeteren van de informatievoorziening op het gebied van sport en bewegen.
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
7
Net als bij de totstandkoming van de vorige sportnota, is ook bij de ontwikkeling van deze nota gekozen voor een brede betrokkenheid van het veld. Als eerste stap om te komen tot een nieuwe sportnota is de vorige nota geëvalueerd door gesprekken te voeren met het veld. Mede op basis van de inzichten die deze gesprekken hebben opgeleverd, is in de vorm van work-shops verder gediscussieerd over het inbrengen van nieuwe of het aanscherpen van bestaande kaders. De nieuwe kaders zullen vervolgens worden vertaald in concrete acties voor de periode 2011-2012. Vraaggericht Maatschappelijke ontwikkelingen vragen om een meer vraaggericht beleid. Een beleid waarbij rekening wordt gehouden met een veranderende omgeving, veranderende behoeften van burgers en specifieke wensen en mogelijkheden van verschillende sportaanbieders. Om een platform te creëren waar burgers en organisaties laagdrempelig (fysiek en digitaal) met de gemeente in contact kunnen komen, wordt samen met Landstede en de Gelderse Sportfederatie gewerkt aan de inrichting van een sportloket bij Sport- en Aquacentrum De Sypel. Opzet beleidsnota In het vervolg van deze nota worden in hoofdstuk 3 de, voor de sportsector, relevante maatschappelijke en sportinhoudelijke trends en ontwikkelingen beschreven. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen ontwikkelingen op landelijk, provinciaal en lokaal niveau. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 een visie gepresenteerd op het gemeentelijk sportbeleid voor de periode 2011-2018. Allereerst wordt een missie met doelstelling geformuleerd, die vervolgens wordt vertaald in een 8-tal speerpunten met concrete acties. In bijlage 1 zijn de prioriteiten van het sportbeleid 2011-2018 gerangschikt en voorzien van een fasering en een indicatieve tijdsbesteding. In bijlage 2 is een overzicht gegeven van sport-stimuleringsactiviteiten, met inbegrip van een budgettering. In de bijlagen 3 en 4 is de evaluatie van het sportbeleid in de periode 2006-2010 opgenomen, met achtereen-
8
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
volgens een algemene beschrijving en een evaluatie per actiepunt. Bijlage 5 bevat een overzicht van de leden-aantallen van de diverse sportverenigingen. Bijlage 6 geeft een overzicht van de schriftelijke bronnen en van de geïnterviewden, die ten behoeve van de evaluatie en ontwikkeling van het sportbeleid zijn geraadpleegd. Bijlage 7 tot slot bevat een overzicht van de deelnemers, die aan de verschillende workshops hebben deelgenomen.
3
Sport in ontwikkeling
In dit hoofdstuk worden de trends en ontwikkelingen beschreven, die verband houden met de vraag naar en het aanbod van sportvoorzieningen. 3.1 Landelijke trends en ontwikkelingen In deze paragraaf worden maatschappelijke en sportinhoudelijke trends en ontwikkelingen beschreven. Bij de maatschappelijke trends en ontwikkelingen wordt onderscheid gemaakt tussen sociaal maatschappelijk en sociaal economisch. Bij de sportinhoudelijke trends en ontwikkelingen wordt ingegaan op sportparticipatie, clustervorming en multifunctioneel gebruik en landelijk sport (stimulerings)beleid. 3.1.1 Maatschappelijk Sociaal maatschappelijke trends en ontwikkelingen: • als tegenhanger van de individualisering is de trend van nieuw collectivisme ontstaan. Kenmerk van het nieuw collectivisme is dat mensen weer meer op zoek gaan naar een groep waarbij men zich thuis voelt en waartoe men wil behoren. Dit kan het gezin zijn, maar ook kleine of grotere groepen gelijkgestemden, waaronder sportverenigingen; • de aandacht voor gezond leven en bewegen blijft onverminderd groot, hetgeen een positieve stimulans betekent voor sportbeoefening in het algemeen. Vooral 55-plussers blijken aanzienlijk vaker deel te nemen aan sportieve activiteiten dan in het verleden. Daarentegen neemt de interesse van jongeren in sportieve activiteiten vanaf een jaar of 15 duidelijk af; • steeds meer mensen kampen met overgewicht, waaronder één op de zeven kinderen. Dit is een verdubbeling ten opzichte van 1980. Het tegen- gaan en voorkomen van overgewicht is een belangrijk aandachtspunt binnen de Nederlandse gezondheidszorg. Sport en bewegen zal in toenemende mate als middel worden ingezet. Als richtlijn geldt dat jongeren minstens vijf dagen in de week minimaal één uur per dag moeten bewegen. Voor volwassenen volstaat een half uur per dag;
• in navolging van het toenemend belang van gezondheid kan ook de trend sportificering worden onderscheiden. Hieronder wordt verstaan dat het begrip sport in alle geledingen van de maatschappij is doorgedrongen, zonder nood zakelijkerwijs verbonden te zijn aan de beoefening daarvan. Dit heeft alles te maken met de positieve associaties van sportbeoefening met begrippen als gezondheid, jeugdigheid en vitaliteit; • mensen ondernemen meer activiteiten in een korter tijdsbestek dan voorheen. Er is sprake van vervluchtiging van de vrijetijdsbesteding. Zowel de inhoud van de activiteiten als de daaruit voortvloeiende sociale contacten worden oppervlakkiger. In het verlengde van de zogenaamde ‘zapcultuur’ ondervindt sportbeoefe ning een steeds sterkere concurrentie van bijvoorbeeld televisie en internet. Sociaal economische trends en ontwikkelingen: • we leven in een economisch onzekere tijd. Hoewel het herstel lijkt te zijn ingezet is vooralsnog sprake van een broos herstel. In afwachting van het nieuwe kabinetsbeleid moet nog duidelijk worden met welke bezuinigingen en taken gemeenten de komende jaren geconfronteerd worden en wat de gevolgen voor de koopkracht zullen zijn; • door flexibilisering van de arbeid en de toename van deeltijdbanen is er sprake van meer spreiding in de vrijetijdsbesteding en daardoor minder animo voor collectieve sportbeoefening. De belangstelling voor individuele en ongeorganiseerde sportbeoefening is daardoor toegenomen. Dit is een voordeel voor verenigingen die hierop ingericht zijn, maar kan tot problemen leiden bij het organiseren van wedstrijden en trainingen en het inzetten van vrijwilligers; • ondanks de hedendaagse beleidsdoelstellingen om de arbeidsparticipatie te laten toenemen, zal de vergrijzing in ons land er toe leiden dat meer senioren vrijetijdsactiviteiten ondernemen. Voor de sportbeoefening heeft dit tot gevolg dat bepaalde, voor seniorensport geschikte, voorzieningen meer gebruik gaan worden; • de toenemende werkdruk en het snelle levenstempo leiden tot een grotere behoefte aan ont-
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
9
spanning en onthaasting in een sportieve omgeving. In combinatie met meer bewustzijn voor lichaam en gezondheid zorgt dit - vooral bij ouderen en tweeverdieners - voor een toename van de behoefte aan zogenoemde ‘wellness activiteiten’. 3.1.2 Sportinhoudelijk Trends en ontwikkelingen op het gebied van de sportparticipatie: • de voorkeuren voor sportbeoefening zullen ook de komende jaren aan fluctuaties onderhevig zijn. Zoals eerder aangegeven wordt sport beoefening steeds individueler en commerciëler. In z’n algemeenheid is sprake van een lichte daling van het aantal bij sportverenigingen aangesloten leden; • de verschillen tussen de verschillende takken van sport zijn echter groot. Het beoefenen van traditioneel sterke takken van sport als voetbal en hockey zal ook de komende jaren populair blijven en wellicht nog verder aan populariteit winnen. Wel zal duidelijker onderscheid ontstaan tussen ‘sterke’ verenigingen, die er in slagen leden en vrijwilligers aan zich te verbinden, en ‘zwakkere’ verenigingen die te kampen hebben met een cumulatie van financiële en organisatorische problemen; • ingegeven door demografische ontwikkelingen, mag worden verondersteld dat ‘seniorensporten’ verder zullen groeien. Golf en Nordic Walking zijn hiervan goede voorbeelden. In hoeverre dit ten koste gaat van door veel senioren beoefende sporten in verenigingsverband (denk bijvoorbeeld aan tennis en badminton) is veel moeilijker te voorspellen. Trends en ontwikkeling op het gebied van clustervorming en multifunctioneel gebruik: • een belangrijke ontwikkeling in het beperken van investerings- en exploitatiekosten van maatschappelijke voorzieningen is het clusteren van functies. Anders dan bij de realisatie van multifunctionele voorzieningen wordt hiermee gedoeld op het samengaan van meerdere afzonderlijke voorzieningen in één accommodatie. De opkomst van kulturhusen, brede scholen en leisure centra zijn de sprekende voorbeelden
10
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
van deze ontwikkeling; • de werking van clustervorming is tweeledig. Enerzijds is bij clustering sprake van schaalvoordelen waardoor een kostenbesparing optreedt. Een geclusterde voorziening behoeft maar één entree, horecavoorziening, technische ruimte en beheerdersruimte te hebben. Daarnaast kan een opbrengstenverhoging optreden doordat een geclusterde voorziening een grotere aantrekkingskracht heeft; • een nadeel van clustering is dat de spreiding en daarmee de bereikbaarheid verslechterd. Het gebruik van maatschappelijke voorzieningen kan afnemen, indien deze niet langer als een buurtof wijkvoorziening gelden en er voor bezoek grotere afstanden moeten worden afgelegd. Bijkomend nadeel is dat het toch al sterk toegenomen autogebruik nog eens wordt versterkt; • door het stimuleren van de multifunctionele gebruiksmogelijkheden kan een hoger gebruiksrendement van voorzieningen worden gerealiseerd. Voorbeelden zijn kunstgrasvelden die zowel een functie voor de sportverenigingen als voor de wijk vervullen, gymlokalen die geschikt worden gemaakt voor allerhande wijkactiviteiten en klaslokalen, die in het kader van brede schoolconcepten ook na schooltijd een functie krijgen ten behoeve van sportieve of culturele activiteiten. Door in te zetten op multifunctioneel gebruik kunnen gemeenten besparen op investeringen in (nieuwe) monofunctionele voorzieningen. Landelijk sport(stimulerings)beleid Met de Breedte Sport Impuls (BSI) en de Impuls Buurt Onderwijs Sport (BOS-projecten) heeft het Rijk de afgelopen jaren laten zien verantwoordelijkheid te nemen voor sportstimulering. Met de Impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur en het beschikbaar stellen van middelen via het gemeentefonds voor de aanstelling van combinatiefunctionarissen geeft het Rijk een vervolg aan de BOS-projecten en wordt het stimuleringsbeleid een nieuwe impuls gegeven. Met Nederland Sportland 2016 en de discussie over de kandidaatstelling voor de Olympische Spelen in 2028 geeft het Rijk een belangrijk signaal af over het toenemend belang van sport in de samenleving.
De aangekondigde programma’s in de nota ‘Tijd voor Sport’ (2005) en het uitvoeringsprogramma ‘Samen voor Sport’ (2006) worden onverminderd voortgezet. Wel zal in het sportbeleid een aantal accenten worden (ver)legt en prioriteiten worden gesteld. Het kabinet wil investeren in de kracht van de sport, dit geldt zowel in de breedte als aan de top. Voor deze investeringen wordt de sport wel gevraagd iets terug te doen: het creëren van een sportieve, gezonde en veilige omgeving en de inzet van (top) sporters voor maatschappelijke doelen. Samen gevat zet het landelijk sportbeleid de komende jaren in op: • de gezamenlijke inzet van minstens 2.250 combinatiefuncties1 voor brede scholen, sport en cultuur; • het creëren van aanvullende faciliteiten voor talenten; • het creëren van meer mogelijkheden voor gehandicaptensport via het speciaal onderwijs, zorginstellingen en sportverenigingen; • de evaluatie en herijking van het beleid voor de gehandicaptensport; • de uitbreiding van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen met een belangrijke focus op de jeugd; • de ondersteuning van de sportsector bij maat regelen gericht op de bevordering van sportiviteit en respect en het tegengaan van uitwassen; • actieve participatie van Nederland in internationaal verband betreffende Sport en Ontwikkelingssamenwerking, het anti-dopingbeleid en het EU-witboek. Een laatste ontwikkeling, die in het kader van sportbeleid niet onvermeld mag blijven, is de landelijke campagne ’30 minuten bewegen’, die door de organisatie van Flash (Fietsen-Lopen-ActiemomentenSporten-Huishoudelijke klussen) is opgezet. De hoofddoelstelling is mensen aan te zetten tot een meer actieve leefstijl.
Voorbeelden van combinatiefuncties zijn: leraar basisonderwijs/ coördinator buitenschoolse activiteiten, leraarondersteuner/ medewerker buitenschoolse activiteiten, leerkracht bewegings onderwijs/trainer-coach bij een sportvereniging of sportcoördinator/verenigingsmanager.
