De Wmo en Sport en Bewegen
Sportservice Zuid-Holland
De Wmo en Sport en Bewegen Inleiding Sport en bewegen is niet weg te denken uit onze samenleving. Veel mensen genieten van sport zowel door het zelf te beoefenen, er naar te kijken als er over te spreken. Sport en bewegen is waardevol als doel in zichzelf (intrinsieke waarde) – sporten om het sporten, waarin mensen plezier beleven en zich maximaal sportief kunnen ontwikkelen –, maar ook als middel om andere doelen te bereiken. Sport wordt steeds vaker ingezet als middel om bij te dragen aan de realisatie van maatschappelijke doelen. Zo bevordert sporten bijvoorbeeld de maatschappelijke participatie en sociale cohesie, leert jonge mensen omgaan met waarden en normen, biedt sporters en vrijwilligers ontplooiingsmogelijkheden en compenseert negatieve effecten van de moderne samenleving op het gebied van gezondheid. Wat dit betreft is de rol van de gemeenten mede door de BSI, BOS en de Impuls brede school, sport en cultuur meer verschoven van voorwaardenscheppend naar ondersteunend, regisserend en stimulerend. Met de Wmo zijn gemeenten verplicht voorwaarden te scheppen voor deelname aan het maatschappelijk verkeer van alle burgers. Het kan gaan om activiteiten gericht op ontspanning en ontmoeting, maar ook op het gebied van educatie, cultuur, sport en arbeidsoriëntatie. Voor groepen burgers die drempels ervaren in hun deelname aan een of meer activiteiten, moeten gemeenten via de Wmo extra ondersteuning bieden. Deze notitie gaat in op de Wmo, de daarbij behorende prestatievelden en de mogelijkheden van de instrumentele inzet van sport en bewegen. Tevens wordt een koppeling gemaakt van een aantal prestatievelden van de Wmo aan ambities van het Olympisch Plan 2028. Er wordt ingegaan op de mogelijkheden van het stimuleringsprogramma ‘Welzijn Nieuwe Stijl’. Afgesloten wordt met conclusies en aanbevelingen. De Wmo De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) is vanaf 1 januari 2007 van kracht. In de Wmo zijn de oude Welzijnswet, de WVG, OGGz en delen van de AWBZ (huishoudelijke verzorging en begeleiding) ondergebracht. De Wmo heeft als doel dat iedereen volwaardig kan deelnemen aan de samenleving. De gemeente wordt met de Wmo verantwoordelijk voor de maatschappelijke ondersteuning. Dit omvat activiteiten en voorzieningen die het vooral kwetsbare groepen mogelijk maken om mee te doen in de samenleving. De Wmo omschrijft ‘maatschappelijke ondersteuning’ in negen prestatievelden. Op een aantal prestatievelden is sport een goed middel om in te zetten. Vooral wordt daarbij gedacht aan de volgende prestatievelden:
1
De Wmo en Sport en Bewegen
Sportservice Zuid-Holland
Prestatieveld 1 Het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten Dit prestatieveld is ruim en breed. De gemeente heeft hier dan ook een zeer grote vrijheid om lokaal invulling te geven en prioriteiten te stellen. Voorbeelden: het bevorderen van de 'civil society', de maatschappelijke verbanden van burgers, het ondernemen van activiteiten ter bevordering van het vreedzaam samenleven van verschillende etnische en religieuze groepen, het realiseren van accommodaties ten behoeve van maatschappelijke activiteiten en sport, jeugdhonken, dorpshuizen en club- en buurthuizen et cetera. Een voorbeeld is hier ook de bevordering van een sterkere betrokkenheid tussen de sportvereniging, de school en de wijk in bijvoorbeeld de school(buurt)sportvereniging. Prestatieveld 2 Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden Het gaat hier om de in de gemeente wonende jeugdigen - en in voorkomende gevallen hun ouders - bij wie sprake is van een verhoogd risico als het gaat om ontwikkelingsachterstand of uitval zoals schooluitval of criminaliteit, maar voor wie zorg op grond van de Wet op de jeugdzorg niet nodig is dan wel voorkomen kan worden. Het terugdringen van overlastgevend gedrag van jongeren door middel van sport- en beweegarrangementen is hier een voorbeeld van. Voorbeelden: WhoZnext, sportbuurtwerk. Prestatieveld 3 Het geven van informatie, advies en cliëntenondersteuning Er wordt gedoeld op activiteiten die de burger de weg wijzen in het veld van maatschappelijke ondersteuning. Het kan hierbij zowel gaan om algemene voorzieningen zoals (voldoende) informatiepunten, als om meer specifieke voorzieningen als een individueel advies, of vraagverheldering. Een loket waar burgers terecht kunnen voor informatie over aangepast sporten is hier een voorbeeld. Het geven van diverse informatiestands op de Fit & Vitaalmarkt voor senioren. Waarbij senioren informatie kunnen krijgen over sporten op maat, voeding, aangepast wonen et cetera. Prestatieveld 4 Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers De vrijwillige inzet van burgers is onmisbaar voor goede uitvoering van de Wmo. Burgerinitiatieven, buurtverenigingen en sportclubs kunnen ondersteund worden. Sportverenigingen helpen bij het opzetten van vrijwilligersbeleid is hier een voorbeeld. Voorbeelden: organisatie van themabijeenkomsten (deskundigheidsbevordering), verenigingsondersteuning (sportloket), de jaarlijkse verkiezing van vrijwilliger van het jaar. Voor de werving van vrijwilligers kan de innovatieve en succesvolle methode ‘Meer Vrijwilligers in Kort Tijd’ worden ingezet. Maar ook de inzet van sportverenigingen om mantelzorgers beweging en ontspanning te bieden.
