POLITIEREGLEMENT OP DE GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES DEEL 1. ALGEMEEN DEEL. TITEL I : ALGEMENE BEPALINGEN. Art. 1 - Toepassingsgebied. Dit reglement geldt met behoud van de toepassing van enige andere wetgeving. Art. 2 - Bevelen burgemeester. Iedereen moet de bevelen van de burgemeester, gegeven krachtens artikel 133 van de Nieuwe Gemeentewet, naleven. Art. 3 - Definities. Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder : Openbare overlast : Een lichte vorm van verstoring van openbare rust, veiligheid, gezondheid en reinheid en heeft betrekking op : - de individuele, collectieve of materiële gedragingen die het harmonieuze verloop van de menselijke activiteiten kunnen verstoren en de levenskwaliteit van de inwoners kunnen beperken op een manier die de normale druk van het sociale leven overschrijden, - de aantasting van de leefbaarheid of het leefbaarheidsgevoel door omgevingsfactoren van materiële of personele aard die mee het onveiligheidsgevoel veroorzaken, Openbare ruimte : De openbare weg, de terreinen toegankelijk voor het publiek en de niet openbare terreinen, op het ogenblik dat zij voor één of meerdere personen vrij toegankelijk zijn. Zij omvat onder andere : - de openbare wegen, met inbegrip van de voetpaden en de bermen; - de openbare plaatsen ingericht als aanhorigheden van de openbare wegen onder meer bestemd voor het parkeren van voertuigen of als tuin, als wandelpark, als sportterrein of als markt. Openbare weg : Een openbare of private plaats, toegankelijk voor alle weggebruikers. Voetpad of trottoir : Het gedeelte van de openbare weg, al dan niet verhoogd aangelegd ten opzichte van de rijbaan, in ’t bijzonder ingericht voor het verkeer van voetgangers; het trottoir is verhard en de scheiding ervan met de andere gedeelten van de openbare weg is duidelijk herkenbaar voor alle weggebruikers. Recipiënt : Een object dat door dit reglement wordt voorgeschreven of is toegelaten voor de inzameling van huisvuil. Gemengde inbreuken : Inbreuken uit het Strafwetboek die aanleiding geven tot een strafrechtelijke of een administratieve sanctie. Nacht : De periode tussen 22u en 6u. Bewoning : alle vormen van wonen in de ruimst mogelijke zin. Officiële of publieke mededeling : alle vormen van aankondiging, welke ook de materiële drager zij. TITEL II : DE OPENBARE RUST. HOOFDSTUK I : GELUID- EN LAWAAIHINDER. AFDELING 1 : ALGEMENE BEPALINGEN. Art. 4 - Geluid- en lawaaihinder. §1. Het is verboden geluid, gerucht of rumoer bij dag te veroorzaken zonder reden of zonder noodzaak als dat toe te schrijven is aan een gebrek aan vooruitzicht en voorzorg en de rust van de inwoners in het gedrang brengt. Toelichting : Naast de specifieke beperkingen van de verschillende vormen van geluidsoverlast die in de volgende artikelen staan, is dit een algemene bepaling die bij elke vorm van geluidsoverlast op gelijk welk ogenblik gebruikt kan worden. Art. 5 - Niet-hinderlijk geluid (geen bestraffing). Een geluid wordt als niet-hinderlijk beschouwd en kan geen aanleiding geven tot een gerechtvaardigde klacht wanneer het bijvoorbeeld het gevolg is van :
- werken aan de openbare weg of voor het aanleggen van openbare nutsvoorzieningen, uitgevoerd met toestemming van de daartoe bevoegde overheid of in opdracht van die overheid - van werken die op werkdagen en zaterdagen aan private eigendommen worden uitgevoerd, waarvoor de bevoegde overheid een vergunning heeft verleend, en van verbeterings-, verbouwings- of onderhoudswerken aan dergelijke eigendommen die zonder vergunning kunnen worden uitgevoerd, en waarbij de nodige voorzorgen worden getroffen om overdreven of niet noodzakelijk lawaai te voorkomen - van werken of handelingen die dringend of zonder verder uitstel moeten worden uitgevoerd ter bescherming van personen of eigendommen, of ter voorkoming van rampen - van een door het gemeentebestuur vergunde manifestatie, voor zover de in de vergunning opgelegde voorwaarden worden nageleefd - van spelende kinderen, die onder toezicht staan van georganiseerde opvang of op een wijkspeelpleintje. AFDELING 2 : SPECIFIEKE BEPALINGEN. Art. 6 - Laden en lossen. Voor het hanteren, laden of lossen van materialen, toestellen of andere voorwerpen die geluiden kunnen voortbrengen zoals onder andere platen, bladen, staven, dozen, vaten, metalen of andere recipiënten, gelden de volgende principes : - de voorwerpen moeten gedragen worden zonder ze te slepen en ze moeten op de grond geplaatst worden zonder ze te werpen - als de voorwerpen door hun afmetingen of hun gewicht niet gedragen kunnen worden, moeten ze uitgerust zijn met een voorziening zodat ze geluidsarm verplaatst kunnen worden. Art. 7 - Muziek. Behoudens machtiging van de burgemeester is in de openbare ruimte het gebruik van al dan niet elektronisch versterkte muziek, alsook het gebruik van luidsprekers en versterkers verboden. Art. 8 - privé-eigendommen en voertuigen. §1. Het is verboden op de openbare weg en op de openbare plaatsen (groene zone, parken en andere), in de open lucht