1
3.2 Provinciale en lokale ontwikkelingen In deze paragraaf worden allereerst de belangrijkste (beleids-)ontwikkelingen op provinciaal niveau toegelicht, waarna stil wordt gestaan bij enkele relevante lokale ontwikkelingen. Bij de lokale ontwikkelingen wordt onderscheid gemaakt tussen de implicaties van de Stadsvisie, demografische ontwikkelingen en ruimtelijke ontwikkelingen. 3.2.1 Provinciaal beleid Niet alleen op landelijk maar ook op provinciaal niveau wordt de sport een warm hart toegedragen. De Gelderse Sportfederatie (GSF) staat centraal bij de uitvoering en kennisoverdracht van het provinciale sportbeleid. Met de website Gelderlandsportland biedt de GSF een informatieve site over sport en bewegen in Gelderland met informatie over sportactiviteiten, nieuws op sportgebied, beleid en de daaruit voortvloeiende sportstimuleringsprojecten, actuele ontwikkelingen, sportaanbod en sportverenigingen. In de nota Sport en bewegen: ‘Speelveld in beweging’ (2005) wordt het sportbeleid van de provincie Gelderland uit de doeken gedaan. In deze nota wordt aandacht besteed aan gezondheid, onderwijs, sport voor ouderen, jeugd, mensen met een beperking, minderheden en speelruimte. In een afzonderlijke uitvoeringsnota worden concrete beleidsprestaties geformuleerd. Speerpunt daarbij is de realisatie van B-Fit, een beproefde aanpak om overgewicht onder kinderen en jongeren te voorkomen. Het project draait in ongeveer twintig Gelderse gemeenten. In Harderwijk is deze aanpak inmiddels op vier scholen ingevoerd. In vijftien Gelderse gemeenten zijn sport- en speelpleinen, waaronder Krajicek- en Cruyff-courts, aangelegd en is sportaanbod ontwikkeld. In Harderwijk zijn de afgelopen jaren 7 van dergelijke voorzieningen aangelegd. Andere projecten richten zich op vrijwilligerswerk en fitnessfaciliteiten voor senioren. Door stichting Welzijn Ouderen is op locatie Houtkamp een outdoor fitnessvoorziening gerealiseerd.
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
11
Uitgangspunt voor het sociale beleid van de provincie Gelderland voor de komende jaren is ‘Voorzet twee’, het beleidskader Sociaal 2009-2012. De beleidsaccenten voor sport zijn: • behouden en versterken van de sportinfrastructuur; • sport en bewegen toegankelijk maken voor sociaal zwakkeren; • gezondheid en participatie bevorderen door meer te bewegen; • samenwerking tussen buurt, onderwijs, sport en cultuur stimuleren. Eind 2008 heeft Provinciale Staten extra budget beschikbaar gesteld om uitvoering te geven aan specifieke beleidsprioriteiten op het vlak van sport in de periode 2009-2012. In navolging van de landelijke sportambities, heeft ook de provincie Gelderland haar sportambities voor de middellange termijn uitgesproken. De provincie, de acht grootste Gelderse gemeenten (waaronder Harderwijk), het Olympisch Netwerk Gelderland, maar ook het bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties zullen zich de komende jaren inspannen om een positief breedte- en topsportklimaat te realiseren, de positieve waarden van sport te versterken en moderne sportaccommodaties en aansprekende sportevenementen te organiseren. De focus ligt in Gelderland op de vijf kernsporten paardensport, atletiek, wielrennen, judo en volleybal. Het resultaat in 2016 moet zijn dat meer Gelderse inwoners, al dan niet met een beperking, sporten en bewegen en dat meer Gelderse talenten en topsporters, met en zonder een beperking, tot de Nederlandse top behoren. Het einddoel is dat Nederland, en daarmee Gelderland, in 2028 klaar zijn voor de Olympische Spelen. 3.2.2 Lokale ontwikkelingen Sportbeleid In de bijlagen 3 en 4 is het Harderwijkse sport beleid in de periode 2006-2010 geëvalueerd. Hieruit blijkt onder meer dat de gemeente er in slaagt de Harderwijkse jeugd en jongeren te stimuleren tot sport en beweging. Instrumenten die de gemeente daarvoor heeft ingezet zijn onder meer de aanleg
12
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
van 7 trapveldjes en projecten als Samen Sportief in Harderwijk 2004-2009, het BOS-project 20062009 en de jaarlijkse Sportwijzer voor de basisschooljeugd. Het ontbreken van vakleerkrachten bewegingsonderwijs, het ontbreken van een breed en aantrekkelijk aanbod aan naschoolse activiteiten en gebrek aan ruimten (speel- en gymlokalen) bij sommige scholen zijn belangrijke aandachtspunten bij het verder versterken van de sportinfrastructuur voor jeugd en jongeren. Verbetering van de samenwerking en afstemming tussen sport, onderwijs en welzijn moet er toe leiden dat gewerkt wordt aan samenhangende en op de doelgroepen afgestemde sport- en beweegprogramma’s. De inzet van combinatiefunctionarissen is gericht op zowel het verbeteren van de kwaliteit van het bewegings onderwijs als op het ontwikkelen van passend aanbod van naschoolse activiteiten. Met een uitbreiding van sport- en aquacentrum De Sypel (2e sporthal) en uitbreiding van de zaalcapaciteit in Drielanden-West sluit het aanbod van sportvoorzieningen beter aan bij (de ontwikkelingen in) de vraag. Enige zorg is gerechtvaardigd ten aanzien van de toenemende onderhouds- en instandhoudingskosten van de sportaccommodaties. Actuele en integrale meerjaren onderhoudsplannen moeten de benodigde budgetten in beeld brengen. Bij vervanging van accommodaties is het van belang dat nieuwe investeringen in maatschappelijk vastgoed plaatsvinden vanuit een integrale visie op wijk, stedelijke en grootstedelijke voorzieningen. Voor een juiste afstemming tussen vraag naar en aanbod van met name grootstedelijke voorzieningen is het noodzakelijk dat afstemming met regiogemeenten plaatsvindt.
De gemeente heeft, door een wijziging van het bestemmingsplan, sport- en aquacentrum De Sypel op de kaart gezet als evenementencomplex. De mogelijkheden om evenementen te plannen die het lokale effect te boven gaan, hangt samen met de geplande uitbreiding van het complex en de daarbij horende verruiming van het bestemmingsplan. Het merendeel van de Harderwijkse sportverenigingen staat er, zeker ook in vergelijking met de landelijke ontwikkelingen, goed voor. Bij het verbreden (kwantiteit) en verbeteren (kwaliteit) van het sportaanbod staat de gemeente Harderwijk voor de uitdaging de maatschappelijke betrokkenheid bij verenigingen en commerciële sportaanbieders te vergroten en de samenwerking met de afdeling van Sport & Bewegen van Landstede te intensiveren. De komende jaren zal de communicatie tussen de gemeente en de diverse gebruikers en aanbieders van sportvoorzieningen geoptimaliseerd worden door een betere benutting van digitale mogelijk heden (met name de website) en de inrichting van een sportloket. Het streven is het sportloket op te bouwen uit een samenwerkingsverband tussen de gemeente, de Gelderse Sportfederatie en Land stede. De ambitie is het sportloket uit te laten groeien tot regionaal kenniscentrum voor sport en bewegen. Stadsvisie De kaderstellende nota Stadsvisie Harderwijk 2031 dient als ontwikkelingsrichting op het gebied van
voorzieningen, werkgelegenheid, woonklimaat, maatschappelijke voorzieningen, werken en bereikbaarheid. Het gaat om een integrale visie die het ruimtelijk, economisch en sociaal beleid met elkaar verbindt. De Stadsvisie heeft verdiepen als centrale gedachte, waarbij de gemeente zich richt op regionale samenwerking en het accent ligt op kwaliteit. De uitgangspunten van de regiovisie zijn leidend. De gemeente staat open voor innovatieve ideeën op het gebied van multifunctioneel ruimtegebruik, infrastructuur en voorzieningen. Het doel is om van Harderwijk in 2031 een stad met een kwalitatief hoogwaardig voorzieningenniveau op het gebied van sport, cultuur, onderwijs, zorg en welzijn te maken. Harderwijk wordt hierin de koploper in de regio. Sportvoorzieningen krijgen een kwaliteits impuls waardoor het in 2031 mogelijk is om (top) sportevenementen in Harderwijk te organiseren. Sportverenigingen worden betrokken bij plannen om het kwaliteitsniveau van voorzieningen te ver sterken. Demografische ontwikkelingen Het aantal sporters in de gemeente Harderwijk wordt mede bepaald door de demografische ontwikkelingen. In de volgende tabel zijn voor verschillende leeftijdscategorieën de demografische ontwikkelingen in beeld gebracht. Op 1 januari 2010 telde de gemeente Harderwijk 44.052 inwoners. De verwachting is dat Harderwijk
Demografische ontwikkeling Harderwijk 0-14 jaar 8.497 15-29 jaar 8.190 30-44 jaar 9.635 45-64 jaar 11.560 65-74 jaar 3.370 75+ 2.800 Totaal
44.052
Bron: Harderwijk in cijfers
2010
2015
2020
19% 19% 22% 26% 8% 6%
(100) (100) (100) (100) (100) (100)
8.887 7.979 9.196 12.610 4.231 3.194
19% 17% 20% 27% 9% 7%
(105) (97) (95) (109) (126) (114)
9.118 8.550 8.843 13.536 4.944 3.733
19% 18% 18% 28% 10% 8%
(107) (104) (92) (117) (147) (133)
100%
(100)
46.097
100%
(105)
48.724
100%
(111)
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
13
doorgroeit naar een inwonertal van 48.724 in 2020. De grootste toename wordt verwacht binnen de groep 65-74 jarigen, gevolgd door de groep 75 plussers. Dit komt overeen met de landelijke trend van vergrijzing. De landelijke trend van ontgroening lijkt zich in de gemeente Harderwijk in mindere mate voor te gaan doen. Binnen de groep 0-14 jarigen wordt de komende periode zelfs een stijging verwacht en ook de groep 15-29 jarigen zal na een lich-te daling in 2015 naar verwachting toenemen. Alleen de groep 30-44 jaar laat de komende periode een daling zien. Uit CBS statistieken is op te maken dat in 2009 16% van de Harderwijkse bevolking bestaat uit allochtonen, waarvan 6% van Westerse en 10% van niet-Westerse afkomst. De verwachting is gerechtvaardigd dat de stijging van het aantal sporters de komende jaren minimaal gelijke tred zal houden met de stijging van het aantal inwoners. In algemene zin dient het sportaanbod zich derhalve de komende jaren meer te gaan richten op jongeren en senioren. Ruimtelijke ontwikkelingen Harderwijk is een dynamische gemeente. Er zijn in de afgelopen jaren met veel ambitie plannen gemaakt. Het meest in het oog springend zijn de plannen voor het Waterfront, het Structuurplan 2020 en de regiovisie 2030. Waterfront In nauwe samenwerking met andere partijen wordt het project Waterfront ontwikkeld. Een veelomvattend project dat de stad volop toekomst biedt als toeristische trekpleister en als regionaal economisch centrum. Met het Waterfront ontstaat er een nieuwe aantrekkelijke kustlijn die berekend is op de eisen van de moderne tijd, met respect voor de natuur en het historische karakter van Harderwijk. Het strandeiland, dat niet ver van de binnenstad komt te liggen, biedt kansen op het gebied van watersporten als surfen en duiken. En ook voor de groeiende groep senioren is het strand een aantrekkelijke plek om in beweging te blijven. Verder blijft de tocht van Harderwijk naar Elburg, een hoogtepunt in het schaatsseizoen op natuurijs.
14
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
Regiovisie 2030 Regio Noord-Veluwe (RNV) is het samenwerkingsverband van de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek en Putten. De gemeenten werken vrijwillig samen aan de ontwikkeling van een gebied waar het goed wonen, werken en recreëren is. De gemeenten Hattem, Heerde, Nijkerk, Zeewolde en Epe nemen op diverse terreinen ook deel aan de regionale samenwerking. Onder de naam ‘Care Valley Veluwe’ is een toekomstvisie voor de regio Noord-Veluwe in 2030 opgesteld. Voor de bewoners van de regio zijn grootschalige voorzieningen ook in de omringende regio’s goed bereikbaar. De gemeenten zelf beschikken over een goed palet van basisvoorzieningen. Harderwijk heeft, op basis van het streekplan, een centrumfunctie. Care Valley is ook een bruisend netwerk van kleinschalige culturele en sportieve activiteiten. In de basis zijn dit kleinschalige, plaatselijke activiteiten, die samenhang en gezondheid bevorderen. Maar er kan ook ruimte ontstaan voor meer grootschalige ontwikkelingen. Voor investeringen in grotere culturele en sportieve initiatieven, is afstemming binnen de regio noodzakelijk, zodat niet op meerdere locaties eenzelfde aanbod ontstaat. Door samenwerking kan versterking van activiteiten worden bereikt. Daarbij kan een link worden gelegd naar de waarde van deze voorzieningen voor de toerist en recreant.
4
Visie op sport
In dit kaderstellende hoofdstuk wordt een visie op sport en bewegen gepresenteerd voor de periode 2011-2018. Daarbij is het onderscheid gemaakt tussen een algemene missie en doelstelling en meer specifieke speerpunten en acties. Met inacht neming van de resultaten van de diverse workshops, die in september 2010 hebben plaatsgevonden, is het beleidskader verder aangescherpt. Aan de hand van de behandeling in de raadscommissie Samenleving op 6 januari is het beleidskader vastgesteld en vertaald in een concreet actieplan voor de jaren 2011 en 2012. Bij dit actieplan wordt ook de inzet van middelen betrokken.
4.1 Missie en doelstelling Met inachtneming van de ontwikkelingen die zich de afgelopen jaren in de sport hebben voltrokken en de ontwikkelingen die de komende jaren zijn te voorzien, is er voor gekozen de algemene missie en doelstellingen, zoals geformuleerd in de nota Sport in Harderwijk 2006-2010 ‘Samen sporten, bewegen en leven’, op onderdelen aan te scherpen. Dit geeft aan dat sprake is van consistent gemeentelijke beleid, met oog voor nieuwe landelijke, provinciale en lokale ambities. Voor de periode 2011-2018 hanteert de gemeente Harderwijk de volgende missie voor het te voeren sport- en beweegbeleid:
“ Het in stand houden en waar nodig en mogelijk versterken van vitale sportorganisaties en kwalitatief hoogwaardige en laagdrempelige voorzieningen voor sport en bewegen, zodat de inwoners van Harderwijk een heel leven lang met plezier en voldoening kunnen sporten en bewegen en de maatschappelijke participatie en betrokkenheid wordt verhoogd.”
