Praktijkgerichte literatuurstudies onderwijsonderzoek
Praktijkgerichte literatuurstudies onderwijsonderzoek
Elke dag horen, spreken en lezen we verschillende talen en taalvariëteiten. Die meertalige realiteit weerspiegelt zich in onze scholen. Hoe leren we onze leerlingen met die taaldiversiteit omgaan en hoe kunnen we deze positief aanwenden op de klasvloer?
Centrum voor nt Taal 2 en Onderwijs
9
789033 488061
Is die taal van ver of van hier?
Koen Van Gorp is coördinator voorschools, basisonderwijs en secundair onderwijs bij het Centrum voor Taal en Onderwijs (KU Leuven). Mieke Devlieger en Carolien Frijns zijn er wetenschappelijk medewerker en Sven Sierens is wetenschappelijk medewerker bij het Steunpunt Diversiteit & Leren (UGent).
M. Devlieger, C. Frijns, S. Sierens, K. Van Gorp
Talensensibilisering biedt kansen. Via een internationale praktijkgerichte literatuurstudie en een bevraging van internationale en Vlaamse experts werd onderzocht wat het concept talensensibilisering inhoudt en wat de effecten zijn op leerlingen en leerkrachten. Dit onderzoek leverde een wetenschappelijk rapport op en een wegwijzer voor de Vlaamse onderwijspraktijk. Dit boekje, de wegwijzer, is bedoeld voor leerkrachten, coördinatoren en directies die op hun school talensensibiliserend willen werken of meer inzicht willen krijgen in de sterke en minder sterke kanten van hun aanpak. Een vraag-antwoordmodel biedt een conceptueel kader voor een krachtige toepassing van talensensibilisering in de klas en voor de inpassing in een talenbeleid op school. Handzame tips, inspirerende praktijkvoorbeelden en referenties naar lesmaterialen geven inzicht in de kansen van talensensibilisering.
Is die taal van ver of van hier?
Wegwijs in talensensibilisering, van kleuters tot adolescenten
Mieke Carolien GeertDevlieger, Kelchtermans enFrijns, Liesbeth Piot Sven Sierens, Koen Van Gorp
INHOUD WOORD VOORAF
9
Hoofdstuk I WAT IS TALENSENSIBILISERING?
11
1.1
Wat is talensensibilisering?
12
1.2
En wat is talensensibilisering niet?
12
1.3
Als je taalinitiatie of vreemdetalenonderwijs aanbiedt, dan doe je niet noodzakelijk aan talensensibilisering?
13
1.4
Is talensensibilisering dan niet hetzelfde als taalbeschouwing?
15
1.5
Over welke talen heb je het als je over talensensibilisering praat?
16
1.6
Waarin verschilt talensensibilisering met het vroegere intercultureel onderwijs of
1.7
met onderwijs waarin er bewust aandacht is voor omgaan met diversiteit?
17
Mag je in Vlaanderen andere talen dan het Nederlands gebruiken in de klas?
17
Hoofdstuk II WAAROM DOE JE AAN TALENSENSIBILISERING?
19
2.1
Waarom zou je als leerkracht aan talensensibilisering doen?
19
2.2
Wat zijn de doelen van talensensibilisering?
20
2.3
Is talensensibilisering alleen iets voor de kleuterklas?
21
2.4
24 Kan je talensensibilisering terugvinden in de decretale ontwikkelingsdoelen en eindtermen?
2.5
Hoe zit het met de wetenschappelijke kennis over talensensibilisering?
26
2.6
Welke concrete effecten heeft talensensibilisering op leerlingen?
28
2.7
Kunnen onze zwakkere leerlingen dat wel aan?
29
2.8
Zullen anderstalige kinderen niet geneigd zijn om het Nederlands minder snel te leren of te gebruiken dan hun thuistaal?
2.9
2.10
29
Is het wetenschappelijk bewezen dat talensensibilisering het welbevinden en de motivatie van anderstalige leerlingen positief beïnvloedt?
30
Is talensensibilisering vooral iets voor multiculturele scholen?
