Schoolgids Wolfert van Borselen scholengroep 2013 – 2014
Wolfert van Borselen scholengroep Bentincklaan 280 3039 KK Rotterdam 010 – 8907 700
1
Inhoudsopgave I.
Over de Wolfert Zes scholen, één missie Verschillende accenten Een school met ambitie Algemeen Het Bestuur van de Wolfert van Borselen scholengroep Inspectie Klachten Kwaliteitsprofielen De Ridder De Eenheid De Verscheidenheid Een grote school, een kleinschalige organisatie Vrijwillige ouderbijdrage
II.
5 5 5 6 8 9 9 9 11 11 11 12 12 12
About the Wolfert
13
Introduction Organization and mission The six departments What makes the Wolfert special The RISS
13 13 13 14 14
III.
Schoolgegevens
15
Centrale Directie Wolfert van Borselen scholengroep Locatiedirectie en Kernteams Wolfert College Locatiedirectie en Kernteams Wolfert Tweetalig Locatiedirectie en Kernteams Wolfert Dalton Locatiedirectie en Kernteams Wolfert Lyceum Locatiedirectie en Kernteams Wolfert PRO Locatiedirectie en Kernteams RISS Examensecretariaat
16 16 16 17 17 17 17 17
Lessentabellen
18
Lessentabellen Wolfert College/ISK Lessentabellen Wolfert Tweetalig en Wolfert College Bovenbouw Lessentabel Wolfert Lyceum Lessentabel Wolfert Dalton Lessentabel RISS alle leerjaren Lessentabel Wolfert PRO
19 21 27 28 29 31
Lestijden
36
Schoolvakanties 2013 – 2014 De leerlingbegeleiding Het Kernteam De Teamleiders De Klassenmentor De Decaan De Counselor / Zorgcoördinator Verzuimbeleid Centrum voor Jeugd en Gezin
38 39 39 39 39 39 40 40 41
IV.
Leefregels en Leerlingenstatuut Wolfert van Borselen scholengroep
Leefregels Leerlingenstatuut Algemeen
42 43 44 44 2
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Betekenis Doel Begrippen Procedure Geldigheidsduur Toepassing Publicatie
44 44 44 45 45 46 46
Regels over het onderwijs
46
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
46 47 47 47 49 50 50 51 51 51
Het geven van onderwijs door docenten Het volgen van onderwijs door leerlingen Verwijdering uit de les Onderwijs toetsing en examen Huiswerk Overzicht studieresultaten en rapporten Overgaan en zitten blijven Ander onderwijs op grond van leerprestaties Te laat komen en afwezigheid Aanwezigheid
Regels over de school als organisatie en gebouw
52
18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28.
52 52 52 52 53 53 53 54 54 54 55
Vrijheid en meningsuiting Vrijheid en uiterlijk Orde Ongewenste intimiteiten Schoolkrant / Website Aanplakborden Leerlingenraad Bijeenkomsten leerlingenraad Leerlingregistratie en privacybescherming Strafbevoegdheid Straffen
Handhaving van het leerlingenstatuut
57
Klachtrecht Beroep bij de commissie van beroep
57 57
V. VI.
Regeling aanpassing lesprogramma voor topsporters En leerlingen met een bijzonder talent
58
Inspraak en medezeggenschap
58
Medezeggenschapsraad (MR) Ouderraad Oudercontactgroep Wolfert College Oudervereniging Wolfert Tweetalig Ouderraad Wolfert Dalton Ouderraad Wolfert Lyceum Parent/Teacher Association Klankbordgroep ouders Wolfert PRO Leerlingenraad
58 59 59 59 59 60 60 60 61
3
VII.
Klachtenregeling openbaar primair en voortgezet onderwijs Rotterdam, regeling meldings-, overlegen aangifteplicht Zedenmisdrijven
62
4
I.
Over de Wolfert
Voor u ligt de schoolgids van de Wolfert van Borselen scholengroep voor openbaar voortgezet onderwijs. Ruim 3700 leerlingen volgen hier, verdeeld over zes scholen en zeven locaties, onderwijs op maat: van ISK tot en met IB, van VMBO/MAVO tot en met tweetalig VWO, in het Nederlands en in het Engels. De Wolfert van Borselen is een bruisende, veelzijdige en ambitieuze school midden in de Rotterdamse en Lansingerlandse samenleving. In deze schoolgids vindt u informatie over de verschillende Wolfert-scholen: wie is wie, hoe kan ik de school bereiken, hoe wordt u het onderwijs aangeboden, enz. Voor actuele ontwikkelingen en verdere informatie kunt u ook terecht op onze website: www.wolfert.nl
Zes scholen, één missie De Wolfert van Borselen scholengroep heeft één missie die alle onderdelen van de school verbindt. De Wolfert biedt: Kwaliteitsonderwijs in een rijke, internationaal georiënteerde leeromgeving voor actieve, nieuwsgierige leerlingen; onderwijs dat het vertrouwen heeft van betrokken ouders. De Wolfert is een bruisende school omdat we als scholengroep volop in beweging blijven. Tweetaligheid, internationalisering, Dalton en ICT vormen belangrijke elementen van het onderwijsaanbod. Ook kunst en cultuur vormen op Wolfert College, Wolfert Tweetalig en Wolfert Dalton een wezenlijk onderdeel van het programma. Wolfert Tweetalig werkt nauw samen met de Rotterdam International Secondary School. Wolfert Lyceum en Wolfert Dalton werken nauw samen vanwege het daltonprofiel. Wolfert PRO, onze vestiging voor VMBO in Lansingerland, is per 1 augustus 2013 gestart met een MAVO afdeling. Het onderwijs aan de Wolfert van Borselen scholengroep is in hoge mate vaardigheidsgericht. Samenwerken én zelfstandig leren vormen daarbij de rode draad. Zo bieden wij uitdagend, resultaatgericht onderwijs voor nieuwsgierige, actieve leerlingen. De Wolfert is tevens een school waar het belang van „kennen‟ en „gekend zijn‟ voorop staat. Door de opdeling in verschillende gebouwen en door de vorming van docenten-kernteams zijn er kleinschalige eenheden ontstaan, zodat leerlingen en medewerkers elkaar kennen en elkaar weten te vinden.
Verschillende accenten Natuurlijk zijn er ook verschillen tussen de schoolprofielen van de zes vestigingen. De bovenbouw HAVO en VWO van Wolfert College en Wolfert Tweetalig „bewonen‟ hetzelfde gebouw, de leerlingen doen dezelfde landelijke examens aan het einde van hun loopbaan op de Wolfert. Dat betekent dat veel van de regels op school voor alle leerlingen gelden. Maar er zijn ook belangrijke verschillen. Op Wolfert Tweetalig wordt meer dan de helft van de lessen in het Engels gegeven en het leerplan heeft sterke internationale accenten. Op Wolfert College wordt in het Nederlands lesgegeven. Het vak Engels heeft wel een extra accent gekregen, zodat de leerlingen van de bovenbouw HAVO en VWO gezamenlijk lessen kunnen volgen met de leerlingen van Wolfert Tweetalig. Het verschil tussen Wolfert Tweetalig en Wolfert College komt ook tot uitdrukking in de lessentabel en de internationaal georiënteerde buitenles activiteiten van Wolfert Tweetalig. De internationale schakelklassen (ISK-afdeling) is onderdeel van Wolfert College. Op de ISK wordt lesgegeven aan buitenlandse kinderen die het Nederlands niet of onvoldoende beheersen. Na de ISK stromen de leerlingen door naar het reguliere onderwijs. 5
Wolfert Dalton en Wolfert Lyceum hebben het daltonprofiel als onderscheidend kenmerk. Het daltononderwijs gaat uit van „vrijheid in gebondenheid`. Dit betekent dat er een sterk beroep gedaan wordt op de zelfstandigheid van leerlingen en dat de leerlingen de mogelijkheid geboden wordt om op eigen wijze te leren en het diploma te behalen. Het zelfstandig leren krijgt vorm tijdens de daltonuren. Deze vorm van zelfstandig leren kan alleen succesvol zijn als de school ook goed georganiseerd is. Leerlingen die op het gebied van zelfstandigheid nog hulp nodig hebben krijgen die hulp ook. De Rotterdam International Secondary School (RISS) behoort ook tot de Wolfert van Borselen scholengroep. De RISS leidt op voor het diploma IGCSE en het prestigieuze International Baccalaureate Diploma Programme (IBDP). De RISS is bedoeld voor kinderen van ouders die tijdelijk in Nederland wonen en werken of voor Nederlandse kinderen die langere tijd in het buitenland gewoond hebben en hun loopbaan in het internationale onderwijs willen voortzetten. In 2010 is de RISS geaccrediteerd door de Council of International Schools (CIS) en de New England Association of Schools and Colleges (NEASC). Wolfert PRO biedt Tweetalig VMBO aan binnen het intersectorale programma. Het onderwijs is praktijkgericht en wordt vormgegeven rond thema´s als „theater‟. Het onderwijs krijgt vorm op basis van het principe van „project based learning‟. Wolfert PRO maakt gebruik van (near) native speakers in diverse vakdisciplines om op deze manier een deel van de lessen in het Engels aan te kunnen bieden. Wolfert PRO streeft ernaar om op termijn ruim 30% van de lessen in het Engels te verzorgen, waarbij ook begrippen als wereldburgerschap en internationalisering een grote rol spelen. In het schooljaar 2013-2014 is er gestart met een MAVO afdeling (VMBO-TL) in Lansingerland. Deze afdeling is gehuisvest in het gebouw van Wolfert PRO aan de Boterdorpseweg 19, Bergschenhoek. Op de MAVO wordt er gewerkt vanuit de ideeën van het daltononderwijs gecombineerd met „project based learning‟. Er wordt extra aandacht gegeven aan de vakken Nederlands, Engels en wiskunde om een vervolgstudie op bijvoorbeeld het MBO of de HAVO te vergemakkelijken. De Wolfert werkt samen met internationale scholen in Shanghai in China. Ten behoeve van Nederlandstalige leerlingen op deze internationale scholen is een tweetalig programma ontwikkeld. De filosofie is afkomstig van Wolfert Tweetalig. In Rotterdam krijgen de leerlingen een HAVO- of VWOprogramma, dat verrijkt is met elementen uit het internationale onderwijs (en les in het Engels). In Shanghai krijgen Nederlandse en Vlaamse kinderen in aanvulling op hun IGCSE-programma een aantal schoolvakken in het Nederlands. Het doel is om deze leerlingen contact te laten houden met hun vaderland, zodat een terugkeer naar Nederland of België vergemakkelijkt wordt.
Een school met ambitie De Wolfert is trots op haar reputatie als vernieuwende school. De vele prijzen die we de afgelopen jaren gewonnen hebben, getuigen van de waardering voor onze inzet, creativiteit en kwaliteit.
R. Fens, rector
6
Algemeen De Wolfert van Borselen scholengroep voor openbaar onderwijs kent zes afdelingen. De gegevens van de directie van de scholengroep en van de afdelingen vindt u hieronder.
Centrale directie R. Fens rector en voorzitter centrale directie G. Schuilenburg directeur bedrijfsvoering, lid centrale directie Bentincklaan 280, 3039 KK Rotterdam Tel. 010 - 8907 721 E-mail:
[email protected]
Wolfert Dalton School voor Gymnasium, Atheneum, HAVO en MAVO. Erkende Daltonschool. Argonautenweg 55, 3054 RP Rotterdam Tel. 010 - 4227 655 E-mail:
[email protected] J.P.R. Croes, directeur
Wolfert Lyceum School voor Gymnasium, Atheneum en HAVO. Erkende Daltonschool. De Zijde 5, 2662 EB Bergschenhoek Telefoon: 010 - 3401 440 E-mail:
[email protected] C.P. Wind, directeur
Wolfert College School voor VWO, HAVO, MAVO en ISK. HAVO, VWO 1 t/m 2 en MAVO 1 t/m 4: Schiekade 34, 3032 AJ Rotterdam. Tel. 010 – 8907 780 E-mail:
[email protected] G.J. van Melick, directeur
ISK De Internationale SchakelKlassen zijn onderdeel van Wolfert College Graaf Florisstraat 58, 3021 CJ Rotterdam Tel. 010 – 4774 133 E-mail.
[email protected] R. van Veen, teamleider ISK
Wolfert Tweetalig School voor tweetalig VWO en HAVO. Erkende TTO – school. Bovenbouw HAVO en VWO Wolfert College Bentincklaan 280, 3039 KK Rotterdam Tel. 010 – 8907 735 E-mail:
[email protected] A.P.J. Koot, M.A., directeur
Rotterdam International Secondary School Internationale school voor IGCSE en IBDP. De RISS behoort tot de Wolfert van Borselen scholengroep. Bentincklaan 294, 3039 KK Rotterdam Tel. 010 – 8907 744 E-mail:
[email protected] J. Forrest, directeur
7
Wolfert PRO School voor MAVO/VMBO TL, VMBO basis, kader, gemengde leerweg Boterdorpseweg 19 2661 AB Bergschenhoek Tel. 010 – 3401 470 E-mail:
[email protected] N.N.T. van Bennekom, directeur
8
Het Bestuur van de Wolfert van Borselen scholengroep De Wolfert van Borselen is een openbare school. Het Bevoegd Gezag is de Stichting Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam (Stichting BOOR). Voor het Voortgezet Onderwijs is de contactpersoon namens het bestuur de heer Huub van Blijswijk, lid College van Bestuur. Postadres:
Bezoekadres:
Postbus 23058 3001 KB Rotterdam Tel. 010-2540 800 E-mail:
[email protected]
Pakhuis Maaspoort Prins Hendrikkade 14 3071 KB Rotterdam
Informatie over het Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam (Stichting BOOR) is te vinden op de volgende internetsite: www.stichtingboor.nl
Inspectie De heer drs. H.D. den Boer Inspecteur Voorgezet Onderwijs Postbus 2730 3500 GS Utrecht Tel.: 088-6696 000
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl
Klachten Algemene toelichting Net als overal kunnen zich ook op scholen zaken voordoen waarover iemand een klacht zou willen indienen. Een goede afhandeling van klachten is in het belang van de klager, maar ook in het belang van de school. Klachten hebben immers ook een signaalfunctie en kunnen er toe leiden dat de kwaliteit van het onderwijs en de gang van zaken op school verbeteren. Hieronder staat weergegeven welke mogelijkheden er zijn om klachten in te dienen. Dit varieert van het bespreken van de klacht met degene op wie de klacht betrekking heeft tot het indienen van een formele klacht bij de landelijke klachtencommissie. De precieze regelgeving is opgenomen in de klachtenregeling openbaar onderwijs Rotterdam. (zie Schoolgids blz. 61 - 72)
Bij wie kunt u een klacht indienen? Het verdient aanbeveling een klacht in eerste instantie op het niveau van de school in te dienen. Hierbij zijn er afhankelijk van de situatie in het algemeen de volgende mogelijkheden: I.
U kunt uw klacht in eerste instantie bespreken op de locatie met degene op wie de klacht betrekking heeft of voorleggen aan diens direct leidinggevende, bijvoorbeeld de teamleider of directeur. (zie Schoolgids blz. 14 en 15)
II.
Indien u ontevreden bent over de afhandeling van de klacht of de motivering van het besluit door de directeur kunt u contact opnemen met de rector van de Wolfert van Borselen scholengroep: 9
Adres:
III.
Wolfert van Borselen scholengroep t.a.v. de rector de heer R. Fens Bentincklaan 280 3039 KK Rotterdam Tel: 010 – 8907 721
Vertrouwelijke zaken kunnen besproken worden met de vertrouwenscontactpersoon (ook voor advies over de vraag wel of geen klacht in te dienen). De volgende contactpersonen zijn op de school aangewezen: Wolfert College / Wolfert Tweetalig: RISS: Wolfert Dalton: Wolfert Lyceum: Wolfert PRO:
mevrouw H. Korswagen mevrouw H. Korswagen de heer J.A. Schut mevrouw M. de Groot de heer R. Sliep mevrouw G. Bakker
Als dit alles niet tot een oplossing leidt kan u uw klacht schriftelijk aan het bevoegd gezag voorleggen. Het bevoegd gezag zal proberen te bemiddelen. Adres:
Stichting Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam t.a.v. het college van bestuur Postbus 23058 3001 KB ROTTERDAM Tel: 010 – 2540 800
Hiernaast bestaan nog de volgende mogelijkheden: I.
vertrouwelijk bespreken met een externe vertrouwenspersoon (ook voor advies over de vraag wel of geen klacht in te dienen) Mevrouw C.W. Polderman – de Vries
[email protected] De heer A.A.F. van der Drift
[email protected]
II.
klacht melden bij het landelijk meldpunt vertrouwensinspecteurs. Voor klachten op het gebied van (seksueel) geweld, intimidatie, discriminatie, onverdraagzaamheid, radicalisering en dergelijke. Tel: 0900 – 1113 111 (lokaal tarief)
III.
klacht indienen bij de landelijke klachtencommissie (Onderwijsgeschillen). Adres: Onderwijsgeschillen voor het openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs Postbus 8519 3508 AD Utrecht Tel: 030 – 2809 590 In artikel 4 en 5 van de klachtenregeling wordt de functie van (vertrouwens-)contactpersoon omschreven. De omschrijving is onderverdeeld in: vereisten, procedurele aspecten, taken en wijze van taakvervulling. Conform de klachtenregeling kan de contactpersoon als een eerste aanspreekpunt fungeren bij klachten of mogelijke klachten. 10
Kwaliteitsprofielen In het kader van het reguliere schooltoezicht bezoekt de Inspectie van het Onderwijs alle scholen. De rapporten van de onderwijsinspectie met de bevindingen van de Wolfert en de Opbrengstenkaarten zijn ook te vinden op het internet: www.onderwijsinspectie.nl of via www.venstersvoorverantwoording.nl
De Ridder Het gemeentebestuur van Rotterdam heeft de naam van de stichter van de stad verbonden aan onze school. Wolfert van Borselen stamt uit een voorname adellijke Zeeuwse familie. Hij bestuurde in de 13e eeuw enige jaren het graafschap Holland en deed dit op bekwame wijze. Desondanks had hij ook vijanden: in 1299 werd hij in Delft vermoord. Er bestaat geen portret van Wolfert van Borselen. In 1870 werden wel twee zilveren stempels met zijn zegel gevonden. Met dit zegel bekrachtigde Wolfert zijn besluiten als regent van het graafschap Holland. Een afbeelding van dit zegel vormt tegenwoordig de stadspenning van verdienste. Deze 'Wolfert van Borselen penning', is in een muur van de aula van het gebouw op de Bentincklaan gemetseld.
De vergelijking met de middeleeuwse ridder Wolfert van Borselen gaat nog verder. Klassieke ridderwaarden als initiatief, moed, strijden tegen onrecht en verantwoordelijkheidsgevoel spreken ook e ons, 21 eeuwse Rotterdammers nog aan.
De Eenheid De missie van de Wolfert van Borselen scholengroep luidt: Kwaliteitsonderwijs voor actieve en nieuwsgierige leerlingen in een rijke, internationaal georiënteerde leeromgeving; onderwijs dat het vertrouwen heeft van betrokken ouders. Kwaliteitsonderwijs betekent op de Wolfert dat wij ons richten op excellente resultaten van onze leerlingen: een goede doorstroming naar de examenklassen en uitstekende examencijfers. De school wil meer zijn dan een leerinstituut om leerlingen ook meer bagage mee te geven als ze de school verlaten.