De doelstelling luidt:
“De gemeente Harderwijk voert een beleid om sport en bewegen onder een zo groot mogelijk
deel van de bevolking te stimuleren met specifieke aandacht voor kwetsbare groepen. Vanuit een regionale visie op de afstemming van de vraag naar en het aanbod van sportvoorzieningen schept de gemeente voorwaarden en stelt faciliteiten ter beschikking, zodat verenigingen, instellingen en individuele burgers ieder hun eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen. Daarbij wordt gestreefd naar zo veel mogelijk efficiënt en multifunctioneel gebruik van ruimte, infrastructuur en voorzieningen. Aanvullend op het particulier initiatief is de gemeente Harderwijk bereid waar mogelijk en gewenst talent ontwikkeling te faciliteren.” 4.2 Speerpunten en acties De algemene missie en doelstelling worden in deze afsluitende paragraaf vertaald in de volgende acht, in willekeurige volgorde opgesomde speerpunten: 1. samenwerking buurt, onderwijs, sport en welzijn; 2. laagdrempelige sportmogelijkheden dichtbij huis; 3. aandacht voor kwetsbare groepen; 4. regionale afstemming en samenwerking; 5. kwalitatief hoogwaardige multifunctionele sportclusters; 6. vitale sportverenigingen; 7. transparantie geldstromen in de sport; 8. sportloket als kenniscentrum voor sport en bewegen. De acht speerpunten worden hieronder verder uitgewerkt en voorzien van acties. Speerpunt 1: samenwerking buurt, onderwijs, sport en welzijn Harderwijk beschikt over een divers aanbod van sportstimuleringsprojecten, waaraan vele - vooral jeugdige - Harderwijkers deelnemen. Als stimulans voor een breed aanbod van sportactiviteiten en ten behoeve van het stimuleren van sport en bewegen onder een zo groot mogelijk deel van de bevolking, ondersteunt de gemeente ook evenementen als de Avond4Daagse, de Zeilregatta en het Wieler spektakel.
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
15
De uitdaging voor de komende jaren is de effectiviteit en doelgerichtheid van de stimuleringsactiviteiten te verbeteren, zodat het vooral de minder actieve jeugd (waaronder de kinderen met overgewicht) is die gaat deelnemen. In het kader van de brede schoolontwikkeling wordt ingezet op de ontwikkeling van een samenhangend aanbod van naschoolse activiteiten, maar ook op voorlichting over gezonde voeding en de noodzaak van voldoende beweging. Onderzocht wordt op welke wijze binnen het onderwijs (ontwikkelingen in) de sportdeelname, het beweeggedrag, de fitheid en het eetpatroon gemeten en beoordeeld kunnen worden (bijvoorbeeld in samenwerking met de GGD). Speciale aandacht gaat verder uit naar senioren met een gebrek aan sociale contacten en naar mensen met een beperking. De gemeente Harderwijk vindt het belangrijk dat iedereen mee kan doen en dat sport voor mensen met een beperking zoveel mogelijk wordt ingebed in de reguliere setting. Op deze terreinen ligt een belangrijke relatie met de Wet maatschappelijke ondersteuning. Acties: a. op basis van gemeentelijke coördinatie en regie en in samenwerking met buurtorganisaties, scholen, Landstede en sportaanbieders worden afspraken gemaakt over het in beweging brengen en houden van kwetsbare (lees: minder actieve) Harderwijkse inwoners; b. onderzoek wordt verricht naar de mogelijke introductie van buurtsportverenigingen, die naar de wijk komen om leerlingen direct na schooltijd en in de nabijheid van school sportles te geven met behulp van combinatiefunctionarissen en clubtrainers (met als uiteindelijk doel volwaardig lidmaatschap van de vereniging); c. in het kader van de brede schoolontwikkeling worden met scholen en andere partners specifieke afspraken gemaakt over een samenhangend aanbod van naschoolse (sport-)activiteiten en het meten en beoordelen van (de relaties tussen) sport-, beweeg- en eetgedrag; d. inventarisatie van nut en noodzaak om bij verenigingen aanvullende voorzieningen te treffen voor mensen met een beperking. De gemeente Harderwijk is in beginsel bereid een bijdrage te
16
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
leveren aan uitbreiding van sportmogelijkheden voor mensen met een beperking. Speerpunt 2: laagdrempelige sportmogelijk heden dichtbij huis De basisvoorzieningen zijn in Harderwijk over het algemeen genomen goed op orde. Een deel van de bevolking weet de weg naar de georganiseerde sport echter niet of minder goed te vinden. Het aanbod sluit onvoldoende aan op hun wensen en behoeften. Zij hebben voorkeur voor andersoortige, laagdrempelige vormen van sport. Van de beschikbare openbare sport- en speelruimte in de wijk maken zij relatief veel gebruik. Ook commerciële sportaanbieders als fitnesscentra en vechtsport-/ zelfverdedigingsscholen weten hen vaak beter te bereiken. De gemeente Harderwijk heeft de ambitie dat alle jeugd na schooltijd en in het weekend, maar ook senioren en andere wijkbewoners die in hun directe woonomgeving willen sporten en bewegen, terecht kunnen op kwalitatief goede openbare sport- en speelvoorzieningen. De ruimte hiervoor is aanwezig, maar met die beschikbare ruimte kan meer worden gedaan. Goede sport- en speelvoorzieningen in de wijk nodigen uit om te bewegen (lees: gezond(er) te leven) en vergroten de aantrekkelijkheid van de leefomgeving. Daarom zet de gemeente Harderwijk de komende jaren in op een intensiever (lees: multifunctioneler) gebruik van bestaande voorzieningen. Daarbij geldt het ‘door en voor-principe’. Projecten en activiteiten worden zoveel mogelijk met medewerking van de doelgroep zelf georganiseerd. Deze vraaggerichte manier van werken verhoogt het draagvlak en het zelforganiserend vermogen. Acties: a. inventarisatie van en overleg met commerciële sportaanbieders in wijken, zodat zij betrokken kunnen worden bij sportstimulering van doelgroepen als inactieve jeugd en senioren; b. verhogen van de aantrekkelijkheid van veel schoolpleinen door deze beter toe te rusten voor sport en spel; c. een evaluatie van het gebruik en de effecten van trapveldjes als basis
voor het verhogen van het gebruiksrendement (voorwaarden: financiële dekking voor beheer, onderhoud, toezicht en programmering, commitment van scholen en verenigingen en een gestructureerd volgsysteem); d. onderzoek naar de vraag in hoeverre route structuren in en tussen wijken zich lenen voor en uitnodigen tot sportieve activiteiten als fietsen, wandelen, skeeleren en varen; e. vergroten van de sportmogelijkheden in de wijk door recreatief medegebruik van gym- en speelzalen en (kunstgras) sportvelden. Speerpunt 3: aandacht voor kwetsbare groepen De afgelopen jaren is het sportstimuleringsbeleid van de gemeente Harderwijk voor een belangrijk deel gericht geweest op het verhogen van de sportparticipatie in brede zin. De evaluatie heeft uitgewezen dat de kwetsbare groepen als allochtone jongeren, kinderen met overgewicht, ouderen in een sociaal isolement en mensen met een handicap op deze wijze moeilijk bereikt worden. De komende jaren zal het sportstimuleringsbeleid zich meer gaan richten op het verbeteren van de (sport-) participatie van deze kwetsbare groepen en het versterken van de sociale cohesie binnen deze groepen. Acties: a. inventariseren aard en omvang kwetsbare groepen en analyseren van hun specifieke sport behoefte; b. in samenwerking met partners ontwikkelen van een innovatief aanbod voor kwetsbare groepen; c. opzetten van een monitoringsysteem om de (sport-)participatie van deze groepen te kunnen volgen. Speerpunt 4: regionale afstemming en samen werking Harderwijk is aangesloten bij samenwerkingsverband regio NoordVeluwe. Het gezamenlijk doel is om taken efficiënter uit te voeren, kosten te besparen, de concurrentiepositie te verbeteren en de recreatieve en toeristi-
sche sector te versterken. Ook uit de Stadsvisie spreekt de ambitie van regionale samenwerking met het accent op kwaliteitsverbetering. In tijden van bezuinigingen kan regionale afstemming en samenwerking een middel zijn om met minder middelen een gelijk of verbeterd voorzieningenniveau in stand te houden of te realiseren. Op het gebied van sport is de afgelopen jaren enige ervaring opgedaan met regionale samenwerking. Vooralsnog ontbreekt een regionale visie op (groot-)stedelijke voorzieningen. Vanuit haar regiofunctie wil de gemeente Harderwijk de komende jaren het initiatief nemen een dergelijke visie te ontwikkelen en financiële en organisatorische voordelen van regionale afstemming en samenwerking te bewerkstelligen. Acties: a. in samenspraak met de regiogemeenten ontwikkelen van een regionale visie op de afstemming van de vraag naar en het aanbod van maatschappelijke voorzieningen; b. inzichtelijk maken van schaal- en efficiencyvoordelen van regionale samenwerking bij de uitvoering van sport- en beweegbeleid; c. uitwerken en formaliseren van de organisatorische, financiële en juridische consequenties van regionale afstemming en samenwerking. Speerpunt 5: kwalitatief hoogwaardige multi functionele sportclusters Harderwijk kent een goede basisinfrastructuur met een gevarieerd en kwalitatief goed aanbod van binnen-, buiten en watersportvoorzieningen, verspreid over de stad en aansluitend op de vraag van de inwoners. Het is zaak die infrastructuur op peil te houden en in de pas te laten lopen met de demografische ontwikkelingen en de prognoses voor capaciteit en behoefte. De harde sportinfrastructuur vraagt de komende jaren om een gestructureerde aanpak van onderhoud en instandhouding, waarbij actuele en complete onderhoudsplannen leidend zijn voor de benodigde budgetten. In het kader hiervan zullen ook de mogelijkheden om de zelf-werkzaamheid van verenigingen te vergroten worden onderzocht. In geval
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
17
18
van vernieuwing en verplaatsing zet de gemeente Harderwijk zoveel mogelijk in op een evenwichtige spreiding over de stad en op kwalitatief hoogwaardige multifunctionele sportclusters. In de wijken krijgen deze clusters vorm rondom brede school concepten, waarbij gymzalen en trapveldjes zo veel mogelijk fysiek en organisatorisch worden verbonden aan onderwijs, kinderopvang en andere wijkvoorzieningen. Op stedelijk niveau staan hoogwaardige multifunctionele sportclusters voor samenwerkingsverbanden, waarin sportverenigingen, commerciële sportaanbieders, zorginstellingen, welness, kantoren, kinderopvang en sport- en beweegopleidingen bij elkaar worden gebracht. De ontwikkeling van Sypel is hiervan een goed voorbeeld.
Speerpunt 6: vitale sportverenigingen De verenigingssport is van onschatbare waarde. Mensen ontmoeten elkaar bij de vereniging, organiseren en begeleiden er samen activiteiten en de jeugd ontwikkelt er sociale en sportieve vaardigheden. Hoewel de meeste Harderwijkse sportverenigingen er in algemene zin goed op staan, hebben veel verenigingen het de afgelopen jaren echter moeilijker gekregen. Het bestuurs- en organisatiewerk is complexer en veeleisender geworden en veel taken rusten op te weinig schouders. Bij een deel van de verenigingen leidt dat tot aantasting van hun vitaliteit: ze hebben financieel-bestuurlijke problemen en/of kunnen niet voldoen aan de steeds hogere eisen die worden gesteld door zowel overheid als sporters zelf.
Acties: a. opzetten van een monitoringsysteem, waarmee het gebruik c.q. de bezetting van sportvoorzieningen kan wordt gevolgd; b. opstellen van integrale meerjaren onderhoudsplannen, waarin zowel het bouwkundig als installatietechnisch onderhoud, als ook het onderhoud en de vervanging van de inrichting en inventaris is opgenomen en ontwikkelen van een systematiek waarin de relatie is vastgelegd tussen de onderhoudsplannen en de benodigde budgetten; c. ontwikkelen van een visie op wijk, stedelijke en regionale voorzieningen (als basis voor een regionale visie op (groot-)stedelijke voorzieningen); d. onderzoek naar de mogelijkheden om functies die op wijkniveau gehandhaafd moeten blijven te clusteren tot geïntegreerde voorzieningen (denk aan: brede schoolconcepten en multifunctionele accommodaties).
Eén van de doelen van de Impuls Brede Scholen, Sport en Cultuur is het versterken van sportverenigingen met het oog op hun maatschappelijke functie. In vier jaar wordt beoogd dat circa 10% van de verenigingen zodanig sterk is dat zij behalve hun eigen leden ook (kwetsbare) doelgroepen bedienen, die in verhouding minder aan sport deel nemen. De komende jaren zal er een scherper onderscheid ontstaan tussen vitale verenigingen en zwakkere verenigingen, die te kampen hebben met een cumulatie van financiële en organisatorische problemen. De vitale sportvereniging is een vereniging met een krachtig bestuur die vanuit haar eigen verantwoordelijkheid, realistisch en toekomstgericht, activiteiten ontplooit voor zowel haar leden als haar omgeving en daarmee in staat is haar sportieve en maatschappelijke rol te vervullen. De vitale sportverenigingen is in staat verbindingen te maken tussen professionalisering, commercialisering, schaalvergroting en maatschappelijke verantwoordelijk heid.