30
I 7
Hoofdstuk III WAT MOET EEN LEERKRACHT KUNNEN OM AAN TALENSENSIBILISERING TE DOEN?
33
3.1
Wat moet je als leerkracht kunnen om talensensibiliserend te werken?
33
3.2
Wat verandert er bij leerkrachten die beginnen te werken rond talensensibilisering?
35
3.3
Moet iedere leerkracht een talenspecialist worden?
35
3.4
Zijn Nederlandstalige leerkrachten zelf meertalig genoeg om talensensibiliserend les te geven? 36
3.5
Kan iedere (vak)leerkracht talensensibiliserend werken?
37
Hoofdstuk iv HOE WERK JE AAN TALENSENSIBILISERING IN DE KLAS?
39
4.1
Waar kan je inspiratie vinden om talensensibilisering vorm te geven?
4.2
41 Je kunt dus aan talensensibilisering werken met enkel Nederlandstalige leerlingen in de klas?
4.3
Bestaan er lessenpakketten talensensibilisering?
41
4.4
Hoe werk je talensensibiliserend als je geen lesmateriaal hebt?
44
4.5
Welke didactische principes hou je voor ogen bij talensensibilisering?
47
4.6
Wat doe je het best niet wanneer je talensensibiliserend wil werken?
48
4.7
Is talensensibilisering een apart vak in het curriculum?
51
4.8
Is het nodig om talensensibilisering bij de leerlingen te evalueren?
52
39
Hoofdstuk v HOE KRIJGT TALENSENSIBILISERING EEN PLAATS IN DE SCHOOL? 5.1
Hoe krijgt talensensibilisering een plaats in de school?
53
5.2
Hoe krijgt talensensibilisering binnen een talenbeleid vorm?
55
5.3
56 Hoe bepaal je welke doelen je binnen je talenbeleid rond talensensibilisering moet nastreven?
5.4
Hoe zorg je ervoor dat alle neuzen in dezelfde richting (beginnen te) wijzen?
REFERENTIES
8 I
53
57
59
Hoofdstuk I WAT IS TALENSENSIBILISERING? Test je kennis! Hieronder zie je zes situaties beschreven. In welke gevallen gaat het om talensensibilisering? Zet een kruisje in de juiste kolom.
JA
NEEN
MOGELIJK
1 Juf Tineke trekt met haar leerlingen uit het vijfde leerjaar op speurtocht in de buurt. Gewapend met fototoestel en zakrecorder verzamelen ze zoveel mogelijk opschriften en geluiden uit het straatbeeld: winkelnamen, reclameslogans, aankondigingen op affiches, muziek die uit winkels klinkt, autogetoeter, flarden van straatconversaties ... In de klas moeten de leerlingen een ordening in het verzamelde materiaal aanbrengen. In het klasgesprek dat volgt wordt ingegaan op de verschillende soorten opschriften en boodschappen, de vorm en taal waarin ze opgesteld zijn ... 2 Sander en Maryam zitten op de middelbare school. De meeste vakken worden gegeven in het Nederlands, maar voor de vakken economie en aardrijkskunde hebben Sander en Maryam de keuze om ze in het Nederlands of in het Engels te volgen. 3 Thibault zit in het zesde leerjaar in een lagere school in Wallonië. Sinds twee jaar krijgt hij de ene helft van de week les in het Nederlands; de andere helft in het Frans. 4 Tijdens een les taalbeschouwing rond het bezittelijk voornaamwoord gaat de vakleerkracht Nederlands in op de opmerking van Bilal, dat in het Turks de bezitter vooraan in de woordgroep staat en een speciale uitgang heeft. De leerkracht vraagt de anderstalige leerlingen of er soortgelijke fenomenen zijn in hun thuistaal (o.a. Pools, Frans, Italiaans). Hij betrekt ook de leerlingen die Latijn volgen bij het gesprek rond genitiefvormen. 5 De kleuters van meester Bart kiezen hun lievelingswoord in hun moedertaal (dialect of vreemde taal). Ze mogen elkaar niet verklappen wat het woord betekent. Elke kleuter zegt zijn favoriete woord hardop; de andere kleuters zeggen het woord na. Daarna volgt de verkiezing van het mooiste woord en wordt de betekenis van de woorden geraden. Waarom denken ze dat dit woord die betekenis heeft? Lijkt het misschien op een woord in een taal die ze wel kennen? Als slot maken de kleuters de betekenis van hun favoriete woord duidelijk met een tekening. Meester Bart noteert het woord op de tekening. 