11
Op deze wijze dragen we eraan bij dat onze leerlingen de wereld met open vizier en vol initiatief tegemoet treden. We willen hen helpen opgroeien tot zelfstandige, kritische en sociaal ingestelde jongvolwassenen. Met elkaar willen we waarden als respect en verantwoordelijkheid hoog in het vaandel dragen. Met de leerlingen komen ook hun ouders naar de Wolfert. De school spant zich in om goede, intensieve contacten met de ouders te onderhouden. Dit gebeurt met name door middel van ouderavonden, tafeltjesavonden en voorlichtingsavonden. Bij veel manifestaties zijn ook ouders meer dan welkom. Nieuwsbrieven en de website voorzien de ouders regelmatig van informatie. Tenslotte hecht de school veel waarde aan de inzet van ouders op tal van terreinen.
De Verscheidenheid Afgeleid van deze missie onderscheiden de afdelingen zich met eigen onderwijskundige concepten. Zo is er naast eenheid van beleid ook verscheidenheid. Verscheidenheid die recht doet aan de verschillen tussen leerlingen.
Een grote school, een kleinschalige organisatie De Wolfert van Borselen scholengroep is een kleinschalig georganiseerde school te noemen. Elke Wolfert-school werkt met kernteams van mentoren en docenten die het merendeel van hun lessen op een bepaalde afdeling geven. Ieder kernteam heeft een eigen kernteamleiding. Zo leren leerlingen (en hun ouders) en docenten elkaar snel en goed kennen. Dit komt niet alleen de kwaliteit van de lessen maar ook de begeleiding ten goede. De communicatielijnen zijn kort. Bovendien - en dat is zeker zo belangrijk - draagt de kleinschalige organisatie bij aan een ontspannen sfeer waarin men elkaar kan aanspreken. Als het nodig is, ook op ieders verantwoordelijkheid in de omgang met elkaar.
Vrijwillige ouderbijdrage Wij vinden dat goed onderwijs meer is dan de lessen en lokalen, die door de overheid betaald worden. Naast de lessen biedt de Wolfert een groot aantal uiteenlopende zaken als culturele activiteiten, een goede en moderne mediatheek (schoolbibliotheek, audio-visueel materiaal, computersoftware), buitenroosteractiviteiten, practicummateriaal etc. De kosten daarvan worden niet of niet voldoende door de overheid vergoed. Om nu toch te zorgen dat ons onderwijs eigentijds en boeiend blijft, schaffen wij die belangrijke zaken aan van een ouderbijdrage die wij aan u als ouder vragen. Die bijdrage is vrijwillig. Elk jaar wordt aan ouders gevraagd of zij bereid zijn de ouderbijdrage te betalen (overeenkomst). Wij durven echter voluit een beroep op u te doen om die te betalen. Hoe wij met dat geld het onderwijs beter en aantrekkelijker maken, laten wij graag blijken uit de verantwoording van de besteding ervan. Voor informatie over de hoogte en de aanwending van de ouderbijdrage op de Wolfert-school van uw zoon of dochter kunt u terecht op de aparte sites van Wolfert College, Wolfert Dalton, Wolfert Lyceum, Wolfert Tweetalig, Wolfert PRO en de RISS. De ouderbijdrage (schoolfee) voor Wolfert Tweetalig en de RISS is niet vrijwillig. De uitdaging van het tweetalige onderwijs vergt een integrale aanpak die aanzienlijk uitsteekt boven hetgeen door de overheid wordt gefinancierd. Voor de RISS geldt aparte regelgeving ten aanzien van de verplichte schoolfee.
12
II.
About the Wolfert Introduction The Wolfert van Borselen School is a dynamic, multifaceted and ambitious school in the heart of Rotterdam with a reputation for modern, internationally oriented and innovative education. It has about 3700 pupils aged from 12 to 19. The school is named after Wolfert van Borselen, a medieval knight who gave Rotterdam its city rights. In and around Rotterdam the school is known as „The Wolfert‟.
Organization and mission The Wolfert van Borselen school group is composed of six different Wolfert schools. These schools are found on six locations in and around Rotterdam. In each school the curriculum offered is consistent with the central mission of the school as a whole: Quality education for active and inquiring pupils in a rich, internationally oriented learning environment, which has the support of caring parents. Each school implements this mission statement in its own way, ensuring both unity and diversity. This diversity reflects the differences in the curriculum and the school population. The six schools are organized into teams. Each team consists of a group of form tutors and teachers who spend the majority of teaching time, teaching classes of their team. This allows teachers, pupils and parents to get to know each other more quickly, which has great benefits for both teaching and overall support. Thus, the Wolfert is a large school, organized on a small scale. The Wolfert provides secondary education at a number of levels: junior general secondary education (MAVO) senior general secondary education (HAVO) pre-university education (VWO) vocational education (VMBO) These courses are taught in Dutch. VMBO and MAVO courses take four years and prepare pupils for further vocational education. HAVO and VWO pupils graduate after five and six years respectively. HAVO and VWO diplomas admit students to colleges and universities.
The six departments The six departments which make up The Wolfert are: Wolfert Dalton, offering MAVO, HAVO and VWO based on the Dalton Plan principles. Wolfert Lyceum, offering HAVO and VWO based on the Dalton Plan principles. Wolfert College, offering MAVO, HAVO and VWO plus the International Transition Classes (ISK). These classes are intended for non-Dutch pupils aged from 12 to 16 who have a limited command of the Dutch language. After an intensive course lasting one or two years these pupils transfer to Dutch education. Wolfert Tweetalig (Bilingual) offering bilingual education at HAVO and VWO level. These courses last five (HAVO) or six (VWO) years, with more than half of the subjects being taught in English. Graduates leave with not only a Dutch HAVO or VWO diploma, but also the International Baccalaureate Diploma of English. (For more information on Wolfert Bilingual, please visit our website www.wolfert.nl) Rotterdam International Secondary School, offering an international, English-language education at IGCSE- and IBDP-level. (For more detailed information see the separate RISS site). Wolfert PRO offering VMBO (vocational) and MAVO education. Wolfert PRO is career oriented. Themes are Food, Health & Hospitality, Design, Theatre & Support and Business & Administration. The curriculum is based on social constructivism: it defines knowledge as being “temporary, developmental, socially and culturally mediated, and thus, non-objective. Learning from this perspective is understood as a self-regulated process of resolving inner 13
cognitive conflicts that often become apparent through concrete experience, collaborative discourse, and reflection”.
What makes the Wolfert special? The Wolfert offers a broad educational programme with English as a key subject. The curriculum is very much international in out look. In addition art and culture are key elements of the curriculum. Teaching at the Wolfert van Borselen schools is very much skills-oriented. A great deal of emphasis is placed on working with others in project groups and on independent learning. We offer challenging, result-oriented learning for active, inquiring pupils. The Wolfert school population is truly international, with pupils from over 50 nationalities. The international character of the school is not only determined by the content of the teaching programmes. At the Wolfert Rotterdam meets the world and the world meets Rotterdam. Having begun some 40 years ago as an „ordinary‟ school for MAVO, HAVO and VWO, the Wolfert van Borselen has developed into a school of international repute. In 1992 the Wolfert introduced a bilingual VWO programme. Since then Wolfert Bilingual has developed a rich, internationally oriented programme, with subjects such as Global Studies, Art & Design and Theory of Knowledge. Among its many awards Wolfert Bilingual was particularly pleased to receive the designation „Euroschool‟ in recognition of its innovative teaching. In 2001 the Wolfert also introduced a bilingual HAVO programme.
The RISS In January 2004 the Rotterdam International Secondary School (RISS) moved into its own building, which was purpose built to meet all the requirements of education at an international school. Pupils with an international background can be educated in English to International General Certificate of Secondary Education level (equivalent to MAVO/HAVO), after which they can go on to do the International Baccalaureate Diploa Programme (IBDP) (equivalent to VWO). Currently around 210 pupils from over 45 nationalities attend the RISS. RISS is accredited by the Council of International Schools (CIS) and the New England Association of Schools and Colleges (NEASC).
The close cooperation between Wolfert Bilingual and the RISS is highly beneficial to both schools. It allows the RISS to maintain excellent contacts with the Dutch educational system and Dutch society, while Wolfert Bilingual is able to benefit from the ideas and inspiration from the world of International Schools.
14
III.
Schoolgegevens
15
Centrale directie Wolfert van Borselen scholengroep Adres: Bentincklaan 280 3039 KK Rotterdam R. Fens G. Schuilenburg L.G. Carrilho
Rector en voorzitter centrale directie Directeur bedrijfsvoering, lid centrale directie Managementassistent centrale directie
[email protected] [email protected] [email protected]
Locatiedirectie en Kernteams Wolfert College Adres: Schiekade 34 3032 AJ Rotterdam Graaf Florisstraat 58 3021 CJ Rotterdam G.J. van Melick Directeur Wolfert College, Brugklas HAVO – VWO en MAVO 1 t/m 4 en ISK T. G. Nooitrust Teamleider leerjaar 1 en 2 HAVO/VWO E. Carpier Teamleider MAVO2, MAVO3 en MAVO4 R. van Veen Teamleider ISK
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Secretariaat Wolfert College A. Meinen Managementassistent P. Berends Teamassistent klas 3 en 4 M. Boekelman Teamassistent klas 1 en 2 D. Karabacak Teamassistent ISK N. Grevel Teamassistent ISK
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Locatiedirectie en Kernteams Wolfert Tweetalig Adres: Bentincklaan 280 3039 KK Rotterdam E-mail A.P.J. Koot J. Koot-Martijns A. Voorn-Kok M. E. C. Damen-van de Ven N. G. J. van Maaren W. Groen
Directeur Wolfert Tweetalig en Wolfert College Bovenbouw Teamleider TTO1 en TTO2 Teamleider THV1, TH2 en (T)H3 Teamleider (T)VWO3 en (T)VWO4 Teamleider (T)HAVO4 en (T)HAVO5 Teamleider (T)VWO5 en (T)VWO6
Secretariaat Wolfert Tweetalig M.P. Wassenaar – Vermeulen Assistent locatiedirectie S. Bråthen Managementassistent V.L. Ribeiro Fortes Teamassistent S. Speelman Teamassistent A. Verburgh Teamassistent
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
16
Locatiedirectie en Kernteams Wolfert Dalton Adres: Argonautenweg 55 3054 RP Rotterdam J.P.R. Croes Directeur Wolfert Dalton G.A. van der Burg Teamleider onderbouw J. Schut Plv teamleider bovenbouw HAVO/VWO B. Toebosch-Janssen Teamleider MAVO Secretariaat Wolfert Dalton M. Vermeij Managementassistent L. de Jonge Teamassistent
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Locatiedirectie en Kernteams Wolfert Lyceum Adres: De Zijde 5 2662 EB Bergschenhoek C.P. Wind Directeur Wolfert Lyceum D. Koene Teamleider klas 1 D. Wuisman Teamleider klas 2, 3 en 4 VWO M. van Gelder Teamleider klas 2, 3 en 4 HAVO M.J.A. Ruitenberg Teamleider klas 5 en 6 Secretariaat Wolfert Lyceum J. van der Gaag Managementassistent
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Locatiedirectie en Kernteams Wolfert PRO Adres: Boterdorpseweg 19 2661 AB Bergschenhoek Postadres: Postbus 121 2660 AC Bergschenhoek N.N.T. van Bennekom Directeur Wolfert PRO P. den Hartogh Teamleider MAVO M. van Deelen Teamleider onderbouw VMBO F. Zondag Teamleider bovenbouw VMBO G. Bakker Teamleider OOP Secretariaat Wolfert PRO D. Huisman Managementassistent/directiesecretaresse
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Locatiedirectie en Kernteams RISS Adres: Bentincklaan 294 3039 KK Rotterdam J.D. Forrest A. Nijpels D. Craven T. Kloosterhof Secretariaat RISS A. Savage
Examensecretariaat N. van Maaren I. de Waard J.P.R. Croes M. Ruitenberg F. van der Does
Head of School RISS Team Leader IBDP and EAL Team Leader IGCSE Team Leader FC
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Management Assistant
[email protected]
Examensecretaris Medewerker examensecretariaat Bentincklaan Examensecretariaat Wolfert Dalton Examensecretariaat Wolfert Lyceum Examensecretariaat Wolfert PRO
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] 17
Lessentabellen
18
Lessentabel Wolfert College/ISK 13-14
Leergebied Taal
1mh
1 hv
2m
2 hv
m3
m4
13/14
13/14
13/14
13/14
13/14
13/14
ne
4
4
4
4
4
4
nex
1
1
1
1
en
3
3
3
3
3
4
enx
1
1
1
1
1r
fa
0
0
du fi Leergebied Mens & Maatsch
2
Leergebied Kunst
3
K3
K4
1
gs
2
2
2
2
K3
K4
ak
2
2
2
2
3
K4
2
0
3
K4
ec ma
2
wi
4
4
3
4
4
K4
rex
1
1
1
0,5
0,5
0,5
2
2
K3
K4
na/ns1 Leergebied Mens & Natuur
3 3
sk/ns2 bi
K3
K4
2
3
K4
2
2
2
mu
0
0
0
hv
0
te
2
1
1
1
K3
K4
dr
2
1
2
1
K3
K4
M&N
kv1
1
k&c
2
2
0
1
s&b k
0
0
0
0 0
K4
lo
2
2
4
2
2
2
bl
1
1
1
1
1
1
blv
1
1
Xpo
3
3
sbg=k
2
2
1
0,5
1
0,5
lo2
19
IS0
ISB
IS1
IE1
IS2
IG1mh IG1hv
IG2m
IG2hv
ISK 13-14
13-14
13-14
13-14
13-14
13-14
13-14
13-14
Leergebied
ne
14
9
9
7
9
7
8
8
Taal
nex
1
1
1
1
1
1
1
1
en
3
4
4
5
3
3
3
1
1
1
enx
0
fa
0
Leergebied
gs
3
3
3
3
2
2
2
Mens &
ak
3
3
3
3
2
2
2
Maatschappij
ec
2
ma Wiskunde &
wi
Rekenen
rex
Leergebied Mens &
3
3
4
4
4
0
4
4
4
1
1
1
2
2
ns/na sk bi
2
2
2
2
2
2
2
Leergebied
mu
0
0
0
0
0
0
0
Kunst
hv
0
1
1
1
1
1
1
te
0
1
1
1
1
1
1
1
dr
0
1
1
1
1
2
1
1
Natuur
kc
2
Sport
lo
0
2
2
2
2
2
2
2
Begeleiding
bl
1
1
1
1
1
1
1
1
34
34
32
2
1
1
Xpo
Extra
3
blv = nk
1
1
1
1
1
totaal
23
28
33
31
34
zwk
k1
k1
k1
k1
k1
sbg
1
1
1
1
1
20
Lessentabel Wolfert Tweetalig en Wolfert College Bovenbouw LESSENTABEL TTO LEERJAAR 1 - 3 20132014 TV lj 1
20132014 TV lj 2
20132014 TV lj 3
Subjects
abbr.
Dutch
3 1 5
3
3
English
ne nex en
4
4
French German Spanish Chinees
fa du sp ch
2 2 2
2 3 2 1
2 3 2 1
humanities
History Geography Economics
hi geo ec
2 2
2 2
2 2 1
mathematics
Maths
wi rex
3 1
3
4
sciences
Natuurkunde Scheikunde Biology
ns na sk bi
2
2
Music Art & Design Art History Drama
mu ad ah dr
1 2 1 1
1 2 1 1
technology
Technology
tn
1
physical education
Physical Education
pe
3
2
2
approaches to learning
Tutoring
bl
1
1
1
35
34
35
language A
language B
arts
Totaal
2 2 2 1
2 1
21
Lessentabel TVWO-4-5-6 slu GEM. DEEL
PROFIEL DEEL
VRIJE DEEL
NETL English LLH ELLH English LH ELH DUTL FATL SPTL TOK SPU SSTU CAA - CKVE PE - LO PROFIELWERKSTUK MAS Rekenen
WAC (telt bij wisa + wisc)
480 700 820 480 480 480 120 120 120 160 160 80 40
Keuze EA2 / EA1 / SH
Keuze DU / FA / SP
TVWO 4 CT 3
TVWO 5 CT 3
TVWO 6 CT 3
9
4
4
4
12
4 3 3 3 0 0 2 1 2
5 3 3 3 2 2 0 1 2
5 3 3 3 0 0 0 0 1
14 9 9 9 2 2 2 2 5
1
1
150
CM
WISC WISA WISB HIS - GES GEO - AK KUBV / adn KUBV ECN - ECON ECN - ECON BIO - BIOL SCHK NATK
330 370 600 480 440 120 360 120 320 480 440 480
CM CM CM CM CM CM CM CM
MO FATL DUTL SPTL CHTC FI ECON AK KUBV LOB WISA WISD
440 480 480 480 480 480 320 440 360 120 150 440
CM CM CM CM CM CM CM
CM
EM
NG
EM EM
EM EM EM EM EM EM
EM EM
3 2 2 2
NG
NT
3
NG NG NG
NT NT NT
3 2 3
NG NG NG NG NG
NT NT NT NT NT
NG
NT NT NT
NG
3
3
(Keuze Wisa / Wisc) EM NG EM NG NT EM EM EM
3 3 3 3 2 2 1 3 3
3 3 4 3 3
3 4 4 3 3
3
3
3 3 3 3
3 3 3 3
4 3 3 3 3 3 3 3 3
4 3 3
3
2
3 3 3 3 3 3
6 7 11 8 8 2 6 3 6 9 8 9
8 9 9 9 9 8 6 8 6 3 3 8
22
Lessentabel VWO-4-5-6
VWO VWO VWO slu
GEM. DEEL
NETL ENTL NEX ENX DUTL FATL ANW MAAT CKVE LO PROFIELWERKSTUK MAS Rekenen totaal gemeenschappelijk deel
480 400 50 50 480 480 120 120 160 160 80 40 2620
PROFIEL WAC (telt bij wisa + wisc)
150
DEEL
WISC WISA WISB GES AK KUBV KUBV ECON ECON BIOL SCHK NATK
330 370 600 480 440 120 360 160 320 480 440 480
MO FATL DUTL CHTC FI ECON AK KUBV LOB WISA WISD
440 480 480 480 480 320 440 360 120 150 440
VRIJE DEEL
Keuze DU / FA
CM EM NG (Keuze Wisa / CM Wisc) CM EM NG CM EM NG NT CM EM CM EM CM EM CM CM EM NG NT EM NG NT NG NT NG NT
CM CM CM CM CM CM
CM
EM EM EM EM EM
EM EM
NG NG NG NG
NT NT NT NT
NG
NT NT NT
NG
4
5
6
CT 3 2 1 1 3 3 0
CT 3 3
CT 3 3
2 1 2
3 3 2 0 1 2
3 3 0 0 0 1
totaal 9 8 1 1 9 9 2 2 2 5
18
1 17
13
1 48
3
3
3 2 2 2
3 3 4 3 3
3 4 4 3 3
3
3
3 3 3 3
3 3 3 3
6 7 11 8 8 2 6 3 6 9 8 9
4 3 3 3 3 3 3 3
4 3 3 3 3 3 3 3
8 9 9 9 8 6 8 6
2
1 3 8
3 3 2 3
3 3 3 2 2 1 3 3
3
23
LESSENTABEL TTO LEERJAAR 1 - 3 20132014 THV lj 1
20132014 THAVO lj 2
20132014 THAVO lj 3
Subjects
abbr.