radio’s, televisietoestellen, jukeboxen, grammofonen, registreerapparaten, luidsprekers en in het algemeen alle soorten ontvang- en zendtoestellen te laten functioneren, tenzij de voortgebrachte geluidssterkte het niveau van 75 db (A) (LAmax) niet overtreft, gemeten op een plaats waar er zich personen kunnen bevinden. §2. Het gebruik van deze toestellen binnenshuis en op particuliere eigendom mag niet hoorbaar zijn op de openbare weg en op openbare plaatsen. §3. Het is verboden elektronisch versterkte muziek in voertuigen te produceren die hoorbaar is buiten het voertuig. De overtredingen tegen deze bepaling, die aan boord van voertuigen worden begaan, worden verondersteld door de bestuurder te zijn begaan, tot bewijs van het tegendeel. §4. De burgemeester kan afwijkingen op bovenstaande bepalingen toestaan. Art. 9 - Voertuigen draaiend houden. Het is verboden tussen 22 uur en 6 uur op een afstand van minder dan 50 m van de dichtstbijzijnde woning voertuigen of toebehoren bij het voertuig (o.a. koelinstallaties) draaiende te houden terwijl het voertuig langdurig stilstaat, tenzij daartoe noodzaak is, en indien de nodige voorzorgen genomen zijn. Art. 10 - Voertuig met luidsprekers. §1. Het gebruik van voertuigen met luidsprekers voor reclame, propaganda of andere doeleinden, is alleen geoorloofd mits voorgaande toelating van de burgemeester. §2. De machtiging moet steeds in het voertuig aanwezig zijn. Ze kan slechts toegestaan worden van 08u00 tot 18u00 in de periode van 01 oktober tot 31 maart en van 08u00 tot 20u00 in de periode van 1 april tot 30 september. Het geproduceerde geluidsniveau mag daarenboven niet hoger liggen dan 90dB(A) (LAmax), gemeten op een plaats waar er zich personen bevinden.
Art. 11 - Alarmsysteem voertuig. Voertuigen die zich in de openbare ruimte of op privé-eigendommen bevinden en met een alarmsysteem uitgerust zijn, mogen in geen enkel geval de buurt verstoren. De eigenaar van een voertuig waarvan het alarm afgaat moet het alarm dadelijk uitschakelen. Wanneer de eigenaar niet opdaagt nadat het alarm ongepast afgegaan is, mogen de politiediensten de nodige maatregelen nemen om die hinder te beëindigen op kosten en op risico van de overtreder. Art. 12 - Grasmaaiers en andere lawaaierige machines aangedreven door een of meerdere motoren. Het gebruik in open lucht van houtzagen, grasmaaiers of andere werktuigen, aangedreven door ontploffings -en/of elektrische motoren, is alleen toegestaan tussen 08u00 en 22u00. Dit artikel is niet van toepassing voor de normale exploitatie van landbouwgronden. Art. 13 - Toestellen voor recreatief gebruik. §1. Het is verboden met ontploffingsmotoren aangedreven speeltuigen en experimenteertuigen, zoals modelvoertuigen, modelvliegtuigen en modelvaartuigen, te gebruiken om er oefeningen, persoonlijke of groepsvermakelijkheden, wedstrijden of manifestaties mee te houden of te organiseren in de openlucht. Dit verbod geldt niet op de erkende terreinen waarop afzonderlijke reglementen of vergunningen van toepassing zijn. §2. Afwijkingen hierop kunnen door de burgemeester worden toegestaan. Art. 14 - Vuurwerk. §1. Met behoud van de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen, is het verboden, zowel op de openbare weg als op private domeinen, binnenplaatsen en op alle plaatsen die palen aan de openbare weg om het even welk vuurwerk af te steken of voetzoekers, thunderflashes, knal- en rookbussen te laten ontploffen. Dit verbod geldt eveneens voor het oplaten van (Thaise, Chinese,…) wensballonnen, geluksballonnen, skylanterns en vuurballonnen. §2. De burgemeester is er toe gemachtigd toestemming te verlenen om feestvuurwerk af te steken of om vreugdeschoten af te vuren in de gemeente. Wel is vereist dat bij deze handelingen de gepaste veiligheidsmaatregelen worden genomen om het veroorzaken van schade of gevaar aan derden te vermijden. Toelichting: het persoonlijk bezit van vuurwerk wordt geregeld door art. 265 tot 268 van het KB van 23 september 1958 en latere wijzigingen. Art. 15 - Geluid voortgebracht door dieren. Dieren mogen geen abnormale hinder zoals aanhoudend geblaf, geschreeuw of gekrijs veroorzaken die storend is voor de omwonenden. De houders, bezitters of begeleiders van dieren zijn daarvoor verantwoordelijk. Art. 16 - Straatmuzikanten. Het is verboden om op een openbare plaats zang-, muziek- of andere voorstellingen te geven zonder voorafgaandelijk daartoe de schriftelijke toelating van de burgemeester te bekomen. HOOFDSTUK II : DIEREN. Art. 17 - Bewaking van dieren. Het is de eigenaars, bezitters, bewakers of houders van dieren verboden dieren onbewaakt te laten rondlopen op openbare wegen en voor het publiek toegankelijke plaatsen. De bewaking moet zo zijn dat de begeleider het dier op elk ogenblik kan beletten om personen of dieren te intimideren of lastig te vallen, voertuigen te bespringen of private eigendommen te betreden. Honden dienen aan de lijn gehouden te worden op alle voor het publiek toegankelijke plaatsen : - op de openbare wegen, - in de openbare parken en plantsoenen, alsmede op de begraafplaatsen. Art. 18 - Ophitsen van dieren.