6 De kleuters van juf Marie leren op een speelse manier kennismaken met het Frans. Zo zingen ze tijdens het ochtendritueel een liedje over de dagen van de week, gebruiken ze aftelrijmpjes voor het indelen van groepjes, doen ze hinkelspelletjes waarbij ze tellen tot tien ... allemaal in het Frans. De juiste oplossing: 1. Ja 2. Mogelijk 3. Mogelijk 4. Ja 5. Ja 6. Mogelijk
WAT IS TALENSENSIBILISERING? I 11
1.1 Wat is talensensibilisering? Talensensibilisering staat voor het gevoelig maken voor en bewust maken van het bestaan van een veelheid aan talen, en daarmee culturen, in onze wereld en, dichterbij, in de eigen schoolomgeving. Door leerlingen op een zelfontdekkende manier met taaldiversiteit in contact te brengen, ontwikkelen zij een referentiekader waarin een positieve omgang met die diversiteit een centrale plaats krijgt. Door talensensibilisering ontwikkelen leerlingen een attitude van openheid en gevoeligheid voor talige diversiteit. Daarnaast doen ze kennis en inzichten op over taal en talen en ontwikkelen ze langzaamaan metalinguïstische vaardigheden die hen kunnen helpen om vreemde talen te leren en de eigen moedertaal (het Nederlands, een dialect, een streektaal of een vreemde taal) verder te ontwikkelen. Op deze manier biedt talensensibilisering leerlingen een passende voorbereiding op een gemondialiseerde, meertalige en multiculturele samenleving waarin mensen elkaars taal en cultuur respecteren.
Talensensibilisering is de Nederlandse vertaling van een begrip dat in andere landen eerder ingang vond. De verschillende benamingen in andere Europese talen zijn verhelderend voor wat we onder de term talensensibilisering dienen te verstaan: interculturele taalbeschouwing (Nederlands), (multilingual/critical) language awareness/language awareness-raising/engagement with languages/awakening to languages (Engels), éveil au langage/éveil aux langues/ ouverture aux langues (Frans), Begegnung mit Sprachen (Duits), educazione plurlinguistica (Italiaans).
1.2 En wat is talensensibilisering niet? Talensensibilisering is niet hetzelfde als taalinitiatie of vreemdetalenonderwijs ⌂1. Taalinitiatie wil jongere kinderen inwijden in één vreemde taal die ze later formeel leren, zoals Frans en Engels. Taalinitiatie vormt dus een opstap naar vreemdetalenonderwijs zoals dat in de hogere jaren van het basisonderwijs en in het secundair onderwijs verzorgd wordt. Taalinitiatie wordt wel eens verward met talensensibilisering omdat ze overeenkomsten hebben. Een eerste raakvlak is pedagogisch-didactisch van aard. Kenmerkend voor taalinitiatie is de speelse manier waarop het gebeurt, meestal via een muzische aanpak, waarin het auditieve en andere zintuiglijke waarnemingen en mondelinge interactie een belangrijke rol krijgen. Ook bij talensensibilisering kan het om speelse werkvormen gaan die interactie tussen leerlingen uitlokken. Verder hebben taalinitiatie en talensensibilisering met elkaar gemeen dat zij geen van beide systematisch taalonderricht inhouden. Voor beide gaat het om laagdrempelige activiteiten, die weinig of geen structurele ingrepen met zich mee brengen in het curriculum of het lerarenkorps. Maar het doel van talensensibilisering en taalinitiatie is wel degelijk verschillend. In tegenstelling tot taalinitiatie heeft talensensibilisering altijd betrekking op een veelheid aan talen. Die talen beperken
12 I
IS DIE TAAL VAN VER OF VAN HIER?