Dutch
3 1 5
3
English
ne nex en
5
3 1 4
French German Spanish Chinees
fa du sp ch
2 2 2
2 3 2 0
2 3 2 0
humanities
History Geography Economics
hi geo ec
2 2
2 2
2 2 2
mathematics
Maths
wi rex
3 1
3
4 1
sciences
Natuurkunde Scheikunde Biology
ns na sk bi
2
2
Music Art & Design Art History Drama
mu ad ah dr
1 2 1 1
1 2 1 1
technology
Technology
tn
1
physical education
Physical Education
pe
3
2
2
approaches to learning
Tutoring
bl
1
1
1
35
34
37
language A
language B
arts
Totaal
2 2 2 1
2 1
24
LESSENTABEL TTO LEERJAAR 3 HAVO 2013-2014 HAVO afk lj 3 Nederlands
2013-2014 HV lj 3
Engels
ne nex en
3 1 3
3 1 3
Frans Duits
fa du
3 3
3 3
Geschiedenis Aardrijkskunde Economie
gs ak ec ma
2 2 2 1
2 2 2 1
Wiskunde
wi rex
4 1
4 1
Natuurkunde Scheikunde Biologie
na sk bi
2 2 1
2 2 1
Beeldende Vorming
bv
1
1
Drama
dr
1
1
Lichamelijke Opvoeding
lo
2
2
Begeleidingsles
bl
1
1
35
35
25
Lessentabel THAVO-4-5 slu GEM. DEEL
PROFIEL DEEL
VRIJE DEEL
GEHEEL VRIJE DEEL
NETL ELLS SSTU CKVN PE SPU PROFIELWERKSTUK MAS Rekenen Totaal gemeenschappelijk
400 600 120 120 120 120 80 30 1590
DUTL FATL
400 400
CM CM
SPTL AK
400 320
CM CM
ECON KUBV GES AK ECON WISA WISB BIOL NATK SCHK
400 320 320 320 400 320 360 400 400 320
CM CM CM
WISA MO AK ECON DUTL FATL SPTL FI KUBV
320 320 320 400 400 400 400 320 320
CM CM CM CM CM CM CM CM
LOB WERKMIDDAG/EX VO
80 80
CM CM
Keuze DU / FA / SP Keuze AK / EC
EM EM EM EM
NG NT NG NG NG
NT NT NT
EM EM EM EM EM
NG NG NG NG NG NG NG NG
NT NT NT NT NT NT NT NT
EM EM
NG NG
NT NT
EM
THAVO
THAVO
4
5
totaal
CT 3 5 2 2 2
CT 4 5
2 2
CT 7 10 2 2 4 2
1 14
13
1 27
3 3
3 3
6 6
3 3
3 3
6 6
4 3 3 3 4 3 3 4 3 3
3 3 3 3 3 3 4 3 4 3
7 6 6 6 7 6 7 7 7 6
3 3 3
3 3 3 3 3 3 3 3 3
6 6 6 7 6 6 6 6 6
0 0
1 0
4 3 3 3 3 3 1 0
26
Lessentabel Wolfert Lyceum Lestabel 2013-2014 Wolfert Lyceum VAK bv
1HV1
1V1
2H1
2V1
3H1
3V1
4
4
3
3
2
2
4H1
5H1
4V1
5V1
6V1
ckv
2
2
kv
2
3
3
3
4
ak
2
2
2
2
2
2
2
3
2
2
3
gs
2
2
2
2
2
2
3
2
2
3
3
ma
2
2
dal
2
2
2
2
6
5
6
6
6
6
6
dt
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
ml
2
2
1
1
1
1
1
1
1
1
1
dr
2
2
2
2
1
1
3
2
2
2
3
3
2
3
3
du ne
4
4
3
3
3
3
3
3
3
3
3
en
4
4
3
3
3
3
4
4
4
3
3
3
3
2
2
2
2
2
2
2
4
2
3
3
1
1
ib fa kcv la
2
gr lo
3
3
2
2
3
3
3
2
2
3
3
3
3
3
2
2
2
1
2
2
1
1
1
2
2
3
3
2
3
3
m&o
2
3
3
4
re
1
ec
wi
4
4
4
4
4
4
wia
3
2
3
3
3
wib
3
3
3
4
3
3
3
3
3
2
2
wic wid m&n
4
4
4
3
2
4
anw
2
na
2
2
2
4
2
3
3
sk
2
2
2
3
2
2
3
bi
1
1
3
3
2
3
3
38
41
55
54
61
66
67
36
38
36
39
27
Lessentabel Wolfert Dalton TABEL beeldend vak ckv kunstvak aardrijkskunde geschiedenis maatschappijleer dalton dalton tutor drama duits nederlands engels frans taal kcv latijn grieks LOB L.O.
1MH 2
1HA 2
1V 2
2H 2
2V 2
2 2
2 2
2 2
2 2
2 2
2 2
4 0 2
4 0 2
4 0 2
3 4 2
3 4 2
3 3 2
4 0 2 3 3 3 2
4 0 2 2 3 3 2
4 0 2 2 3 3 2
1
4
4
4
economie m&o mentor reken wiskunde wiskunde a wiskunde b wiskunde c wiskunde d anw natuurkunde scheikunde biologie nask1 nask2 techniek
2M 2
3M
1 2 2 2 6 0 3 3 3 3
3H 1
3V 1
4M
4H
2 2
2 2
3 3
7 0 1 2 3 3 2
7 0 1 2 3 3 2
7 0
2 2 2 3 2 7 0
4 3 3 3
2 3 4 2
2 1
1 2
4V
5H
5V
6V
3 3 2
2 4 2 3
4 3 3
7 0
7 0
7 0
4 3 4 5
3 3 4 3
3 3 6 3
1 3 3
1 3 3
3 3
2
2 2 2 7 0 2 3 4 2
3
3
3
1 2
2
2
1
2
2
1
1
1
3
2
2
3
3 2
2
3 3
3 3
3 3
1
1
1
1
1
3 3
3 3 3 3 2 2 2 2
2 3 2
2 3 2 2
3 3 3 3
4 3 3
2 2 3
3 3 3
2
2
2
1
1
1
2
1
1
2
4
4
4
3
4
4
4
4
4
3
4 0,5
0,5
0,5
1,5
1,5
1,5
2,5
2,5
2,5
1,5
1,5
1,5
2
2
2
2
2
2
2 2 2 2 2
2 2 2 3 3
2 2 3
28
Lessentabel RISS Lessentabel RISS 2013 - 2014 Grade 6 vak
G7 aantal
G8
vak
aantal
vak
aantal
AD
2
AD
2
AD
2
CS
1
CS
1
CS
1
DR
2
DR
2
DR
2
dfB
3
G6,7,8
dfB
3
G6,7,8
dfB
3
dfA
3
G6,7,8
dfA
3
G6,7,8
dfA
3
DU1
2
DU1
2
DU1
3
EN
4
EN
4
EN
4
FR
2
FR
2
FR
2
GE
2
GE
2
GE
2
SP
3
SP
3
HI
2
HI
2
HI
2
IS
3
IS
3
IS
4
MAT
4
MAT
4
MAT
4
MU
1
MU
1
MU
1
PE
3
PE
3
PE
2
TT
1
TT
1
TT
1
ERC
2
ERC
1
ERC
1
EAL
4
EAL
2
EAL
2
G6,7,8
G6,7,8
Choice – total is 6 lessons
G6,7,8
29
Lessentabel RISS 2013 - 2014 vak
G9
G10
aantal
aantal
vak
G11
G12
aantal
aantal
AD
3
3
AD
3+2
3+2
BIO
3
3
BI
5
5
CH
3
3
CH
5
5
IT
2
2
DA
4
4
DB
4
3
dfB
3
3
G9,10 together G9,10 together
dfB
dfA
3
3
EA
3
3
DU1
2
2
EAH
5
5
ECO
3
3
EBH
5
5
EL
2
2
EAL
2
2
EN
3
3
ECO
5
5
GPE
3
3
ESS
3
3
FR
2
2
FR
1
1
GE
3
3
SP
3
HI MAT
G9,10 together 1 lesson seperate
Grade 11,12 together
FB
4 (2)
(2)
SPB
3
3
GE
5
5
3
HI
5
5
3
3
MAT
5
5
4
4
MM
3
3
PE
2
1
MS
3
3
PH
3
3
ITGS
4
4
TT
1
1
PH
5
5
EAL
2
2
TK
2
1
ESL
3
3
TT
1
1
G11,12 together for 2 lessons and 1 each separate
subjects with 5 are higher level Standard level: 3 instead of 5 lessons
30
Lessentabel Wolfert PRO Lessentabel opleiding vm1h Vak
NK
Keuzevak Gewogen
Periode 1
dal
Daltonuur/PBL
Nee
Nee
2,00
2,00
mn/bz
mens en natuur bio/verz)
Nee
Nee
2,00
2,00
mn/nt
mens en natuur (nask/techn.) Nee
Nee
2,00
2,00
stu
studieles
Nee
Nee
1,00
1,00
men
mentorles
Nee
Nee
1,00
1,00
ne
nederlands
Nee
Nee
4,00
4,00
en
engels
Nee
Nee
4,00
4,00
Spaans
spaans
Nee
Nee
2,00
2,00
wi
wiskunde
Nee
Nee
4,00
4,00
MenM
mens & maatschappij
Nee
Nee
4,00
4,00
pso/k
pso koken
Nee
Nee
3,00
3,00
sb
sport & bewegen
Nee
Nee
4,00
4,00
bv
beeldende vorming
Nee
Nee
2,00
2,00
drama
drama
Nee
Nee
2,00
2,00
Totaal
37,00
37,00
Lessentabel opleiding vm2h Vak
NK
Keuzevak Gewogen
Periode 1
dal
Daltonuur/PBL
Nee
Nee
3,00
3,00
ec
economie
Nee
Nee
2,00
2,00
mn/bz
mens en natuur bio/verz)
Nee
Nee
2,00
2,00
mn/nt
mens en natuur (nask/techn.) Nee
Nee
2,00
2,00
men
mentorles
Nee
Nee
1,00
1,00
ne
nederlands
Nee
Nee
4,00
4,00
en
engels
Nee
Nee
4,00
4,00
Spaans
spaans
Nee
Nee
2,00
2,00
wi
wiskunde
Nee
Nee
4,00
4,00
MenM
mens & maatschappij
Nee
Nee
2,00
2,00
pso/k
pso koken
Nee
Nee
3,00
3,00
sb
sport & bewegen
Nee
Nee
4,00
4,00
bv
beeldende vorming
Nee
Nee
2,00
2,00
drama
drama
Nee
Nee
2,00
2,00
Totaal
37,00
37,00
31
Lessentabel opleiding vm3hb Vak
NK
Keuzevak Gewogen
Periode 1
ba
business and administration
Nee Nee
4,00
4,00
ec
economie
Nee Nee
3,00
3,00
hfh/zw
health, food & hospitality (zorg)
Nee Nee
2,00
2,00
tad/d
theatre, arts & design (drama
Nee Nee
2,00
2,00
tad/t1
theater, art and design - (techn. 1)
Nee Nee
2,00
2,00
tad/t2
theatre, art & design/techn. (tech. 2) Nee Nee
2,00
2,00
hfh/k
health, food and hospitality (koken)
Nee Nee
4,00
4,00
men
mentorles
Nee Nee
1,00
1,00
ne
nederlands
Nee Nee
3,00
3,00
en
engels
Nee Nee
3,00
3,00
wi
wiskunde
Nee Ja
3,00
3,00
sb
sport & bewegen
Nee Nee
4,00
4,00
ckv
ckv
Nee Nee
2,00
2,00
ma
maatschappijleer
Nee Nee
2,00
2,00
bi
biologie
Nee Ja
3,00
3,00
40,00
40,00
Totaal
Lessentabel opleiding vm3hk Vak
NK
Keuzevak Gewogen Periode 1
ba
business and administration
Nee Nee
4,00
4,00
ec
economie
Nee Nee
3,00
3,00
hfh/zw
health, food & hospitality (zorg)
Nee Nee
2,00
2,00
tad/d
theatre, arts & design (drama
Nee Nee
2,00
2,00
tad/t1
Nee Nee
2,00
2,00
Nee Nee
2,00
2,00
Nee Nee
4,00
4,00
men
theater, art and design (techn. 1) theatre, art & design/techn. (tech. 2) health, food and hospitality (koken) mentorles
Nee Nee
1,00
1,00
ne
nederlands
Nee Nee
3,00
3,00
en
engels
Nee Nee
3,00
3,00
Spaans
spaans
Nee Ja
3,00
3,00
wi
wiskunde
Nee Ja
3,00
3,00
sb
sport & bewegen
Nee Nee
4,00
4,00
ckv
ckv
Nee Nee
2,00
2,00
ma
maatschappijleer
Nee Nee
2,00
2,00
bi
biologie
Nee Ja
3,00
3,00
43,00
43,00
tad/t2 hfh/k
Totaal
32
Lessentabel opleiding vm3hgt Vak
Keuzevak
Gewogen
Periode 1
ak
aardrijkskunde
Ja
3,00
3,00
ba
business and administration Daltonuur/PBL
Nee
1,00
1,00
dal
Nee
1,00
1,00
ec
economie
Nee
3,00
3,00
hfh/zw
Nee
1,00
1,00
Nee
1,00
1,00
Nee
1,00
1,00
Nee
2,00
2,00
men
health, food & hospitality (zorg) theatre, arts & design (drama theater, art and design (techn. 1) health, food and hospitality (koken) mentorles
Nee
1,00
1,00
ne
nederlands
Nee
3,00
3,00
en
engels
Nee
3,00
3,00
Spaans
spaans
Ja
3,00
3,00
wi
wiskunde
Ja
3,00
3,00
sb
sport & bewegen
Nee
4,00
4,00
ckv
ckv
Nee
2,00
2,00
gsm
geschiedenis
Ja
3,00
3,00
ma
maatschappijleer
Nee
2,00
2,00
bi
biologie
Ja
3,00
3,00
Totaal
40,00
40,00
tad/d tad/t1 hfh/k
Lessentabel opleiding vm4hb Vak
NK
Keuzevak
Gewogen
Periode 1
ba
business and administration
Nee
Nee
4,00
4,00
ec
economie
Nee
Nee
4,00
4,00
hfh/zw
health, food & hospitality (zorg) theatre, arts & design (drama
Nee
Nee
2,00
2,00
Nee
Nee
2,00
2,00
Nee
Nee
2,00
2,00
Nee
Nee
2,00
2,00
Nee
Nee
4,00
4,00
men
theater, art and design (techn. 1) theatre, art & design/techn. (tech. 2) health, food and hospitality (koken) mentorles
Nee
Nee
1,00
1,00
ne
nederlands
Nee
Nee
4,00
4,00
en
engels
Nee
Nee
4,00
4,00
wi
wiskunde
Ja
3,00
3,00
sb
sport & bewegen
Nee
4,00
4,00
bi
biologie
Ja
3,00
3,00
Totaal
39,00
39,00
tad/d tad/t1 tad/t2 hfh/k
Nee Nee Nee
33
Lessentabel opleiding vm4hk Vak
NK
Keuzevak Gewogen
Periode 1
ba
business and administration
Nee Nee
4,00
4,00
ec
economie
Nee Nee
4,00
4,00
hfh/zw
health, food & hospitality (zorg)
Nee Nee
2,00
2,00
tad/d
theatre, arts & design (drama
Nee Nee
2,00
2,00
tad/t1
theater, art and design - (techn. 1)
Nee Nee
2,00
2,00
tad/t2
theatre, art & design/techn. (tech. 2)
Nee Nee
2,00
2,00
hfh/k
health, food and hospitality (koken)
Nee Nee
4,00
4,00
men
mentorles
Nee Nee
1,00
1,00
ne
nederlands
Nee Nee
4,00
4,00
en
engels
Nee Nee
4,00
4,00
wi
wiskunde
Nee Ja
4,00
4,00
sb
sport & bewegen
Nee Nee
4,00
4,00
bi
biologie
Nee Ja
4,00
4,00
41,00
41,00
Totaal
Lessentabel opleiding vm4hgt Vak
NK
Keuzevak Gewogen
Periode 1
ak
aardrijkskunde
Nee Ja
4,00
4,00
ba
business and administration
Nee Nee
2,00
2,00
dal
Daltonuur/PBL
Nee Nee
1,00
1,00
ec
economie
Nee Nee
4,00
4,00
hfh/zw
health, food & hospitality (zorg)
Nee Nee
1,00
1,00
tad/d
theatre, arts & design (drama
Nee Nee
1,00
1,00
tad/t1
theater, art and design - (techn. 1)
Nee Nee
1,00
1,00
hfh/k
health, food and hospitality (koken)
Nee Nee
2,00
2,00
men
mentorles
Nee Nee
1,00
1,00
ne
nederlands
Nee Nee
4,00
4,00
en
engels
Nee Nee
4,00
4,00
wi
wiskunde
Nee Ja
4,00
4,00
sb
sport & bewegen
Nee Nee
4,00
4,00
gsm
geschiedenis
Nee Ja
4,00
4,00
bi
biologie
Nee Ja
4,00
4,00
41,00
41,00
Totaal
34
Lessentabel VMBO 4GT Ak
aardrijkskunde
keuze
Ba
Busines and administration
2
Dal
Daltonuur / PBL
1
Ec
Economie
4
Hfh/zw
health, food & hospitality (zorg)
1
Tad/d
theatre, arts & design (drama)
1
Tag/g
4
1
Hfh/k
health, food and hospitality (koken)
2
Men
mentorles
1
Ne
nederlands
4
En
engels
Wi
wiskunde
Sb
Sport & bewegen
Gsm
geschiedenis
keuze
4
Bi
biologie
keuze
4
4 Keuze
4 4
35
Lestijden Wolfert College Het schoolgebouw gaat open om 07.45 uur. De eerste bel gaat om 08.10 uur en de lessen beginnen om 08.20 uur Lesuur 1 08.20 – 09.10 Lesuur 2 09.10 – 10.00 PAUZE Lesuur 3 10.25 – 11.15 Lesuur 4 11.15 – 12.05 Lesuur 5 12.05 – 12.55 PAUZE Lesuur 6 13.20 – 14.10 Lesuur 7 14.10 – 15.00 Lesuur 8 15.00 – 15.50 Lesuur 9 15.50 – 16.40
Wolfert Dalton en Wolfert Lyceum Het schoolgebouw gaat open om 07.30 uur. De eerste bel gaat om 08.10 uur en de lessen beginnen om 08.15 uur Lesuur 1 08.15 – 09.00 Lesuur 2 09.00 – 09.45 Lesuur 3 09.45 – 10.30 PAUZE Lesuur 4 11.00 – 11.45 Lesuur 5 11.45 – 12.30 Lesuur 6 12.30 – 13.15 PAUZE Lesuur 7 13.45 – 14.30 Lesuur 8 14.30 – 15.15 Lesuur 9 15.15 – 16.00 Lesuur 10 16.00 – 16.45
Wolfert Tweetalig Het schoolgebouw gaat open om 07.45 uur. De eerste bel gaat om 08.10 uur en de lessen beginnen om 08.20 uur. Klas 1 en 2 e 1 uur e 2 uur
08.20 – 09.05 09.10 – 09.55 PAUZE
e
10.25 – 11.10 11.15 – 12.00 12.05 – 12.50
3 uur e 4 uur e 5 uur PAUZE e
6 uur e 7 uur e 8 uur e 9 uur
13.20 – 14.05 14.10 – 14.55 15.00 – 15.45 15.50 – 16.35 36
Het schoolgebouw gaat open om 07.45 uur. De eerste bel gaat om 08.10 uur en de lessen beginnen om 08.20 uur. klas 3 t/m 6 e 1 uur 08.20 – 09.05 e 2 uur 09.10 – 09.55 e 3 uur 10.00 – 10.45 PAUZE e 4 uur 11.15 – 12.00 e 5 uur 12.05 –12.50 e 6 uur 12.55 – 13.40 PAUZE e 7 uur 14.10 – 14.55 e 8 uur 15.00 – 15.45 e 9 uur 15.50 – 16.35
Wolfert PRO Het schoolgebouw gaat open om 07.30 uur. De schooldag begint om 8.25 uur. De lessen starten dagelijks om 08.30 uur Lesuur 1
08.30 – 09.15 uur
Lesuur 2
09.15 – 10.00 uur
Lesuur 3
10.00 – 10.45 uur PAUZE
Lesuur 4
11.00 – 11.45 uur
Lesuur 5
11.45 – 12.30 uur
Lesuur 6
12.30 – 13.15 uur PAUZE
Lesuur 7
13.45 – 14.30 uur
Lesuur 8
14.30 – 15.15 uur
Lesuur 9
15.15 – 16.00 uur
37
Schoolvakanties Schoolvakanties 2013 – 2014 21 oktober 2013 t/m 25 oktober 2013 Herfstvakantie 23 december 2013 t/m 3 januari 2014 Kerstvakantie 17 februari 2014 t/m 21 februari 2014 Voorjaarsvakantie 21 april 2014 Pasen 28 april 2014 t/m 9 mei 2014 Meivakantie 29 mei 2014 Hemelvaartsdag 09 juni 2014 Pinksteren 21 juli 2014 t/m 29 augustus 2014 Zomervakantie
38
De Leerlingbegeleiding Om leerlingen goed te kunnen laten presteren is het nodig dat de school veel aandacht besteedt aan de begeleiding van de leerling. Leerlingen presteren goed als ze zich op hun school op hun gemak voelen. Daarbij moeten ze op hulp kunnen rekenen als het eens een periode - door welke reden dan ook - wat minder gaat. Daarnaast moet er door leerlingen nog gedurende of aan het eind van de studie gekozen worden. Voor een profiel, vak of sector, maar vaak ook voor een vervolgstudie na het behalen van een diploma. De leerlingbegeleiding van een school is dus een bijzonder belangrijk onderwerp. Achtereenvolgens komen hier de volgende begeleiders aan de orde: Het kernteam De teamleider De mentor De counselor/zorgcoördinator De decaan
Het Kernteam De Wolfert van Borselen scholengroep is een grote organisatie, die bestaat uit zeven kleinschalige Wolfert-scholen met een eigen profiel. Elke school kent weer kernteams: een team van mentoren en leraren dat onder leiding staat van een Teamleider en dat verantwoordelijk is voor het onderwijs, de leerlingbegeleiding en de organisatie van bijzondere activiteiten als reizen, excursies, feestavonden enz. Leraren en mentoren hebben over het algemeen de meerderheid van hun lesuren op één school en dan bij voorkeur in de klassen van hun kernteam. Dat vergemakkelijkt samenwerking op onderwijskundig en organisatorisch gebied en vergroot de herkenbaarheid voor leerlingen en ouders.