Het is de eigenaars, bezitters, bewakers of houders van dieren, verboden hun dieren op te hitsen. Ze moeten beletten dat deze voorbijgangers aanvallen of achtervolgen, zelfs als er geen kwaad of schade uit volgt. Art. 19 - Openbare gebouwen. De toegang van dieren is verboden in de openbare gebouwen, met uitzondering van deze dienende als blindengeleidehond of begeleider van mindervaliden. Art. 20 - Baden. Het is verboden dieren te laten baden in de vijvers of andere waters van de openbare parken en plantsoenen. Art. 21 - Hondenpoep. §1. Het is iedereen, die een hond begeleidt, verboden op openbare plaatsen uitwerpselen van deze hond achter te laten. §2. De begeleider moet steeds in het bezit zijn van een zakje bestemd voor het verwijderen van uitwerpselen. Het zakje of enig ander voorwerp voor het verwijderen van de uitwerpselen moet op het eerste verzoek van de politie of de door de gemeenteraad gemachtigde verbaliserende ambtenaar, getoond worden. Art. 22 - Voederen van duiven, eenden, zwanen en katten. Het voederen van duiven, eenden en zwanen en katten op de openbare weg en openbare plaatsen is verboden. De eigenaars, beheerders en huurders van gebouwen dienen de nodige maatregelen te nemen om de toegang tot alle plaatsen waar deze dieren zich kunnen nestelen onmogelijk te maken. TITEL III : OPENBARE REINHEID EN GEZONDHEID. HOOFDSTUK I : afval. Art. 23 - Achterlaten van afval op de openbare ruimte en weg. Het is verboden op de openbare ruimte om het even welke voorwerpen, stoffen of materialen te werpen, neer te leggen, achter te laten, te laten vloeien of terecht te laten komen die van aard zijn om de openbare ruimte te bevuilen, te beschadigen of onveilig te maken. Art. 24 - Reinigingsplicht. Iedereen die, op om het even welke wijze, de openbare ruimte heeft bevuild of laten bevuilen, moet ervoor zorgen dat deze onverwijld opnieuw proper gemaakt wordt. Art. 25 - Huishoudelijk afval. §1. Het huishoudelijk afval en de voorwerpen of stoffen die bestemd zijn voor de selectieve vuilophalingen dienen in de daarvoor voorziene zakken of recipiënten te worden klaargezet ten vroegste om 18 uur op de vooravond van de ophaling. Bij nietophaling dienen zij tevens worden weggenomen op de normaal voorziene dag van ophaling. §2. Het is verboden recipiënten met huishoudelijk vuil, het grote huisvuil en de glascontainers, te doorzoeken. Alleen de door het stad of het gemeentebestuur daartoe aangestelde personen zijn gerechtigd de afhaling van het grote huisvuil te doen. Art. 26 - Afval van ter plaatse geconsumeerde producten. §1. Alle afval van ter plaatse geconsumeerde producten waarvan het publiek zich wenst te ontdoen, moet in de daartoe langs de openbare weg geplaatste zwerfvuilbakjes geworpen worden. §2. Deze zwerfvuilbakjes mogen niet gebruikt worden voor het verwijderen van huishoudelijk afval, noch voor afval dat door zijn aard of omvang kan leiden tot beschadiging of vernieling van de bakjes. Art. 27 - Afvalrecipiënten in omgeving verkoop van voedingsproducten. De verkopers van voedingsproducten of andere waren, bestemd om ter plaatse of op de openbare weg te worden verbruikt, bijvoorbeeld uitbaters van frituren, drankautomaten, nachtwinkels en andere, moeten goed bereikbare en duidelijk zichtbare afvalrecipiënten bij de inrichting plaatsen. Deze afvalbakken moeten door henzelf leeggemaakt en onderhouden worden. Ook het terrein rond de inrichting moet door deze verkopers, uitbaters worden gereinigd. Art. 28 - Afval van bouwwerken.