2
De Wmo en Sport en Bewegen
Sportservice Zuid-Holland
Prestatieveld 5 Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem Met 'bevorderen' in dit prestatieveld wordt gedoeld op algemene maatregelen die, zonder dat men zich tot de gemeente behoeft te wenden, ten goede kunnen komen aan een ieder die daaraan behoefte heeft. Maar ook het organiseren van activiteiten met een sociaalrecreatief of sportief karakter voor specifieke doelgroepen is een voorbeeld. Binnen de sport wordt voor verschillende doelgroepen een specifiek aanbod gedaan, zoals de G-teams voor gehandicapte sporters. Ook het stimuleren van gehandicapten tot (permanente) sportdeelname en het subsidiëren van organisaties met een aanbod van aangepast sporten in de buitengewone kosten daarvan. Prestatieveld 6 Verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van zelfstandig functioneren aan het maatschappelijk verkeer Dit prestatieveld beschrijft het onderdeel van maatschappelijke ondersteuning dat zich richt op individuele mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem. Het gaat hier om individueel te verlenen voorzieningen, die aan de behoefte van het individu zijn aangepast. Een voorbeeld is hier het bieden van aangepaste sportvoorzieningen en aparte sporthulpmiddelen en het uitproberen van hulpmiddelen. Prestatievelden 7, 8 en 9 De prestatievelden 7 (ondersteunen van maatschappelijke opvang, advies en steunpunten huiselijk geweld, prestatieveld 8 (bevorderen van de openbare geestelijke gezondheidszorg) en prestatieveld 9 (bevorderen van verslavingsbeleid) richten zich op groepen burgers die een marginale positie in de samenleving innemen door dakloosheid, verslavingsproblematiek en psychiatrische problemen of een combinatie daarvan. Sport en bewegen is een goed middel om meer structuur aan te brengen in het leven van deze kwetsbare groepen. Gemeenten kunnen er voor zorgen dat instellingen uit de maatschappelijke opvang beter worden gefaciliteerd om beweegactiviteiten mogelijk te maken. De gemeenten kunnen de samenwerking tussen maatschappelijke opvang en deskundigen uit de sport- en beweegsector stimuleren om een verantwoorde begeleiding te realiseren. Drie scenario’s waarin de Wmo vorm kan worden gegeven In het advies ‘Inhoud stuurt de beweging’ (2006) laat de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling (www.adviesorgaan-rmo.nl) zien dat de Wmo op verschillende manieren vorm kan krijgen en geeft hiervoor drie scenario’s. Het scenario 'De gemeente aan het roer' gaat ervan uit dat de samenleving vooral baat heeft bij een krachtige gemeente. Zo'n gemeente investeert in het zelfredzaam maken van mensen die anders afhankelijk zullen blijven of zich als zodanig zullen blijven opstellen. De nadruk ligt op ondersteuning van (zeer) kwetsbare burgers. Niet alleen het beleid, maar ook (een deel van) de uitvoering is in handen van de gemeente. De gemeente stelt zich op als initiatiefnemer en regisseur en geeft in
3
De Wmo en Sport en Bewegen
Sportservice Zuid-Holland