De Teamleider De teamleider geeft leiding aan het team van docenten van een aantal klassen. Daarnaast is de teamleider samen met de klassenmentoren en de locatiedirecteur verantwoordelijk voor de begeleiding van alle leerlingen in een bepaald leerjaar. Het gaat dan om de algemene onderwijskundige en sociale begeleiding en alle andere zaken die van belang zijn voor een goed verloop van ontwikkeling van iedere leerling. De teamleider bespreekt regelmatig met de klassenmentoren en de docenten van iedere klas de vorderingen van de leerlingen en ziet toe op een geordend en veilig schoolklimaat. Met de teamleider kunt u een afspraak maken, het liefste per e-mail.
De Klassenmentor Elke klas op de Wolfert van Borselen heeft een mentor. Dat is een docent die niet alleen een vak geeft, maar de leerlingen in meerdere opzichten begeleidt. Dat gebeurt niet alleen op school, maar ook als begeleider bij excursies, (meerdaagse) reizen enz. Voor de leerlingen en de ouders is de mentor het eerste aanspreekpunt. Hij /zij geeft ook de begeleidingslessen, houdt de studieresultaten in de gaten, voert gesprekken met de individuele leerling en, indien wenselijk, ook met de ouders en/of verzorgers. Indien u als ouder vragen hebt over het functioneren of het welbevinden van uw zoon/dochter of wanneer u de school wilt informeren over bijvoorbeeld ingrijpende gebeurtenissen in de gezinssituatie, dan kunt u vanzelfsprekend te allen tijde contact opnemen met de mentor van uw kind.
De Decaan Wanneer de leerlingen in het tweede leerjaar van het MAVO (VMBO-TL) of het derde leerjaar van het HAVO of VWO zijn aangeland, moeten ze zich gaan oriënteren op wat ze later willen gaan doen en welke studie ze daarvoor moeten volgen. Op een bepaald moment moet er in het MAVO (VMBO-TL) een sector gekozen worden met een daarbij behorend vakkenpakket. De keuze voor een stroom en 39
een profiel is aan de orde in de Tweede Fase van (T)HAVO en (T)VWO. Omdat het erg moeilijk is om op zo‟n jeugdige leeftijd reeds een keuze te maken, is deskundige hulp nodig. De decaan biedt hulp aan zowel ouders als leerlingen en geeft voorlichting over de sector- en profielkeuze, vervolgstudie en/of beroepskeuze. Samen met de Teamleider en de mentor geeft de decaan richting aan een traject gericht op keuze en begeleiding. Op Wolfert PRO (VMBO/MAVO, basis, kader, gemengd) is vanaf leerjaar 1 al gericht aandacht voor loopbaanoriëntatie, zowel in de school als daarbuiten. De vakkenpakketkeuze en keuze voor een e uitstroomprofiel vanaf het 3 leerjaar is in de onderbouw punt van aandacht.
De Counselor/zorgcoördinator Alle locaties hebben een specialist op het gebied van leerlingbegeleiding. Op Wolfert Dalton is dat de zorgcoördinator. Op de overige locaties is dat de counselor. De functies zijn in hoge mate vergelijkbaar. Iedereen heeft wel eens een probleem waar niet alleen uit te komen is. Daar moet dan in vertrouwen met iemand over gepraat kunnen worden. Als de mentor niet meer de verlangde hulp kan bieden wordt doorverwezen naar de counselor (waar counselor staat kan ook zorgcoördinator gelezen worden). De letterlijke vertaling van het woord “counselor” is “raadgever”. Counselors begeleiden leerlingen die door verschillende oorzaken met problemen geconfronteerd worden. Dit kunnen problemen zijn in relatie met ouders, klasgenoten of anderen in hun directe omgeving, problemen in het functioneren op school, zoals faalangst bij repetities of examens. De counselors zijn er in de eerste plaats voor de leerlingen. De leerling zelf neemt het initiatief tot het eerste contact en bepaalt zelf hoeveel gesprekken gevoerd zullen worden. Dit kan ook op voorstel van de mentor na overleg met de leerling gebeuren. Het is vanzelfsprekend dat al het besprokene binnen vier muren blijft. Het verschil met de contacten tussen mentor en leerling is dat de counselors leerlingen helpen met wat dieper liggende problemen en de gesprekken per leerling meer tijd in beslag kunnen nemen. Iedere leerling van de school kan contact opnemen met de counselor. De counselors zijn natuurlijk geen specialist in alle soorten problematiek die zich kunnen voordoen. Als specialistische hulp van buiten school nodig is, zal de counselor daarom contact leggen met de professionele hulporganisaties en bemiddelen tussen de leerling en de hulpverleningsinstantie. De counselor bewaakt en coördineert dan de voortgang.
Verzuimbeleid Geoorloofd verzuim De ouders/verzorgers melden aan school vóór 08.15 uur de afwezigheid van hun kind, met opgaaf van reden en duur van het verzuim.
Ongeoorloofd verzuim In het geval van niet gemeld verzuim wordt er vanuit de school door de verzuimcoördinator contact gezocht met de ouders/verzorgers en wordt gevraagd naar de reden van het verzuim. Bij ongeoorloofd verzuim worden altijd de ouders/verzorgers en de Leerplichtambtenaar ingelicht.
Zorgwekkend verzuim Bij zorgwekkend verzuim, dat is verzuim van meer dan 16 uur in een periode van 4 weken, wordt een verzuimmelding gedaan bij de Leerplichtambtenaar. De school kan de Leerplichtambtenaar ook inschakelen als de wettelijke termijn van 16 uur in 4 weken nog niet overschreden is.
Extra verlof Extra verlof wegens gewichtige omstandigheden wordt toegekend door de vestigingsdirecteur / teamleider met een maximum van 10 schooldagen. Bij meer dan 10 schooldagen alleen na 40
toestemming van de leerplichtambtenaar. Extra verlof moet door de ouders/verzorgers schriftelijk worden aangevraagd bij de vestigingsdirecteur/teamleider. Luxe Verzuim (verlof nemen zonder toestemming van de vestigingsdirecteur / teamleider of leerplichtambtenaar) wordt altijd gemeld bij Leerplicht.
Het Centrum voor Jeugd en Gezin bij jou op school Aan school is een jeugdverpleegkundige van het Centrum voor Jeugd en Gezin verbonden. De jeugdverpleegkundige ziet de leerling in klas 1 en in het jaar voor het eindexamen op school. Bijvoorbeeld tijdens een gesprek of bij het afnemen van een (digitale) vragenlijst in de klas. Klas 1 In het eerste schooljaar heeft de jeugdverpleegkundige op school een gesprek met de leerling. Van te voren worden de ouders eerst per brief geïnformeerd en kunnen zij hiervoor toestemming geven.Tijdens dit gesprek kan de leerling vragen stellen over zijn/haar gezondheid en ontwikkeling. Voordat het gesprek plaatsvindt vult de leerling twee vragenlijsten in. De antwoorden worden in het gesprek gebruikt. De gesprekken en vragenlijsten worden altijd vertrouwelijk behandeld. Jaar voor eindexamen In het jaar voordat de leerling examen doet vult hij/zij een digitale gezondheidsvragenlijst in. De vragenlijst bestaat uit vragen over zijn/haar gezondheid en leefstijl. Na het invullen krijgt de leerling een persoonlijk gezondheidsprofiel te zien met de resultaten van de vragenlijst en handige tips. Aan de hand van de resultaten of als de leerling het zelf wilt, nodigt de jeugdverpleegkundige hem/haar uit voor een gesprek. De gesprekken en digitale gezondheidsvragenlijst worden altijd vertrouwelijk behandeld. Zorg- en Adviesteam De jeugdverpleegkundige neemt ook deel aan de overleggen van het Zorg- en Adviesteam (ZAT) op school. Daar wordt de ontwikkeling besproken van leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Het kan zijn dat een leerling extra wordt uitgenodigd. Het is ook mogelijk zelf een gesprek bij de jeugdverpleegkundige aan te vragen. Vragen? Bij vragen kan er contact worden opgenomen met de jeugdverpleegkundige die aan de school verbonden is. Alles onder één dak Het CJG is dé plek waar ouders en leerlingen terecht kunnen met vragen over gezondheid, opgroeien en verzorging. Als het nodig is biedt het CJG advies en ondersteuning. Naast jeugdverpleegkundigen werken er ook jeugdartsen, doktersassistenten, pedagogen en andere deskundigen om gezond en veilig opgroeien mogelijk te maken. Ga voor meer informatie over het CJG of voor handige links naar www.cjgrijnmond.nl.
41
IV.
Leefregels en Leerlingenstatuut
42
Leefregels Elke organisatie maakt afspraken om te zorgen voor een prettig klimaat. De regels hieronder zijn daar een voorbeeld van. Ze zijn nodig voor die gevallen waar sprake is van storend gedrag, als leerlingen of medewerkers zich niet houden aan afspraken. Liever benadert de school de omgang positief. Daarom hebben we gezamenlijk – leerlingen en medewerkers - vijf eenvoudige afspraken opgesteld die voor dat goede leef- en leerklimaat kunnen zorgen. Hieronder treft u deze afspraken aan: 1. 2. 3. 4. 5.
Heb respect voor elkaar Werk mee aan goed onderwijs Kom je afspraken na Zorg voor elkaar Hou alles heel en schoon
Respect each other Develop academic potential Keep agreements and appointments Act responsibly Keep our school tidy
De leefregels van de school zijn door de school zelf opgesteld. Deze leefregels zijn te vinden op de website van de verschillende locaties.
43
Leerlingenstatuut 2012 - 2014 ALGEMEEN 1.
BETEKENIS
Een leerlingenstatuut is een overzicht van de rechten en plichten van een leerling. In het verlengde van de rechten en plichten van de leerlingen ontstaan rechten en plichten van medewerkers. Leerlingen en medewerkers zijn gehouden de bepalingen in dit leerlingenstatuut te volgen.
2.
DOEL
Een leerlingenstatuut biedt de mogelijkheid de rechtspositie van leerlingen te verduidelijken. Het opstellen van een leerlingenstatuut heeft als doel: het voorkomen van problemen een antwoord te geven op voorkomende vragen een oplossing te bieden voor voorkomende problemen het uitsluiten van willekeur
3.
BEGRIPPEN
In dit statuut wordt bedoeld met:
leerlingen:
alle leerlingen die op deze school staan ingeschreven (met uitzondering van de leerlingen die uitbesteed zijn aan het VAVO)
ouders:
ouders, voogden, feitelijke verzorgers
docenten:
personeelsleden met een onderwijstaak
onderwijs ondersteunend personeel: personeelsleden met een andere taak dan lesgeven
mentor:
docent, aangewezen om een leerling of een groep leerlingen gedurende het schooljaar te begeleiden
rector:
de algemeen directeur van de Wolfert van Borselen scholengroep, voorzitter van de (centrale) directie
locatiedirecteur:
directielid met de verantwoordelijkheid voor een locatie
adjunct locatiedirecteur: een directielid dat de locatiedirecteur bijstaat
(kern)teamleider:
lid van de locatieleiding met de verantwoordelijkheid voor een kernteam van docenten
(kern)team:
een groep van docenten werkzaam in één of meerdere jaarklassen onder leiding van een (kern-)teamleider 44
directie:
de rector, de directeur financiën en beheer en de locatiedirecteuren
locatiedirectie:
de locatiedirecteur en de adjunct locatiedirecteur(en)
locatieleiding:
de (locatie-)directie samen met de (kern-)teamleiders
locatie:
een vestiging behorend tot de Wolfert van Borselen scholengroep (ook: school)
school:
een vestiging behorend tot de Wolfert van Borselen scholengroep
scholengroep:
de Wolfert van Borselen scholengroep
schoolbestuur:
het bevoegd gezag: het Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam (BOOR)
geleding:
een groepering binnen de school
leerlingenraad:
een op elk van de locaties uit en door de leerlingen gekozen groep die de belangen van de leerlingen behartigt
medezeggenschapsraad: het vertegenwoordigend orgaan van personeel, ouders en leerlingen van de gehele scholengroep zoals bedoeld in artikel 3 van de wet medezeggenschap onderwijs
(school-)vertrouwenspersoon: een op het gebied van begeleiding gespecialiseerde medewerker, die door de directie is aangewezen als vertrouwenspersoon
vertrouwenspersoon BOOR: een door het bevoegd gezag van de school benoemde persoon die functioneert als aanspreekpunt van klachten en zorg draagt voor de afhandeling van de klacht conform het bepaalde in de “Klachtenregeling Openbaar Primair en Voortgezet Onderwijs Rotterdam”
toets:
4.
een proeve van bekwaamheid als bedoeld in paragraaf 11.1 Een toets kan mondeling of schriftelijk worden afgenomen.
PROCEDURE
Het leerlingenstatuut wordt door de directie in overleg met een leerlingendelegatie van alle vestigingen opgesteld en vervolgens aan de medezeggenschapsraad ter beoordeling voorgelegd. Dit gebeurt met inachtneming van de bepalingen in de Wet Medezeggenschap Onderwijs. Dit betekent dat de ouder/ leerlingengeleding van de medezeggenschapsraad instemmingsbevoegdheid heeft en dat de personeelsgeleding adviesrecht heeft. Nadat de medezeggenschapsraad zich over het leerlingenstatuut heeft uitgesproken, wordt het door het bevoegd gezag vastgesteld.
5.
GELDIGHEIDSDUUR
Het leerlingenstatuut wordt voor een periode van twee schooljaren vastgesteld. Daarna wordt het indien nodig opnieuw in alle geledingen besproken en - al dan niet aangevuld - voor een periode van 45
twee schooljaren vastgesteld. Dit leerlingenstatuut is vastgesteld in de MR-vergadering van 3 december 2012 en is dus geldig tot en met 3 december 2014.
5.1
Op initiatief van de leerlingenraad, de geledingenraad ouders, de personeelsgeleding en/of de directie kan het leerlingenstatuut tussentijds gewijzigd worden. Bij het tussentijds wijzigen van het leerlingenstatuut wordt de onder artikel 4 genoemde procedure gevolgd.
6.
TOEPASSING
Dit statuut is bindend voor: de leerlingen de docenten de ouders/verzorgers het onderwijsondersteunend personeel de locatieleiding het schoolbestuur
7.
PUBLICATIE
Het leerlingenstatuut wordt op school gepubliceerd en is voor ouders, leerlingen en personeel beschikbaar bij aanvang van het schooljaar. Bij wijziging van het leerlingenstatuut worden alle leerlingen en hun ouders/verzorgers hiervan op de hoogte gesteld. Het leerlingenstatuut is beschikbaar op de website van de scholengroep. Afgeleid van, en in aanvulling op het Leerlingenstatuut kan een vestiging “leefregels” opstellen voor de goede gang van zaken in het schoolgebouw. Ook de leefregels worden gepubliceerd op de website van de school. 7.1
Jaarlijks worden alle nieuwe leerlingen en alle nieuwe medewerkers gewezen op het leerlingenstatuut en de leefregels. Hierbij wordt gewezen op de status van deze stukken.
7.2
Periodiek, conform de wettelijke eisen, publiceert de scholengroep op haar website de schoolgids, het schoolplan en het jaarverslag. De schoolgids geeft een overzicht van de doelstellingen, de inhoud en de organisatie van het onderwijs. Het schoolplan beschrijft de beleidsdoelen van de scholen. In het jaarverslag wordt verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid.
REGELS OVER HET ONDERWIJS
8.
HET GEVEN VAN ONDERWIJS DOOR DOCENTEN
8. 1
De leerlingen hebben er recht op dat de docenten zich inspannen om behoorlijk onderwijs te geven. Het gaat hierbij onder andere om het volgende: het aanbrengen van een redelijke verdeling van de lesstof over de lessen het op een goede wijze presenteren en uitleggen van de stof het kiezen van geschikte leermiddelen (schoolboeken etc.) het laten aansluiten van het opgegeven huiswerk bij de behandelde lesstof het geven van aandacht aan leerlingen met een achterstand of speciale leerbehoefte het geven van aandacht en extra stof aan leerlingen die de basisstof sneller verwerken 46
8. 2
Als een docent naar oordeel van één of meer leerlingen niet op een behoorlijke wijze zijn of haar taak vervult, wordt dat in eerste instantie door de leerling bij de betrokken docent aan de orde gesteld. Indien de leerling met betrekking tot zijn klacht onvoldoende gehoor vindt bij de docent, dan kan hij zijn klacht kenbaar maken bij de mentor of (kern-)teamleider.
8.3 De locatieleiding geeft binnen tien schooldagen de leerling(en) een reactie op de klacht.
9.