Het is verboden voor aannemers van bouwwerken, vaklui en vervoerondernemers de openbare weg in de directe omgeving van hun werven of hun laad- en losplaatsen met vuil te versperren. Art. 29 - Uitkloppen, uitborstelen, uitschudden van materiaal/gereedschap. Het is verboden om het even welk materiaal of gereedschap boven de openbare weg uit te kloppen, uit te borstelen of uit te schudden. Art. 30 - Onderhouds- of herstellingswerken aan voertuigen, machines of werktuigen op de openbare weg. Het is verboden op openbare plaatsen onderhouds- of herstellingswerken uit te voeren aan voertuigen, machines of werktuigen, als die de weg kunnen bevuilen, behoudens in geval van overmacht. Art. 31 - Confetti en dergelijke. Het is tijdens carnavalsoptochten en andere openbare manifestaties, zonder voorafgaande vergunning, verboden confetti en andere materialen bestaande uit kunststof (plastiek) te werpen of te bezitten of spuitbussen met kleur- en scheerschuim, spuitbussen met kleurhaarlak, schoensmeer of enig ander middel dat kwetsuren of schade kan veroorzaken aan personen of goederen op de openbare weg of in de openbare inrichtingen te gebruiken of te bezitten. Het is verboden confetti of slingerpapier in openbare plaatsen, waar dranken of eetwaren worden verbruikt, te werpen of opgeraapte confetti of slingerpapier te werpen. Art. 32 - Afloop van regenwater en van afvoerwater. §1. In de gedeelten van de gemeente waar waterloopjes, sloten of een rioleringsnet bestaan, is het verboden regenwater afkomstig van binnenplaatsen, terrassen of daken en afvalwaters ongeacht hun herkomst, op straat te laten lopen. §2. Het is verboden in de afvoerleidingen voor regen- en afvalwater allerlei stoffen te laten vloeien of gooien die de riolering kunnen verstoppen (vb.: zand, vuilnis, slijk, voorwerpen, frietvet, cement,…). §3. De eigenaars van de gebouwen die aan een rioolnet grenzen zijn verplicht de gebouwen aan te sluiten aan dit net, bij nieuwbouw. Art. 33 - Wildplassen. Het is verboden in de openbare ruimte, openbare plaatsen, openbare weg en parken, galerijen en passages op privé-gebied die voor het publiek toegankelijk zijn, te urineren of uitwerpselen achter te laten, tenzij op plaatsen of accommodaties die speciaal hiervoor zijn ingericht. Art. 34 - Afvalverbranding. §1. Tenzij anders bepaald in Vlarem en andere wetgeving is het verboden om het even welke afvalstoffen te verbranden in open lucht, behalve als het gaat om : 1) het maken van vuur in open lucht indien nodig bij het beheer van bossen, als beheersmaatregel, als fytosanitaire maatregel of als onderdeel van een wetenschappelijk experiment, in overeenstemming met de bepalingen van het Bosdecreet van 13 juni 1990 2) het maken van vuur in open lucht in natuurgebieden, als beheersmaatregel wanneer afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is, of als fytosanitaire maatregel. Die activiteit mag pas plaatsvinden als de gemeentelijke overheid schriftelijke toestemming heeft gegeven en die activiteit als uitzonderlijke beheersmaatregel is opgenomen in het goedgekeurd beheerplan 3) de verbranding in open lucht van plantaardige afvalstoffen die afkomstig zijn van eigen bedrijfslandbouwkundige werkzaamheden, als afvoer of verwerking ter plaatse van het biomassa-afval niet mogelijk is, of als dat vanuit fytosanitair oogpunt noodzakelijk is 4) het verbranden van droog onbehandeld hout bij het maken van open vuur 5) het verbranden van droog onbehandeld hout of een vaste fossiele brandstof in een sfeerverwarmer 6) het verbranden van dierlijk afval, in overeenstemming met de bepalingen, vermeld in artikel 7 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 21 juni 2013 betreffende dierlijke bijproducten en afgewerkte producten. Die activiteit mag pas plaatsvinden met schriftelijke toestemming van de toezichthouder
7)
het verbranden van droog onbehandeld hout of een vaste fossiele brandstof voor het gebruik van een barbecuetoestel. §2 : Indien wordt overgegaan tot de verbranding in open lucht moeten de afstandsregels, zoals bepaald in het Veldwetboek, worden nageleefd. Het is verboden op minder dan 100 meter afstand van begroeiing en /of bebouwing vuur te maken. §3 : Indien wordt overgegaan tot de verbranding in open lucht dient dit steeds onder permanent toezicht en verantwoordelijkheid van een volwassene te gebeuren. §4 : Het verbranden in open lucht is verboden bij ongunstige weersomstandigheden (hevige wind, mist, hoge luchtvochtigheid of bij lage temperatuurinversie) of indien de rook en / of de opvliegende verbrande bestanddelen door de heersende windrichting naar de buren wordt gedreven, of het zicht kan belemmeren op de openbare weg of enig brandgevaar kan opleveren voor omliggende goederen. §5 : Het college van burgemeester en schepenen kan na positief advies vanwege de brandweerdienst toelating geven voor een kerstboomverbranding of het maken van een kampvuur. Het college van burgemeester en schepenen kan in de toelating beperkingen opleggen. §6 : Inbreuken op dit artikel kunnen worden bestraft met een administratieve boete overeenkomstig art. 16.6.3 §1 en §2 DABM. HOOFDSTUK II : ONDERHOUD. Art. 35 - Werken. §1. Het is verboden de openbare veiligheid in het gedrang te brengen door bouwvalligheid, gebrek aan herstelling of onderhoud van huizen of gebouwen, of door een belemmering of een uitgraving of enig ander werk op of nabij openbare straten, wegen, pleinen of banen, zonder de voorgeschreven of gebruikelijke voorzorgsmaatregelen of waarschuwingstekens. §2. Iedereen moet gevolg geven aan de aanmaning van de administratieve overheid om gebouwen die bouwvallig zijn, te herstellen of