Gefeliciteerd, je hebt ADHD!
Eerste druk, augustus 2012 © 2012 Petra van der Burg-Jansen Illustrator: Roel van Gestel Kaft: Denise Kennedy van Dam & Roel van Gestel Voorwoord: Mw. E. Chatrou, kinder- en jeugdpsychiater Correctors: Olga, Lucile, Roel, Emily, Marjolein, Marielle, Doris, Yvonne isbn: nur:
978-90-484-2557-0 283
Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl
Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de directe of indirecte gevolgen hiervan. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm of (en dit geldt zonodig in aanvulling op het auteursrecht) het reproduceren (I) ten behoeve van een onderneming, organisatie of instelling of (II) voor eigen oefening, studie of gebruik welk(e) niet strikt privé van aard is.
Petra van der Burg-Jansen
Gefeliciteerd, je hebt ADHD!
Inhoudsopgave Voorwoord7 Gewoon ik… Babs! 9 Wat is er toch met mij? 14 Mevrouw Kruk 19 Juf Debiel houdt het voor gezien 27 Het tweede onderzoek 33 Meester Joep 39 De diagnose 50 ADHD60 Wat nu? 68 Stichting de Regenboog 77 Jessie gaat verhuizen 85 Rust94 Pillen99 Dood of levend 102 Mijn spreekbeurt 109 Afscheid118 Dankwoord120
Voorwoord
Met veel plezier las ik het boek dat jij nu in handen hebt. Het is zo ongelooflijk goed geschreven, dat ik bij de eerste hoofdstukken dacht dat ik zelf ADHD had gekregen. Alsof ik even ‘door de hersenen’ van iemand met ADHD naar de wereld keek, ik werd er zelf bijna druk van! Het is dus levensecht, maar het is vooral ook heel erg leuk. En soms moest ik zelfs een traantje wegpinken. Ik ben blij dat er nu ook een boek is over leven met ADHD dat zo van binnenuit laat zien hoe dat is, en dat zo treffend aantoont dat het ook kan gaan over mogelijkheden, kansen, perspectieven. Want als je ADHD hebt, heb je daar vaak last van, maar vaak ook geeft het je kansen, vleugels, mogelijkheden. En dat laat niemand beter zien dan Petra in haar boek. Als kinderpsychiater zie ik regelmatig kinderen en jongeren met ADHD, en hun ouders. Natuurlijk komen ze niet voor niets, en natuurlijk zijn er vaak problemen die opgelost moeten worden. Maar bijna altijd ontmoet ik dan ook zulke leuke, creatieve, grappige, bijzondere, getalenteerde jonge mensen, dat het jammer is dat ze dat soms zelf even vergeten lijken te zijn. Als de moeilijkheden zijn opgelost, wordt gelukkig hun geheugen ook vaak weer opgefrist en herinneren ze zich weer wat ze allemaal nog meer kunnen en zijn. Want ze zijn geen ADHD, ze hebben ADHD. Gefeliciteerd, je hebt ADHD! Dat zijn woorden die ik als kinderpsychiater niet zo gauw had durven zeggen. Maar gelukkig doet meester Joep dat in het boek dat Petra heeft geschreven. En dat is nou precies wat me zo getroffen heeft bij het lezen van dit boek. Hoe belangrijk het blijft om steeds goed te kijken en luisteren naar die kinderen met hun drukte, in hun hoofd of in hun lijf. Om hun bedoelingen goed te begrijpen, maar vooral ook omdat ze zo inspirerend zijn en je een verfrissende kijk op de wereld bieden. 7
En dan ben ik blij dat ik als kinderpsychiater het voorrecht heb veel van deze kinderen te ontmoeten. En ik ben heel blij dat ik tegen de kinderen in mijn spreekkamer voortaan ook kan zeggen: ‘Gefeliciteerd, je hebt ADHD!’ als ik ze het boekje van Petra laat zien om te lezen. Zodat ze trots zijn, of weer worden, op zichzelf mét hun ADHD!! Emily Chatrou
8
Gewoon ik… Babs!
‘Neeeeeeeeeee!!!!’ roep ik zo hard als ik kan. ‘Nee, nee, nee en nog eens nee!’ Ik draai me om en ren bonkend de trap op. Zouden ze het nu eindelijk eens door hebben, dat ik echt BOOS ben? Dat ik het niet meer wil! Dat ik zelf wil weten wat er gaat gebeuren en hoe dat gaat gebeuren? Ik ben toch niet gek. Ik ben toch geen baby. Ik ben toch gewoon ik. Ik ben toch gewoon Babs? Daar zit ik dan. Op mijn bed, mijn weekendtas staat open op mijn bed. Ik heb de helft van mijn kleren er al ingegooid. Ik ga weg, ik loop weg, ik zal ze eens laten voelen hoe het is als ik er niet meer ben. Mijn moeder, mijn vader, mijn zus, mijn kleine broertje, iedereen. Al mijn familie en alle kinderen uit mijn klas. Ja, zelfs mijn juf, zelfs zij zal me missen. Toch? Maar eerst besluit ik om nog even een dutje te doen onder mijn lekkere warme dekbed. Even ver weg van deze wereld… De wereld die vindt dat ik druk ben. Ik…? Druk…? Ze zijn zelf gewoon traag! Ze snappen niet wat ik bedoel. Ik snap niet wat zij bedoelen. Neem nou vorige week. We gingen met zijn allen op schoolreisje. Hartstikke leuk en iedereen zenuwachtig. Snap ik al helemaal niets van. Hoezo? Hoe kun je nou zenuwachtig zijn voor een gezellige dag? Je gaat met je vrienden in een bus. Zakken vol met snoep. Alle vaders en moeders zwaaien je vrolijk uit, zo vrolijk heb ik mijn ouders nog nooit gezien. Ze zeiden nog: ‘Fijne dag! Lekker tot 5 uur naar het speelparadijs en we zien je weer om 6 uur als de bus niet in de file komt!’ Nou, dan begrijp ik al die drukte niet zo goed. Als je nou zenuwachtig zou zijn omdat er iets heel engs of vervelends gaat gebeuren. We gaan op schoolreisje, dat is toch niet vervelend? Voor de juf die op maandag werkt in plaats van op donderdag, ja, voor haar is het vervelend. Moet ze die dag gewoon bij haar eigen kinderen blijven en mag ze niet mee lol trappen. Misschien moet ze wel boodschappen doen en dan loopt ze in de winkel en ziet ze alle lekkere dingen die wij meenemen op 9
schoolreisje. En dan denkt ze iedere keer: Ik had ook op schoolreisje kunnen zijn. Vorig jaar ben ik ook weer heel terug gekomen, net als alle andere kinderen, juffen, meesters, vaders en moeders. De juffen en meesters leefden allemaal nog en ze hebben heerlijk bij elkaar staan kletsen en druk staan gebaren op het eind van de dag, al kijkend naar de groep kinderen. Ze bleven ze maar tellen en op de klassenlijsten kijken. Ik kon dat goed zien vanuit de boom verderop. Nee, soms begrijp ik anderen niet zo goed.
Ik zal me even voorstellen: Ik ben Babs. Ik ben een meisje van negen jaar, 111 dagen en een paar uurtjes jong. 111 dagen, dat is 111/365e deel van een jaar. Goh, kan ik dat eigenlijk uit mijn hoofd uitrekenen? Dan heb ik natuurlijk wel een rekenmachine nodig om het te controleren. Maar waar had ik die ook alweer gelaten…? Wanneer heb ik hem voor het laatst gehad? Oh ja, toen ik een jurk ging naaien voor carnaval. Ik had prachtige stof 10