HET VOLGEN VAN ONDERWIJS DOOR LEERLINGEN
9.1
De leerlingen zijn verplicht zich in te spannen om een goed onderwijsproces mogelijk te maken. Het gaat hierbij onder andere om het volgende: het tijdig aanwezig zijn bij lessen en andere schoolactiviteiten een actieve betrokkenheid bij de les een voor andere leerlingen niet storende houding een gedrag in overeenstemming met de normen van fatsoen het bij zich hebben van alle voor de les noodzakelijke zaken zoals boek(en), schriften, schrijfmateriaal en andere noodzakelijke leermiddelen
9.2
Een leerling die de goede voortgang van de les verstoort of verhindert, kan door de docent verplicht worden tijdelijk de les te verlaten (time out).De leerling blijft onder het gezag van de docent (bv. buiten het lokaal op de gang). Bij zeer ernstige verstoring kan de leerling door de docent verplicht worden de les te verlaten en zich te melden bij een derde.
10.
VERWIJDERING UIT DE LES
10.1
Wanneer een leerling uit de klas wordt gestuurd, en wordt verwezen naar een derde, wordt de tas meegenomen en meldt de leerling zich direct op de daartoe aangewezen opvangplaats. Bij het ontbreken van een opvangplaats biedt de school een alternatief (b.v. de teamleider). Aan het eind van het betreffende lesuur meldt de leerling zich bij de docent die hem verwijderde.
11.
ONDERWIJS TOETSING EN EXAMEN
11.1
Toetsing van de lesstof kan op meerdere wijzen geschieden, bijvoorbeeld: oefentoetsen, dit zijn oefeningen die geen cijfer voor het rapport opleveren overhoringen, mondeling of schriftelijk repetities voortgangstoetsen tentamens deeltentamens examentoetsen praktische opdrachten handelingsdeel verslagen boekbesprekingen practica spreekbeurten opstellen en schrijfopdrachten werkstukken
11.2
Repetities en/of voortgangstoetsen moeten tenminste vijf schooldagen van tevoren worden opgegeven. Daarbij geeft de docent een concrete omschrijving van de te bestuderen stof. Oefentoetsen en overhoringen hoeven niet vooraf te worden aangekondigd. 47
11.3
Bij iedere toetsing moet vooraf duidelijk zijn hoe het cijfer of beoordeling wordt geteld bij het vaststellen van het rapportcijfer.
11.4
Leerlingen worden aan het einde van het schooljaar bevorderd op basis van cijfers en bevorderingsnormen. De bevorderingsnormen worden uiterlijk bij het uitreiken van het eerste rapport aan de leerlingen en de ouders beschikbaar gesteld. De wijze waarop in de de bovenbouw van het VMBO, de mavo en in de 2 fase (t)havo en (t)vwo het overgangsrapportcijfer wordt vastgesteld, staat beschreven in het “Programma van Toetsing en Afsluiting” en in de “Bevorderingsnormen”. Deze notities worden aan iedere leerling in de de 2 fase uitgedeeld. De “Bevorderingsnormen” en het “Programma van Toetsing en Afsluiting” zijn te raadplegen op de website van de scholengroep.
11.5
Een overhoring betreft de lesstof van een les of enkele lessen en kan zonder vooraankondiging gehouden worden. Een niet aangekondigde overhoring betreft het in de vorige les opgegeven huiswerk. Een overhoring kan zowel schriftelijk als mondeling afgenomen worden.
11.6
Er dient een redelijke verhouding te bestaan tussen de leerstof en de toets. De toets mag alleen de behandelde stof bevatten die in de laatste les voor de toets is afgesloten en tenminste 2 lesdagen tevoren is afgerond.
11.7
Een toets die voortbouwt op een vorige toets kan slechts worden afgenomen als de vorige toets is behandeld en het cijfer of beoordeling bekend is en waarbij de leerling inzage heeft gekregen in de beoordeling van de toets.
11.8
Een leerling mag maximaal twee repetities of (deel-)tentamens of, een repetitie en een opgegeven overhoring of, drie opgegeven overhoringen of, drie onverwachte overhoringen per schooldag krijgen. Van deze regel mag worden afgeweken indien er sprake is van een herkansing, van inhaalwerk, of van een toetsweek. In toetsweken is het mogelijk dat er op een dag drie toetsen plaatsvinden. De schoolleiding ziet erop toe dat de zwaarte van de toetsen zodanig is dat leerlingen niet te zwaar belast worden. Dit artikel (11.8) heeft uitsluitend betrekking op de nietexamentoetsen.
11.9
De docent moet de uitslag van een schriftelijke overhoring binnen vijf schooldagen bekend maken. Voor de beoordeling van een repetitie, of (deel-)tentamen geldt een termijn van tien schooldagen en voor de beoordeling van werkstukken, verslagen, boekbesprekingen, schrijfopdrachten etc. geldt een termijn van vijftien schooldagen. Slechts in overleg met de locatiedirecteur of de (kern-)teamleider kan een docent van de genoemde termijnen afwijken. De docenten dienen de cijfers binnen 5 schooldagen na het bekend maken van de uitslag ingevoerd hebben in het schooladministratiesysteem (Magister). Indien een docent zich niet aan de gestelde termijnen houdt dan kunnen de leerlingen hiervan melding maken bij de teamleider. De teamleider treedt hierover in overleg met de docent.
11.10
Een leerling heeft recht op inzage in de wijze waarop een beoordeling van een toetsing heeft plaatsgevonden en heeft recht op de bespreking van een toets of een andere opdracht waarvoor de leerling een cijfer ontvangt.
11.11
De beoordeling van schoolwerk met een cijfer ligt niet onder de 1,2 en niet boven de 10,0. Het cijfer 1,0 wordt uitsluitend gereserveerd voor een niet-gemaakte toets (zie 11.17). Voor de RISS geldt een andere cijferschaal. Voor het IGCSE liggen de cijfers tussen U en A* en voor het IB liggen de cijfers tussen 1 en 7. 48
11.12
Een leerling die het niet eens is met de beoordeling van een toets, tekent eerst bezwaar aan bij de docent.
11.13
Is de reactie van de docent niet bevredigend, dan kan de beoordeling van de toets aan de (kern-)teamleider of (adjunct-) locatiedirecteur worden voorgelegd.
11.14
Een leerling die met een voor de docent of de locatieleiding aanvaardbare reden niet heeft deel genomen aan een toets, heeft het recht dat binnen een maand in te halen.
11.15
Als een leerling een toets niet heeft kunnen maken, neemt de leerling zelf initiatieven om de toets in te halen.
11.16
Niet gemaakte toetsen en opdrachten die leiden tot een cijfer of beoordeling moeten altijd worden ingehaald, tenzij de locatieleiding anders beslist.
11.17
Niet-gemaakte toetsen leiden tot het cijfer 1,0. In het schooladministratiesysteem wordt dit geregistreerd als een niet-gemaakte toets. In de overzichten ten behoeve van rapportbesprekingen verschijnt een signaal van het aantal niet-gemaakte toetsen dat verwerkt is in het totaalresultaat.
11.18
Indien de leerling ondanks het bepaalde in 11.15, in gebreke blijft, beslist de locatieleiding over te nemen sanctie. In tegenstelling tot het bepaalde in 11.17 kan de docent na overleg en met instemming van de locatieleiding het cijfer 1 toekennen voor niet gemaakt schoolwerk.
11.19
De sanctie van het (op heterdaad) betrapt worden op fraude, in welke vorm dan ook, is het toekennen van het cijfer 1,1
11.20
Voor alle toetsen als bedoeld in artikel 11.1 dient van tevoren duidelijk te zijn: - aan welke normen het werkstuk moet voldoen, - welke wegingsfactor aan het cijfer wordt toegekend, - wanneer het ingeleverd moet worden, - wat er gebeurt als het te laat wordt ingeleverd.
11.21
De bepalingen in artikel 11 zijn ondergeschikt aan de bepalingen in de examenreglementen van mavo, (t)havo en (t)vwo.
11.22
Iedere leerling van leerjaar 3 en 4 mavo, leerjaar 4 en 5 (t)havo en leerjaar 4,5 en 6 (t)vwo) krijgt uiterlijk 1 oktober van het cursusjaar het examenreglement uitgereikt. Het examenreglement is onderdeel van het “PTA-boekje”. Het examenreglement is ook te vinden op de website van de scholengroep.
11.23
Leerlingen die kunnen voorzien dat zij een toets gaan missen als gevolg van voorspelbare afwezigheid dienen voorafgaand aan het toetsmoment contact op te nemen met de betreffende docent.
12.
HUISWERK
12.1
De docenten die lesgeven aan een bepaalde klas, zorgen voor een redelijke belasting v.w.b. het (huis-)werk voor alle vakken. Hierbij wordt ook rekening gehouden met het maken van werkstukken en andere opdrachten.
12.2
Een leerling die niet in de gelegenheid is geweest het (huis-)werk te maken, meldt dit voor aanvang van de les aan de docent. De leerling overhandigt de docent daarbij een door de ouders/verzorgers ondertekend briefje waarin de reden voor het niet kunnen maken van het (huis-)werk wordt aangegeven. 49
12.3
Indien de docent de door de ouders/verzorgers opgevoerde reden voor het niet kunnen maken van het (huis-)werk niet aanvaardbaar acht, wordt dit aan de (kern-)teamleider voorgelegd.
12.4
Indien de leerling geen door de ouders/verzorgers geschreven briefje voor het niet maken van het (huis-)werk kan overleggen en de leerling niet voldoende kan duidelijk maken waarom het (huis-)werk niet is gemaakt, kan de docent de leerling een sanctie opleggen. In het uiterste geval kan de docent de leerling verplichten de klas te verlaten. De docent neemt in eerste instantie minder verstrekkende maatregelen.
12.5
Wanneer een les uitvalt, verschuift het opgegeven (huis-)werk naar de eerstvolgende les van het desbetreffende vak. Dit geldt niet voor toetsen. Bij het verschuiven van de toets wordt in elk geval voldaan aan het gestelde in artikel 11.8. De docent treedt na terugkeer op school in overleg met de klas om een nieuwe datum voor de toets af te spreken.
12.6
Deelname aan huiswerkklassen of inhaaluren voor achterstanden betekent verplichte aanwezigheid.
12.7
Het huiswerk moet tijdig en helder door de docent worden opgegeven.
13.
OVERZICHT STUDIERESULTATEN EN RAPPORTEN
13.1.
De school geeft op continuebasis inzicht in de studieresultaten van de leerlingen via Magister. Daarnaast worden rapporten verstrekt. Het rapport verschijnt minimaal twee maal per schooljaar en geeft de leerling een overzicht van zijn prestaties voor alle vakken waarvoor cijfers of beoordelingen over een bepaalde periode beschikbaar zijn. Het rapport is gericht aan de leerling en aan de ouders of verzorgers.
13.2
De cijfers worden in alle gevallen bij 0.49 naar beneden afgerond en bij 0.50 naar boven. Op de RISS wordt niet gewerkt met cijfers in decimalen (zie 11.11)
13.3
Het rapportcijfer komt tot stand door een wegingsfactor toe te kennen aan de cijfers. Daarbij heeft de docent uitsluitend de keuze uit de wegingsfactoren 1, 2 of 4.
13.4
De docent vertelt de leerlingen van tevoren hoe het rapportcijfer voor zijn/haar vak tot stand komt.
13.5
Het is niet toegestaan dat een rapportcijfer op grond van één toets of opdracht wordt vaste gesteld. Hiervan uitgezonderd zijn vakken in de 2 fase die in een bepaald leerjaar worden afgesloten. Bij deze vakken is het (eind-)rapportcijfer gelijk aan het eindcijfer voor het betreffende (deel-)vak.
13.6
Het toetsingsprogramma (aard en aantal toetsen, weging) van de vakgroep is vastgelegd in de vakgroepafspraken. Alle docenten moeten zich aan deze afspraken houden.
14.
OVERGAAN EN ZITTENBLIJVEN
14.1
Tevoren, bij voorkeur bij de start van het schooljaar, maar uiterlijk bij het verschijnen van het e 1 rapport, dient duidelijk te worden aangegeven aan welke normen een leerling moet voldoen om toegelaten te worden tot een hoger leerjaar.
14.2
De ouders en de leerling hebben ieder schooljaar de beschikking over de bevorderingsnormen en de procedure eindrapportvergaderingen. De genoemde informatie is beschikbaar op de website. Ouders kunnen desgewenst de informatie schriftelijk ontvangen.
50
15.
ANDER ONDERWIJS OP GROND VAN LEERPRESTATIES
15.1
Aan een negatieve beslissing (niet bevorderen) van de docentenvergadering kunnen twee adviezen worden gekoppeld ten aanzien van de verdere schoolcarrière van een leerling. Het eerste advies doet een uitspraak over de afdeling waar de leerling zijn onderwijs kan vervolgen. Het tweede advies richt zich op het leerjaar van de afdeling waar de leerling het onderwijs kan voortzetten. De twee adviezen hebben in beginsel een vrijblijvend karakter. Indien de adviezen echter met een tweederde meerderheid worden genomen, is er geen sprake meer van een vrijblijvend advies, maar van een bindend advies. De leerling (en zijn ouders/verzorgers) wordt dringend geadviseerd dit besluit op te volgen. (Zie de Algemene bepalingen leerjaarovergang en procedure eindrapportvergaderingen)
15.2
Twee keer doubleren in een zelfde leerjaar of doubleren in twee opeenvolgende leerjaren is de artikelen 28.13 t-m 28.16 van overeenkomstige toepassing. verwijderingsbesluit nemen, waartegen bezwaar en beroep mogelniet toegestaan. De locatieleiding heeft in dat geval de bevoegdheid een dwingend ander onderwijsadvies uit te spreken. De leerling (en zijn ouders/verzorgers) wordt dringend geadviseerd dit besluit op te volgen.
15.3
Is de leerling (en/of zijn ouders/verzorgers) niet bereid de onder 15.1 en 15.2 genoemde adviezen vrijwillig op te volgen dan zal de rector, met inachtneming van het bindend advies van de docentenvergadering, danwel de locatieleiding, een verwijderingsbesluit nemen, waartegen bezwaar en beroep mogelijk is. Wat betreft de te volgen bezwaarprocedure zijn de artikelen 28.13 t/m 28.16 van overeenkomstige toepassing.
15.4
De leerling heeft het recht om de afwegingen van de docentenvergadering te kennen.
16.
TE LAAT KOMEN EN AFWEZIGHEID
16.1
De directie stelt een regeling op voor leerlingen die te laat komen of afwezig zijn. Deze regeling is bekend bij ouders en leerlingen. Deze regeling kan deel uitmaken van de “leefregels” (zie artikel 7 en artikel 20).
17.
AANWEZIGHEID
17.1
Leerlingen zijn verplicht het voor hen geldende rooster te volgen.
17.2
Uitgaande van het dagrooster van iedere individuele leerling is de leerling verplicht op school aanwezig te blijven vanaf het begin van het eerste tot en met laatste lesuur van de voor de leerling vastgestelde lesdag. Uitsluitend in uitzonderingsgevallen (zie het hoofdstuk leefregels in de schoolgids van de Wolfert van Borselen scholengroep) kan hiervan worden afgeweken.
17.3
Van docenten mag worden verwacht dat zij bij aanvang van de les in het lokaal aanwezig zijn. Tijdens de les blijft de docent in het lokaal, tenzij er dringende omstandigheden zijn.
51
REGELS OVER DE SCHOOL ALS ORGANISATIE EN GEBOUW
18.
VRIJHEID EN MENINGSUITING
18.1
Een ieder heeft het recht zijn/haar mening op school te uiten, mits deze niet van discriminerende of beschadigende aard is.
18.2
Wie zich door een ander in woord of geschrift beledigd of beschadigd voelt, kan een klacht bij de locatieleiding indienen.
18.3
De locatieleiding stelt vast of er sprake is van belediging of beschadiging. De locatieleiding zal proberen te bemiddelen in het ontstane conflict. Eventueel kan de locatieleiding op basis van de leefregels overgaan tot sancties.
18.4
Indien er sprake is van een zeer ernstige belediging of beschadiging kan de rector, of de locatiedirecteur maatregelen nemen.
19.
VRIJHEID VAN UITERLIJK
19.1
Een ieder heeft het recht op vrijheid van uiterlijk, met uitzondering van het gestelde in artikel 19.2.
19.2
De school kan alleen bepaalde kleding verplichten of verbieden wanneer er doelmatigheidseisen, veiligheidseisen en/of algemene fatsoenseisen in het geding zijn. Kleding die aanzet tot discriminatie is verboden. (Zie ook de leefregels van de scholengroep)
20.
ORDE
20.1
De directie van de school kan jaarlijks bij aanvang van een schooljaar nieuwe leefregels vaststellen. De schoolleiding doet er verstandig aan wijzigingen in de leefregels voor te leggen aan de leerlingenraad en de oudergeleding.
20.2
De leefregels vallen binnen het kader van het leerlingenstatuut en zijn daarvan een concretisering. De leefregels maken na vaststelling deel uit van het leerlingenstatuut. De leefregels worden jaarlijks aan de leerlingen en hun ouders/verzorgers via de website beschikbaar gesteld.
20.3
Het tussentijds wijzigen van de leefregels is alleen mogelijk na goedkeuring van de gehele medezeggenschapsraad.
20.4
Alle leerlingen nemen deel aan het corvee. Indien het corvee samenvalt met een toets dan dient eerst de toets gemaakt te worden.
21.
ONGEWENSTE INTIMITEITEN
21.1
Op klachten met betrekking tot seksuele intimidatie is de Klachtenregeling Openbaar Primair en Voortgezet Onderwijs Rotterdam van toepassing. De klachtenregeling wordt gepubliceerd in de Schoolgids.
21.2
Een leerling die zich gekwetst voelt door een benadering of intimiteit van de kant van een of meer medeleerlingen of een of meer personeelsleden kan zich wenden tot de schoolvertrouwenspersoon. 52
21.3
De directie stelt een regeling vast, waarin gerichte maatregelen worden getroffen om ongewenste intimiteiten binnen de scholengemeenschap te voorkomen.
21.5
De regeling maakt na vaststelling deel uit van het leerlingenstatuut.
21.6
Het tussentijds wijzigen van de regeling tegen ongewenste intimiteiten kan alleen gebeuren na goedkeuring van de gehele medezeggenschapsraad.
22.
SCHOOLKRANT / WEBSITE
22.1
De schoolkrant is op de eerste plaats bestemd voor de leerlingen, maar ook beschikbaar voor andere geledingen. De website kan door leerlingen gebruikt worden als “schoolkrant”.
22.2
De schoolkrantredactie kan indien nodig een huishoudelijk reglement opstellen.
22.3
De directie zal in beginsel geen artikelen van de schoolkrant, of bijdragen van leerlingen op de website wijzigen, noch zal zij de verschijning van een nummer van de schoolkrant, of een uiting op de website verbieden. De directie heeft echter de bevoegdheid hiervan af te wijken en geeft hierover desgewenst uitleg.
22.4
Een leerling mag op grond van zijn of haar activiteiten in de schoolkrantredactie / website geen hinder ondervinden van personeelsleden verbonden aan de school.
22.5
Een leerling die tijdens lestijd aan de schoolkrant / website werkt, is zelf verantwoordelijk voor het inhalen van gemiste stof, toetsen en repetities. De leerling meldt de afwezigheid ruim voor aanvang van de les bij de docent en afdelingsleiding en neemt zelf het initiatief tot het inhalen van de gemiste onderdelen.
23.
AANPLAKBORDEN
Er is een aanplakbord waarop de leerlingenraad, de schoolkrant en eventueel andere aanwezige leerlingencommissies, zonder toestemming vooraf, mededelingen en affiches van niet-commerciële en niet discriminatoire aard kunnen ophangen. Affiches met een commerciële strekking kunnen alleen na goedkeuring van de directie worden opgehangen.
24.
LEERLINGENRAAD
24.1
Aan de leerlingenraad wordt zo mogelijk een vaste ruimte, maar in ieder geval een afsluitbare kast beschikbaar gesteld.