zich niet tot de talen die op school worden geleerd en gebruikt. Talensensibilisering stelt bovendien het ‘leren over talen’ centraal veeleer dan het ‘leren van talen’. Het houdt een vergelijkende en beschouwende benadering van talen in. Talensensibilisering verschilt ook van tweetalig of meertalig onderwijs. In meertalig onderwijs leren leerlingen vakinhouden in twee of meer talen. Modellen van meertalig onderwijs zijn CLIL en immersieonderwijs ⌂2. In meertalig onderwijs draait het om ‘leren in talen’. Talensensibilisering is ook niet hetzelfde als het functionele gebruik van thuistalen in de klas. In deze benadering krijgen tweetalige leerlingen in de gewone klas de kans om hun thuistalen te benutten om te lezen, informatie te vinden, elkaar te helpen, verslagen te schrijven … Dit kan anderstalige leerlingen ondersteunen bij het leren van de tweede taal en en bij het verwerven van nieuwe leerinhouden. In dit geval kan je spreken van ‘leren met talen’. Dit model wordt uitgeprobeerd in het Gentse project Thuistaal in onderwijs (2008-2012) (http://www.pbdgent.be/node/24).
⌂1
In de voorbeelden 1, 4 en 5 uit de test aan het begin van dit hoofdstuk werken de leerkrachten op een talensensibiliserende manier. Talensensibilisering zet kinderen en jongeren aan om bewust stil te staan bij de talige diversiteit in de wereld rondom ons en ze te leren waarderen. Het doel is een levenslange open basisomgang met taaldiversiteit, niet het leren van een taal. De straatwandeling levert de leerlingen van juf Tineke heel wat stof tot nadenken over communicatievormen, taalvariëteiten, taalregisters, de aanwezigheid van andere talen dan het Nederlands in hun onmiddellijke omgeving. Tijdens de mooiste-woord-activiteit (een activiteit uit het talensensibiliseringspakket Talen op een kier) leren de kleuters van meester Bart op een speels-zintuiglijke manier over de emotionele binding met taal. De opmerking van Bilal rond de Turkse genitiefvorm en de reflectie over dit fenomeen aan de hand van de andere aanwezige thuistalen in de klas maakt de les taalbeschouwing rijker. Voorbeeld 6 uit de test is een voorbeeld van taalinitiatie. Taalinitiatie wil jonge kinderen via laagdrempelige en speelse activiteiten laten kennismaken met één vreemde taal die later wordt aangeleerd als vak. De kleuters van juf Marie komen spelenderwijs in contact met het Frans dat ze later in de hogere jaren van het basisonderwijs zullen leren. Of juf Marie op een talensensibiliserende manier aan taalinitiatie doet, kunnen we uit dit voorbeeld niet opmaken.
1.3 Als je taalinitiatie of vreemdetalenonderwijs aanbiedt, dan doe je niet noodzakelijk aan talensensibilisering? Inderdaad. Net doordat het doel zo duidelijk verschillend is, kan talensensibilisering verrijkend zijn voor taalinitiatie of vreemdetalenonderwijs. Talensensibilisering stopt niet waar vreemdetalenonderwijs begint. Vreemde talen leren op zich staat niet borg voor de ontwikkeling van een meertalige identiteit, van wederzijds begrip en respect voor elkaar (en elkaars cultuur en eigenheid), van een sterke beschouwende en reflectieve houding.
WAT IS TALENSENSIBILISERING? I 13
Talensensibilisering kan dan ook deel uitmaken van taalinitiatie en vreemdetalenonderwijs. Dan is het talensensibilisering in de enge zin van het woord: sensibilisering voor en bewustwording van die ene te leren vreemde taal. Op dezelfde manier kan talensensibilisering deel uitmaken van verschillende vormen van meertalig onderwijs ⌂2.
