WAP conferentie Amsterdam
28 november, 2015
De rol van vertelvaardigheid in de taalontwikkeling Anne Baker University of Amsterdam, NL University of Stellenbosch, SA
Stijn (4;3) vertelt in het Nederlands….
Spontaan vertellen
2
Henrico (7;0) vertelt in SASL… Na-vertellen
3
Inhoud 1 Inleiding 2 Componenten van vertelvaardigheid 3 De ontwikkeling van vertelvaardigheid en de taalontwikkeling 4 Hoe wordt vertelvaardigheid gemeten? 5 Interventie 6 Conclusies 4
-1– Inleiding
5
Vertelvaardigheid – hoe belangrijk? Algemene waardering van het belang van verhalen: Twee aspecten: Het vertellen van verhalen Het begrijpen van verhalen
6
Vertelvaardigheid – hoe belangrijk? • Het kind leert verhalen begrijpen en vertellen buiten-het-hier-en-nu (decontextualisatie) • Voor de cognitieve ontwikkeling dienen narratieven het integreren van het verleden en de toekomst.
7
Vertelvaardigheid – hoe belangrijk? • In de ouder-kind interactie • Emotionele ontwikkeling • Ontwikkeling van taal (Dickinson et al. 2012) 8
Vertelvaardigheid – hoe belangrijk? Diagnostiek • Voor het meten van binding (attachment measures) Macfie et al. 2014 • Bij het onderzoeken van traumatische gebeurtenissen 1990 McArthur Story Stem battery • In situaties van getuigenis: seksueel misbruik Hershkowitz et al. 2012. 9
Vertelvaardigheid – hoe belangrijk? Geletterdheid en schoolse taalvaardigheid Veel studies hebben aangetoond dat vroege vertelvaardigheid gerelateerd is aan leren lezen. bijv, Torrance & Olson, 1984; Bishop & Edmundson, 1987; Norris & Bruning, 1988; McCabe & Rollins, 1994; McCabe, 1996; Roth, Speece, Cooper, & De La Paz 1996 ;Bliss et al., 1998; Hayward & Schneider, 2000; Gutiérrez-Clellen, 2002; Swanson, Mills, Hood, & Fey, 2005; Wallach, 2008. 10
-2– Componenten van vertelvaardigheid
11
Een voorbeeld verhaal (COST MAIN project Gagarina et al. 2015) De geiten en de vos Voor een naverteltaak.
12
Macro- vs. Microstructuur Macrostructuur: De structuur van het verhaal in termen van: a. kwantiteit van plotelementen b. kwaliteit van plotelementen
Story Grammar Microstructuur: De interne eenheden in termen van: a. linguistische structuren gebruikt, o.a. referentie b. Complexiteit van structuren c. Lexicon 13
Story Grammar Elementen: (Stein and Glenn, 1979; Peterson and McCabe, 1983).
1. Setting: introductie personages en context. 2. Initiating event: gebeurtenis die gevolgen heeft
3. Internal responses: emotionele reactie van de personnages 14
Story Grammar Elementen: 4. Internal plans: om de doelen te bereiken 5. Attempts: om het doel te bereiken
6. Direct consequences: doel bereikt of niet. 7. Reactions: tov het wel of niet bereiken van het doel. 15
Visies op de macrostructuur: wat moet gemeten worden? Gagarina et al. (2012) • Aantal plotelementen • Type GAO (Goal-Attempt-Outcome) eenheden • Internal State Terms.
Mäkinen et al. (2014) • Aantal Story units (breder dan GAO eenheden) 16
Culturele verschillen? 1. Japanse kinderen (Matsuyama 1983) a) meer dan 80% van de volksverhalen hadden geen GAO eenheden. b) Vooral initierende gebeurtenissen en resoluties. c) Invloed van Boedhistische begrippen? 2. Arabische kinderen (David et al. 2012) a. Macrostructuur is vergelijkbaar met Amerikaanse kinderen.
3. Afro-Amerikaanse kinderen Gardner Neblett et al. 2012 a) meer call-response interacties b) meer dialoog c) maar in principe vergelijkbare GAO eenheden.
Conclusie: in de schoolomgeving is de Story Grammar indeling algemeen van toepassing.
17
Microstructuur Elementen: 1. Eenheden om coherentie en cohesie te produceren, vb. voornaamwoorden, conectieven, relatieve bijzinnen. 2. Lengte van uitingen 3. Complexiteit van uitingen 4. Lexicale diversiteit en complexiteit Grote verschillen tussen talen omdat elementen taalspecifiek zijn (bijv. Berman & Slobin 1994). 18
Totaal plaatje • Macrostructuur • Microstructuur • Frequentie van spontaan vertellen de Blauw (2015)
19
-3–
De ontwikkeling van vertelvaardigheid en de taalontwikkeling 20
Ontwikkelingsfases van Macrostructuur Eentalige kinderen: Europees Amerikaanse kinderen: Peterson and McCabe (1983) 1. 2- 3-jarige: verhalen met 1-2 gebeurtenissen. 2. 4-jarige: verhalen met gaten en niet in volgorde. 3. 5-jarige: verhalen met hoogtepunt maar geen outcome. 4. 6-jarige: goede structuur. 5. na 6 jaar: langere verhalen met meer setting elementen in het begin. Ontwikkeling loopt vrij lang door. Zie ook Berman & Slobin 1994, Trabasso & Rodkin 1994
21
Ontwikkelingsfases van Macrostructuur Tweetalige kinderen: Armon-Lotem, Gagarina, and Walters (2011)
1. simultaan tweetaligen: de volgorde en snelheid van ontwikkeling is vergelijkbaar. 2. sequentiele tweetalige : de snelheid is afhankelijk van beginpunt van leren van de tweede taal. Volgorde vergelijkbaar. NB ontwikkeling van macrostructuur wordt niet direct toegepast in de tweede taal. Zie ook van den Broek, 1997; Bishop & Donlan, 2005; 22
Ontwikkelingsfases van Macrostructuur Tweetalige kinderen: Russisch-Duitse kinderen: Gagarina (2015)
1. De ontwikkeling van de drie elementen (Aantal plotelementen, Type GAO eenheden, en Internal State Terms) is verschillend tov elkaar. 2. Internal State Terms ontwikkeleln zich sneller in het Duits in vergelijking tot het Russisch.