te slopen. Art. 36 - Het bewonen van onbewoonbaar verklaarde woningen. Het is verboden een woning te bewonen of te laten bewonen die door de burgemeester onbewoonbaar werd verklaard of waarvan de burgemeester de ontruiming heeft bevolen. Art. 37 - Bebouwde, onbebouwde braakliggende gronden en terreinen §1. De gebruikers, of bij hun ontstentenis, de eigenaars van bebouwde, onbebouwde, braakliggende gronden moeten de gronden en de bijhorende sloten rein houden evenals het gras maaien. Brandnetels, schadelijke distels en alle hinderlijke plantensoorten die last kunnen veroorzaken aan de omliggende gronden, moeten worden verwijderd. §2. Nalatigheid vanwege de eigenaars zal ambtshalve door de gemeente hersteld worden op hun kosten. Art. 38 - Voetpaden en rioolroosters. De eigenaars of huurders zijn verplicht erover te waken dat de trottoirs en de goten voor hun eigendom of gehuurde goed in propere staat zijn en ze moeten de modder, de vuilnis en het onkruid wegruimen. Tevens moeten ze ervoor zorgen dat de rioolroosters, de straatgoten of greppels en trottoirs vrij blijven. Bij onbewoonde onroerende goederen moeten de eigenaars of hun vertegenwoordigers de trottoirs en straatgoten langs de voetpaden reinigen. Art. 39 - Openbare wegen en voetpaden. §1. Het is verboden op de openbare weg, bij vorst water te gieten of te laten vloeien, glijbanen aan te leggen en sneeuw of ijs te storten of te gooien dat afkomstig is van privé-eigendommen. §2. Bij sneeuwval of bij ijzelvorming moeten de aangelanden van een openbare weg erover waken dat voor de eigendom die zij bewonen voldoende ruimte voor de doorgang van de voetgangers wordt schoongeveegd en dat het nodige wordt gedaan om de gladheid ervan te vermijden. De sneeuw moet aan de rand van het voetpad opgehoopt worden en mag weggebruikers niet hinderen. De rioolmonden en goten moeten vrij blijven.
§3. Wanneer het woningen betreft, bewoond door meerdere gezinnen, rust deze verplichting op de onderste bewoners langs de straatzijde. Is het gelijkvloers onbewoond of zijn de bewoners ervan afwezig, dan rust deze verplichting op de bewoner van de dichtst daarboven gelegen verdieping. Voor wat de onbewoonde panden betreft rust deze verplichting op de eigenaars. Art. 40 - Onderhoud van bomen, beplantingen en hagen. §1. De hagen, struiken en bomen, palende aan de openbare weg, moeten goed onderhouden en regelmatig gesnoeid worden, derwijze dat het verkeer van voetgangers en andere weggebruikers niet wordt gehinderd. De bewoners of bij ontstentenis de eigenaars van een eigendom zijn ertoe gehouden ervoor te zorgen dat de op deze eigendom aangebrachte planten zodanig gesnoeid worden dat geen enkele tak ervan : - op minder dan 4,50 meter van de grond boven de rijweg hangt, - op minder dan 2,50 meter van de grond boven de gelijkgrondse berm of boven het trottoir hangt, - het normaal uitzicht op de openbare weg belemmert in de nabijheid van bochten en kruispunten, - de voldoende zichtbaarheid van verkeerstekens, huisnummers, of straatnaamborden in het gedrang brengt, - in aanraking kan komen met de elektriciteitsleidingen. §2. Na vaststelling door de gemeentelijk ambtenaar moeten dode en zieke bomen die een gevaar opleveren voor de openbare veiligheid door de eigenaar worden verwijderd. Bij het rooien van bomen langs de openbare wegen, moeten de stamresten en wortels onmiddellijk tot 20,00 centimeter onder het maaiveld worden verwijderd. De gaten die zo ontstaan, moeten onmiddellijk worden opgevuld met aarde tot op de hoogte van het maaiveld. Art. 41 - Bestrijden ongedierte. Met het oog op de verdelging van ratten en ongedierte langs de boorden van sloten en waterlopen zijn de bewoners verplicht vrije doorgang te verlenen aan de personen door het schepencollege met de verdelging belast. Zij dienen het plaatsen van de daartoe nodig geachte instrumenten toe te laten. Art. 42 - Septische putten. Iedere eigenaar of huurder moet de wc’s, de vuilniskokers, alsook alle andere inrichtingen die daarmee verband houden in volmaakte staat van zindelijkheid houden. De beer- en septische putten moeten tijdig worden leeggemaakt. HOOFDSTUK III : HINDERLIJKE OF GEVAARLIJKE STOFFEN / GOEDEREN. Art. 43 - Bewaren van ongezonde stoffen of stoffen die stinkende uitwasemingen voortbrengen of ongedierte aantrekken. Het is verboden binnen en rondom huizen, binnenplaatsen en gemeenschappelijke gangen ongezonde stoffen of stoffen die stinkende uitwasemingen kunnen voortbrengen of ongedierte kunnen aantrekken, te bewaren. Art. 44 - Verspreiden/vervoeren/opstapelen van hinderlijke of schadelijke goederen Het is verboden hinderlijke of schadelijke goederen op te stapelen, te verspreiden of te vervoeren wanneer de openbare gezondheid door deze handelingen in gevaar kan worden gebracht. Het lozen van dergelijke goederen is steeds verboden. HOOFDSTUK IV : AANPLAKKINGEN. Art. 45 - Aanplakkingen op openbare weg. §1. Het is verboden opschriften, affiches, beeld- en fotografische voorstellingen, vlugschriften en plakbriefjes aan te brengen of te plaatsen op de openbare weg en op de bomen, aanplantingen, plakborden, voor- en zijgevels, muren, omheiningen, pijlers, palen, zuilen, bouwwerken, monumenten, verkeersborden en andere langs de openbare weg of in de onmiddellijke nabijheid ervan liggende opstanden of op andere plaatsen dan die welke door de gemeentelijke overheden voor aanplakking zijn bestemd, tenzij hiervoor schriftelijke toestemming van het college van burgemeester en schepenen werd gegeven voor wat betreft het openbaar domein, of van de eigenaar of de gebruiker, voor zover de eigenaar zijn akkoord schriftelijk en vooraf heeft gegeven.