⌂2
Voorbeeld 2 uit de test aan het begin van dit hoofdstuk is een illustratie van Content and Language Integrated Learning (CLIL) of het geïntegreerd en gelijktijdig leren van taal en vakinhouden. Daarbij is het de bedoeling een vak in een andere taal te geven dan de schooltaal zodat leerlingen de onmiddellijke toepassing van die taal zien. Meestal gaat het daarbij om meerderheidstalen, officiële landstalen of andere prestigetalen. Sander, Maryam en al hun medeleerlingen krijgen les in de meerderheidstaal (het Nederlands) en in vreemde talen als vak (Frans en Engels). Daarnaast kunnen ze kiezen voor de vakken economie en aardrijkskunde in een vreemde taal (de prestigetaal Engels). Op de vraag of dit voorbeeld uit de test een voorbeeld is van talensensibilisering, moeten we het antwoord schuldig blijven. De beschrijving van het voorbeeld biedt hiervoor te weinig informatie. Want net zoals je op een talensensibiliserende manier aan taalinitiatie kan doen, kan je ook op een talensensibiliserende manier CLIL aanbieden (zie vraag 1.3). Een voorbeeld hiervan is het Europese ConBaT+-project, dat ook in Vlaanderen liep (20082011). ConBaT+ is een acroniem voor ‘adding plurilingual and pluricultural dimensions to Content Based Teaching’. Het is een CLIL-project met als doelstellingen het ontwikkelen van meertalig en multicultureel bewustzijn, het creëren van een positieve houding tegenover andere talen en culturen, het versterken van vaardigheden en het gebruik maken van andere talen en culturen in de klas. Het eindproduct is een materialenbundel in het Frans, Engels en Spaans voor het lager en het secundair onderwijs (http://conbat.ecml.at). CLIL is al ingeburgerd in tal van Europese landen, o.a. in Duitsland, Nederland, Finland ... Allicht wordt CLIL in de toekomst onder bepaalde voorwaarden decretaal verankerd in het Vlaamse secundair onderwijs. In het Vlaamse hoger onderwijs mogen nu al een aantal vakken in een andere taal worden gedoceerd.
14 I
IS DIE TAAL VAN VER OF VAN HIER?
⌂2
Voorbeeld 3 uit de test aan het begin van dit hoofdstuk is een voorbeeld van immersieonderwijs. Bij immersieonderwijs krijgen sprekers van een meerderheidstaal, zoals het Frans bij Thibault, een groot deel van de lessen in een andere meerderheidstaal, officiële taal of prestigetaal, in dit geval het Nederlands. De lesgevers zijn meestal native speakers van de immersietaal. Net zoals met het CLIL-voorbeeld, beschikken we over te weinig informatie om te weten of het immersieonderwijs in de school van Thibault al dan niet op een talensensibiliserende manier wordt aangeboden. Beide zijn mogelijk. Immersieonderwijs Frans voor Engelssprekende leerlingen is in Canada heel gangbaar. Dichter bij huis, in Wallonië, zijn er momenteel 250 scholen die immersieonderwijs aanbieden. Het gaat daarbij om immersie in het Nederlands, Engels of Duits. Er zijn voorlopig geen plannen in de richting van immersieonderwijs in Vlaanderen.
1.4 Is talensensibilisering dan niet hetzelfde als taalbeschouwing? Nee, talensensibilisering en taalbeschouwing zijn niet hetzelfde. Taalbeschouwing, of het nadenken over taal en over eigen en andermans taalgebruik, hoeft strikt genomen niet over meerdere talen te gaan. Je kunt ook gewoon één taal en variëteiten ervan bestuderen, hetzij het Nederlands hetzij een vreemde taal (als vak). Bij talensensibilisering kijk je wel bewust naar verschillende talen tegelijkertijd. Je beperkt je dus niet tot zinsbouw of woordleer in het Nederlands, en varianten ervan, maar je kijkt ook naar die in andere talen, zoals de thuistalen van je leerlingen. Denk maar eens aan het vierde voorbeeld uit de test waarin Bilal reflecteert over hoe iets in het Nederlands in het Turks eruit ziet. Talensensibilisering werkt wel rechtstreeks aan de ontwikkelingsdoelen en eindtermen taalbeschouwing in het Vlaamse onderwijs (zie vraag 2.4). Via taalbeschouwende reflectie op het Nederlands wordt van leerlingen verwacht dat ze “interesse in en respect voor de persoon van de ander, en voor de eigen en andermans cultuur” tonen. Voor het vreemdetalenonderwijs wordt dat “belangstelling (tonen) voor de aanwezigheid van moderne vreemde talen in hun leefwereld, ook buiten de school, en voor de socioculturele wereld van de taalgebruikers”. Bovendien gelden de eindtermen rond (inter)culturele gerichtheid voor alle onderdelen van het vakgebied Nederlands. Dan ligt het voor de hand om op een talensensibiliserende manier aan taalbeschouwing te doen ⌂3.