24.2
Voor activiteiten van de leerlingenraad wordt door de directie een activiteitenbudget toegekend. Uit dit budget kunnen drukkosten, kosten voor apparatuur en andere materialen betaald worden. Vanzelfsprekend kan de leerlingenraad gebruik maken van de faciliteiten van de school, maar alleen na overleg met de locatiedirectie.
24.3
Activiteiten van de leerlingenraad kunnen na overleg met de locatieleiding tijdens lesuren plaatsvinden.
24.4
Leden van de leerlingenraad kunnen uitsluitend na overleg met de locatieleiding voor hun werkzaamheden lesuren vrij krijgen.
24.5.
Alle leerlingen kunnen zich opgeven om in de leerlingenraad of in de medezeggenschapsraad zitting te nemen. De wijze van verkiezing, de rechten en plichten zijn in de huishoudelijke reglementen van deze raden geregeld. 53
24.6
Een leerling kan op grond van zijn/haar activiteiten in de leerlingenraad geen hinder ondervinden van personen genoemd in art.6.
25.
BIJEENKOMSTEN LEERLINGENRAAD
25.1
De leerlingenraad heeft recht te vergaderen over zaken die de locatie betreffen en daarbij gebruik te maken van de faciliteiten van de locatie.
25.2
Bijeenkomsten van de leerlingenraad onder schooltijd worden in overleg met de locatieleiding gepland. De leerlingen zijn zelf verantwoordelijk voor het inhalen van eventueel gemist werk, toetsen en repetities.
25.3
De locatieleiding is verplicht voor een bijeenkomst van de leerlingenraad een ruimte beschikbaar te stellen.
25.4
Na afloop van een door de leerlingenraad georganiseerde activiteit wordt de ter beschikking gestelde ruimte op een behoorlijke wijze achtergelaten.
25.5
Vergaderingen van de leerlingenraad zijn openbaar, tenzij er over personen gesproken wordt.
25.6
De leerlingenraad heeft periodiek overleg met de locatiedirecteur over de gang van zaken op school.
26.
LEERLINGREGISTRATIE EN PRIVACYBESCHERMING
26.1
Door de school is een privacyreglement opgesteld. In dit reglement is onder andere geregeld welke gegevens van leerlingen en personeel worden beheerd, het inzagerecht, etc, etc. Het privacyreglement van de Wolfert van Borselen scholengroep ligt ter inzage op school en is verkrijgbaar bij de rector of de locatiedirecteur.
27.
STRAFBEVOEGDHEID
27.1
Leden van het onderwijzend personeel kunnen een leerling een straf opleggen.
27.2
Leden van het onderwijs ondersteunend personeel kunnen uit hoofde van hun functie belast worden met toezichthoudende taken. Op basis van deze taken kan een lid van het onderwijs ondersteunend personeel een leerling een straf opleggen. In een dergelijk geval treedt het betreffende lid van het onderwijs ondersteunend personeel altijd in contact met de afdelingsleiding.
27.3
Tegen een opgelegde straf kan een leerling bezwaar aantekenen zoals beschreven in artikel 29 e.v. van dit leerlingenstatuut. De straf wordt hangende het beroep opgeschort.
27.4
Alleen een lid van de locatieleiding is bevoegd een leerling de toegang tot bepaalde of alle lessen te ontzeggen.
54
28.
STRAFFEN
Algemeen Binnen de Wolfert van Borselen scholengroep heerst de overtuiging dat het beter is leerlingen te stimuleren door te belonen, in plaats van door te straffen. Desondanks is het soms noodzakelijk of gewenst om tot straffen over te gaan. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten: 28.1
Lijf- en tuchtstraffen zijn verboden.
28.2
Bij het opleggen van een straf dient een redelijke relatie te zijn tussen de strafmaat en de ernst van de overtreding. Ook dient er zo mogelijk een verhouding te bestaan tussen de aard van de overtreding en de soort straf.
28.3
Het moet duidelijk zijn voor welke overtreding een straf gegeven wordt. Zie daarvoor de leefregels.
28.4
Bij de praktische uitvoering van een straf wordt met de mogelijkheden van de leerling rekening gehouden.
Procedure schorsing 28.5
Bij ernstige overtreding van de regels of bij het herhalen van het overtreden van de regels kan de rector, of diens gedelegeerde (de vestigingsdirecteur of de teamleider) een leerling met opgave van redenen schorsen en dus de toegang tot de school ontzeggen.
28.6
Het besluit tot schorsing wordt schriftelijk aan de betrokkene, en indien deze jonger is dan 18 jaar ook aan de ouders/verzorgers, meegedeeld.
28.7
Bij schorsing langer dan een dag, stelt de rector de onderwijsinspectie en het schoolbestuur schriftelijk van dit feit in kennis.
Procedure verwijdering 28.8
Bij zodanige overtreding van de regels van dit leerlingenstatuut dat verdere deelname van de leerling aan het onderwijs niet gewenst of uitgesloten wordt geacht, kan de rector besluiten tot definitieve verwijdering van een leerling.
28.9
De rector besluit slechts tot definitieve verwijdering van een leerling nadat deze, en indien deze jonger dan 18 jaar is, ook de ouders/verzorgers in de gelegenheid is gesteld hierover te worden gehoord.
28.10
Definitieve verwijdering van een leerplichtige leerling geschiedt slechts na overleg met de onderwijsinspectie en indien een andere school tot toelating van de leerling bereid is gevonden.
28.12
Hangende dit overleg kan de betreffende leerling worden geschorst. De rector stelt de inspectie schriftelijk en met opgave van redenen van een definitieve verwijdering in kennis. Ook de afdeling Leerplicht wordt op de hoogte gebracht.
55
28.13
Een besluit tot definitieve verwijdering wordt schriftelijk en met opgave van redenen aan de betrokkene, en indien deze jonger is dan 18 jaar ook aan de ouders/verzorgers, meegedeeld. Daarbij wordt gewezen op de mogelijkheid tot het indienen van een bezwaarschrift.
28.14
Binnen zes weken na dagtekening van de mededeling betreffende definitieve verwijdering, kan door de leerling en, wanneer deze jonger is dan 18 jaar ook door de ouders/verzorgers, een bezwaarschrift worden ingediend bij de bezwaarcommissie schorsing, toelating en verwijdering leerlingen Openbaar voortgezet onderwijs Rotterdam.
28.15
Zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen 4 weken, neemt de bezwaarcommissie een beslissing inzake het bezwaarschrift.
28.16
Gedurende de behandeling van het bezwaarschrift kan de rector de betrokken leerling de toegang tot de school ontzeggen.
Procedure verplaatsing 28.17
Bij ernstige overtreding van de regels van veiligheid en orde zoals vermeld in dit leerlingenstatuut kan de rector besluiten dat verdere deelname van de leerling aan het onderwijs op de betreffende vestiging niet gewenst is. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als door de aanwezigheid van de leerling de veiligheid van mensen of van de school in het geding is. Tegelijkertijd kan daarbij de afweging gemaakt worden dat verwijdering niet de beste oplossing is. In dat geval kan de rector besluiten tot verplaatsing van de leerling naar een andere vestiging binnen de Wolfert van Borselen scholengroep.
28.18
De rector besluit slechts tot definitieve verplaatsing van een leerling nadat deze, en indien deze jonger dan 18 jaar is, ook de ouders/verzorgers in de gelegenheid is gesteld hierover te worden gehoord.
28.19
Definitieve verplaatsing van een leerplichtige leerling geschiedt slechts nadat de andere vestiging tot toelating van de leerling bereid is gevonden.
28.20
Hangende dit overleg kan de betreffende leerling worden geschorst.
28.21
Een besluit tot definitieve verplaatsing wordt schriftelijk en met opgave van redenen aan de betrokkene, en indien deze jonger is dan 18 jaar ook aan de ouders/verzorgers, meegedeeld. Daarbij wordt gewezen op de mogelijkheid tot het indienen van een bezwaarschrift.
28.22
Binnen zes weken na dagtekening van de mededeling betreffende definitieve verplaatsing kan door de leerling en, wanneer deze jonger is dan 18 jaar ook door de ouders/verzorgers, een bezwaarschrift worden ingediend bij de bezwaarcommissie schorsing, toelating en verwijdering leerlingen Openbaar voortgezet onderwijs Rotterdam.
28.23
Gedurende de behandeling van het bezwaarschrift kan de rector de betrokken leerling de toegang tot de school ontzeggen.
56
HANDHAVING VAN HET LEERLINGENSTATUUT 29.
KLACHTRECHT
29.1
Bij vermeende onjuiste of onzorgvuldige toepassing van het leerlingenstatuut kan een ieder bezwaar aantekenen bij degene die volgens hem/haar hier verantwoordelijk voor is met het verzoek de handelwijze in overeenstemming te brengen met het leerlingenstatuut.
29.2
Indien de leerling een klacht heeft en de leerling heeft geen bevredigende reactie ontvangen, stelt hij/zij de mentor op de hoogte. De mentor heeft drie schooldagen de gelegenheid een bemiddelende rol te vervullen.
29.3
Een ieder, genoemd in art.6, die in zijn/haar belang is getroffen door besluiten van het personeel, de locatieleiding of het bevoegd gezag, kan een beroep doen op “De klachtenregeling Openbaar Primair en Voortgezet Onderwijs Rotterdam”. Deze ligt ter inzage bij de locatiedirecteur.
30.
BEROEP BIJ DE COMMISSIE VAN BEROEP
30.1
Het aantekenen van beroep betreft die aangelegenheden die in het leerlingenstatuut staan opgenomen. Beroep is niet mogelijk tegen die aangelegenheden die krachtens de wet zijn voorgeschreven.
30.2
De vertrouwenspersoon van het BOOR fungeert als aanspreekpunt bij klachten.
30.3
Voordat het beroep daadwerkelijk in behandeling wordt genomen, onderzoekt de vertrouwenspersoon BOOR of het mogelijk is door bemiddeling alsnog tot een oplossing te komen.
30.4
Klachten en geschillen worden afgehandeld conform “De klachtenregeling Openbaar Primair en Voortgezet Onderwijs Rotterdam”.
Vastgesteld in de directie d.d. 13 november 2012 Vastgesteld in de medezeggenschapsraad d.d. 3 december 2012. Rotterdam, 4 december 2012
Namens de directie van de Wolfert van Borselen scholengroep
R. Fens Voorzitter centrale directie
57
V. Regeling aanpassing lesprogramma leerlingen met een bijzonder talent Regeling voor leerlingen met een bijzonder talent In vervolg op de regeling voor jonge topsporters kan overwogen worden aangepaste leertrajecten aan te bieden aan leerlingen die beschikken over een bijzonder talent. Het is vrijwel onmogelijk om in een regeling vast te leggen voor welke leerlingen dit zou moeten gelden en welke aanpassingen geboden zouden moeten worden. Bij wijze van voorbeeld kan gedacht worden aan leerlingen met een bijzonder muzikaal talent, of getalenteerde balletdansers/danseressen, enz. Om voor aangepaste leertrajecten in aanmerking te komen moet aannemelijk gemaakt worden dat:
de activiteiten op het hoogste niveau uitgevoerd worden (vergelijkbaar met de regeling voor topsporters). een aanzienlijke tijdinvestering noodzakelijk is om het talent te ontwikkelen d.m.v. training, oefening, e.d. deze tijdinvestering de leerling belemmert in het volgen van het lesprogramma op het niveau dat de leerling in principe aankan.
De aard van de aanpassing is afhankelijk van de vaardigheden waarover de leerling beschikt. Daar waar bij topsporters overwogen wordt een (gedeeltelijke) vrijstelling te geven voor het vak LO, kan bij getalenteerde musici gedacht worden aan vrijstellingen voor het vak muziek. Om voor aanpassingen in aanmerking te komen dienen de ouders/verzorgers een verzoek te richten aan de verantwoordelijke directeur. De directie beslist over de toekenning van studiefaciliteiten.
VI. Inspraak en medezeggenschap Medezeggenschapsraad (MR) Sinds jaar en dag is de Medezeggenschapsraad van de Wolfert van Borselen scholengroep bezig de belangen van alle betrokkenen in het onderwijsproces op onze school te behartigen. Het betreft de belangen van leerlingen, docenten en onderwijsondersteunend personeel. Vermeld dient daarbij te worden dat MR en directie op een collegiale basis en met wederzijds vertrouwen samenwerken. Taak van de MR is het beoordelen van en reageren op voorgenomen beleid van de directie. In alle zaken heeft de MR op zijn minst een adviserende bevoegdheid, in vele zaken zelfs het recht op instemming. Daarmee vormt de MR een belangrijk orgaan dat een doorslaggevende invloed kan uitoefenen op de gang van zaken op school. In principe is het de opgave van de MR om niet zozeer individuele knel- en/of geschilpunten te beoordelen maar om procedures te bewaken en „de grote lijnen‟ in het vizier te houden. In de MR zijn alle geledingen van de Wolfert scholengroep vertegenwoordigd: onderwijzend personeel (OP), onderwijsondersteunend personeel (OOP), leerlingen en ouders. Dit volgens een vastgestelde verdeelsleutel: 8 personeelsleden (OP en OOP) en 8 niet-personeelsleden (leerlingen en ouders). De MR vergadert normaal gesproken een keer per maand, „s avonds vanaf 19.30 uur in de personeelsruimte op een van de locaties. De vergaderingen van de MR zijn openbaar en dus voor publiek toegankelijk. De agenda en de notulen zijn op de Wolfert locaties en de websites in te zien.
58
Ouderraad De vestigingen Wolfert Dalton, Wolfert Lyceum, en de RISS hebben elk een eigen ouderraad. Wolfert College heeft een oudercontactgroep; Wolfert Tweetalig heeft een oudervereniging. Deze oudervertegenwoordiging heeft elke 6 weken overleg met de schoolleiding over de gang van zaken. Wolfert PRO heeft een klankbordgroep ouders.
Oudercontactgroep Wolfert College De oudercontactgroep is een groep ouders die informeel meedenkt over actuele schoolzaken. Ouders kunnen zo de schoolleiding adviseren over huidige en nieuwe beleidszaken. Daarnaast vervullen de ouders van de oudercontactgroep een actieve rol in het ondersteunen van bijvoorbeeld de organisatie van open dagen e.d. De directie van Wolfert College stelt de inbreng van ouders bij allerlei schoolse zaken zeer op prijs. De directie van Wolfert College is namelijk van mening dat de inbreng van u als ouder positief bijdraagt aan de ontwikkeling van onze school. Zo is het huidige schoolplan 2010-2014 tot stand gekomen in samenwerking met de leden van de oudercontactgroep, teamleden en directie. Frequentie bijeenkomsten: de oudercontactgroep komt minimaal vijf maal per jaar voor overleg bij elkaar, bij voorkeur vroeg in de avond, met een uiterlijke sluitingstijd van 21.15 uur. De data worden in onderling overleg vastgesteld en (indien mogelijk) in de jaarplanner meegenomen. Kandidaatstelling: de werving verloopt via de schoolleiding. Communicatie: Ouders van leerlingen kunnen via de website voorstellen doen voor agendapunten of vragen stellen aan de overige leden van de contactgroep.
Oudervereniging Wolfert Tweetalig De leden van de oudervereniging worden jaarlijks aangesteld middels een door de oudervereniging vastgestelde procedure. De oudervereniging geeft gevraagd en ongevraagd advies over de onderwijskundige ontwikkelingen op school. De oudervereniging stelt jaarlijks in overleg met de schoolleiding en de MR de “School fee” voor het tweetalig-onderwijs vast.
Ouderraad Wolfert Dalton De ouderraad van Wolfert Dalton is van mening dat de ouders samen met de school verantwoordelijk zijn voor de ontwikkeling van de leerlingen. Dit manifesteert de raad door: - in vertrouwen samen te werken met school, leerlingen (met de leerlingenraad) en ouders; - te adviseren (gevraagd en ongevraagd), met behulp van het volle potentieel van de ouders aan kennis en beroepsvaardigheden; - initiatieven te nemen, om de betrokkenheid van ouders bij de school te stimuleren; en - internationaal te inspireren. De ouderraadleden kunnen zichzelf aanmelden en worden dus niet gekozen. Bij teveel aanmeldingen (raad > 10 personen) zal in onderling overleg besloten worden wat de definitieve samenstelling wordt. Het profiel van de raad is hierbij doorslaggevend. De raad bestaat bij voorkeur uit een groep ouders waarvan de kinderen in verschillende leerjaren en op de diverse niveaus van het Wolfert Dalton zitten. Gestreefd wordt naar een differentiatie binnen de raad in kennisvelden (zoals financiën, bouw, onderwijs, gezondheidszorg, ondernemers, kunst en cultuur, overheid, communicatie, IT, etc.). Naar behoefte komt de raad bijeen, gemiddeld eens per maand op donderdagavond. De ouderraad is bevoegd het budget van de ouderbijdrage, met goedkeuring van de directie van het Wolfert Dalton, uit te geven. Bij het beheer van de ouderbijdrage gelden spelregels met betrekking tot de uitgaven. Dit zijn: - het benutten van de bijdrage in de periode dat de leerling op school zit; - de bijdrage wordt evenredig over de school verdeeld; 59
- er kan voor grotere uitgaven worden gespaard, maar niet langer dan 2 jaar achtereenvolgend. Aan het eind van het schooljaar wordt een eindbalans opgemaakt. De ouderraad van Wolfert Dalton is onder andere bereikbaar via
[email protected].
Ouderraad Wolfert Lyceum De ouderraad heeft een adviserende functie en wordt gekozen door de ouders en vertegenwoordigt hen in contacten met de schoolleiding over zaken die de school en de leerlingen aangaan. Bij alle vergaderingen van de ouderraad is een lid van de schoolleiding aanwezig. De vergaderingen van de ouderraad zijn openbaar. De ouderraad houdt zich bezig met de (mede) organisatie van allerlei zaken die de school aangaan. Te denken valt onder meer aan de mediatheek, die mede door ouders wordt beheerd; de tweejaarlijkse beroepenmarkt, de open dag en de koffie en theevoorziening tijdens de schriftelijke eindexamens. Al deze activiteiten kosten veel tijd en energie. De ouderraad roept dan ook een ieder op om zich voor een van deze activiteiten aan te melden. Met een kleine inspanning kunnen ouders veel doen voor hun kind en voor de school. Voor inlichtingen of vragen kunt u altijd contact opnemen met een van de leden van de ouderraad. De raad beheert o.a. het schoolfonds dat gevormd wordt door de ouderbijdrage. Hieruit worden o.a. COS-activiteiten (Cultuur, Ontspanning en Sport) geldelijk ondersteund of wordt apparatuur gefinancierd. Jaarlijks wordt in november de jaarvergadering belegd. Daarnaast wordt er zes maal per jaar vergaderd. De namen van de leden van de ouderraad staan op de website van de school.
Parent/Teacher Association De Parent/Teacher Association (PTA) behartigt de belangen van de ouders met kinderen op de RISS. De PTA vergadert een keer per maand en helpt bij schoolevenementen. Het bestuur van de PTA overlegt met de directeur van de RISS, mevrouw J. Forrest.