die hoedanigheid relatief veel aandacht aan mensen met een beperking, ouderen, dak- en thuislozen en andere kwetsbare groepen. De Breedtesportimpuls en BOS-impuls hebben er voor gezorgd dat de gemeente zelf een regierol is gaan vervullen binnen sportbeleid. Een regisserend sportbeleid stuurt op doelen. Om deze doelen te realiseren is het van belang om draagvlak te hebben bij burgers en organisaties. Deze rol kenmerkt zich daarom door een sterke betrokkenheid van diverse partijen bij de ontwikkeling en uitvoering van het sportbeleid. In het scenario 'Stuurman van je eigen leven' is niet de gemeente maar het individu het uitgangspunt. De gemeente tracht met 'includerend beleid' de nodige voorwaarden te scheppen om dit scenario te realiseren. Vervolgens zijn individuen zelf verantwoordelijk voor het uitvoeren van de WMO. De gemeente heeft vooral een stimulerende en voorwaarde scheppende rol ten aanzien van accommodaties en voorzieningen in de openbare ruimte. De gemeente is verantwoordelijk voor de realisatie en instandhouding van sportaccommodaties. Geen individuele verstrekking van aangepaste sportmaterialen, geen sportaanbod. Wel sportparticipatiebudget voor deelname aan sportactiviteiten en vergoedingen voor aangepaste sportmaterialen, die de burger zelf inkoopt. Het derde scenario 'De burger en zijn verbanden' stelt de burger en het particulier initiatief centraal. Burgers maken deel uit van verschillende verbanden, zoals de familie, sportvereniging, kerk of belangenorganisatie. Het scenario toont aan hoe dergelijke verbanden, meer dan nu het geval is, kunnen worden benut bij de vormgeving van de nieuwe wet. Ondersteunend beleid is er op gericht om initiatieven van verenigingen of andere sportaanbieders met middelen te steunen. De gemeente organiseert niet zelf activiteiten maar wil door het verstrekken van bijvoorbeeld subsidies maatschappelijke doelen realiseren. Het gemeentelijke sportbeleid is er op gericht om alle activiteiten te ondersteunen die tot sportbeoefening leiden. Activiteiten voor mensen die nu al sporten maar ook voor groepen die nu nog langs de kant staan zoals ouderen, gehandicapten en asielzoekers. Compensatieplicht Dit is de plicht van het College aan personen met een beperking, een chronisch psychisch of een psychosociaal probleem voorzieningen te bieden ter compensatie van hun beperkingen op het gebied van zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie teneinde hen in staat te stellen een huishouden te voeren, zich te verplaatsen in en om de woning, zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel en medemensen te ontmoeten en op basis daarvan sociale verbanden aan te gaan. Daarbij legt artikel 4 van de wet het College de plicht op om een resultaat te bereiken dat als compensatie mag gelden en dat in het individuele geval maatwerk is. De op basis van artikel 4 lid 1 van de wet via compenserende maatregelen te bereiken resultaten zijn: a. een schoon en leefbaar huis; b. wonen in een geschikt huis; c. beschikken over goederen voor primaire levensbehoeften; d. beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding;
4
De Wmo en Sport en Bewegen
Sportservice Zuid-Holland
e. f. g. h.