WAT IS TALENSENSIBILISERING? I 15
⌂3
“De talige dimensie van (inter)culturaliteit wordt echter niet enkel verworven via de moderne vreemde talen. Het bewustzijn ervan, de openheid ervoor, het herkennen ervan, begint al voor de effectieve vreemdetaalverwerving en loopt niet samen met vakgrenzen. Overal waar taal aan de orde is speelt het een rol, zowel binnen één taal als tussen talen. En dus is het ook een belangrijk gegeven voor het leergebied Nederlands. Zeker in deze tijd waarin het aantal leerlingen met een andere thuistaal dan Nederlands en bijgevolg ook met een andere ‘cultuur’, een aanzienlijk deel van onze schoolbevolking uitmaakt. Zeker in het lager onderwijs waar de vreemdetaalverwerving pas start.” Uit de Uitgangspunten Nederlands, lager onderwijs bij de eindtermen Nederlands (http:// www.ond.vlaanderen.be/dvo/basisonderwijs/lager/uitgangspunten/nederlands_2009.htm)
1.5 Over welke talen heb je het als je over talensensibilisering praat? De ‘talen’ in het woord ‘talensensibilisering’ wijzen niet alleen naar vreemde talen. Het gaat evenzeer om taalvarianten van eenzelfde taal, zoals dialecten of ‘tussentaal’. Het gaat ook om mengvormen van talen, zoals de talen die allochtonen meebrengen, en die, door aanraking met het Nederlands, soms uitgroeien tot een nieuwe taal, zoals de Genkse Citétalen. Iedere taal die door de gebruikers als ‘normaal’ voor een bepaalde sociale situatie wordt ervaren, is een kandidaat voor talensensibilisering. Verder slaat ‘talen’ ook op het concept ‘taal’ op zich en op taal als communicatiesysteem. Ook een puur schriftelijke taal zoals sms-taal of een niet-gesproken taal zoals doventaal kan het onderwerp van talensensibilisering zijn.
“Taalkundigen zijn het erover eens: alle variëteiten van een taal, en alle talen, zijn gelijk. Geen enkele variëteit of taal is intrinsiek rijker of beter of mooier dan de andere. Maar het is wel zo dat sommige variëteiten en talen door mensen of instellingen een hoger prestige worden toegekend en andere gediscrimineerd en zelfs verfoeid worden. Zo hebben het Frans, het Engels en het Duits in de westerse wereld duidelijk een hogere sociale status dan het Turks, het Berber of het Pools. Vanuit de Europese Unie wordt momenteel een beleid gevoerd om talenrijkdom te verdedigen en waarderen: alle variëteiten hebben hun plaats en waarde in een samenleving. Dat is uiteraard van groot belang voor jonge kinderen die thuis in een andere variëteit dan de standaardtaal (bijvoorbeeld een lokaal dialect), of in een andere taal dan het Nederlands zijn opgevoed.” Van den Branden, 2010, p. 41
16 I
IS DIE TAAL VAN VER OF VAN HIER?
Ook op school is dit het geval: hoewel het Nederlands een belangrijke plaats inneemt als onderwijs- en doeltaal, zijn alle andere talen die leerlingen meebrengen evenveel waard. Sterker nog: thuistalen van leerlingen, of het nu om een plaatselijk dialect of om een minderheidstaal als Berber gaat, zijn interessante leerbronnen die je in het onderwijsleerproces kunt inzetten. Talensensibilisering geeft je de mogelijkheid om de troefkaart van taaldiversiteit uit te spelen.