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
De gemeentelijke verenigingsondersteuning zal zich de komende jaren meer richten op het ontwikkelen en versterken van vitale verenigingen. Zwakkere verenigingen worden ondersteund en gestimuleerd om zich tot vitale verenigingen te ontwikkelen. Samenwerkingsverbanden met bijvoorbeeld onderwijsinstellingen of andere verenigingen en fusies kunnen daarbij als middel dienen. Vitale verenigingen, maar ook onderwijsinstellingen met een gezond (top-)sportklimaat zijn nodig om werk te maken van talentontwikkeling. Daar waar talenten zich aandienen is de gemeente Harderwijk waar mogelijk en gewenst bereid verenigingen te ondersteunen bij het faciliteren van de talenten. Acties: a. door inzet van verenigingsondersteuning en combinatiefunctionarissen wil de gemeente Harderwijk de sportverenigingen intern versterken en de druk op het vrijwillig kader verlichten; b. de gemeente blijft zwakkere verenigingen bijstaan, maar wel met als doel het structureel versterken van hun organisatie. Indien interne verbeteringen onvoldoende perspectief bieden, zijn samenwerkingsverbanden en fusies tussen verenigingen het alternatief; c. de gemeente wil vitale sportverenigingen uitdagen om een bijdrage te leveren aan bredere maatschappelijke doelen, bijvoorbeeld op het terrein van naschoolse opvang en sportstimulering voor kwetsbare groepen en talentontwikkeling. Inzet van combinatiefunctionarissen kan ook hier een belangrijke meerwaarde betekenen. Speerpunt 7: transparantie geldstromen in de sport Net als iedere andere gemeente in Nederland verstrekt de gemeente Harderwijk jaarlijks substantiële
bijdragen aan de exploitatie en instandhouding van sportaccommodaties. Door deze financiële ondersteuning kunnen verenigingen, scholen en individuele gebruikers tegen betaalbare tarieven gebruik maken van het sportaanbod in Harderwijk. Daarnaast organiseert de gemeente sportstimuleringsactiviteiten en verstrekt zij subsidies, bijvoorbeeld ter bevordering van de sportdeelname door achterstandsgroepen. Om in de toekomst een gemotiveerde discussie te kunnen voeren over de geldstromen in de sport, is behoefte aan een helder inzicht in de inkomsten en uitgaven, die verband houden met het sportbeleid in het algemeen en de accommodaties in het bijzonder. Acties: a. inzicht verschaffen in de (ontwikkeling in de) inkomsten en uitgaven, die verband houden met het gemeentelijk sportbeleid; b. berekenen van de kostprijs van de verschillende sportaccommodaties in relatie tot het gebruik en afgezet tegen de kostprijzen van referentiegemeenten (waaronder Zutphen en Tiel); c. ontwikkelen van een (marktconform) tarievenbeleid voor de verschillende sportaccommodaties, afgezet tegen de tarieven in regio- en referentiegemeenten.
Speerpunt 8: sportloket als kenniscentrum voor sport en bewegen De gemeente Harderwijk staat voor de uitdaging het sportbeleid meer vraag- en omgevingsgericht bij de burgers te brengen. Het doel is (potentiële) sporters zo goed mogelijk te bedienen c.q. de georganiseerde en ongeorganiseerde sportparticipatie in Harderwijk zo veel mogelijk te stimuleren. Daarbij is het van groot belang dat snel en flexibel kan worden ingespeeld op nieuwe, actuele wensen en behoeften. De inrichting van een sportloket bij sport- en aquacentrum De Sypel biedt uitgelezen mogelijkheden om de informatie over sportgerelateerde onderwerpen te stroomlijnen en daarmee beter toegankelijk te maken. Met als partners Landstede en de Gelderse Sportfederatie is de potentie aanwezig om een kenniscentrum te ontwikkelen dat zich onder
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
19
meer richt op het leggen van verbanden tussen partners in de sport, het gestructureerd ontwikkelen, monitoren en evalueren van projecten en het aanvragen van subsidies. Prioriteit dient te liggen bij het optuigen van de relatie tussen onderwijs, welzijn en sport, die versterkt dient te worden door het ontwikkelen van gedeelde accommodaties, met daaraan gekoppeld een buurtfunctie. De ontwikkeling van het sportloket kan ook aangegrepen worden voor het op afstand zetten van de uitvoering van sportbeleid (scheiding beleid en uitvoering). Dit kan een impuls geven aan de vraaggerichtheid en bedrijfsmatigheid van de organisatie. Acties: a. inrichten van een sportloket bij sport- en aquacentrum De Sypel dat gaat fungeren als lokaal en mogelijk zelfs regionaal kenniscentrum voor sport en bewegen; b. onderzoek naar de mogelijkheden om het reserveringssysteem te optimaliseren, bijvoorbeeld door verhuur via internet; c. onderzoek naar de mogelijkheden om, in combinatie met de inrichting van het sportloket, de vraaggerichtheid en bedrijfsmatigheid te versterken door het verzelfstandigen van de uitvoering van het sportbeleid (scheiding beleid en uitvoering). In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van alle speer- en actiepunten, voorzien van een prioritering. Daarnaast is aangegeven in welk jaar de actiepunten ten uitvoer dienen te worden gebracht, gevolgd door een indicatie van de tijdsbesteding per actiepunt. Bijlage 2 bevat een overzicht van de activiteiten die worden uitgevoerd in het kader van het sportbeleid met de bijbehorende budgetten. Het overzicht toont tevens aan wat het beschikbare budget is voor deze activiteiten en welk budget nodig is om de activiteiten in de periode 2011-2018 uit te kunnen (blijven) voeren. De tweede tabel in bijlage 2 geeft een indicatie van de huidige tijdsbesteding van de bewegingsconsulenten en de beleidsambtenaren Sport aan de genoemde activiteiten.
20
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
Bijlage 1 Prioriteiten, fasering en indicatieve tijdsbesteding Actiepunten Speerpunt 1: samenwerking buurt, onderwijs, sport en welzijn a. op basis van gemeentelijke coördinatie en regie en in samenwerking met buurtorganisaties, scholen, Landstede en sportaanbieders worden afspraken gemaakt over het in beweging brengen en houden van kwetsbare (lees: minder actieve) Harderwijkse inwoners b. onderzoek wordt verricht naar de mogelijke introductie van buurtsportverenigingen, die naar de wijk komen om leerlingen direct na schooltijd en in de nabijheid van school sportles te geven met behulp van combinatiefunctionarissen en clubtrainers (met als uiteindelijk doel volwaardig lidmaatschap van de vereniging) c. in het kader van de brede schoolontwikkeling worden met scholen en andere partners specifieke afspraken gemaakt over een samenhangend aanbod van naschoolse (sport-)activiteiten en het meten en beoordelen van (de relaties tussen) sport-, beweeg- en eetgedrag d. inventarisatie van nut en noodzaak om bij verenigingen aanvullende voorzieningen te treffen voor mensen met een beperking. De gemeente Harderwijk is in beginsel bereid een bijdrage te leveren aan uitbreiding van sportmogelijkheden voor mensen met een beperking Speerpunt 2: laagdrempelige sportmogelijkheden dichtbij huis a. inventarisatie van en overleg met commerciële sportaanbieders in wijken, zodat zij mogelijk betrokken kunnen worden bij sportstimulering van inactieve jeugd en senioren b. verhogen van de aantrekkelijkheid van veel schoolpleinen door deze beter toe te rusten voor sport en spel c. een evaluatie van het gebruik en de effecten van trapveldjes als basis voor het verhogen van het gebruiksrendement (voorwaarden: financiële dekking voor beheer, onderhoud, toezicht en programmering, commitment van scholen en verenigingen en een gestructureerd volgsysteem) d. onderzoek naar de vraag in hoeverre routestructuren in en tussen wijken zich lenen voor en uitnodigen tot sportieve activiteiten als fietsen, wandelen, skeeleren en varen e. vergroten van de sportmogelijkheden in de wijk door recreatief medegebruik van gym- en speelzalen en (kunstgras) sportvelden Speerpunt 3: aandacht voor kwetsbare groepen a. inventariseren aard en omvang kwetsbare groepen en analyseren van hun specifieke sportbehoefte b. in samenwerking met partners ontwikkelen van een innovatief aanbod voor kwetsbare groepen c. opzetten van een monitoringsysteem om de (sport-)participatie van deze groepen te kunnen volgen Speerpunt 4: regionale afstemming en samenwerking a. in samenspraak met de regiogemeenten ontwikkelen van een regionale visie op de afstemming van de vraag naar en het aanbod van maatschappelijke voorzieningen b. inzichtelijk maken van schaal- en efficiencyvoordelen van regionale samenwerking bij de uitvoering van sport- en beweegbeleid c. uitwerken en formaliseren van de organisatorische, financiële en juridische consequenties van regionale afstemming en samenwerking
Prioritering
Uitvoering in jaar
Tijdsbesteding (indicatie)
2011-2018
4 uur per week (dagdeel)
2013-2014
50 uur
2013-2014
50 uur
2012-2013
50 uur
2016-2017
25 uur
2016-2017
pm
2016-2017
50 uur
2016-2017
50 uur
2016-2017
pm
2011-2012
75 uur
2011-2012
75 uur
2011-2012
25 uur
2011-2014
100 uur
2013-2014
50 uur
2013-2014
75 uur
3
6
1
4
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
21
Actiepunten Speerpunt 5: kwalitatief hoogwaardige multifunctionele sportclusters a. opzetten van een monitoringsysteem, waarmee het gebruik c.q. de bezetting van sportvoorzieningen kan worden gevolgd b. opstellen van integrale meerjaren onderhoudsplannen, waarin zowel het bouwkundig als installatietechnisch onderhoud, als ook het onderhoud en de vervanging van de inrichting en inventaris is opgenomen en ontwikkelen van een systematiek waarin de relatie is vastgelegd tussen de onderhoudsplannen en de benodigde budgetten c. ontwikkelen van een visie op wijk, stedelijke en regionale voorzieningen (als basis voor een regionale visie op (groot)stedelijke voorzieningen) d. onderzoek naar de mogelijkheden om functies die op wijkniveau gehandhaafd moeten blijven te clusteren tot geïntegreerde voorzieningen (denk aan: brede schoolconcepten en multifunctionele accommodaties) Speerpunt 6: vitale sportverenigingen a. door inzet van verenigingsondersteuning en combinatiefunctionarissen wil de gemeente Harderwijk de sportverenigingen intern versterken en de druk op het vrijwillig kader verlichten b. de gemeente blijft zwakkere verenigingen bijstaan, maar wel met als doel het structureel versterken van hun organisatie. Indien interne verbeteringen onvoldoende perspectief bieden, zijn samenwerkingsverbanden en fusies tussen verenigingen het alternatief c. de gemeente wil vitale sportverenigingen uitdagen een bijdrage te leveren aan bredere maatschappelijke doelen, bijvoorbeeld op het terrein van naschoolse opvang en sportstimulering voor kwetsbare groepen en talentontwikkeling. Inzet van combinatiefunctionarissen kan ook hier een belangrijke meerwaarde betekenen Speerpunt 7: transparantie geldstromen in de sport a. inzicht verschaffen in de (ontwikkeling in de) inkomsten en uitgaven, die verband houden met het gemeentelijk sportbeleid b. berekenen van de kostprijs van de verschillende sportaccommodaties in relatie tot het gebruik en afgezet tegen de kostprijzen van referentiegemeenten (waaronder Zutphen en Tiel) c. ontwikkelen van een (marktconform) tarievenbeleid voor de verschillende sportaccommodaties, afgezet tegen de tarieven in regio- en referentiegemeenten Speerpunt 8: sportloket als kenniscentrum voor sport en bewegen a. inrichten van een sportloket bij sport- en aquacentrum De Sypel dat gaat fungeren als lokaal en mogelijk zelfs regionaal kenniscentrum voor sport en bewegen b. onderzoek naar de mogelijkheden om het reserveringssysteem te optimaliseren, bijvoorbeeld door verhuur via internet c. onderzoek naar de mogelijkheden om, in combinatie met de inrichting van het sportloket, de vraaggerichtheid en bedrijfsmatigheid te versterken door het verzelfstandigen van de uitvoering van het sportbeleid (scheiding beleid en uitvoering) * afhankelijk van besluitvorming
22
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
Prioritering
Uitvoering in jaar
Tijdsbesteding (indicatie)
2017-2018
25 uur
2017-2018
pm
2017-2018
100 uur
2017-2018
100 uur
2015-2016
pm
2015-2016
pm
2015-2016
pm
2012-2013
75 uur
2012-2013
50 uur
2012-2013
50 uur
*
pm
2014
75 uur
*
100 uur
7
5
2
8
Bijlage 2 Activiteiten en budgettering
Activiteiten en budgetten per jaar Schoolschaatsen regulier onderwijs, groep 4 t/m 7 in combinatie met Harderwijk op Ijs op de ijsbaan op de Markt Schoolschaatsen speciaal onderwijs icm Harderwijk op Ijs Sportkaravaan – sportevenement voor basisscholen gr. 3 t/m 5 op speelveldjes in de wijk. In samenwerking met Welzijn Op Maat. Fit & Vitaal Vrijetijdsbeurs, doelgroep 55+ in samenwerking met SWO Unihockey toernooi basisscholen Nieuwe activiteiten naar aanleiding van speerpunten Project “Kies je aangepaste sport”’, in samenwerking met regiogemeenten. (Top) Sortevenementen Sportwijzer, toenemend aantal kinderen en toenemend aantal aanbieders Huldigingen, kampioenschappen en openingen Totaal
Begroot budget nieuwe activiteiten
Begroot budget totaal activiteiten
Benodigd extra budget
6.000,00
6.000,00
6.000,00
1.200,00
1.200,00
1.200,00
1.500,00
1.500,00
1.500,00
2.500,00
2.500,00
2.500,00
Budget BSI
Bestaand budget 2010
1.500,00
1.500,00
1.500,00
1.300,00
1.300,00
1.300,00
5.000,00
5.000,00
5.000,00
10.000,00
10.000,00
10.000,00
2.500,00
15.000,00
2.500,00
12.500,00 6.000,00 12.700,00
Activiteiten en tijdsbesteding per jaar Schoolschaatsen regulier onderwijs, groep 4 t/m 7 in combinatie met Harderwijk op Ijs op de ijsbaan op de Markt Schoolschaatsen speciaal onderwijs icm Harderwijk op Ijs Sportkaravaan – sportevenement voor basisscholen gr. 3 t/m 5 op speelveldjes in de wijk. In samenwerking met Welzijn Op Maat. Fit & Vitaal Vrijetijdsbeurs, doelgroep 55+ in samenwerking met SWO Project “Kies je aangepaste sport”’, in samenwerking met regio-gemeenten. (Top) Sortevenementen Sportwijzer, toenemend aantal kinderen en toenemend aantal aanbieders Ondersteuning verenigingen (clinics) en overige activiteiten zoals ambtenarenloop, fitste gemeente, 30 minuten bewegen etc. Invoeren methode Bewegen Samen Regelen op basisscholen
18.500,00
6.000,00 18.800,00
Tijdsbesteding bewegingsconsulent
50.000,00
31.500,00
Tijdsbesteding cluster sport
25 uur 5 uur 35 uur 25 uur 50 uur Nader te bepalen 100 uur 50 uur 12 uur per week
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
23
24
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
Bijlage 3 Algemene evaluatie sportbeleid 2006-2010 Aanleiding Op 19 januari 2006 is door de gemeenteraad van Harderwijk de nota Sport in Harderwijk, Samen sporten, bewegen en leven 2006-2010 vastgesteld. In deze nota zijn landelijke en lokale trends en ontwikkelingen op sportgebied beschreven, is de afstemming van de vraag naar en het aanbod van binnen- en buitensportaccommodaties belicht en is de gemeentelijke visie op sport bepaald. De grondslag voor deze visie bestaat uit de volgende missie, die tot op de dag van vandaag nog niets aan realiteitswaarde heeft ingeboet:
“Het bevorderen van een sterke organisatorische sportinfrastructuur en een kwalitatief hoogwaardig en betaalbaar sportaanbod, zodat de inwoners van Harderwijk een heel leven lang met plezier en voldoening kunnen sporten en bewegen en de maatschappelijke participatie en betrokkenheid wordt verhoogd.”