het thuis kunnen zorgen voor kinderen die tot het gezin behoren; zich verplaatsen in en om de woning; zich lokaal verplaatsen per vervoermiddel; de mogelijkheid om contacten te hebben met medemensen en deel te nemen aan recreatieve, maatschappelijke of religieuze activiteiten. In het kader van deze notitie is sub h van belang. De Kanteling De Kanteling is een project van de VNG dat er op gericht is gemeenten te ondersteunen bij het invullen van de compensatieplicht en het vormgeven van de Wmo. Een centraal concept in de kanteling is het denken in resultaten. Via het landelijke project ‘de Kanteling’ wordt geprobeerd een goede invulling van de compensatieplicht te bevorderen. Daarbij worden twee sporen gevolgd: een juridisch spoor, leidend tot de nieuwe modelverordening (gereed) een praktijkspoor, leidend tot handreikingen en instrumenten voor het kantelen van de praktijk in gemeenten. Op het niveau van de individuele burger betekent de kanteling dat er meer nadruk ligt op de vraag wat hij nodig heeft, dan op de vraag waar hij recht op heeft. De relatie tussen burger en gemeente wordt meer wederkering. Er komt meer nadruk op wat de burger zelf kan en wat hij kan bijdragen om anderen te helpen. Stimuleringsprogramma Welzijn Nieuwe Stijl Het stimuleringsprogramma Welzijn Nieuwe Stijl wil gemeenten en welzijnsorganisaties faciliteren om de Wmo vernieuwend en in de volle breedte uit te voeren. Medio 2010 zijn nog niet alle gemeenten volledig toegekomen aan het in de volle breedte benutten van de ruimte die de Wmo biedt voor maatwerk, verbinden en integraliteit. Het ministerie van VWS heeft samen met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en werkgeversorganisatie MOgroep Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening (W&MD) het landelijke programma ‘Welzijn Nieuwe Stijl’ gelanceerd. Het programma wil stimuleren, inspireren en concrete handreikingen bieden. Daarbij wordt aangesloten bij wat gemeenten en instellingen zelf al aan verbeteringen aan het doorvoeren zijn en de fase waarin dat proces verkeert. Welzijn Nieuwe Stijl kent acht bakens (kenmerken). Deze geven richting aan de kwaliteitsontwikkeling van de welzijnssector, en zijn daarmee ook voor gemeenten in hun rol als opdrachtgever relevant. De 8 bakens van Welzijn Nieuwe Stijl zijn: 1. gericht op de vraag achter de vraag; 2. gebaseerd op de eigen kracht van de burger; 3. direct er op af; 4. formeel en informeel in optimale verhouding; 5. doordachte balans van collectief en individueel; 6. integraal werken; 7. niet vrijblijvend, maar resultaatgericht; 8. gebaseerd op ruimte voor de professional.
5
De Wmo en Sport en Bewegen
Sportservice Zuid-Holland
Deze bakens zijn bedoeld om richting te geven aan de uitvoering van het programma Welzijn Nieuwe Stijl, zowel voor de welzijnsorganisaties als voor de gemeenten: Voor de welzijnsorganisaties geven ze de gewenste richting aan voor het verbeteren van de kwaliteit en de professionaliteit. Het gaat dan steeds om de professionaliteit in relatie tot de burger. Voor de gemeenten fungeren ze als ijkpunten waaraan de opdrachten aan uitvoerende organisaties kunnen worden getoetst alsmede hun handelen na het verlenen van de opdracht. Door deel te nemen aan programma krijgen gemeenten en maatschappelijke organisaties ondersteuning bij de realisatie van Welzijn Nieuwe Stijl in hun gemeente of regio. Vanuit het stimuleringsprogramma biedt het ministerie van VWS ondersteuningstrajecten op maat aan. Deze ondersteuning kan bestaan uit deelname aan bijeenkomsten, workshops of trainingen. Ook kan er advisering en hulp geboden worden bij de uitvoering van lokale verbetertrajecten. De duur van deze ondersteuning zal tussen de 5 en 15 dagen komen te liggen. Gemeenten en maatschappelijke organisaties kunnen zich gezamenlijk aanmelden voor het stimuleringsprogramma Welzijn Nieuwe Stijl (www.invoeringwmo.nl). Zie punt 5 bij de aanbevelingen. Wmo en Olympisch Plan 2028 Het Olympisch Plan 2028 kent acht ambities namelijk op de gebieden topsport, breedtesport, sociaal-maatschappelijk, welzijn, economie, ruimtelijke ordening, de organisatie van evenementen en media-aandacht. Het doel van het Olympisch Plan 2028 is het realiseren van een sportland op Olympisch niveau (in 2016), dat mogelijk resulteert in een kandidaatstelling voor de Olympische en Paralympische Spelen van 2028. De hele Nederlandse samenleving wordt bij het Olympisch Plan 2028 betrokken. Met ‘Nederland op Olympisch niveau’ wordt een maatstaf nagestreefd op deze ambities. In die zin is het Olympisch Plan een aanjager om de ambities waar te maken. De provincie faciliteert gemeenten die dit wensen, met het realiseren van hun ambities om hen op Olympisch niveau te krijgen. Sportservice Zuid-Holland, de provinciale steunfunctieorganisatie voor de sport, ontvangt hiervoor jaarlijks tot 2016 een subsidie van € 75.000,00. Deze investering sluit aan bij de provinciale wettelijke taak op het terrein van tweedelijns ondersteuning in het kader van de Wmo. Daarnaast zet de provincie in op het agenderen en signaleren van het onderwerp bij gemeenten. De Regionale Agenda Samenleving is hiervoor het platform. Het zou mooi zijn wanneer Nederland de Olympische Spelen mag organiseren, maar de weg er naar toe is nog belangrijker. Op deze weg wordt gezorgd dat Nederland vitaler en gezonder wordt, waarbij sport als middel wordt ingezet. De ambities op de gebieden breedtesport, sociaal-maatschappelijk en welzijn zijn te koppelen aan een aantal prestatievelden van de Wmo met name gaat het daarbij om de prestatievelden 1, 4, 5 en 6.