1.6 Waarin verschilt talensensibilisering met het vroegere intercultureel onderwijs of met onderwijs waarin er bewust aandacht is voor omgaan met diversiteit? Talensensibilisering is niet hetzelfde als intercultureel onderwijs, maar toont wel overeenkomsten. Waar bij intercultureel onderwijs de insteek ‘leren over culturen’ is, is dat bij talensensibilisering ‘leren over talen’. Leren omgaan met diversiteit gebeurt hier in de eerste plaats via talen waarbij culturele achtergronden heel zinvol aan bod kunnen komen. Intercultureel onderwijs is ondertussen geëvolueerd naar onderwijs dat leert omgaan met diversiteit in de brede zin. Hierbij gaat het niet alleen om verschillen tussen culturen en etnische groepen maar om alle mogelijke verschillen en gelijkenissen tussen individuen en groepen die in de klas en in de samenleving kunnen voorkomen (geslacht, leeftijd, sociale klasse, religie, bekwaamheid, talent, seksuele geaardheid …). Je kunt talen in verband brengen met culturen maar die vallen niet noodzakelijk samen. Wie dezelfde taal spreekt, deelt daarom niet dezelfde cultuur – en omgekeerd. Talen en taalvariëteiten kun je bovendien beschouwen vanuit andere soorten diversiteit: hanteren jongens en meisjes dezelfde taal? Wat is er zo bijzonder aan ‘jongerentaal’? Welke groepen in de samenleving spreken dialect?
1.7 Mag je in Vlaanderen andere talen dan het Nederlands gebruiken in de klas? Momenteel overheerst in het Vlaamse onderwijs het eentalig onderwijsmodel Nederlands, met Frans, Engels en Duits die als vreemde taal gegeven worden. Toch zijn er nu al in het basisonderwijs mogelijkheden om andere talen dan het Nederlands een plaats te geven in de klas. 5 Taalinitiatie in een vreemde taal staat sinds 2004 in het decreet basisonderwijs. 5 Frans als vak is sinds 2004 verplicht in de derde graad van het lager onderwijs. Vroeger kan ook, maar dan als initiatie. Op voorwaarde dat eerst Frans als initiatie wordt aangeboden, kunnen ook andere talen als initiatie worden aangeboden. 5 In het Brussels Nederlandstalig onderwijs mag Frans al vanaf de eerste graad als vak gegeven worden. Zo kunnen Brusselse scholen die snel de eindtermen Frans bereiken _ omdat het de thuistaal is van veel van hun leerlingen _ extra lessen Nederlands geven.
WAT IS TALENSENSIBILISERING? I 17
De conceptnota Samen taalgrenzen verleggen van de Vlaamse Minister van Onderwijs kondigt een aantal bijkomende veranderingen aan voor de toekomst: 5 Er zijn plannen om basisscholen toe te laten het Frans vanaf de tweede graad aan te bieden, op voorwaarde dat het Nederlands voldoende ontwikkeld is. Na initiatie Frans kunnen scholen kiezen voor taalinitiatie Engels en Duits. 5 In het secundair onderwijs zal de mogelijkheid bestaan om naast het Frans en het Engels een bijkomende taal te nemen. Scholen zullen daarbij de vrijheid hebben om te kiezen uit de 23 officiële talen van de Europese Unie en die van de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China). Niet-Europese talen, uitgezonderd die van de BRIC-landen, zijn niet opgenomen in dit keuzepakket voor scholen.
18 I
IS DIE TAAL VAN VER OF VAN HIER?