Klankbordgroep ouders Wolfert PRO De klankbordgroep ouders is een groep ouders die informeel meedenkt over actuele schoolzaken. Ouders kunnen zo de schoolleiding adviseren over huidige en nieuwe beleidszaken. Ouders van leerlingen kunnen voorstellen doen voor agendapunten of vragen stellen aan de overige leden van de klankbordgroep. Daarnaast vervullen de ouders van de klankbordgroep een actieve rol in het ondersteunen van bijvoorbeeld de organisatie van ouderavonden, e.d. De klankbordgroep beheert een eigen budget en kan in overleg met de directie uitgaven doen die de kwaliteit van het onderwijs verder verbeteren. Het team van Wolfert PRO stelt de inbreng van ouders bij allerlei schoolse zaken zeer op prijs. Het team van Wolfert PRO is namelijk van mening dat de inbreng van u als ouder positief bijdraagt aan de ontwikkeling van onze school. Frequentie bijeenkomsten De klankbordgroep voor ouders komt minimaal vier maal per jaar voor overleg bij elkaar, bij voorkeur vroeg in de avond, met een uiterlijke sluitingstijd van 21.45 uur De data worden in onderling overleg vastgesteld en (indien mogelijk) in de jaarplanner meegenomen. Kandidaatstelling Zodra er plaats is in de klankbordgroep wordt dit via de site gecommuniceerd en worden geïnteresseerde ouders opgeroepen zich kandidaat te stellen. Ouders/verzorgers kunnen zitting hebben in de klankbordgroep voor de maximale duur van twee jaar. Na deze twee jaar is er voor nieuwe ouders gelegenheid zitting te nemen in de klankbordgroep. Communicatie De verslagen van de bijeenkomsten worden op de website van Wolfert PRO gepubliceerd. 60
Leerlingenraad Elke locatie heeft een leerlingenraad (met uitzondering van Wolfert PRO). De leerlingenraad houdt zich bezig met de belangenbehartiging van de leerling van alle afdelingen in de school. Ook houdt de leerlingenraad zich bezig met het organiseren van buitenschoolse activiteiten. Jaarlijks wordt een verkiezing gehouden met het doel een zo goed mogelijke afspiegeling te krijgen van de groep leerlingen die door de leerlingenraad wordt vertegenwoordigd. Het dagelijkse bestuur van de leerlingenraad wordt bij aanvang van het schooljaar benoemd.
61
Klachtenregeling Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam
62
ALGEMENE TOELICHTING KLACHTENREGELING
Vanaf het schooljaar 1998–1999 is er voor het openbaar onderwijs Rotterdam een klachtenregeling vastgesteld en uitgevoerd. Dit is een wettelijke verplichting.
Waarom Met de regeling wordt beoogd een zorgvuldige behandeling van klachten te garanderen. Daarmee wordt het belang van de betrokkenen gediend, maar ook het belang van de school (een veilig schoolklimaat). Het klachtrecht heeft een signaalfunctie: het bevoegd gezag en de school ontvangen signalen die hen kunnen ondersteunen bij het verbeteren van het onderwijs en de goede gang van zaken op school.
Wie kunnen een klacht indienen ? Naast ouders en leerlingen kan een ieder die deel uitmaakt van de schoolgemeenschap een klacht indienen. Deze klachtenregeling geldt voor alle scholen van de Stichting Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam hierna te noemen: BOOR.
Waarover wel en niet ? Klachten kunnen onder meer betrekking hebben op de begeleiding van leerlingen, toepassing van strafmaatregelen, beoordeling van leerlingen, de inrichting van de schoolorganisatie, seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie geweld en pesten.
De klachtenregeling is niet van toepassing op klachten waarvoor een aparte regeling en proceduremogelijkheid bij een commissie bestaan. Deze klachten dienen langs die lijn te worden afgehandeld. Zo kan een klacht die moet worden ingediend bij de commissie van beroep eindexamens of de bezwaarcommissie toelating, schorsing en verwijdering, niet via de klachtenregeling onderwijs worden ingediend. De klachtenregeling is evenmin van toepassing indien het een klacht betreft tegen een besluit van het bevoegd gezag van een openbare school in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Tegen deze besluiten is bezwaar en beroep op grond van de Awb mogelijk. Landelijke Klachtencommissie In plaats van het zelf in stand houden van een klachtencommissie heeft het bestuur besloten aan te sluiten bij de landelijke klachtencommissie voor het openbaar en het algemeen toegankelijk onderwijs. Medezeggenschap De wetgever kent rond de totstandkoming van de klachtenregeling aan de (G)MR instemmingsrecht toe. Klachtenafhandeling In het algemeen geldt de regel dat een klacht eerst door de klager met degene die de klacht betreft wordt besproken. Is dit niet afdoende, dan zijn de direct leidinggevende of de schooldirectie het aanspreekpunt. Is de klacht op schoolniveau niet afdoende opgelost, dan kan men zich richten tot het College van Bestuur van BOOR. In gevallen waarbij de (uitdrukkelijke wens tot) vertrouwelijkheid (op voorhand) een belangrijke factor is, kan de schoolcontactpersoon of externe vertrouwenspersoon 63
worden ingeschakeld. Deze functionarissen kunnen ook behulpzaam zijn bij de afweging wel of geen klacht in te dienen. Zie verder de artikelen 4 tot en met 8 van de klachtenregeling Namen en adressen: De verantwoordelijkheid voor de klachtenafhandeling vanuit het bevoegd gezag ligt bij het College van Bestuur van BOOR. Een schriftelijke klacht (zie artikel 11 en 12 van de klachtenregeling) dient te worden gericht aan: Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam t.a.v. het College van Bestuur Postbus 23058 3001 KB ROTTERDAM
Het aanspreekpunt namens het bevoegd gezag bij klachten is de bestuurssecretaris, de heer Gerard Drukker adres: Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam t.a.v Gerard Drukker Postbus 23058 3001 KB ROTTERDAM T: 010 – 2821725 F: 010 – 2821800 E:
[email protected]
De contactgegevens van de externe vertrouwenspersonen zijn te krijgen bij de schoolleiding, bij de schoolcontactpersoon of bij de bestuurssecretaris (zie hierboven).
Centraal meldpunt Vertrouwensinspecteurs Voor klachten op het gebied van (seksueel) geweld, intimidatie, discriminatie, onverdraagzaamheid, radicalisering en dergelijke kunt u contact opnemen met het landelijk meldpunt vertrouwensinspecteurs: T: 0900 -1113111 Landelijke Klachtencommissie De Stichting Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam (BOOR) is voor alle scholen aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie Onderwijs.
adres:
Landelijke Klachtencommissie Onderwijs Postbus 85191 3508 AD Utrecht T: 030 – 2809590 F: 030 – 2809591 E:
[email protected] -------------
64
HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN
ARTIKEL 1: IN DEZE REGELING GEHANTEERDE BEGRIPPEN 1. In deze regeling wordt verstaan onder: a.bevoegd gezag: de stichting Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam of de directeur of rector van een school voor zover het zijn of haar eigen school betreft en met inbegrip van de bij zijn afwezigheid of ontstentenis optredende plaatsvervanger, hierna te noemen ‘de directeur’; b. school: een school als bedoeld in de Wet op het primair onderwijs, Wet op de expertisecentra of de Wet op het voortgezet onderwijs, die valt onder het bevoegd gezag; c. klager: degene die een klacht heeft ingediend en zoals die nader omschreven is in artikel 2; d. klacht: klacht over gedragingen en beslissingen van de aangeklaagde dan wel het nalaten van gedragingen en het niet nemen van beslissingen van de aangeklaagde, zoals nader omschreven in artikel 3; e. contactpersoon: de persoon als bedoeld in artikel 4; f. vertrouwenspersoon: de persoon als bedoeld in artikel 6; g. klachtencommissie: de landelijke klachtencommissie als bedoeld in artikel 9; h. vertrouwensinspecteur: de van de Rijksinspectie voor het onderwijs deel uitmakende vertrouwensinspecteur als bedoeld in artikel 4a van de Wet op het primair onderwijs, in artikel 4a van de Wet op de expertisecentra en artikel 3 van de Wet op het voortgezet onderwijs; i. zedenmisdrijf: een misdrijf tegen de zeden als bedoeld in titel XIV van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht; k. aangeklaagde: degene tegen wie een klacht is ingediend en die een (ex-)leerling, een ouder, voogd of verzorger van een (ex-)leerling, (een lid van) het personeel van een school, (een lid van) de directie van een school, (een lid van) het Bestuur, dan wel een persoon, die anderszins met taken is belast ten behoeve van één of meerdere scholen, is. 2. Waar in deze regeling de mannelijke vorm van personen wordt gebruikt, wordt daaronder tevens de vrouwelijke vorm begrepen, tenzij uitdrukkelijk het tegendeel blijkt.
ARTIKEL 2: DE KLAGER 1. Het recht om een klacht in te dienen hebben de navolgende personen: a. een (ex-)leerling van een school voor speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, die de leeftijd van 13 jaar heeft bereikt; b. een (ex-)leerling van een school voor voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, die de leeftijd van 13 jaar heeft bereikt; c. een (ex-)leerling van een school voor voortgezet speciaal onderwijs, ongeacht zijn leeftijd; d. een (ex-)leerling van een school voor voortgezet onderwijs als bedoeld in deel I van de Wet op het voortgezet onderwijs, ongeacht zijn leeftijd; e. een ouder, voogd of verzorger van een (ex-)leerling; f. een directeur van een school; g. een ander personeelslid van een school; h. een lid van het College van bestuur; i. een persoon, die anderszins met taken is belast ten behoeve van één of meerdere scholen; j. een lid van het Bestuur; 2. Leerlingen van een school voor basisonderwijs en van een speciale school voor basisonderwijs hebben niet het zelfstandige recht tot het indienen van een klacht; zij worden bij het indienen en de behandeling van een klacht vertegenwoordigd door hun ouders, voogden of verzorgers. 3. De in het eerste lid bedoelde personen kunnen zich desgewenst te allen tijde doen bijstaan door een door hen zelf verkozen raadsman. 65
ARTIKEL 3: DE KLACHT 1. Klachten kunnen onder meer betrekking hebben op de begeleiding van leerlingen, toepassing van strafmaatregelen, beoordeling van leerlingen, de inrichting van de schoolorganisatie, seksuele intimidatie, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. 2. Onder seksuele intimidatie wordt verstaan: al dan niet opzettelijke, seksueel getinte aandacht, a. die tot uiting komt in verbaal, fysiek en/of non-verbaal gedrag, en b. die door degene die dat gedrag ondergaat, ongeacht leeftijd, sekse en/of seksuele voorkeur, als ongewenst wordt ervaren. Indien degene die dat gedrag ondergaat een minderjarige leerling is, wordt onder het begrip ‘seksuele intimidatie’ tevens begrepen het gedrag dat door de ouder(s), voogd(en) of verzorger(s) van de desbetreffende leerling als ongewenst wordt aangemerkt, ongeacht hoe dit door de leerling zelf wordt ervaren. Hetzelfde geldt voor leerlingen op ZMLK-niveau ongeacht de leeftijd. 3. Onder discriminerend gedrag wordt verstaan: elke vorm van het maken van bedoeld of onbedoeld, maar ongerechtvaardigd onderscheid, als bedoeld in artikel 2 van de Algemene wet gelijke behandeling, elke uitsluiting, beperking of voorkeur die ten doel heeft of tot gevolg kan hebben dat de erkenning, het genot of uitoefening op voet van gelijkheid van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op politiek, economisch, sociaal of cultureel terrein of op andere terreinen van het openbare leven teniet wordt gedaan of wordt aangetast. 4. Onder agressie, geweld en pesten wordt verstaan: gedragingen en beslissingen dan wel het nalaten van gedragingen en het niet nemen van beslissingen, waarbij bedoeld of onbedoeld sprake is van geestelijke en/of lichamelijke mishandeling van een persoon of groep van personen. 5. Als klachten in de zin van deze regeling worden niet aangemerkt die klachten waarvoor op grond van een wettelijke regeling een andere voorziening openstaat. Onder de klachten bedoeld in de vorige volzin worden onder meer begrepen: a. die klachten die betrekking hebben op besluiten van of het weigeren van besluiten door het bevoegd gezag, waartegen een voorziening op grond van de Algemene wet bestuursrecht of de Ambtenarenwet mogelijk is, zoals het aantekenen van bezwaar bij het bevoegd gezag, het instellen van beroep bij de sectie Bestuursrecht van de Arrondissementsrechtbank, het verzoek om een voorlopige voorziening bij die rechtbank en het instellen van hoger beroep bij de Centrale raad van Beroep; b. die klachten waarbij een beroep kan worden gedaan op de commissie van beroep examens, de geschillencommissie medezeggenschap en de geschillencommissie functiewaardering; c. die klachten die betrekking hebben op de schorsing en verwijdering van een leerling alsmede de weigering van toelating van een kandidaat-leerling. Voor deze klachten staan voorzieningen open op grond van de Algemene wet bestuursrecht.
HOOFDSTUK 2 DE CONTACTPERSOON, VERTROUWENSPERSOON EN KLACHTENCOMMISSIE
ARTIKEL 4: DE CONTACTPERSOON; VEREISTEN EN PROCEDURELE ASPECTEN 1. Er is op iedere school tenminste één contactpersoon. 2. De contactpersoon is een personeelslid werkzaam op de desbetreffende school. 3. In afwijking van het bepaalde in de eerste volzin kan slechts in het bijzondere geval dat geen van de desbetreffende personeelsleden bereid is contactpersoon te zijn een ander persoon die bij voorkeur deel uitmaakt van de desbetreffende schoolgemeenschap contactpersoon zijn. 4. De directeur wijst een contactpersoon aan. De aanwijzing geschiedt voor bepaalde of onbepaalde tijd. Ten aanzien van de keuze wie wordt aangewezen, heeft de desbetreffende medezeggenschapsraad instemmingsrecht. De aanwijzing behoeft tevens de uitdrukkelijke schriftelijke instemming van de aan te wijzen persoon zelf. 66
5. 6.
7.
Indien daartoe gegronde redenen bestaan, kan de directeur een aanwijzing tot contactpersoon tijdelijk schorsen. De directeur trekt de aanwijzing in: a. op verzoek van de contactpersoon zelf; b. indien daartoe, gehoord de directeur en de betrokken contactpersoon, gegronde redenen bestaan. De aanwijzing vervalt van rechtswege: a. bij een aanwijzing voor bepaalde tijd, na ommekomst van die tijd; b. op het moment dat de contactpersoon, zijnde personeelslid, ophoudt werkzaam te zijn op de desbetreffende school.
ARTIKEL 5: DE CONTACTPERSOON; TAKEN EN WIJZE VAN TAAKVERVULLING 1. De contactpersoon fungeert als een eerste aanspreekpunt bij klachten of mogelijke klachten, verstrekt desgevraagd de nodige informatie in dat kader en verwijst de betrokkene naar de vertrouwenspersoon, dan wel een andere daarvoor in aanmerking komende persoon of instantie. De contactpersoon is toegankelijk voor alle betrokkenen bij de desbetreffende school. Hij neemt bij zijn werkzaamheden de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht. 2. De contactpersoon is in principe verplicht tot geheimhouding van al die zaken, die hij in de hoedanigheid van contactpersoon verneemt. Deze verplichting geldt niet: a. indien en voor zover een behoorlijke taakvervulling redelijkerwijs met zich brengt dat een andere persoon of instantie van bepaalde informatie in kennis gesteld moet worden; b. gevraagd en ongevraagd ten opzichte van de vertrouwenspersoon; c. ten opzichte van de klachtencommissie in het kader van een procedure voor die commissie; d. ten opzichte van het bevoegd gezag, de vertrouwensinspecteur, politie- en justitieambtenaren en de rechter in geval van een zedenmisdrijf, met inbegrip van aanwijzingen voor alsmede een redelijk vermoeden van een dergelijk misdrijf. 3. In het geval bedoeld in het tweede lid onder d. geldt ook voor de contactpersoon de wettelijke meldingsplicht naar het bevoegd gezag. 4. In alle gevallen waarin de verplichting tot geheimhouding niet geldt, doet de contactpersoon hiervan uitdrukkelijk mededeling aan degene die met de contactpersoon uit dien hoofde contact heeft gezocht, onder vermelding van wat en aan wie hij informatie zal verstrekken.
ARTIKEL 6: DE VERTROUWENSPERSOON; VEREISTEN EN PROCEDURELE ASPECTEN 1. Voor de scholen zijn er tenminste twee vertrouwenspersonen, bij voorkeur een vrouw en een man. 2. Een personeelslid werkzaam op één of meer scholen onder het Bestuur kan geen vertrouwenspersoon zijn, net zo min als een lid van het Bestuur. 3. Het College van Bestuur bepaalt hoeveel – twee of meer – personen als vertrouwenspersonen aangewezen zullen worden, of voor hen een gelijke dan wel verschillende taakomschrijving zal gelden en wat voor de desbetreffende persoon de taakomschrijving zal zijn. Indien er een verschillende taakomschrijving gaat gelden kan deze variëren naar de onderwijssoort en/of naar de soort klachten. 4. Het College van Bestuur wijst een vertrouwenspersoon aan. De aanwijzing geschiedt voor bepaalde of onbepaalde tijd. Ten aanzien van de keuze wie wordt aangewezen hebben de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad en bij het afwezig zijn van zo’n raad de medezeggenschapsraden adviesrecht. De aanwijzing behoeft tevens de uitdrukkelijke schriftelijke instemming van de aan te wijzen persoon zelf. 5. Het College van Bestuur ziet er bij zijn voorstellen en zijn aanwijzingen op toe dat de aan te wijzen personen: a. zicht hebben op het onderwijs en de participanten daarin; d. kundig zijn op het terrein van opvang en verwijzing; e. zoveel mogelijk het vertrouwen geniet van alle bij de scholen betrokken partijen; f. over de vaardigheden beschikken om begeleidingsgesprekken te leiden. 6. Indien daartoe gegronde redenen bestaan, kan het College van Bestuur een aanwijzing tot vertrouwenspersoon tijdelijk schorsen. 7. Het College van Bestuur trekt de aanwijzing in: a. op verzoek van de vertrouwenspersoon zelf; b. indien daartoe, gehoord de betrokken vertrouwenspersoon, gegronde redenen bestaan. 67
8.
Een aanwijzing voor bepaalde tijd, vervalt van rechtswege na ommekomst van die tijd.