Deze missie is vertaald in de volgende, eveneens nog altijd actuele doelstelling van het gemeentelijk sportbeleid:
“De gemeente Harderwijk voert een sportbeleid om sport en bewegen onder een zo groot mogelijk deel van de bevolking te stimuleren. De gemeente schept voorwaarden en stelt faciliteiten ter beschikking, zodat verenigingen, instellingen en individuele burgers ieder hun eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen.”
Kenmerkend voor de nota Sport in Harderwijk 2006-2010 is dat de beoogde resultaten zoveel mogelijk specifiek en meetbaar (lees: smart) zijn geformuleerd met een onderverdeling op de thema’s ‘de sporter’, ‘de sportorganisatie’, ‘de sportvoorziening’ en ‘de rolverdeling’. Deze rapportage bevat de belangrijkste uitkomsten van een evaluatie, die is uitgevoerd naar de behaalde resultaten met betrekking tot het sportbeleid in de periode 2006-2010.
Gelijk aan de opbouw van de nota Sport in Harderwijk 2006-2010 worden in deze bijlage achtereenvolgens de thema’s ‘de sporter’, ‘de sportorganisatie’, ‘de sportvoorziening’ en ‘de rolverdeling’ behandeld.
De sporter Algemeen De visie en missie van de gemeente Harderwijk is de afgelopen jaren gericht geweest op het bevorderen van een sportinfrastructuur, die inwoners van Harderwijk uitnodigt een leven lang met plezier en voldoening te kunnen sporten en bewegen. Het project Samen Sportief in Harderwijk 20042009 (met als deelprojecten ‘bewegingsconsulent’, ‘sportstimulering 13-18 jaar’ en ‘aangepast sporten’), het BOS-project 2006-2009 en de jaarlijkse Sportwijzer voor basisschooljeugd zijn de meest in het oog springende activiteiten die de gemeente ondernomen heeft en onderneemt om met name de jongeren tot een actief, sportief gedrag aan te zetten. Als gevaar wordt wel onderkend dat met het beëindigen van projecten (als gevolg van stopzetting subsidie) ook de bereikte resultaten dreigen te vervagen. Waarborging van resultaten op de lange termijn blijkt moeilijk te zijn. Korte beschouwing op de resultaten: • hoewel alleen op onderdelen sprake is van monitoring en registratie, mag worden verondersteld dat het aantal jongeren dat voldoende sport en beweegt zich in Harderwijk positief ontwikkelt. Het percentage jongeren dat te weinig beweegt (tenminste 27%) is ten opzichte van 2003 gedaald en 68% van de jongeren is lid van een sportvereniging (tussen de 8 en 13 jaar zelfs 76%). Over de ontwikkeling van sportparticipatie onder volwassenen en senioren zijn weinig harde gegevens bekend. De gebiedsmonitor leefbaarheid en veiligheid 2009 heeft uitgewezen dat 79% van de Harderwijkse bevolking denkt te voldoen aan de norm van een half uur bewegen per dag, onder de bevolking van 30 jaar en ouder ligt dit percentage op 78%;
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
25
• hoewel het gemiddeld aantal leden van Harderwijkse sportverenigingen de afgelopen jaren is gedaald, zijn diezelfde sportverenigingen niet negatief over de (toekomstige) ontwikkelingen ten aanzien van ledenaantallen; • in Harderwijk behoort 16% tot de allochtone bevolkingsgroep. Onderzoek heeft uitgewezen dat de meeste allochtone jongeren in Harderwijk (89%) zichzelf tot de Nederlandse bevolkingsgroep rekent. Het aandeel allochtonen binnen verenigingen is de afgelopen jaren gestegen van 3,7% tot 4,7%. Ook de integratie van mensen met een beperking binnen verenigingen verloopt moeizaam. Dit betekent overigens niet dat verenigingen (bewust of onbewust) belemmeringen opwerpen. Waarschijnlijker is dat veel allochtonen en mensen met een beperking zich onvoldoende aangetrokken voelen door het aanwezige aanbod; • de aandacht vanuit het onderwijs om scholieren tot gezond beweeggedrag aan te zetten is bij veel scholen nog beperkt. Het ontbreken van vakleerkrachten bewegingsonderwijs wordt gedeeltelijk gecompenseerd door de implementatie van de methode Bewegen Samen Regelen. Desalniettemin blijkt uit landelijk onderzoek dat de vakleerkracht onmisbaar is bij het versterken van de samenwerking tussen onderwijs en sport, zeker als de intentie is om dit een structureel karakter te geven. De vakleerkracht zal ook meer betrokkenheid bij zijn collega’s kunnen creëren bij de buitenschoolse activiteiten, wat de effectiviteit zeker zal vergroten ; • gebrek aan ruimte (speellokalen) zorgt er voor dat in diverse scholen geen faciliteiten aanwezig zijn om kleuters beweeglessen aan te bieden. Slechts enkele scholen zijn (in brede schoolverband) actief in het aanbieden van een aantrekkelijk aanbod van sportieve naschoolse activiteiten. Het gebrek aan gymzalen en sport voorzieningen in Drielanden West vormt een bedreiging voor het bewegingsonderwijs en de sportmogelijkheden in deze wijk. Positieve ontwikkeling vormt de aanleg van 7 trapveldjes in woonwijken; • aangenomen mag worden dat, net als in de rest van Nederland, een toenemend aantal Harderwijkers zijn of haar weg heeft gevonden naar
26
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
commerciële sportaanbieders (denk aan sportscholen, maar ook aan golfclubs). Aandachtspunten: • de huidige gemeentelijke sportstimuleringsactiviteiten richten zich op een brede groep kinderen en jongeren. Te overwegen valt de komende jaren specifieker beleid te ontwikkelen voor kwetsbare groepen als kinderen met overgewicht, allochtone jongeren en mensen met een beperking. Een andere overweging is om sportstimuleringsactiviteiten breder in te zetten dan alleen op kinderen en jongeren. Er zijn tal van redenen (beweegarmoede, sociaal isolement) om bijvoorbeeld ook de groeiende groep senioren te bereiken. In de periode 2002-2008 is in Harderwijk ervaring opgedaan met het GALMproject; • bij de ontwikkeling van specifieker doelgroepenbeleid past ook het monitoren en registreren van de resultaten van dit beleid. Hierdoor wordt ook beter inzicht verschaft in de positieve maatschappelijke effecten die verbonden (kunnen) zijn aan sport; • de ontwikkeling van beleid op het gebied van brede scholen en naschoolse activiteiten biedt mogelijkheden scholieren te stimuleren in gezond leefgedrag. Met de inzet van combinatiefunctionarissen kunnen accenten worden gelegd binnen het gemeentelijk sportbeleid (doelgroepenbeleid); • kleuters verdienen op basisscholen speciale aandacht. Diverse basisscholen beschikken niet over speellokalen of speellokalen worden (noodgedwongen) als leslokaal gebruikt. Dit wringt des te meer omdat de motoriek van jonge kinderen achteruit blijkt te gaan. Ook op schoolpleinen en met spelmaterialen moeten kleuters (en andere basisschoolleerlingen) verleid worden tot meer en beter bewegen; • de inrichting van de openbare ruimte kan zowel een belemmering vormen als een stimulans zijn voor de sportbeleving van de Harderwijker. Dit pleit voor blijvende aandacht voor voldoende speelruimte en een sportieve inrichting van de openbare ruimte; • de inrichting van een sportloket bij sport- en aquacentrum De Sypel biedt de fysieke moge-
lijkheden voor een herkenbare, complete en geïntegreerde informatievoorziening voor alle in sport geïnteresseerde Harderwijkers en Harderwijkse organisaties.
De sportorganisatie Algemeen De sportinfrastructuur, die nodig is om de inwoners van Harderwijk een heel leven lang met plezier en voldoening te kunnen laten sporten en bewegen, wordt - naast de sportaccommodaties - voor een belangrijk deel gevormd door sportverenigingen. De sportverenigingen bieden niet alleen het platform waarop deelgenomen kan worden aan sportactiviteiten. Sportverenigingen leveren ook een onmiskenbare bijdrage aan de ontwikkeling van een normen- en waardenkader en aan de sociale samenhang in een samenleving. Hoewel sportverenigingen niet zijn opgericht om in breed verband maatschappelijke effecten te bewerkstelligen, is het voor de gemeente Harderwijk wel van belang verenigingen bewust te maken van hun maatschappelijk belang en soms zelfs van hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Korte beschouwing op de resultaten: • in Harderwijk ziet 59% van de sportverenigingen haar ledental stijgen (landelijk 49%) en heeft 27% te kampen met een dalend ledental (landelijk 35%). Meer dan driekwart van de sportverenigingen in Harderwijk ervaart de financiële positie als (zeer) gezond (landelijk 64%); • het Sportplatform heeft z’n waarde bewezen als instituut waar de georganiseerde sport bijeenkomt om informatie te vergaren en te netwerken. Het idee om het Sportplatform ook voor de ongeorganiseerde sport aantrekkelijk te maken brengt het risico met zich mee dat het Sport platform z’n aantrekkelijkheid voor de georganiseerde sport juist voor een deel verliest; • er wordt vanuit de gemeente geen actief vrijwilligersbeleid gevoerd. Tussen het steunpunt Vrijwilligerswerk en de sportverenigingen bestaat nauwelijks aansluiting. Desondanks lijkt geen
sprake van een toenemend vrijwilligersprobleem bij sportverenigingen. Bij de helft van de verenigingen zijn er vacatures (landelijk 62%). Gevolg is wel dat hetzelfde werk door minder mensen wordt verricht, waarbij de grootste knelpunten bestaan bij het invullen van bestuursvacatures en trainersposten; • buiten de actieve deelname van een 40-tal verenigingen bij sportstimuleringsactiviteiten als de Sportwijzer, is de maatschappelijke betrokkenheid van verenigingen vooralsnog beperkt (denk aan het BOS-project en naschoolse activiteiten). Niet meer dan 12% van de sportverenigingen ziet mogelijkheden om combinatiefunctionarissen in te zetten bij verenigingsactiviteiten. Aandachtspunten: • het vergroten van de maatschappelijke betrokkenheid bij verenigingen door bijvoorbeeld met de grootste verenigingen (denk aan groter dan 500 leden) en commerciële sportaanbieders specifieke afspraken te maken over hun rol, verantwoordelijkheid bij het realiseren van maatschappelijk gewenste effecten. Daarbij dienen uiteraard ook de belangen van deze organisaties meegewogen te worden; • de aanwezigheid van een afdeling Sport & Bewegen binnen Landstede levert een positieve bijdrage aan sportief Harderwijk. De studenten vervullen bij diverse gemeentelijke en verenigingsactiviteiten een rol, zowel in organisatorische als in uitvoerende zin. De gemeente en Landstede beogen een nauwe samenwerking bij de invulling van een sportloket bij sport- en aquacentrum De Sypel. Voor een optimaal rendement van de bijdragen van de afdeling Sport & Bewegen is het raadzaam, ook met maatschappelijk betrokken verenigingen, tot meer gestructureerde samenwerking te komen; • naast sportverenigingen zijn er ook een toe nemend aantal commerciële sportorganisaties actief op de sportmarkt (denk bijvoorbeeld aan sportscholen). Daar waar commercieel en publiek sportaanbod elkaar treft (bijvoorbeeld bij de verdere ontwikkeling van sport- en aqua centrum De Sypel) is het van belang tot goede afspraken te komen en duidelijke voorwaarden te verbinden aan het commerciële aanbod;
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
27
• een specifieke vraag speelt ook bij het gebruik van sportkantines voor buitenschoolse opvang. Hoewel de huurcontracten hier in beginsel geen ruimte voor bieden, staat de gemeente niet negatief tegenover de vestiging van aantrekkelijke sport-BSO’s op gemeentelijke sportcomplexen.