§2. Geen toestemming is vereist voor het aanbrengen van affiches op de affichezuilen van de gemeente om openbare activiteiten van verenigingen, adviesraden, scholen en gemeentelijke diensten en verenigingen op het grondgebied van de gemeente Houthulst aan te kondigen, voor zover deze activiteiten geen louter commercieel of politiek karakter hebben en ze niet strijdig zijn met de openbare orde en de goede zeden. Voornoemde organisatoren mogen van al hun tijdelijke openbare activiteiten één affiche per affichezuil aanbrengen. Het maximumformaat van de affiches is A1 (84 cm op 50 cm). De affiche draagt steeds duidelijk zichtbaar de identiteit van de verantwoordelijke uitgever en moet voldoen aan de geldende normen inzake affichering (geen zwarte druk op witte of gele affiche, nodige vermelding inzake takszegels,…). Ten vroegste een maand voor de activiteit mogen de affiches uitgehangen worden. In geen geval mogen affiches aangebracht worden boven affiches waarmee andere organisatoren activiteiten aankondigen die nog niet voorbij zijn. Andere reglementair aangebrachte affiches mogen evenmin afgescheurd of onleesbaar gemaakt worden. §3. Met behoud van de toepassing van een administratieve boete moet de overtreder de zaken onmiddellijk in orde brengen. Als de overtreder de zaken niet onmiddellijk in orde brengt, zal de gemeente dat doen op kosten en op risico van de overtreder. Art. 46 - Vernielen wettig aangebrachte aanplakbiljetten. Het is verboden wettig aangebrachte aanplakbiljetten af te trekken, te scheuren, te beschadigen of op enigerlei wijze onleesbaar te maken. TITEL IV : OPENBARE VEILIGHEID EN VEILIGE EN VLOTTE DOORGANG HOOFDSTUK I : BIJEENKOMSTEN MET EEN OPENBAAR KARAKTER (AL DAN NIET OP EEN PRIVÉ-LOCATIE). De politieverordening op feesten, fuiven en festiviteiten, goedgekeurd door de gemeenteraad in zijn zitting van 17/06/2008, moet integraal worden nageleefd. HOOFDSTUK II : HINDERLIJKE WERKZAAMHEDEN EN GEVAARLIJKE ACTIVITEITEN. Art. 47 - Werkzaamheden. §1. Behoudens machtiging van het college van burgemeester en schepenen is het uitdrukkelijk verboden werkzaamheden uit te voeren op de openbare ruimte, zowel aan de oppervlakte als onder de grond. De aanvraag tot toelating hiertoe dient tenminste 5 werkdagen vooraf te worden ingediend. §2. Iedere persoon die werkzaamheden op de openbare ruimte uitvoert of laat uitvoeren, is ertoe gehouden die te herstellen in de staat waarin ze zich voor de uitvoering van de werkzaamheden bevond of in de staat die in de machtiging vermeld is. §3. Het signaleren van de op de openbare weg aangebrachte werken valt ten laste van diegenen die de werken uitvoert. Wanneer verkeersborden moeten worden aangewend, mogen deze slechts worden aangebracht op voorwaarde dat daartoe toelating is gegeven door de burgemeester. §4. Het is verboden op de openbare weg stellingen, bouwmateriaal, containers en andere soorten vergaarbakken te plaatsen. De burgemeester kan een vergunning afleveren om tijdens een beperkte duur stellingen, bouwmateriaal, containers en andere soorten vergaarbakken op de openbare weg neer te zetten. §5. Als de overtreder de zaken niet onmiddellijk in orde brengt, kan de gemeente zich het recht voorbehouden dat te doen op kosten en op risico van de overtreder. Art. 48 - Invloed van werkzaamheden op de openbare ruimte. §1. Voor de toepassing van dit artikel worden de werkzaamheden bedoeld die buiten de openbare weg uitgevoerd worden en die de weg kunnen bevuilen of de veiligheid of de gemakkelijkheid van doorgang kunnen belemmeren. De burgemeester kan de nodige veiligheidsmaatregelen voorschrijven. Bij werkzaamheden buiten de openbare weg die een invloed hebben op de openbare ruimte moeten alle mogelijke voorzorgen genomen worden om te beletten dat voorbijgangers en omwonenden bevuild of gehinderd raken. §2. De bouwheer is verplicht de burgemeester minstens 24 uur voor het begin van de werkzaamheden op de hoogte te brengen van de aanvang. Indien de weg door de
