Logopedie
Dysartrie
Inhoudsopgave 1
Wat is dysartrie? ................................................................................. 2
2
Gevolgen van dysartrie ....................................................................... 3
3
Behandeling van dysartrie .................................................................. 4 Onderzoek ........................................................................................................ 4 Behandeling ..................................................................................................... 4
4
Richtlijnen voor een betere communicatie ........................................ 5 Tips voor de omgeving ................................................................................... 5 Tips voor de persoon met dysartrie ............................................................. 6
1
Wat is dysartrie?
Dysartrie is een spraakstoornis die het gevolg is van een beschadiging van het zenuwstelsel. Deze aandoening verstoort de werking van een of meer spieren die bij het spreken betrokken zijn. Dit betekent dat men woorden en zinnen moeilijk kan uitspreken/articuleren. Dysartrie kan plots of geleidelijk aan ontstaan. Mogelijke oorzaken zijn: Een CVA (= cerebrovasculair accident), beter bekend als een beroerte. Een spierziekte, zoals ALS (= amyotrofische laterale sclerose) of MS (= multiple sclerose). Andere neurologische aandoeningen, zoals de ziekte van Parkinson. Een hersentrauma (= een verwonding in de hersenen door bijvoorbeeld een ongeval). Een hersentumor. Een infectie die een aangezichtsverlamming veroorzaakt.
2
2
Gevolgen van dysartrie
Door deze spraakstoornis zijn mensen met dysartrie vaak moeilijk verstaanbaar. De spieren die instaan voor het spreken (nl. die van de lippen, de tong, het gehemelte en de stembanden) en de ademhalingsspieren zijn aangetast waardoor de verstaanbaarheid vermindert. Daarnaast kan ook het slikken verstoord zijn en moeten er eventueel aanpassingen gebeuren in de voeding (bijv. gemalen of gemixte voeding, ingedikte vloeistoffen …). De ernst en de kenmerken van dysartrie verschillen van persoon tot persoon. De problemen kunnen betrekking hebben op de spraak, de stem en/of de ademhaling: Mogelijke spraakproblemen: − Onduidelijke spraak. − Klanken worden weggelaten, vervormd of vervangen door andere
klanken. − Te snel of te traag spreken. − Eentonige spraak. − Nasale spraak of neusspraak.
Mogelijke stemproblemen: − Hese of schorre stem. − Te hoog of te laag stemgeluid. − Te hard of te zacht (krachteloos) spreken.
Mogelijke ademhalingsproblemen: − Op één uitademing te weinig woorden kunnen uitspreken. − Regelmatig moeten ‘bij-ademen’ of happen naar lucht tijdens het
spreken. − Geforceerd ademhalen.
3
3
Behandeling van dysartrie
Dysartrie kan tijdelijk, blijvend of progressief van aard zijn. Bij een tijdelijke spraakstoornis zal er spontaan verbetering optreden. De stoornis is blijvend als er sprake is van een blijvende hersenbeschadiging. In het geval van een progressieve ziekte (bijv. multiple sclerose) zal de stoornis verergeren.
Onderzoek De logopediste onderzoekt eerst de bewegingen (motoriek) en de gevoeligheid (sensibiliteit) van de mond. Daarnaast worden ook de spraak, de stemkwaliteit en de ademhaling beoordeeld. Indien nodig wordt ook het slikken gecontroleerd, want een stoornis in de beweeglijkheid van de lippen, de tong en het gehemelte kan het slikken bemoeilijken.
Behandeling Daarna wordt een logopedische behandeling opgestart met als doel de verstaanbaarheid te verbeteren. De logopediste leert de patiënt optimaal gebruik te maken van zijn mogelijkheden. Het resultaat van de behandeling is afhankelijk van de ernst van de stoornis, de aard van de aandoening en de motivatie van de patiënt.
4
4
Richtlijnen voor een betere communicatie
Tips voor de omgeving Zorg voor een rustige, geluidsarme omgeving. Wees eerlijk en vraag om te herhalen als u de boodschap niet verstaan hebt. Zeg wat u denkt te hebben verstaan, herhaal wat gezegd werd. Geef de persoon met dysartrie genoeg tijd om te antwoorden op uw vraag. Onderbreek de persoon met dysartrie niet. Ga niet luider of op een kinderlijke manier spreken, hij kan u goed verstaan. Zorg voor oogcontact, maar kijk ook naar de bewegingen van de mond. Dit helpt u te begrijpen wat hij zegt. Als er veel bezoek is, zorg ervoor dat de persoon met dysartrie bij het gesprek betrokken wordt. Praat niet over zijn hoofd heen. Vraag indien nodig om langzamer te spreken. Neem de tijd voor een gesprek. Stimuleer het gebruik van non-verbale communicatie of het schrijven. Als herhaaldelijke pogingen mislukken, laat het gesprek even rusten en probeer het later opnieuw. Of maak gebruik van een andere manier van communicatie. Moedig het communiceren zo veel mogelijk aan. Spreek de persoon normaal aan, het begripsvermogen is meestal niet verstoord. Vraag eventueel om de uiting te herhalen in kernwoorden of korte zinnen.
5
Tips voor de persoon met dysartrie Neem uw tijd. Maak oogcontact met uw gesprekspartner. Ga dicht bij uw gesprekspartner staan of zitten. Spreek langzaam. Spreek in korte zinnen of trefwoorden. Probeer woorden zo nauwkeurig en zo duidelijk mogelijk uit te spreken. Zorg voor voldoende pauzes in een zin. Gebruik eventueel gebaren om het spreken te ondersteunen. Verander niet te snel van onderwerp. Indien mogelijk schrijf de boodschap op als u heel slecht verstaan wordt.
6
Contact dienst logopedie Hanne Naeyaert T 050 36 55 52 E-mail:
[email protected] Gwenny Dombrecht T 050 36 55 50 E-mail:
[email protected] Mieke Pyra T 050 36 55 53 E-mail:
[email protected] Valerie Cockhuyt T 050 36 55 51
MVD-SUBREHAB-LOGO-BROCHURE.DYSARTRIE (10/12)
E-mail:
[email protected]
7