•
• De sportvoorziening Algemeen De voorwaardenscheppende rol van de gemeente komt vooral tot uiting door een gevarieerd aanbod van sportaccommodaties (buitensport, binnensport en zwembaden). Buiten de gemeentelijke sport accommodaties (al dan niet gecombineerd met verenigingsvoorzieningen), bestaat het sportvoorzieningenaanbod in Harderwijk ook uit sportief ingerichte buitenruimte (waaronder trapveldjes) en commercieel aanbod. Met betrekking tot de gemeentelijke accommodaties springt in kwantitatieve zin in het oog het voornemen om, in samenspraak met Landstede, een tweede sporthal bij De Sypel te bouwen en de behoefte in Drielanden-West om voor het bewegingsonderwijs en mogelijk in combinatie met een turnhal een dubbele gymzaal (lees: sportzaal) te realiseren. In kwalitatieve zin moet worden opgemerkt dat onvoldoende middelen aanwezig zijn voor een volwaardig onderhoud en instandhouding van met name de binnensportaccommodaties. Dit strookt niet met de in de Stadsvisie verwoorde ambitie van een kwalitatief hoogwaardig voorzieningenniveau. Korte beschouwing op de resultaten: • met de aanleg van 7 trapveldjes is een grote impuls gegeven aan de mogelijkheden van sportieve en recreatieve activiteiten dicht bij huis. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat na het beëindigen van professionele begeleiding de kwaliteit en het rendement van de veldjes achteruit gaat. Onderzoek heeft aangetoond dat er een rechtstreeks verband bestaat tussen de inrichting van een wijk en de mate waarin kinderen lichamelijk actief zijn. Sport- en speelfaciliteiten stimuleren de kinderen en volwassenen meer te bewegen en te spelen. Hoe dichter bij
28
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
•
•
huis de mogelijkheden om te sporten of te bewegen zijn, hoe sterker de sportdeelname toeneemt; de aanleg van een 5 kilometer lange KNAU- gecertificeerde loop- en wandelroute levert een bijdrage aan de sportieve recreatiemogelijkheden in Harderwijk; gelet ook op de hoge grondprijs is er vooralsnog geen zicht op de realisatie van watersportvoorzieningen in Waterfront; door middel van onderzoeken is aangetoond wat de noodzaak is van capaciteitsuitbreiding op het gebied van de binnensportaccommodaties. Besluitvorming over de uitbreiding van sport- en aquacentrum De Sypel heeft in oktober 2010 plaatsgevonden. Uitbreiding van de zaalcapaciteit in Drielanden-West is ongewis; structurele intergemeentelijke samenwerking en afstemming over bovenlokale voorzieningen en projecten ontbreekt. Wel is op onderdelen sprake van adhoc samenwerkingsverbanden (denk aan de aanleg van kunstgrasvelden, die samen met de gemeente Ermelo is aanbesteed).
Aandachtspunten: • onderzocht moet worden op welke wijze het maatschappelijk rendement van de 7 nieuw aangelegd trapveldjes kan worden gewaarborgd. De inzet van sportbuurtwerkers, brede schoolontwikkeling, combinatiefunctionarissen en sportverenigingen zijn mogelijke instrumenten die hiervoor ingezet kunnen worden; • een duidelijke visie op wijk, stedelijke en grootstedelijke sportvoorzieningen ontbreekt. Met het oog op de Stadsvisie, maar zeker ook gelet op de met de leeftijd van de accommodaties toe nemende onderhouds- en instandhoudings kosten, is het noodzakelijk een toekomst perspectief voor de gemeentelijke sportaccommodaties te ontwikkelen. In een dergelijk toekomstperspectief past ook een antwoord op c.q. concretisering van het gestelde ambitieniveau in de Stadsvisie en een visie op intergemeentelijke samenwerking.
De rolverdeling Algemeen Onderdeel van de doelstelling van het vigerende gemeentelijk sportbeleid is dat de gemeente voorwaarden schept en faciliteiten beschikbaar stelt, zodat verenigingen, instellingen en individuele burgers ieder hun eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen. Hoe die eigen verantwoordelijkheid eruit ziet, wordt door gemeenten verschillend beant woord. Korte beschouwing op de resultaten: • vergelijkenderwijs kan gesteld worden dat de gemeente Harderwijk ten opzichte van veel andere gemeenten een beperkt beroep doet op het particulier initiatief. De gemeente Harderwijk is overwegend zelf eigenaar, beheerder en exploitant van de sportaccommodaties en sport organisaties spelen een bescheiden rol bij door de gemeente geïnitieerde of ondersteunde projecten; • met de beoogde ontwikkeling van Sypel 2 is de samenwerking en rolverdeling tussen de gemeente, Landstede en de Gelderse Sportfederatie ten aanzien van het sportloket vastgelegd; • de afgelopen jaren is binnen de gemeente meer duidelijkheid ontstaan over de rolverdeling op het gebied van onderhoud en instandhouding van de sportaccommodaties. Dit neemt niet weg dat er structureel onvoldoende middelen beschikbaar zijn om met name de binnensport accommodaties bouwkundig en installatietechnisch op adequate wijze in stand te houden. Daarbij komt dat niet in beeld is gebracht welke kosten verbonden zijn aan het onderhouden en vervangen van de inrichting en inventaris van de accommodaties.
maakt over de regie, een goede taakverdeling en de inzet van middelen (waaronder de inzet van combinatiefunctionarissen); • met de ontwikkeling van het sportloket krijgt de gemeentelijke informatievoorziening op sport gebied structuur. Deze ontwikkeling zou aangegrepen kunnen worden om een duidelijke scheiding aan te brengen tussen beleid (stadhuis) en uitvoering (front- en backoffice in sport- en aquacentrum De Sypel); • het is aan te bevelen de komende jaren integrale meerjaren onderhoudsplannen voor de sportaccommodaties op te stellen, waarin zowel het bouwkundig en installatietechnisch onderhoud (verantwoordelijkheid Vastgoed), als ook het onderhoud en de vervanging van de inrichting en inventaris (verantwoordelijkheid Sport) is opgenomen. Vervolgens moet op basis van deze onderhoudsplannen vastgesteld worden in hoeverre de budgetten afwijken van de benodigde onderhoudsbudgetten en wat hiervan de gevolgen zijn op korte en langere termijn; • de gemeente is verantwoordelijk voor het beheer en de exploitatie van alle binnensport accommodaties, met uitzondering van De Bogen. Het beheer en de exploitatie van De Bogen door SRO verloopt niet geheel naar wens. Onderzoek moet uitwijzen of het voordelig is De Bogen weer onder te brengen bij de gemeentelijke organisatie.
Aandachtspunten: • in Harderwijk is overwegend sprake van gezonde sportverenigingen. Dit biedt mogelijkheden om met verenigingen tot afspraken te komen (maatwerk) over een rolverdeling, waarin meer ruimte is voor particulier initiatief; • bij het ontwikkelen van beleid op het gebied van brede scholen en naschoolse activiteiten is het van belang dat goede afspraken worden ge-
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
29
Bijlage 4 Resultaten sportbeleid 2006-2010 per actiepunt resultaten in 2006 Beoogde De sportorganisatie 1. alle sportverenigingen hebben met hun leden huisregels afgesproken over alcohol, roken, hygiëne, drugsgebruik, gezondheid en sportief gedrag. In de periode 2006-2010 is het aandeel verenigingen met formele huisregels gehandhaafd op circa 30%. Dit is gelijk aan het % verenigingen met een eigen accommodatie. De gemeente heeft een voorzet gegeven voor een model huisreglement. Het opstellen en handhaven van huisregels wordt verder als een verantwoordelijkheid van de verenigingen zelf beschouwd. 2. het Harderwijker Sportplatform blijft toegankelijk voor (vertegenwoordigers van) de ongeorganiseerde sport en sportgerelateerde organisaties. Tweemaal per jaar wordt een sportplatform met varierende onderwerpen. Inmiddels worden de sportplatforms door 67% van de sportverenigingen bezocht en overwegend positief beoordeeld. Informatieverstrekking vanuit de gemeente en vooral het netwerken (leggen en onderhouden van contacten met gemeente en andere verenigingen) worden als belangrijkste redenen genoemd voor deelname aan de sportplatforms. De sportplatforms worden niet of nauwelijks bezocht door (vertegenwoordigers van de) ongeorganiseerde sport. Door de gemeente wordt onderzocht hoe ook deze doelgroep beter benaderd kan worden. Daarbij blijft de vraag of de sportplatforms voor ongeorganiseerde sporters net zo interessant zijn als voor de georganiseerde sport in Harderwijk. De sportvoorziening 3. heldere procedureafspraken (intern en extern)
30
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
zijn gemaakt over hoe te komen tot voldoende sport- en spelvoorzienigen bij de inrichting van de woonomgeving (gestreefd wordt naar realisatie van de landelijk gehanteerde norm van 75 m2 ‘groen’ per woning, waaronder ruimte voor recreatie, speelmogelijkheden en trapveldjes). Binnen de gemeente wordt niet gewerkt met en bestaat ook geen kennis over de norm van 75 m2 ‘groen’ per woning. Wel bestaat de stel regel van 2 m2 per voordeur aan speelruimte in nieuwbouwwijken. De afgelopen jaren zijn 7 speelveldjes aangelegd. Verder wordt nagedacht over het vergroten van de gebruiksmogelijkheden van schoolpleinen en over het verbeteren van sportieve recreatiemogelijkheden in de buitenruimte. Deze actie ligt bij de afdeling Beheer Openbare Ruimte, maar zal in samenspraak met het cluster sport plaatsvinden. Beoogde resultaten in 2007 De sporter 4. Een maatschappelijke en financiële kosten/ baten-analyse is uitgevoerd met betrekking tot de uitbreiding van het schoolzwemmen van één tot twee groepen. Vanaf september 2009 wordt de mogelijkheid geboden om te zwemmen met zowel groep 5 als groep 6 van het basisonderwijs. Vanaf het schooljaar 2010-2011 zal ook de islamitsche school gebruik maken van deze mogelijkheid. De sportorganisatie 5. De gemeente ontwikkelt een vrijwilligersbeleid dat goed aansluit bij de wensen van sportorganisaties. Dit in samenwerking met het steunpunt vrijwilligerswerk Harderwijk. In 2007 is de notitie ‘Vrijwillers in de sport’ opgesteld, die als input diende voor het gemeentelijk vrijwilligersbeleid. Inmiddels is vast komen te staan dat het gemeentelijke vrijwilligersbeleid geintegreerd wordt in het WMO-
beleid. Het bestaande steunpunt Vrijwilligerswerk is ook beschikbaar voor sportorganisaties. De (landelijke en lokale) praktijk wijst uit dat de aansluiting tussen dergelijke steunpunten en sportorganisaties moeizaam is. Het thema ‘vrijwilligers in de sport’ kan onderdeel vormen van het sportloket dat onderdeel uitmaakt van het gezamenlijk met Landstede te ontwikkelen Sypel 2 project. De sportvoorziening 6. De wandel-, loop- en skateroutes in Harderwijk zijn in kaart gebracht en er worden verbetervoorstellen gedaan (kwalitatief en kwantitatief) Dergelijke routes zijn niet in kaart gebracht en daar bestaan inmiddels ook geen voornemens meer voor. Wel is in 2008 is een nieuwe (KNAU gecertificeerde) loop- en wandelroute route van 5 km gerealiseerd in Harderwijk. 7. In regionaal verband is een haalbaarheids onderzoek uitgevoerd naar de ontwikkeling van watersportvoorzieningen (mogelijk in relatie met het Waterfront). Een regionaal haalbaarheidsonderzoek heeft niet plaatsgevonden. Wel is met de projectleider Waterfront gesproken over de mogelijkheden van watersportvoorzieningen op deze locatie en is er samenwerking en plantontwikkeling tussen een plaatselijke zeilschool en Land stede (afdeling Sport & Bewegen). Gelet op de hoge grondprijs is het vooralsnog niet aannemelijk dat in Waterfront mogelijkheden ontstaan voor uitbreiding van watersportvoorzieningen. De rolverdeling 8. Er is onderzocht of, en zo ja op welke wijze, een jaarlijks (top-)sportevenement georganiseerd kan worden. (Uitgangspunt bij topsportevenementen is dat er geen financiële bijdrage wordt verstrekt, facilitaire ondersteuning zal per individuele aanvraag worden beoordeeld en behoort dan wellicht tot de mogelijkheden). Momenteel zijn er twee sportevenementen in Harderwijk. Sinds 2006 organiseert Sporting
Harderwijk in september een sportevenement op het Bouw & Infrapark, dit evenement gaat stoppen. Vanaf 2009 wordt in het 3e weekend van juni Sportstad Harderwijk georganiseerd. De gemeente heeft haar (facilitaire) medewerking verleend aan Sportstad Harderwijk door o.a in 2009 haar sporthuldigingen in dit weekend te organiseren. Pogingen van de gemeente in 2008 om daar een gezamenlijk sportevenement van te maken zijn mislukt. Binnenkort wordt er een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden en haalbaarheid van (top-)sportevenementen. In de Stadsvisie is opgenomen dat, door een kwaliteitsimpuls in de sportvoorzieningen, het mogelijk moet zijn om in 2030 topsportevenementen in Harderwijk te organiseren. Beoogde resultaten in 2008 De rolverdeling 9. Er is onderzocht wat de mogelijkheden zijn van duale aanstellingen van vakleerkrachten en sportconsulenten, die (na-)schoolse activiteiten en activiteiten bij verenigingen combineren. De gemeente Harderwijk beoogt vanaf 2012 6,6 fte aan combinatiefunctionarissen aan te kunnen stellen. Hieraan zijn onder meer de volgende doelen gesteld: het vergroten van het aantal brede scholen, het vergroten van het aantal sterke sportverenigingen (+10%) en het er voor zorgen dat meer jeugd en jongeren voldoen aan de landelijke beweegnorm (45%, nu landelijk 40%). Momenteel wordt hard gewerkt aan de concrete invulling van de combinatiefunctionarissen. Scholen en sportverenigingen zijn hiermee bekend en staan positief tegenover de combinatiefunctionarissen. Tegelijkertijd hebben de meesten nog geen concrete ideeen bij mogelijke toepassingen. 12% van de sportverenigingen ziet binnen de eigen organisatie mogelijkheden voor de inzet van combinatiefunctionarissen.