werkzaamheden wordt bevuild, moet de uitvoerder van de werken hem onverwijld opnieuw schoonmaken. Art. 49 - Openbare veiligheid en veilige en vlotte doorgang. Het is verboden op het openbaar domein en op plaatsen die voor het publiek toegankelijk zijn, een activiteit uit te oefenen die de openbare veiligheid of de veilige en vlotte doorgang in het gedrang kan brengen. Art. 50 - Skateboards, steps, rolschaatsen. Het gebruik van skateboards, steps en rolschaatsen is alleen toegestaan als de veiligheid van de voetgangers en de vlotte doorgang niet in het gedrang worden gebracht. Het college van burgemeester en schepenen kan het gebruik echter verbieden op de plaatsen die zij bepaalt. Art. 51 - Landerijen palende aan de openbare weg. Langs landelijke wegen waar geen grachten voorkomen zijn de gebruikers van de landerijen palende aan de openbare weg ertoe gehouden, bestendig een gelijkgrondse grasstrook van tenminste 1 meter breed te laten groeien langs de rand van de rijbaan. Art. 52- Betreden van ijs. Het is verboden zich op ijs van de waterlopen en stilstaande wateren te begeven. Bij een voldoende ijsdikte kan de burgemeester, na technisch advies te hebben ingewonnen, een afwijking van dit verbod toestaan. HOOFDSTUK III : PRIVATIEVE INGEBRUIKNEMING VAN DE OPENBARE RUIMTE. Art. 53 - Algemeen. §1. De privatieve ingebruikneming van openbare plaatsen is het gebruik van een openbare plaats voor uitsluitend privé doeleinden, waardoor het ingenomen deel van de openbare plaats aan zijn normale bestemming wordt onttrokken. §2. Onverminderd het verkeersreglement is voor elke privatieve ingebruikneming van een openbare plaats een voorafgaandelijke en schriftelijke vergunning van de burgemeester of een gemachtigd ambtenaar vereist. §3. De titularis van de vergunning is aansprakelijk voor de correcte uitvoering zoals voorzien in de vergunning. §4. De veiligheid, de toegankelijkheid, het comfort en continuïteit van de loopweg van de voetganger moet gewaarborgd zijn. Art. 54 - Terrassen, uitstalramen, reclameborden, uitstallen koopwaren. Behoudens machtiging van het college van burgemeester en schepenen is het op de openbare ruimte verboden terrassen, uitstalramen of reclameborden te plaatsen, in welke vorm dan ook, en koopwaren in de openbare ruimte uit te stallen. De voorwerpen die in strijd met dit artikel zijn geplaatst of uitgestald moeten op het eerste verzoek van de politie of van een gemachtigde ambtenaar verwijderd worden. Als op dat verzoek niet ingegaan wordt, kan ambtshalve worden overgegaan tot de verwijdering ervan, op kosten en risico van de overtreder. HOOFDSTUK IV : HET AANBRENGEN VAN TEKENS VAN OPENBAAR NUT AAN GEVELS EN HUISNUMMERS. Art. 55 - Gevels. De eigenaars, vruchtgebruikers, huurders, bewoners of verantwoordelijken op grond van welke titel dan ook van de gebouwen zijn verplicht de openbare besturen en elektriciteitsmaatschappijen toe te laten, zonder dat dit voor hen enige schadeloosstelling impliceert, aan de buitenzijde van de gevels aanduidingen van openbaar nut en andere nutsvoorzieningen (verkeerstekens, straatnaamborden, openbare verlichting,…) te laten vasthechten, zelfs indien de bedoelde gevels achter de rooilijn van de weg zijn opgetrokken. Art. 56 - Huisnummers. §1. Elk huis van de gemeente zal, op een duidelijk zichtbare wijze naast de voornaamste toegangsdeur op een hoogte van minimum 1,50 meter en maximum 2 meter of van op de openbare weg zichtbaar, het nummer moeten dragen toegewezen door het gemeentebestuur. het college van burgemeester en schepenen is bevoegd om deze nummers toe te wijzen.