Hoofdstuk Ii WAAROM DOE JE AAN TALENSENSIBILISERING? 2.1 Waarom zou je als leerkracht aan talensensibilisering doen? Als leerkracht komt er heel wat op je af. Het beleid en de maatschappij verwachten veel van het onderwijs: relatievorming, verkeerseducatie, drugs- en alcoholpreventie, bijbrengen van burgerschapszin, omgaan met nieuwe media en globalisering ... Bovendien wordt je klasgroep, net zoals de maatschappij daarbuiten, almaar diverser en heterogener. Hierdoor sta je als leerkracht steeds opnieuw voor de uitdaging om je onderwijs zo aan te bieden dat het voor elk van je leerlingen positieve resultaten oplevert. Waarom zou je bovenop dat alles ook nog aan talensensibilisering doen? Wij kaatsen de vraag terug: wat als talensensibilisering nu net een hulp zou kunnen zijn bij een aantal van die uitdagingen? Stel: je hebt enkele anderstalige leerlingen in de klas die geen aansluiting vinden bij de andere (anderstalige en Nederlandstalige) leerlingen. Via talensensibilisering voelen deze leerlingen zich aangesproken en laten ze tot dan toe weinig bekende kanten van hun persoon zien waardoor hun klasgenoten meer toenadering zoeken. Talensensibilisering kan op deze manier een hefboom zijn voor een positief leefklimaat in de klas waarin elke leerling zich gewaardeerd voelt en zich thuis voelt en zo ook maximaal openstaat voor het onderwijsaanbod. Een ander probleem in de klas: enkele leerlingen denken sterk in stereotypen tijdens klasgesprekken en discussies en stellen zich bij momenten onverdraagzaam op tegenover bepaalde bevolkingsgroepen. Via talensensibilisering krijgen deze leerlingen niet alleen meer inzicht in de taaldiversiteit van deze bevolkingsgroepen maar ook in hun sociale en culturele achtergronden waardoor hun meningen genuanceerder worden. Kortom: talensensibilisering kan je helpen om de stillere leerlingen ook een stem te geven en om het leerklimaat in je klas positief te beïnvloeden. Op dezelfde manier kan talensensibilisering ook de ogen openen van Vlaamse kinderen die slechts zelden in contact komen met andere sociale en culturele milieus en hen op die manier voorbereiden op het functioneren en samenleven in een mondiale maatschappij.
WAAROM DOE JE AAN TALENSENSIBILISERING? I 19
Dit boek is online te koop (klik hier)
Praktijkgerichte literatuurstudies onderwijsonderzoek
Praktijkgerichte literatuurstudies onderwijsonderzoek
Elke dag horen, spreken en lezen we verschillende talen en taalvariëteiten. Die meertalige realiteit weerspiegelt zich in onze scholen. Hoe leren we onze leerlingen met die taaldiversiteit omgaan en hoe kunnen we deze positief aanwenden op de klasvloer?
Centrum voor nt Taal 2 en Onderwijs
9
789033 488061
Is die taal van ver of van hier?
Koen Van Gorp is coördinator voorschools, basisonderwijs en secundair onderwijs bij het Centrum voor Taal en Onderwijs (KU Leuven). Mieke Devlieger en Carolien Frijns zijn er wetenschappelijk medewerker en Sven Sierens is wetenschappelijk medewerker bij het Steunpunt Diversiteit & Leren (UGent).
M. Devlieger, C. Frijns, S. Sierens, K. Van Gorp
Talensensibilisering biedt kansen. Via een internationale praktijkgerichte literatuurstudie en een bevraging van internationale en Vlaamse experts werd onderzocht wat het concept talensensibilisering inhoudt en wat de effecten zijn op leerlingen en leerkrachten. Dit onderzoek leverde een wetenschappelijk rapport op en een wegwijzer voor de Vlaamse onderwijspraktijk. Dit boekje, de wegwijzer, is bedoeld voor leerkrachten, coördinatoren en directies die op hun school talensensibiliserend willen werken of meer inzicht willen krijgen in de sterke en minder sterke kanten van hun aanpak. Een vraag-antwoordmodel biedt een conceptueel kader voor een krachtige toepassing van talensensibilisering in de klas en voor de inpassing in een talenbeleid op school. Handzame tips, inspirerende praktijkvoorbeelden en referenties naar lesmaterialen geven inzicht in de kansen van talensensibilisering.
Is die taal van ver of van hier?
Wegwijs in talensensibilisering, van kleuters tot adolescenten
Mieke Carolien GeertDevlieger, Kelchtermans enFrijns, Liesbeth Piot Sven Sierens, Koen Van Gorp