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
31
Beoogde resultaten in 2009 De sportvoorziening 10. Indien noodzakelijk wordt een haalbaarheidsonderzoek naar een nieuwe sporthal uitgevoerd (in relatie met de ontwikkeling van de vraag en met inachtneming van de kaders van het integraal huisvestingsplan gymlokalen). Dit onderzoek heeft plaatsgevonden en uitgewezen dat er voldoende draagvlak is voor een tweede sporthal bij de Sypel en dat als gevolg van de ontwikkeling van Drielanden West het accommodatiebestand met twee gymzalen uitgebreid dient te worden (bijvoorkeur met een groter oppervlak dan de standaard afmetingen en samengevoegd tot een sportzaal). Een mogelijkheid die verder kan worden onderzocht is deze sportzaal tevens te gebruiken als (topsport) turnaccommodatie. Besluitvorming omtrent Sypel 2 moet nog definitief vastgesteld worden. 11. Na overleg met het sportplatform is een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd naar de wens en ontwikkeling van een sportloket ten behoeve van verbetering van de dienstverlening, de communicatie, de bereikbaarheid en de informatievoorziening voor zowel georganiseerde als ongeorganiseerde sporters. Een sportloket kan zowel bestaan uit een fysiek servicepunt als uit een virtuele informatiebalie. In overleg met Landstede is een mogelijke invulling geschetst voor de vorming van een sportloket in Sypel 2. In het totale plan Revitalisering Sypel wordt dit meegenomen. Indien Sypel 2 er komt zal er een fysiek sportloket komen met een duale bezetting (’s morgens de gemeente, ’s middags Landstede i.c.m. de Gelderse Sportfederatie. De rolverdeling 12. De haalbaarheid is onderzocht van inter gemeentelijke samenwerking en afstemming over bovenlokale voorzieningen en projecten. Sinds 2009 is er op initiatief van de sport
32
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
beleidsmedewerkers van Harderwijk en Nunspeet een beleidsoverleg van de regiogemeenten NW-Veluwe. Hierin worden praktische thema’s binnen het sportbeleid behandeld. Daarin wordt met name gekeken of en hoe er kan worden samengewerkt en kennis gedeeld. Op een hoger abstractieniveau vindt (bilateraal) samenwerking en afstemming plaats met gemeenten als Elburg, Hattem, Oldebroek en Ermelo. Met deze laatste gemeente is recent samengewerkt bij de aanbesteding van kunstgrasvelden. Beoogde resultaten in 2010 De sporter 13. Minstens 40% van de jeugdigen van 8 tot en met 17 jaar haalt de norm van 1 uur bewegen per dag. Een integrale gestructureerde monitoring van het beweeggedrag van jeugdigen is in Harderwijk (net als in de meeste andere gemeenten) niet aanwezig. Recent heeft in Harderwijk wel onderzoek plaatsgevonden naar de sportdeelname van de jeugd tussen 8 en 13 jaar. Gemiddeld genomen wordt door kinderen die sporten ruim 2 uur per week aan sport gedaan. 9,4% van de respondenten kampt met overgewicht of obesitas. Verhoudingsgewijs een groot deel van deze groep doet niet aan sport en heeft ook geen interesse in sportactiviteiten. In het najaar van 2008 is verder een onderzoek gepresenteerd naar gezondheid en leefstijl van jongeren (met name groepen 2 en 4 van het voortgezet onderwijs) in Harderwijk. Met betrekking tot het thema bewegen is onder meer vastgesteld dat 27% van de jongeren in Harderwijk te weinig beweegt, namelijk minder dan 7 uur per week. Meisjes en vmbo-leerlingen bewegen vaker minder dan 7 uur per week dan jongens en havo/vwo leerlingen. Het percentage jongeren dat te weinig beweegt is gedaald t.o.v. het onderzoek in 2003, maar is nog wel hoger dan gemiddeld in de regio Gelre-IJssel. 68% van de jongeren is lid van een sportvereniging. Met de interventies op het gebied van Jeugdbeleid, zo-
als B-Fit en Lekker Fit, wordt getracht via de scholen jongeren aan te zetten om meer te sporten en daarnaast een gezonde levensstijl aan te meten. Daarnaast ondersteunt de gemeente de beweegmethoden van het voort gezet onderwijs. Op het moment is het Christelijk College Nassau-Veluwe bezig met de methode 3+2 op te zetten in samenwerking met Landstede. Het vmbo introduceert een methode om specifieke doelgroepen meer aan het bewegen te krijgen. 14. Op 90% van alle scholen kunnen leerlingen dagelijks sporten binnen en buiten de schooluren. Naast 2 klokuren bewegingsonderwijs zijn rondom scholen in beginsel voorzieningen en faciliteiten aanwezig om leerlingen te kunnen laten spelen en sporten. Positieve ontwikkeling is de aanleg van 7 speelveldjes. Aandachtspunt is de beschikbaarheid (na schooltijd) van schoolpleinen. Knelpunt bij een aantal basisscholen is het ontbreken van goede voorzieningen (lees: speellokalen) voor kleuters. 15. Minstens 65% van de volwassen bevolking voldoet aan de norm van een half uur bewegen per dag. Een integraal gestructureerde monitoring van het beweeggedrag van volwassenen is in Harderwijk (net als in de meeste andere gemeenten) niet aanwezig. De gebiedsmonitor leefbaarheid en veiligheid 2009 heeft wel uitgewezen dat 79% van de Harderwijkse bevolking denkt te voldoen aan de norm van een half uur bewegen per dag. Onder de bevolking van 30 jaar en ouder is dit percentage 78%. 16. Het aantal ouderen en mensen met een beperking binnen de georganiseerde sport is toe genomen met 5% (2,3% in 2003). Uit de verenigingsmonitor 2010 kan worden opgemaakt dat het aantal ouderen binnen de georganiseerde sport is toegenomen met 10%. Het aantal mensen met een beperking binnen sportverenigingen is echter nauwelijks gestegen.
Daarbij moet de kanttekening worden gemaakt dat mensen met een beperking veelal niet apart worden geregistreerd en dat deze mensen zich ook nauwelijks aanmelden bij sportverenigingen. De aandacht voor kwetsbare groepen, waaronder mensen met een beperking, is als speerpunt opgenomen in de beleidsnota. 17. Sportdeelname van allochtonen in verenigingen is verhoogd tot 7% (3,7% van de leden van Harderwijker sportverenigingen is in 2003 van allochtone afkomst). De verenigingsmonitor 2010 wijst verder uit dat het aandeel allochtonen is gestegen tot 5%. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat veel verenigingen nauwelijks zicht hebben op het aantal allochtone leden. De aandacht voor kwetsbare groepen, waaronder allochtonen, is als speerpunt opgenomen in de beleidsnota. 18. Minimaal 75% van de sportende jongeren tussen 8 en 13 jaar sport bij een vereniging (74% in 2004). 76% van de respondenten uit het onderzoek naar de sportdeelname van de jeugd tussen 8 en 13 jaar was in 2009-2010 aangesloten bij een sportvereniging. Ten opzichte van voorgaande jaren is dit enkele procentpunten gestegen. 19. De deelname aan het project ‘Sportwijzer’ neemt toe tot minimaal 40% (34% in 2004). In 2009-2010, het 7e jaar van de Sportwijzer, deden 22 scholen mee. Van de (3.745) kinderen die de gelegenheid kregen zich in te schrijven voor het naschoolse sportaanbod, maakte 52% van de gelegenheid gebruik. 18% van de cursisten geeft aan lid geworden te zijn bij de vereniging die de cursus organiseerde. Ruim 40 organisaties zijn betrokken bij de Sportwijzer. De cursisten waarderen de Sportwijzer zeer goed. 20. Door aansluiting bij een Olympisch netwerk en in samenwerking met LOOT-scholen is het bestaande topsportklimaat in Harderwijk, passend bij de ambities van een middelgrote ge-
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
33
meente, geconsolideerd en zo mogelijk versterkt. Uit de verenigingsmonitor 2010 blijkt dat er in Harderwijk 24 topsporters actief zijn in 7 verschillende verenigingen. Dit is ongeveer gelijk aan het niveau 2006, maar is lager dan de 37 topsporters die in 2008 in 9 verschillende verenigingen actief waren. Topsporters die niet bij een Harderwijkse vereniging zijn aangesloten, zijn in deze telling niet meegenomen. Als LOOTschool beoogt de afdeling Sport & Bewegen van Landstede onderwijs te koppelen aan topsport (en breedtesport). In het kader van de topsportontwikkeling onderzoekt Landstede de mogelijkheden van een centrum voor Sport & Educatie. Ook het te vormen Sportloket zal een rol spelen in de begeleiding van talenten. Eerder is vermeld dat in de Stadsvisie de ambitie is uitgesproken, dat in 2030 de sportvoorzieningen in Harderwijk van een dermate kwaliteit zijn, dat het mogelijk is om topsportevenementen te organiseren. De sportorganisatie 21. Het totaal aantal leden van sportverenigingen is, gelijk aan de groei van het aantal inwoners, gegroeid met minimaal 7% (12.803 in 2003). Uit de verenigingsmonitor 2010 blijkt dat het gemiddelde aantal leden van een vereniging in 2010 is gedaald tot 249 (295 in 2006, 282 in 2008). Daar staat tegenover dat het aantal verenigingen met een ledenstop is gestegen, dat 31% van de verenigingen het komende jaar een ledengroei verwacht en dat 64% van de verenigingen de ambitie heeft om tot 2014 met gemiddeld 15% te groeien. 22. Het aantal vrijwilligers is niet verder afgenomen (gemiddeld 38 per vereniging in 2003). Het aantal vrijwilligers per vereniging neemt af. Tegelijkertijd neemt ook het tekort aan vrijwilligers af. Dit impliceert dat hetzelfde werk door minder mensen wordt gedaan. 50% van de verenigingen is op zoek naar vrijwilligers (met name bestuursleden en trainers).