23
Ontwikkelingsfases van Microstructuur Een- en tweetalige kinderen: • Omdat de structuren taalspecifiek zijn, is de ontwikkeling niet universeel en verschilt per taal. • Bij (sequentieel) tweetalige kinderen is de ontwikkeling van structuren, complexiteit, en lexicon vaak langzamer dan bij eentalige kinderen. 24
Relatie tussen macro- en microstructuur in de ontwikkeling • Geen algemene relatie • Detailrelaties wel aanwezig bijv., studie van Mäkinen et al. (2014) 172 Finse kinderen: 4-8 jaar, vertellen van een plaatjesverhaal. doel: relatie onderzoeken tussen macro- en microstructuur. Multiple regressie analyses toonde aan dat de prestatie in macrostructuur (event structure) was: 1. WEL gerelateerd aan het aantal verschillende woorden 2. NIET gerelateerd aan het aantal uitingen 25
Voorwaarden voor vertelvaardigheid Relatie met luisterbegrip van verhalen bijv., studie van Leopla et al (2012) 130 Finse kinderen, 4-6 jaar, metingen van lexicon, taalgeheugen, fonologische bewustzijn, en inferentievaardigheid met 4 jaar meting van luisterbegrip door een naverteltaak en bevraging met 4, 5 en 6 jaar.
26
Voorwaarden voor vertelvaardigheid Relatie met luisterbegrip van verhalen Leopla et al (2012)
Geheugen n.s. Inferentievaardigheid: direct belangrijk indirect ook via lexicon. 27
Voorwaarden voor vertelvaardigheid Relatie tussen kind- en ouderfactoren en vertelvaardigheid studie van de Blauw (2015) 3 Nederlandse kinderen, 1;9-3;9 en 7 jaar Metingen van hoeveelheid taal-buiten-het-hier-en-nu, verbale tijdsmarkeringen, TAMs, topic elaboratie met 1;9-3;9. Vertelvaardigheid (macro- en microstructuur) met spontane verhalen, Bus Story en Frog Story met 7 jaar.
Indicatie dat specifieke relaties bestaan. Bijv. Hoeveelheid taal-buiten-het-hier-en-nu van de ouders meer verhalen vertellen bij het kind. Hoe meer topic elaboratie bij het kind beter macrostrctuur
28
Samenvattend Belangrijk: • om naar deelaspecten van vertelvaardigheid te kijken. • om deze te relateren aan deelaspecten van de taalontwikkeling.
29
-4– Hoe wordt vertelvaardigheid gemeten? 30
Instrumenten • Als algemeen instrument voor het meten van algemene taalvaardigheid. • Voor eentalige, tweetalige kinderen en kinderen met taalproblemen • Norm referenced tests examples 1. Renfrew Bus Story Cowley & Glasgow, 1994; Productie. Macro en microstructuur. NB overdiagnosis van kinderen met SLI
2. Test of Narrative Language Gillam & Pearson, 2004; Begrip en productie. Macro en microstructuur. NB goed in diagnose van taalproblemen
31
Instrumenten • Criterion referenced tests Examples 1. Frog Story Berman & Slobin 1994 Veel aspecten kunnen analyseerd worden in deze taak. MAAR verschillende methode elicitatie.
2. MAIN: Multilingual Assessment Instrument for Narratives Gagarina et al. 2015 Protocol voor analyse (macrostructuur) Geschikt voor tweetalige kinderen
32
-5– Interventie
33
Procedures • Weinig onderzoek naar het verbeteren van vertelvaardigheid • Gebruik van story grammar om de macrostructuur te verbeteren bij kinderen met taalproblemen Daviesa et al 2004, Miller 2013.
NB microstructuur verbetert niet.
34
Technologie Project met inzet van Ebooks: met korte verhalen in Zuid Afrika Bij laag SES kinderen met een taalontwikkelingsachterstand Klop & Pretorius 2015
35
Technologie Effecten • Vergroting van lexicon - receptief en productief
36
-6– Conclusies
37
Welke kant op ? • Onderzoek – Meer detailwerk nodig over de deelcomponenten van vertelvaardigheid. – Meer onderzoek naar de voorwaarden voor de ontwikkeling van vertelvaardigheid – Meer aandacht voor kinderen met een taalprobleem – Ontwikkelen van normreferenced tests waar mogelijk
• Praktijk – Voorzichtig met normen – Interventie voor macrostructuur 38
Dank voor uw aandacht
Contact:
[email protected] Referentielijst op aanvraag
39