§2. Het is aan de inwoners verboden de nummers van de huizen eigenmachtig te veranderen of uit te schrapen. De bewoners van het huis zijn verantwoordelijk voor het goed leesbaar houden van het nummer. §3. Indien de huisnummers door herbouw, herstelling of herschilderen van het gebouw op een of andere manier zouden verdwenen zijn, moet de eigenaar een nieuw huisnummer aanbrengen. Wanneer men in gebreke blijft kan het gemeentebestuur op kosten van de eigenaar of de bewoner een nieuw huisnummer aanbrengen. HOOFDSTUK V : HET MAKEN VAN VUUR DOOR MIDDEL VAN VASTE, VLOEIBARE OF GASVORMIGE BRANDSTOF EN HET GEBRUIK VAN GASSEN OP DE OPENBARE WEG. De politieverordening betreffende het maken van vuur door middel van vaste, vloeibare of gasvormige brandstof en het gebruik van gassen op de openbare weg, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 16/02/2010, moet integraal worden nageleefd. TITEL V : STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN. Art. 57 - Meldingsplicht. De meldingsplicht voor meldingsplichtige werken, waarvan sprake in art. 4.4.2 van de Vlaamse Codex ruimtelijke ordening, dient integraal te worden nageleefd. Inbreuken hierop vallen onder onderhavig reglement. TITEL VI : VERPLICHTE MEDEDELING VAN HET BEDRAG VAN DE GEVRAAGDE HUURPRIJS EN VAN DE GEMEENSCHAPPELIJKE LASTEN BIJ ELKE OFFICIËLE OF PUBLIEKE AANKONDIGING VAN DE VERHURING VAN EEN GOED BESTEMD VOOR BEWONING IN DE PRIVATE SECTOR. Art. 58 - Aankondigingsplicht. Elke verhuring van een goed dat bestemd is voor bewoning in de ruime betekenis houdt de verplichting in bij elke officiële of publieke mededeling het bedrag van de gevraagde huurprijs en van de gemeenschappelijke lasten te vermelden. Het niet of onvolledig naleven door de verhuurder of zijn gemachtigde van deze verplichting is een inbreuk die valt onder onderhavig reglement. DEEL 2. BIJZONDER DEEL. INLEIDENDE TITEL. Art. 59 - Onderstaande artikelen zijn bepalingen die specifiek op het grondgebied van de gemeente Houthulst van toepassing zijn. TITEL I : DE OPENBARE RUST. Art. 60 - Luchtdrukkanonnen. §1. Het gebruik van luchtdrukkanonnen voor het verjagen van vogels is, met inachtname van onderstaande verbodsbepalingen, slechts toegelaten mits uitdrukkelijke en voorafgaande schriftelijke machtiging van de burgemeester of zijn gemachtigde. De aanvraag wordt gemotiveerd en moet toelaten de mogelijke hinder van de installatie te beoordelen. Dit kan per brief, fax of e-mail. In deze aanvraag moeten naast naam en adres van de gebruiker ook volgende gegevens vermeld worden: tijdsduur van het gebruik, straat en kadastrale gegevens van de percelen waarop het veldkanon geplaatst wordt en de aard van de teelt, reden waarom geen evenwaardig alternatief voorhanden is. §2. Voor het gebruik van luchtdrukkanonnen moeten volgende bepalingen worden gerespecteerd : - de kanonnen moeten worden geplaatst op minstens 200 meter van een bewoond huis en 200 meter van de openbare weg. De vuurmond moet weggedraaid zijn van de woning en de openbare weg - het is verboden luchtdrukkanonnen te gebruiken tussen 22 en 7 uur - de machtiging kan uitsluitend worden verleend in de periode tussen 31 maart en 30 september. Het kanon mag niet meer dan 12 knallen per uur afvuren - de algemene geluidsnormen voorzien in bijlage 2.2.1. van Vlarem II moeten worden toegepast.
TITEL II: OPENBARE VEILIGHEID EN VEILIGE EN VLOTTE DOORGANG. Art. 61 - Tijdelijk parkeren. De overtredingen inzake het parkeren met beperkte parkeertijd, betalend parkeren en parkeren voorbehouden aan bewoners zoals omschreven in het KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg, worden gestraft met een administratieve sanctie. DEEL 3. STRAF-EN SLOTBEPALINGEN. TITEL I: SANCTIEBEPALINGEN. Art. 62 - Sanctiebepalingen. §1. De inbreuken op bovenvermelde bepalingen, gepleegd door meerderjarigen, kunnen gesanctioneerd worden met een administratieve geldboete van maximum 350 euro. §2. In voorkomend geval kan het college van burgemeester en schepenen : - de toelating of vergunning afgeleverd door de gemeente administratief schorsen; - de toelating of vergunning afgeleverd door de gemeente administratief intrekken; - de instelling tijdelijk of definitief administratief sluiten. TITEL II : OPHEFFINGSBEPALINGEN. Art. 63 - Met de inwerkingtreding van onderhavig "Politiereglement op de gemeentelijke administratieve sancties" worden alle vorige gemeenteraadsbeslissingen met betrekking tot de in dit "Politiereglement op de gemeentelijke administratieve sancties" geregelde aangelegenheden opgeheven. Volgende beslissingen worden opgeheven : De gemeenteraadsbeslissing d.d. 22/09/2009 houdende het vaststellen van het politiereglement op de gemeentelijke administratieve sancties. TITEL III : INWERKINGTREDING EN BEKENDMAKING. Art. 64 - Dit reglement treedt in werking op 18.11.2015. Art. 65 - Onderhavige verordening zal worden bekendgemaakt overeenkomstig art. 186 en 187 van het Gemeentedecreet en de Wet van 24.06.2013, meer specifiek art. 15 met betrekking tot minderjarigen. Een afschrift van deze verordening zal conform art. 119 NGW worden toegezonden aan de deputatie van de provincieraad, aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg en aan de griffie van de politierechtbank.