34
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
23. Het aantal vrouwelijke bestuursleden is toegenomen (22% in 2003). In 2010 heeft 63% van de verenigingen vrouwen in het bestuur, waarvan bijna 30% meer dan 2. 24. 75% van de sportverenigingen besteedt structureel aandacht aan blessurepreventie (50% in 2003). 36% van de verenigingen besteedt in 2010 structureel aandacht aan blessurepreventie. 25. 75% van de sportverenigingen is betrokken bij projecten van de gemeente. 43% van de sportverenigingen is betrokken bij een gemeentelijk sportstimuleringsproject (met name de Sportwijzer en de Fit & Vitaal beurs), 67% bezoekt 1 tot 2 maal per jaar het Sportplatform en 33% van de sportverenigingen ziet mogelijkheden om maatschappelijke stages aan te bieden. De sportvoorziening 26. Het beheerplan Buitensportaccommodaties 2006-2010 is uitgevoerd. Op basis van een geactualiseerde inventarisatie en analyse van de buitensportaccommodaties wordt in 2010 een beheersplan voor de periode 2010-2015 gepresenteerd. Er is een concept Beleids- en Beheerplan gemeentelijke buitensportaccommodaties 20112015 opgesteld. Begin 2011 zal dit plan worden besproken en vastgesteld. 27. Het bestaande aanbod binnensportaccommodaties is kwalitatief en kwantitatief in stand gehouden. Het bestaande aanbod is kwantitatief in stand gehouden. Daarbij moet de kanttekening worden gemaakt dat er momenteel sprake is van een capaciteitsbehoefte, vertaald in een 2e sporthal bij De Sypel en 2 gymzalen in Drielanden West. In kwalitatieve zin moet worden op-
gemerkt dat onvoldoende middelen beschikbaar zijn voor een volwaardig onderhoud en instandhouding van de binnensportaccommodaties. Dit strookt niet met de in de Stadsvisie verwoorde ambitie van kwalitatief hoogwaardig voorzieningenniveau van (onder andere) de sportaccommodaties. De rolverdeling 28. De samenwerking en afstemming in sportactiviteiten tussen het sociaal cultureel werk, onderwijs en sportverenigingen is geïntensiveerd. De participatie van sportverenigingen in het BOS-project of aan brede school/naschoolse activiteiten is vooralsnog verwaarloosbaar. De bijdrage van sportverenigingen aan andere dan eigen verenigingsactiviteiten blijft voornamelijk beperkt tot de Sportwijzer en in mindere mate de Fit & Vitaal beurs. Wellicht dat de introductie van de combinatiefunctionarissen een positieve rol kan spelen bij het verbinden van sociaal cultureel werk, onderwijs en sport. 29. De inzet van het buurtsportwerk door goede samenwerking met jongerenwerk/buurtopbouwwerk is versterkt. Hoewel sprake is van structurele uren aan sportbuurtwerk, heeft de inzet van een projectmatig karakter. Gevolg is dat bereikte resultaten veelal een tijdelijk karakter hebben (voorbeeld: 3 jaar begeleiding van activiteiten op het trapveldje ‘Tinnegieter’; na stopzetting begeleiding verpaupert het veldje en neemt de oudere jeugd het veldje in bezit ten koste van jongere kinderen). Een breder probleem is dat in ‘aandachtswijken’ als Zeebuurt en Stadsdennen de sportparticipatie de afgelopen jaren eerder is afge nomen dan toegenomen. Ook hier kan de combinatiefunctionaris een positieve rol spelen. 30. Er is meer geïnvesteerd in de participatie en scholing van wijkbewoners, verenigingen en jongeren om activiteiten (zelf) op te zetten en voort te zetten. Aangenomen moet worden dat op dit onder-
deel de afgelopen jaren weinig resultaten zijn geboekt. Op projectniveau is wel sprake van successen (bijvoorbeeld de vrijwillige inzet van ouders/buurtbewoners bij naschoolse activiteiten). Mogelijk kunnen de combinatiefunctionarissen ook op dit terrein een positieve rol vertolken. 31. De samenwerking tussen sport en onderwijs is gestructureerd volgens de ideologie van het beweegmanagement. Eén van de belangrijkste taken van de bewegingsconsulent betrof de afgelopen jaren het verbeteren van de kwaliteit van het bewegingsonderwijs. Dit gebeurde met name door het ondersteunen van de leerkracht bij de beweeg lessen en het onder de aandacht brengen van het belang van het aanstellen van vakleerkrachten bewegingsonderwijs. Dit heeft niet het gewenste resultaat gehad. Geen van de scholen is overgegaan tot het aanstellen van dergelijke vakleerkrachten. Om goed bewegingsonderwijs te stimuleren en te waarborgen is vervolgens vanaf 2008 veel aandacht besteed aan de implementatie van de methode Bewegen Samen Regelen (ontwikkeld door de CALO Zwolle). Een groeiend aantal scholen werkt inmiddels met deze methode (7 in 2010). Met de komst van de combinatiefunctionaris is de intentie om in samenwerking met Landstede een beweegteam op te zetten, om zo het bewegingsonderwijs op de basisscholen op een hoger niveau te brengen. Beoogde resultaten jaarlijks 32. Ieder jaar worden (ontwikkelingen in) de gemeentelijke bijdrage, dekkingsgraad en bezettingsgraad per gemeentelijke accommodatie in beeld gebracht en gepresenteerd. De afgelopen jaren is hieraan geen invulling gegeven. In overleg met de afdeling Onderwijs wordt gewerkt aan een geintegreerde registratie van het gebruik, de bezettingsgraad en de kosten/baten van de binnensportaccommodaties. Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
35
Bijlage 5 Overzicht ledenaantallen sportverenigingen
Vereniging Atletiekvereniging Athlos Badmintonclub Harderwijk Badminton Smash ''76 Badmintonvereniging de Pluimballen Basketbalvereniging Rebound '73 Bowling Vereniging Harderwijk Bridgeclub Harderwijk Bridgeclub Sportief Club Extra Damclub Denk en Zet Damclub Harderwijk Duikvereniging Minke Dive Fiets Toerclub Harderwijk Gehandicapten Sportclub DEVEDO Gymnastiekvereniging. HSC Gymnastiekvereniging Olympia Hengelsportvereniging De Snoek Hockeyclub De Mezen Hydrotherapie vereniging de Zonzij Jeu de Boulesvereniging Kanovereniging De Dolfijn Shaolin Kempo School Long Fu Moon Korfbalvereniging Unitas Kranenburg Safety Training Center Hierdense Motor Club Oriënterings Loop Vereniging Minor Reddingsbrigade Veluwemeer Rijvereniging Randmeerruiters Schaakvereniging De Combinatie Schaatsvereniging Viking Schietvereniging Willem Tell Taekwon-do vereniging Benek Taekwondo vereniging Kung-Fu (Toa) Simorgh Tafeltennisver. Harderwijk Tennisvereniging Frankrijk Tennisvereniging Rumels Tennisvereniging Strokel Vaargroep Harderwijk Vechtkunst Ving Tsun Kung Fu Voetbalvereniging Hierden Voetbalvereniging V.V.O.G. Voetbalvereniging Zwart-Wit '63 Volleybalvereniging Harderwijk Volleybalvereniging HSC Volleybalvereniging Doorstarters Volleybalvereniging Recrutes/Funesses Volleybalvereniging Vollow-Up Watersportvereniging Flevo Wielervereniging de Ijsselstreek IJsclub Vol Moed Zaalvoetbalvereniging HZVV Zaalvoetbalvereniging GOAL! Hierdense zaalvoetbalvereniging Zwem- en Poloclub De Woelwaters Totaal aantal leden
1999 2000 2001 388 410 378 166 151 158 101 124 112 18 18 18 131 119 121 121 123 123 0 0 0 128 166 171 0 0 0 19 20 20 28 27 26 0 0 0 80 76 79 49 44 44 110 117 129 418 496 439 1234 1285 1188 280 277 277 80 93 93 101 150 150 183 207 216 60 59 59 224 284 270 0 0 0 104 86 86 49 51 51 0 0 0 125 126 126 40 41 42 150 200 190 120 126 147 39 54 50 0 0 0 61 67 66 401 435 448 151 222 202 758 828 850 0 35 34 0 0 0 310 287 310 920 922 933 416 405 400 411 390 377 104 133 163 0 0 0 0 0 0 0 0 0 657 658 658 180 181 180 270 240 240 36 35 35 14 12 12 10 11 11 431 362 350 9.676 10.153 10.032
36
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
2002 2003 395 438 169 169 105 86 17 17 121 134 123 123 0 0 183 176 33 38 24 21 24 28 0 0 61 61 41 40 129 213 439 444 1175 1175 341 357 93 108 150 150 230 240 52 58 233 222 0 0 84 85 39 40 0 0 150 145 48 48 156 104 90 163 52 54 0 0 58 64 470 494 201 185 825 886 34 39 0 0 336 352 871 721 431 454 367 329 163 156 0 0 0 0 0 0 675 675 184 99 260 235 42 42 14 14 9 11 296 309 9.993 10.002
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 457 452 509 520 520 576 605 150 188 163 170 162 140 151 89 110 95 101 97 97 108 18 17 18 19 19 20 19 129 130 130 130 130 130 130 123 123 125 125 130 130 135 0 0 0 50 50 50 69 160 160 160 165 165 170 170 25 39 32 31 35 41 45 22 20 20 22 22 25 25 26 25 33 35 35 37 39 0 0 75 75 75 75 85 56 56 56 50 50 45 45 40 40 44 46 48 50 50 150 150 128 126 100 94 102 475 437 450 391 410 356 346 1345 1487 1524 1753 1625 1608 1597 342 421 450 475 500 550 560 108 135 546 536 527 515 490 128 137 140 146 125 128 134 256 245 184 145 137 121 125 50 50 22 40 50 45 55 252 285 321 346 340 347 361 0 0 40 50 60 75 90 80 80 100 150 200 230 230 40 40 40 40 41 41 41 0 0 32 29 23 26 26 150 150 150 150 150 150 150 34 30 28 28 28 28 28 85 85 50 93 90 90 85 166 152 115 129 136 136 132 51 50 50 50 52 52 55 0 0 0 7 7 7 7 51 52 52 55 55 55 59 512 511 482 450 455 523 477 193 190 190 100 100 50 50 861 809 825 857 855 931 881 39 39 39 39 40 40 40 0 0 7 12 11 20 32 405 373 400 400 425 425 447 827 732 740 784 796 808 903 461 471 513 543 545 549 561 326 380 360 376 348 323 311 187 190 210 257 239 253 259 0 0 17 18 22 24 24 0 0 17 16 17 18 17 0 0 0 0 0 10 13 675 675 700 700 725 725 750 99 99 198 206 213 218 225 320 320 280 289 330 580 580 42 42 42 50 60 70 80 14 14 12 12 14 16 15 10 10 10 10 10 10 10 359 347 298 348 263 257 221 10.396 10.553 11.262 11.737 11.657 12.085 12.210
Bijlage 6 Bronnen en interactie Voor de evaluatie van het sportbeleid in de periode 2006-2010 is voornamelijk gebruik gemaakt van de volgende, door de gemeente beschikbaar gestelde, bronnen: • evaluatie sportbeleidsnota 2006-2010 (gemeentelijke notitie); • tussenevaluatie sportbeleid 2006-2010 (gemeentelijke notitie); • verordening regelende de vergoeding voor het gebruik van gemeentelijke sportaccommodaties (april 2009); • rapportage mogelijkheden combinatiefuncties (mei 2009); • eindrapportage 2004-2009 Samen Sportief in Harderwijk (november 2009); • sportparticipatie- en evaluatieonderzoek Harderwijk 2008-2009 (september 2009) • verenigingsmonitor Harderwijk 2008 en concept verenigingsmonitor Harderwijk 2010 (juni 2010); • samenwerking tussen de gemeente Harderwijk en Landstede, procesmanagement sport- en aquacentrum De Sypel (januari 2009); • gezondheid en leefstijl van jongeren in de gemeente Harderwijk (najaar 2008); • concept kaderstellende nota Stadsvisie Harderwijk 2031 (januari 2010); • gebiedsmonitor leefbaarheid en veiligheid 2009.
Voor een completer beeld zijn, naast de uitgevoerde documentenstudie, gesprekken gevoerd met de volgende interne (lees: gemeentelijke) en externe belanghebbenden: • de heer De Kleine, wethouder van onder meer sport; • mevrouw Roskam, afdelingshoofd Welzijn, Onderwijs en Sport; • de heer Lotfolahian, onder andere verantwoordelijk voor het beleidsonderdeel vrijwilligerswerk; • de heer Scholten, verantwoordelijk voor het beleidsonderdeel buurt en stadsvisie; • de heer Maas, planoloog binnen de afdeling ruimte en economie; • mevrouw Brussaard, verantwoordelijk voor het beleidsonderdeel jeugd & gezondheid; • mevrouw Renee, verantwoordelijk voor het beleidsonderdeel brede scholen/BOS-project;
• mevrouw Lensen, verantwoordelijk voor het beleidsonderdeel kinderopvang, brede scholen en onderwijsachterstandenbeleid; • mevrouw Kooij, verantwoordelijk voor het beleidsonderdeel onderwijshuisvesting; • de heer Van Beugen, verantwoordelijk voor het beleidsonderdeel ouderen; • de heer Van Putten, verantwoordelijk voor het beleidsonderdeel WMO en speciale doelgroepen; • de heer Koopmans, juridisch medewerker bij de afdeling Vastgoed; • de heer De Zwaan, verantwoordelijk voor het beheer van de openbare ruimte (waaronder groen en speelruimte); • de heer Van Ark, verantwoordelijk voor het beleidsonderdeel vastgoed, wonen en accommodaties; • de heer Van Vendeloo, teamleider sport- en aquacentrum De Sypel; • mevrouw Kuijper, directeur van stichting Welzijn Ouderen; • de heer Mulder, voorzitter van het platform Samen Kansrijk; • mevrouw Agterhuis, directeur basisschool De Schakel; • de heer Rappol, directeur basisschool Alfons Ariens; • de heer Riet, directeur basisschool Startblok; • de heer Bertijn, gymleerkracht Mijn School (speciaal onderwijs); • de heer Van Werven, coördinator Sport & Bewegen Landstede; • de heer Van ’t Slot, voorzitter voetbalvereniging Hierden; • de heer Haanschoten, hoofd sportontwikkeling NEVOBO en voorheen voorzitter volleybal vereniging Harderwijk; • de heer Houtman, voorheen voorzitter van de korfbalvereniging Unitas; • de heer Hollander, voorzitter atletiekvereniging Athlos; • de heer Van den Hoofdakker, sportschoolhouder; • de heer Spierenburg, oud sportambtenaar; • de heren Kort en Nijenmating, kwartiermakers combinatiefunctionarissen; • de heer Grovenstein van Veld 42.
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
37
Bijlage 7 Deelnemers workshops Interne workshop 21-9-2010 Andre van Dijk, Anton Koopmans, Tijmen van Ark, Gea Sterenborgh (Vastgoed en Wonen) Edo Okkema, Henk Maas (Ruimte & Economie) Sanneke Kraus (Communicatie) Johan de Lange (Financiën & Control) Reina Roskam (afdelingshoofd Welzijn, Onderwijs & Sport) Tamara Renee en Abbas Lotfolahian (WOS - Welzijn) Johan Poolen (WOS - Veiligheid) Marcel van Vendeloo (teamleider Sport- en Aquacentrum De Sypel) Kasper Doesborgh, Marian van Straten, Anneke Bruining, Monique Mennen, Alie van Malestein, Dinie Kolk, Ruud Mijnans (WOS - Sport) Workshop Sport 28-9-2010 Johan van den Hoofdakker Jan Schriever Peter Boon en Jaap de Vrieze Jacco van ‘t Slot en Gerrit Geurtsen Monique de Vogel en Rik Wijnholds Bert van Zuilekom Eke de Boer en Gerrit van der Velde Marcel van Nieuwenhuizen Dhr. R Kleinenberg en dhr H. Muijs Wim Buijtenhuijs dhr van Nieuwkoop Bert en Evelien Stegeman Ruud Posthumus Kees Hellingman Hetty van der Hoeven en Willem Foppen Nol den Hollander Geert Jan Arends Cees van Oostrum Joop van de Veere Dennis Koning
Karate-school Schietvereniging Willem Tell Duikvereniging Minke Dive VV Hierden CKV Unitas Zwemvereniging de Woelwaters Hydro-therapievereniging de Zonzij Hockeyclub de Mezen, Itokan Aikido en Joriki Ju Jitsu Schaatsvereniging Viking Watersportvereniging Flevo Zandokhan Diving Voetbalvereniging VVOG BadmintonClub Harderwijk Gymnastiekvereniging Olympia Atletiekvereniging Athlos Wielervereniging N-Veluwe Raadslid PvdA Raadslid Gemeentebelang Raadslid CDA
Workshop onderwijs en welzijn 30-9-2010 Goos Karsten Landstede sport- opleiding sport en bewegen Fabian Hemmers Welzijn op Maat Wilma Beltman Procesmanager Participatie Maatschappelijke zorg Kevin van Vliet Hogeschool Windesheim Zwolle Ton de Hoop sporter Tacettin Sahin Raadslid VVD Jeanet de Wit KBO Jean Vermeulen beleidsadviseur Kunst en Cultuur Isaac Jacobi, Peter Sels Christelijk College Nassau Veluwe Arend Glas Sporting Harderwijk
38
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
Sport en Bewegen in Harderwijk 2011 - 2018
39