6
De Wmo en Sport en Bewegen
Sportservice Zuid-Holland
Breedtesportambitie Nederland is in 2016 een samenleving waarbij het beoefenen en beleven van sport voor jong en oud een belangrijke kwaliteit is in hun leven. Minimaal 75% van de Nederlanders, uit alle lagen van de (multiculturele) samenleving, doet in 2016 regelmatig aan sport (nu is dat 65%). Het kan daarbij gaan om het creëren van een passend sportaanbod voor de verschillende leeftijd- en doelgroepen, maar ook om het bieden van aangepaste sportvoorzieningen en aparte sporthulpmiddelen. Gemeenten kunnen in hun sportnota’s doelstellingen relateren aan de Nationale Norm Gezond Bewegen (NNGB) (bijvoorbeeld Delft, 70 % van de Delftse bevolking voldoet in 2011 aan de beweegnorm). Maar ook ambities op accommodatieniveau zijn hier goed in te passen (sport in de wijken, Cruijffcourts, (Richard Kraijcek)playgrounds, het vergroten van de multifunctionaliteit van accommodaties, het optimaliseren van het gebruik van sportaccommodaties, e.d.). Het maken van een zogenaamde ‘Sociale Kaart’ waarin overzichtelijk het sportaanbod in een gemeente voor de verschillende doelgroepen is opgenomen appelleert aan de breedtesportambitie, maar ook aan de sociaalmaatschappelijke en welzijnsambitie. De bekendheid van aanbod kan leiden tot meer sport- en beweeginitiatief van de burger, de werkgever, de thuiszorginstelling, e.d., waarmee de gemeente (in)direct inspeelt op enkele ambities van het Olympisch Plan 2028. Sportverenigingen zijn een belangrijke partner in de aanbieding van sport- en beweegactiviteiten. Het sterker maken van deze verenigingen door middel van gerichte ondersteuning draagt bij aan het verwezenlijken van de Olympisch ambities. Het realiseren van sportkennismakingslessen op school stimuleert schoolgaande jeugd tot sportdeelname. Het stimuleren van sportverenigingen tot een leeftijdsgericht aanbod bevordert het ‘leven lang sporten en bewegen’. Ook het faciliteren ten behoeve van sportdeelname van minder financieel draagkrachtigen door middel van minimaregelingen (bv, Ooievaarspas, Zoetermeerpas, Jeugdsportfonds) draagt bij aan de breedtesportambitie. Sociaal-maatschappelijke ambitie Nederland heeft in 2016 een sociaal klimaat waarin burgers met plezier samenleven, trots zijn Nederlander te zijn en graag iets bijdragen aan de maatschappij. Hierbij kan het gaan om Sportparticipatie in achterstandswijken te vergroten en bruggen te slaan naar het sportverenigingsleven en sportverenigingen te ontwikkelen tot maatschappelijke organisaties en zelfs tot openbare voorzieningen.
7
De Wmo en Sport en Bewegen
Sportservice Zuid-Holland
Denk bijvoorbeeld aan de mogelijkheden van de inzet van combinatiefunctionarissen en de school(buurt)sportvereniging. Welzijnsambitie Nederland heeft in 2016 een gezonde bevolking: fitte werknemers, vitale ouderen, en minder mensen (en vooral kinderen!) met overgewicht. Voldoende beweging en gezonde voeding zijn de norm. Te denken is dan aan: Gezonde voeding in sportkantines en bij evenementen, gezonde voeding en leefstijl op scholen, bijdrage aan convenant overgewicht en stimuleren van sport op school.
Conclusies
1. Sport- en beweegactiviteiten passen goed binnen een aantal prestatievelden van de Wmo en sluiten aan op de breedtesportambitie van het Olpympisch Plan 2028. 2. Voor zover sport en bewegen in de Wmo-verordeningen worden genoemd heeft dat betrekking op de verstrekking van sporthulpmiddelen aan mensen voor wie zonder dat hulpmiddel sporten onmogelijk is door aantoonbare beperkingen vanwege ziekte of gebrek. Het gaat daarbij in veel gevallen om een sportrolstoel. 3. De verbinding van sport en bewegen met de Wmo is voornamelijk terug te vinden in de sportnota’s.