ARTIKEL 7: DE VERTROUWENSPERSOON; TAKEN EN WIJZE VAN TAAKVERVULLING 1. De vertrouwenspersoon fungeert – veelal door tussenkomst of op verwijzing van een contactpersoon - als aanspreekpunt bij klachten of mogelijke klachten. Hij neemt bij zijn werkzaamheden de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht. 2. De vertrouwenspersoon gaat in eerste instantie na of degene, die zich tot hem heeft gewend omdat hij indiening van een klacht overweegt, getracht heeft zijn problemen met degene, tegen wie hij zijn bedenkingen heeft, dan wel met de directeur van de desbetreffende school op te lossen. Indien dit niet het geval is gaat hij na of dit redelijkerwijs alsnog mogelijk is. Zo ja, dan verwijst hij de betrokkene naar degene tegen wie hij zijn bedenkingen heeft en / of naar de desbetreffende directeur en bemiddelt zo nodig daarbij. 3. Indien een terugverwijzing als bedoeld in de eerste volzin van het tweede lid redelijkerwijs niet mogelijk is kan de vertrouwenspersoon een betrokkene in overweging geven, gelet op de ernst van de zaak, geen klacht in te dienen, een klacht in te dienen bij de daarvoor in aanmerking komende functionaris van het bevoegd gezag of bij de klachtencommissie, contact op te nemen met de vertrouwensinspecteur, dan wel aangifte te doen bij de politie of justitie. 4. Indien voor de bedenkingen die betrokkene heeft, kennelijk een andere procedure openstaat dan een procedure op grond van deze klachtenregeling, verwijst de vertrouwenspersoon de betrokkene nadrukkelijk naar die andere procedure. 5. De vertrouwenspersoon draagt er bij het uitbrengen van zijn adviezen zorg voor dat het risico voor betrokkene dat hij bij de opvolging van die adviezen repercussies ondervindt, zo gering mogelijk is. Indien een dergelijk risico redelijkerwijs niet is te vermijden, wijst de vertrouwenspersoon betrokkene nadrukkelijk op dat risico. 6. De vertrouwenspersoon begeleidt voor zoveel nodig en voor zover mogelijk degene die zich tot hem heeft gewend met bedenkingen en / of klachten. Tot deze begeleiding behoort onder meer: a. het betrokkene voorzien van de nodige informatie in geval van een verdere procedure; b. het ondersteunen van de klager bij het indienen van een klacht bij de klachtencommissie of bij het bevoegd gezag; c. het betrokkene desgewenst bijstand verlenen bij het doen van aangifte bij politie of justitie; d. het betrokkene, indien en voor zover noodzakelijk en wenselijk, verwijzen naar andere instanties gespecialiseerd in opvang en nazorg; e. het er zich van vergewissen, dat de aanleiding tot het uiten van bedenkingen dan wel tot de klacht zoveel mogelijk daadwerkelijk is weggenomen. 7. Indien de klager dan wel degene die bedenkingen heeft geuit tegenover de vertrouwenspersoon een minderjarige leerling is, worden met medeweten van die leerling, zijn ouder(s), voogd(en) of verzorger(s) hiervan door de vertrouwenspersoon in kennis gesteld, tenzij naar het oordeel van de vertrouwenspersoon het belang van de desbetreffende leerling zich daartegen verzet. 8. Indien de vertrouwenspersoon slechts aanwijzingen, doch geen concrete klachten bereiken, kan hij deze ter kennis brengen van het College van Bestuur en / of de directeur, al dan niet voorzien van een nadere aanbeveling. 9. De vertrouwenspersoon geeft gevraagd en ongevraagd advies over de door het bevoegd gezag te nemen maatregelen of besluiten. 10. De vertrouwenspersoon is in principe verplicht tot geheimhouding van al die zaken, die hij in de hoedanigheid van vertrouwenspersoon verneemt. Deze verplichting geldt niet: a. indien en voor zover een behoorlijke taakvervulling redelijkerwijs met zich brengt dat een andere persoon of instantie van bepaalde informatie in kennis gesteld moet worden; b. ten opzichte van de klachtencommissie in het kader van een procedure voor die commissie; c. ten opzichte van het bevoegd gezag, de vertrouwensinspecteur, politie- en justitieambtenaren en de rechter in geval van een zedenmisdrijf, met inbegrip van aanwijzingen voor alsmede een redelijk vermoeden van een dergelijk misdrijf. 11. In het geval bedoeld in het tiende lid onder c. geldt ook voor de vertrouwenspersoon de wettelijke meldingsplicht naar het bevoegd gezag. 12. In alle gevallen waarin de verplichting tot geheimhouding niet geldt, doet de vertrouwenspersoon hiervan uitdrukkelijk mededeling aan degene die met de vertrouwenspersoon uit dien hoofde contact heeft gezocht, onder vermelding van wat en aan wie hij informatie zal verstrekken. 68
13.
De vertrouwenspersoon brengt jaarlijks schriftelijk verslag uit van zijn werkzaamheden aan het Bestuur.
ARTIKEL 8: MOGELIJKE TAKEN VAN DE VERTROUWENSPERSOON IN GEVAL AANWIJZINGEN OF VERMOEDEN VAN EEN ZEDENMISDRIJF 1. Het College van Bestuur kan besluiten de vertrouwenspersoon met één of meer van de navolgende taken te belasten: a. het namens het bevoegd gezag in ontvangst nemen van meldingen van aanwijzingen, dan wel redelijke vermoedens van een zedenmisdrijf als bedoeld in Hoofdstuk 4 van deze regeling; b. het namens het bevoegd gezag in overleg treden met de vertrouwensinspecteur; c. het namens het bevoegd gezag informeren van de ouder(s), voogd(en) of verzorger(s) van het vermoedelijke slachtoffer en de vermoedelijke dader van het feit dat aangifte zal worden gedaan; d. het namens het bevoegd gezag aangifte doen bij politie of justitie van het vermoeden van een zedenmisdrijf; e. het namens het bevoegd gezag informeren van de vertrouwensinspecteur, een en ander overeenkomstig de desbetreffende wettelijke bepalingen. 2. Indien het College van Bestuur een besluit als bedoeld in het eerste lid heeft genomen heeft de vertrouwenspersoon de verplichting van iedere stap die hij in dat kader heeft genomen onverwijld mededeling te doen aan het College van Bestuur. 3. Het College van Bestuur bepaalt of, wanneer en op welke wijze de desbetreffende directeur geïnformeerd wordt.
ARTIKEL 9: AANSLUITING BIJ LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE Het bevoegd gezag is voor de scholen aangesloten bij de landelijke klachtencommissie voor het openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs. Het reglement en de brochure van de landelijke klachtencommissie maken deel uit van deze regeling en zijn toegevoegd als bijlage.
ARTIKEL 10: TAAK LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE De klachtencommissie geeft gevraagd of ongevraagd advies aan het bevoegd gezag over: a. de gegrondheid of ongegrondheid van een klacht; b. het nemen van maatregelen; c. overige door het bevoegd gezag te nemen besluiten.
HOOFDSTUK 3 DE KLACHTENBEHANDELING
ARTIKEL 11: INDIENING VAN EEN KLACHT 1. Een klacht wordt pas ingediend nadat de klager in redelijkheid heeft geprobeerd de klacht of bedenking met de betrokkene of diens leidinggevende op te lossen. 2. De klager dient een klacht in bij: a. het bevoegd gezag, of b. de landelijke klachtencommissie. 3. Een klacht dient in beginsel ingediend te worden binnen een jaar nadat het feit of de feiten die aanleiding hebben gegeven tot de klacht zich hebben voorgedaan. Indien daartoe gegronde, door de klachtencommissie bij haar oordeel uitdrukkelijk aan te geven redenen bestaan, kan de klachtencommissie een later ingediende klacht eveneens in behandeling nemen. 4. Indien een klacht bij het bevoegd gezag wordt ingediend, verwijst het bevoegd gezag de klager naar de vertrouwenspersoon of naar de klachtencommissie, tenzij het bevoegd gezag besluit de klacht zelf af te handelen, op de wijze en onder de waarborgen zoals vermeld in artikel 13 van deze regeling. 5. Indien de klacht wordt ingediend bij een ander orgaan dan het in het eerste lid genoemde, verwijst de ontvanger de klager aanstonds naar de klachtencommissie of naar het bevoegd gezag. De ontvanger is tot geheimhouding verplicht. 69
ARTIKEL 12: INHOUD VAN EEN KLACHT 1. Een klacht wordt schriftelijk ingediend en ondertekend door de klager dan wel diens wettelijke vertegenwoordiger, of zijn raadsman of gemachtigde. 2. Van een mondeling ingediende klacht wordt terstond door de ontvanger als bedoeld in artikel 11 een verslag gemaakt, dat door de klager voor akkoord wordt getekend en waarvan hij een afschrift ontvangt. 3. Een klacht bevat ten minste: a. de naam en het adres van de klager; b. de dagtekening; c. een omschrijving van de klacht. 4. Indien niet is voldaan aan het gestelde in het derde lid, wordt de klager in de gelegenheid gesteld het verzuim binnen twee weken te herstellen. Is dan nog niet voldaan aan het gestelde in het derde lid, dan wordt de klacht niet-ontvankelijk verklaard, tenzij er gegronde uitdrukkelijk aan te geven redenen bestaan om een nietontvankelijk-verklaring achterwege te laten.
ARTIKEL 13: BEHANDELING VAN EEN KLACHT DOOR HET BEVOEGD GEZAG 1. Indien een klacht is ingediend bij het bevoegd gezag kan het besluiten de klacht zelf af te handelen indien hij van mening is dat de klacht op eenvoudige wijze kan worden afgehandeld. 2. Het bevoegd gezag bevestigt de ontvangst van de klacht schriftelijk. 3. Het bevoegd gezag stelt de klager en de aangeklaagde(n) op wiens gedrag de klacht betrekking heeft in de gelegenheid te worden gehoord. 4. Van het horen van de klager kan worden afgezien indien de klacht kennelijk ongegrond is, dan wel indien de klager heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord. 5. Van het horen wordt een verslag gemaakt. 6. Het bevoegd gezag handelt de klacht binnen 6 weken af. Het bevoegd gezag kan de afhandeling voor ten hoogste 4 weken verdagen. Van de verdaging wordt schriftelijk mededeling gedaan aan de klager en aan de aangeklaagde(n) op wiens gedraging de klacht betrekking heeft. 7. Het bevoegd gezag kan een voorlopige voorziening treffen en bepaalt daarbij tevens tot welk moment deze voorlopige voorziening duurt. 8. Het bevoegd gezag stelt de klager, de aangeklaagde en de directeur van de desbetreffende school schriftelijk in kennis van de bevindingen van het onderzoek naar de klacht alsmede van de eventuele conclusies die het daaraan verbindt. 9. Indien vervolgens nog een klacht kan worden ingediend bij een persoon of college, aangewezen om klachten van het bevoegd gezag te behandelen, wordt daarvan bij de kennisgeving melding gemaakt. 10. Indien een klager niet tevreden is over de wijze waarop het bevoegd gezag de klacht heeft afgehandeld is de klager te allen tijde bevoegd alsnog na die afhandeling een klacht in te dienen bij de klachtencommissie. 11. Het bevoegd gezag neemt bij de behandeling van de klacht de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht.
ARTIKEL 14: In alle gevallen waarin de landelijke klachtencommissie de klacht behandelt, is het geldende reglement van de landelijke klachtencommissie van toepassing.
ARTIKEL 15: BESLUITVORMING BEVOEGD GEZAG NA ONTVANGST ADVIES KLACHTENCOMMISSIE 1. Binnen vier weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie informeert het bevoegd gezag de klager, de aangeklaagde, de directeur van de desbetreffende school en de klachtencommissie schriftelijk over de inhoud van het advies van de landelijke klachtencommissie en eventueel welke gevolgen het daaraan geeft. 70
2.
3.
4.
De mededeling gaat vergezeld van afschriften van het advies van de klachtencommissie en van het verslag van de hoorzitting, indien en voor zover zwaarwegende belangen van klager en/of aangeklaagde zich niet verzetten. De in het eerste lid bedoelde termijn van vier weken kan met ten hoogste vier weken worden verlengd. Deze verlenging meldt het bevoegd gezag met redenen omkleed aan de klager, de aangeklaagde, de klachtencommissie en de betrokken directeur. Uitsluitend voor zover het bevoegd gezag een voor bezwaar en beroep vatbaar besluit neemt, als bedoeld in het eerste lid, wordt de aangeklaagde op behoorlijke wijze in de gelegenheid gesteld: a. zich tegen het door het bevoegd gezag voorgenomen besluit mondeling en/of schriftelijk te verweren indien dat voorgenomen besluit een nadelige strekking of elementen heeft ten aanzien van de aangeklaagde; b. over het door het bevoegd gezag voorgenomen besluit mondeling en/of schriftelijk zijn gevoelens kenbaar te maken indien dat voorgenomen besluit een positieve strekking of elementen heeft ten aanzien van de aangeklaagde. Bij een besluit als bedoeld onder b. van het derde lid draagt het bevoegd gezag er zorg voor dat – voor zoveel nodig en zoveel mogelijk in overleg met de aangeklaagde – maatregelen bevat die de aangeklaagde zo goed mogelijk en op passende wijze rehabiliteren indien daar een gerede aanleiding toe is.
ARTIKEL 16: DE (GEMEENSCHAPPELIJKE) MEDEZEGGENSCHAPSRAAD Het bevoegd gezag verschaft de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad terstond informatie over elk oordeel van de klachtencommissie, bedoeld in artikel 14, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 23 van de Wet op de expertisecentra en artikel 24b van de Wet op het voortgezet onderwijs, waarbij de commissie een klacht gegrond heeft geoordeeld en over de eventuele maatregelen die het bevoegd gezag naar aanleiding van dat oordeel zal nemen, een en ander met inachtneming van de regelingen, bedoeld in de artikelen 12, eerste lid, onderdeel m, 13, onderdeel i en 14, tweede lid, onderdeel f en derde lid, onderdeel d van de Wet medezeggenschap op scholen.
ARTIKEL 17: REHABILITATIE 1. Indien een klacht ten onrechte bij de vertrouwenspersoon, de landelijke klachtencommissie of het bevoegd gezag blijkt te zijn ingediend, kan het bevoegd gezag, voor zover zij meent dat dit noodzakelijk is, in een passende rehabilitatie voorzien. 2. Bij een valse beschuldiging treft het bevoegd gezag maatregelen tegen degene die de valse beschuldiging geuit heeft om enerzijds recht te doen aan het beschuldigde personeelslid en anderzijds duidelijk te maken aan de leden van de schoolgemeenschap dat valse beschuldigingen niet worden getolereerd op school. 3. Maatregelen die in het kader van dit artikel kunnen worden genomen zijn bijschreven in de bijlage bij dit reglement.
HOOFDSTUK 4
DE MELDINGS-, OVERLEG- EN AANGIFTEPLICHT INZAKE ZEDENMISDRIJVEN
ARTIKEL 18: MELDINGSPLICHT Indien een personeelslid van een school op enigerlei wijze bekend is geworden dat een ten behoeve van de school met taken belast persoon, zijnde al dan niet lid van het personeel, zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een zedenmisdrijf jegens een (minderjarige) leerling van de school, is het personeelslid wettelijk verplicht het bevoegd gezag, dan wel, indien het bevoegd gezag toepassing heeft gegeven aan artikel 8, lid 1, sub a., de vertrouwenspersoon daarvan onverwijld in kennis te stellen.
ARTIKEL 19: OVERLEGPLICHT Indien het bevoegd gezag op enigerlei wijze bekend is geworden dat een ten behoeve van zijn school met taken belast persoon zich mogelijk schuldig maakt of heeft gemaakt aan een zedenmisdrijf jegens een (minderjarige) leerling van een school, is het bevoegd gezag, dan wel, indien het bevoegd gezag 71
toepassing heeft gegeven aan artikel 8, lid 1, sub b., de vertrouwenspersoon wettelijk verplicht onverwijld in overleg te treden met de vertrouwensinspecteur.
ARTIKEL 20: AANGIFTEPLICHT 1. Indien uit het overleg, bedoeld in artikel 18 moet worden geconcludeerd dat er sprake is van een redelijk vermoeden dat de desbetreffende persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een zedenmisdrijf jegens een minderjarige leerling van een school is het bevoegd gezag dan wel, indien het bevoegd gezag toepassing heeft gegeven aan artikel 8, lid 1 sub d., de vertrouwenspersoon, wettelijk verplicht hiervan onverwijld aangifte te doen bij de politie of de justitie. 2. Van zo’n aangifte als bedoeld in het eerste lid is het bevoegd gezag dan wel, indien het bevoegd gezag toepassing heeft gegeven aan artikel 8, lid 1 sub e., de vertrouwenspersoon, wettelijk verplicht onverwijld mededeling te doen aan de vertrouwensinspecteur. 3. Alvorens over te gaan tot het doen van aangifte is het bevoegd gezag dan wel, indien het bevoegd gezag toepassing heeft gegeven aan artikel 8, lid 1 sub c., de vertrouwenspersoon, wettelijk verplicht de ouders van de betrokken leerling en de desbetreffende persoon tegen wie aangifte gedaan zal worden van het voornemen tot het doen van aangifte op de hoogte te stellen.
HOOFDSTUK 5
DE VERTROUWENSINSPECTEUR
ARTIKEL 21: DE VERTROUWENSINSPECTEUR 1. Op grond van de desbetreffende wettelijke bepalingen is de vertrouwensinspecteur werkzaam ten behoeve van: a. leerlingen die het slachtoffer zijn van seksueel misbruik of seksuele intimidatie, gepleegd door een ten behoeve van een school met taken belast persoon of een leerling van de school; b. ten behoeve van een school met taken belaste personen die het slachtoffer zijn van seksueel misbruik of seksuele intimidatie, gepleegd door een ten behoeve van de school met taken belast persoon of een leerling van de school; c. leerlingen, ten behoeve van een school met taken belaste personen, bevoegde gezagsorganen, ouders, voor scholen ingestelde klachtencommissies, vertrouwenspersonen en contactpersonen, die geconfronteerd worden met een geval van seksueel misbruik of seksuele intimidatie als bedoeld onder a of b. 2. Naast zijn taken, voortvloeiend uit artikel 18, heeft de vertrouwensinspecteur ten behoeve de in het eerste lid genoemde personen en organen de volgende taken: a. het fungeren als aanspreekpunt; b. het adviseren over eventueel te nemen stappen; c. het bijstaan bij het nemen van stappen gericht op het zoeken naar een oplossing; d. het desgevraagd begeleiden bij het indienen van een klacht of het doen van aangifte. 3. De vertrouwensinspecteur is, voor zover het betreft een zedenmisdrijf jegens een al dan niet minderjarige leerling of jegens een ten behoeve van een school met taken belast persoon, vrijgesteld van wettelijke verplichting tot het doen van aangifte. 4. De vertrouwensinspecteur is verplicht tot geheimhouding van hetgeen hem in de uitoefening van zijn functie is toevertrouwd door een leerling, de ouders, voogden of verzorgers van een leerling of een ten behoeve van een school met taken belast persoon.
HOOFDSTUK 6
INFORMATIEVOORZIENING BELANGHEBBENDEN
ARTIKEL 22: PUBLICATIE REGELING 1. Het bevoegd gezag draagt zorg dat deze regeling voor een ieder ter inzage wordt gelegd op iedere school. 2. Deze regeling wordt in iedere schoolgids van iedere school opgenomen, dan wel als afzonderlijk document uitgereikt aan iedere belanghebbende aan wie ook de schoolgids uitgereikt moet worden. 72
3.
Het bevoegd gezag draagt zorg dat aan iedere belanghebbende die daarom verzoekt informatie uit of over deze regeling dan wel nadere toelichting op deze regeling wordt verstrekt.
ARTIKEL 23: VERSTREKKING VAN OVERIGE INFORMATIE Het bevoegd gezag draagt er zorg voor dat aan iedere belanghebbende kenbaar wordt gemaakt: a. de adressen van het bevoegd gezag; b. de namen en telefoonnummers van de vertrouwenspersonen; c. de namen en telefoonnummers van de klachtenbehandelaars. De scholen van het bevoegd gezag dragen er zorg voor dat aan iedere belanghebbende kenbaar wordt gemaakt: a. de namen en telefoonnummers van de contactpersonen; b. de taakverdeling van de contactpersonen.
HOOFDSTUK 7 SLOTBEPALINGEN
ARTIKEL 24: ONVOORZIENE GEVALLEN In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het bevoegd gezag.
ARTIKEL 25: De algemene toelichting en de brochure en het reglement van de landelijke klachtencommissie maken deel uit van de klachtenregeling
ARTIKEL 26: INTREKKING OUDE REGELING De “Klachtenregeling openbaar onderwijs Rotterdam’, in werking getreden op 1 januari 2007 vervalt bij inwerkingtreding van deze regeling.
ARTIKEL 27: CITEERTITEL Deze regeling kan worden aangehaald als “Klachtenregeling en regeling meldings-, overleg- en aangifteplicht zedenmisdrijven Openbaar Onderwijs Rotterdam’.
ARTIKEL 28: INWERKINGTREDING Deze regeling treedt in werking op de eerste dag volgend op de dag dat deze is vastgesteld.
Aldus vastgesteld door het Bestuur Openbaar Onderwijs Rotterdam, te Rotterdam op
Namens voornoemd bestuur, voorzitter College van Bestuur
lid College van Bestuur
W.H. Blok……………………………………..
J.C. Rath…………………………………….
73