4. De inzet van sport en bewegen op de verschillende prestatievelden van de Wmo biedt voldoende mogelijkheid burgers te ondersteunen in hun zelfredzaamheid en deelname aan de samenleving.
Aanbevelingen
1. De maatschappelijke functie van sport en bewegen wordt versterkt door deze te relateren aan de prestatievelden van de Wmo. 2. Versterk de instrumentele inzet van sport door de koppeling van Wmo aan het Olympisch Plan 2028. 3. Geef structuur aan het proces tot samenwerking tussen gemeenten: a. Bepaal het belang van samenwerking, de posities, wat is de inbreng en wat wordt verwacht b. Bepaal de koers, welke richting (scenario, kanteling) c. Geef het proces zijn kans, kleine stappen d. Werk samen. 4. Sluit aan op bestaande structuren. Samenwerking tussen bijvoorbeeld welzijns- en zorginstellingen en buurtorganisaties is cruciaal voor het succes van het Wmo-beleid. Zie voor de samenwerking ook de opmerking onder punt 2. Betrek hierbij ook de sport en beweegaanbieders en bouw voort op het succes van BOS-projecten en de samenwerking tussen scholen en sportverenigingen.
8
De Wmo en Sport en Bewegen
Sportservice Zuid-Holland
5. Voer een gericht subsidiebeleid met ruimere verstrekkingmogelijkheden en ondersteuningsmogelijkheden van sport- en beweegaanbieders. 6. In het kader van de Wmo ervaren groepen mensen vaak drempels om in groepsverband beweegactiviteiten te ondernemen. Ook de vindbaarheid van deze groep en de methoden om deze groep over te halen te gaan bewegen is moeilijk. De groep gehandicapten is wel in beeld maar de doelgroep van de Wmo omvat veel ouderen die twijfels hebben over eigen kunnen ten aanzien van bewegen. Ontwikkel gerichte interventies. 7. Gehandicaptensport is vaak regionaal georganiseerd, dit geldt met name voor de kleinere gemeenten. Door schaarste aan sporters en in het aanbod aan sporten is het niet haalbaar om in iedere gemeente hetzelfde sportaanbod te creëren. Gehandicapte sporters zullen dus vaak in één gemeente wonen en in een andere gemeente sporten. Voor het verstrekken van WMO sporthulpmiddelen levert dit vooral bij teamsporten vaak een knelpunt op. Dit kan bijvoorbeeld opgelost worden door als gemeenten een samenwerkingsverband aan te gaan en een gemeenschappelijke subsidieverordening op te stellen. Een voorbeeld van een dergelijk samenwerkingsverband met een gemeenschappelijke subsidieverordening in Zuid-Holland is het SAD (Samenwerkingsverband Aangepast sporten Drechtsteden). 8. Hoewel het aantal aanmeldingen voor deelname aan het stimuleringsprogramma Welzijn Nieuwe Stijl en ondersteuning het maximum heeft bereikt is er mogelijkheid om een ondersteuningsvraag in te dienen. Er wordt dan bekeken welke mogelijkheden er zijn. Ondersteuning zou wellicht gericht kunnen zijn op het vorm geven van samenwerking.
Sportservice Zuid-Holland
Sportservice Zuid-Holland is een provinciale steunorganisatie die als zelfstandige stichting werkzaamheden verricht op het gebied van beleidsontwikkeling, sportstimulering en verenigingsadvisering. Sportservice Zuid-Holland beschikt over een uitgebreid netwerk in Zuid-Holland, werkt samen met de gemeenten in Zuid-Holland en heeft daardoor veel kennis over de situatie ten aanzien van sport en bewegen in deze provincie.
Geraadpleegde bronnen
Kansen voor sport en bewegen in de Wmo, NISB Wmo-Extra, januari 2011 Bijeenkomst ‘Welke mogelijkheden biedt Welzijn Nieuwe Stijl? 21 september 2010 Van eerste contact tot arrangement, inhoudelijke keuzes bij de kanteling, VNG (Brochure) Welzijn Nieuwe Stijl, Ministerie van VWS (Brochure) Rapportage Formalisering Samenwerkingsverband Aangepast Sporten Drechtsteden, Sportservice Zuid-Holland, 2010 Olympisch Plan 2028 www.invoeringwmo.nl www.adviesorgaan-rmo.nl www.vng.nl/dekanteling www.cg-raad.nl/wij_werken_aan/wmo
9