De Goede week beleven en vieren De Goede Week (semaine sainte – heilige week) begint op palmzondag en loopt tot de paasnachtdienst; het Triduüm = Witte Donderdag, Goede Vrijdag, Stille Zaterdag. De goede week en Pasen vormen de kern van ons christelijk geloof (heilige week) Belang om deze dynamiek te vieren: - voor de bewoners - voor de eigen spiritualiteit: de goede week is de belangrijkste week in de christelijke jaarkalender. (cf. Taizé gemeenschap viert elke week de goede week) - We kunnen tijdens de goede week enkele vieringen zelf organiseren, en voor andere vieringen aansluiten bij een (parochie)gemeenschap. - Gemeenschappelijke vieringen en vrij aanbod in de kapel/gebedsruimte
Palmzondag: “vandaag Hosanna, morgen kruisig Hem” Lc 19, 29-38 Toen hij Betfage en Betanië bij de Olijfberg naderde, stuurde hij twee van de leerlingen vooruit en zei tegen hen: ‘Ga naar het dorp daarginds. Daar zullen jullie een vastgebonden veulen vinden, dat nog nooit door iemand bereden is. Maak het los en breng het hier. Als iemand jullie vraagt: “Waarom maken jullie het los?” moeten jullie antwoorden: “De Heer heeft het nodig.”’ De beide leerlingen gingen op weg en vonden het veulen, precies zoals Jezus had gezegd. Toen ze het dier losmaakten, vroegen de eigenaars hun: ‘Waarom maken jullie het los?’ Ze antwoordden: ‘De Heer heeft het nodig.’ Daarna brachten ze het veulen naar Jezus. Ze wierpen hun mantels over het dier en lieten Jezus erop zitten. Onderweg spreidden de leerlingen hun mantels voor hem op de grond uit. Toen hij op het punt stond de Olijfberg af te dalen, begon de hele groep leerlingen vol vreugde en met luide stem God te prijzen om alle wonderdaden die ze hadden gezien. Ze riepen: ‘Gezegend hij die komt als koning, in de naam van de Heer! Vrede in de hemel en eer aan de Allerhoogste!’ -
intocht op ’n ezel (vervoermiddel voor de armen – rijken hebben paarden) palmwijding palmprocessie passieverhaal (‘lang evangelie ’ over het lijden van de Heer -- Lc 22, 14 -23, 56) liturgische kleur: rood – verwijst naar het lijden van Jezus decoratie: groot kruis, grote palmtakken, mand met buxustakjes met bijhorende tekst,…
Witte donderdag Joh 13, 1-15 Het was kort voor het pesachfeest. Jezus wist dat zijn tijd gekomen was en dat hij uit de wereld terug zou keren naar de Vader. Hij had de mensen die hem in de wereld toebehoorden lief, en zijn liefde voor hen zou tot het uiterste gaan. Jezus en zijn leerlingen hielden een maaltijd. De duivel had intussen Judas, de zoon van Simon Iskariot, ertoe aangezet Jezus te verraden. Jezus, die wist dat de Vader hem alle macht had gegeven, dat hij van God was gekomen en weer naar God terug zou gaan, stond tijdens de maaltijd op. Hij legde zijn bovenkleed af, sloeg een linnen doek om en goot water in een waskom. Hij begon de voeten van zijn leerlingen te wassen en droogde ze af met de doek die hij omgeslagen had. Toen hij bij Simon Petrus kwam, zei deze: ‘U wilt toch niet mijn voeten wassen, Heer?’ Jezus antwoordde: ‘Wat ik doe, begrijp je nu nog niet, maar later zul je het wel begrijpen.’ ‘O nee,’ zei Petrus, ‘míjn voeten zult u niet wassen, nooit!’ Maar toen Jezus zei: ‘Als ik ze niet mag wassen, kun je niet bij mij horen,’ antwoordde hij: ‘Heer, dan niet alleen mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd!’ Hierop zei Jezus: ‘Wie gebaad heeft hoeft alleen nog zijn voeten te wassen, hij is al helemaal rein. Jullie zijn dus rein – maar niet allemaal.’ Hij wist namelijk wie hem zou verraden, daarom zei hij dat ze niet allemaal rein waren. Toen hij hun voeten gewassen had, deed hij zijn bovenkleed aan en ging weer naar zijn plaats. ‘Begrijpen jullie wat ik gedaan heb?’ vroeg hij. ‘Jullie zeggen altijd “meester” en “Heer” tegen mij, en terecht, want dat ben ik ook. Als ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten wassen. Ik heb een voorbeeld gegeven; wat ik voor jullie heb gedaan, moeten jullie ook doen. -
-
-
-
voorbereidingen Pesach-maal (Lc 22, 7-13) voetwassing (Joh 13, 1-15) o gebod van de liefde o ritueel van de dienstbaarheid Pesach-maal met de instelling van de eucharistie (het laatste avondmaal) (Matteüs 26:17-75, Marcus 14:12-72, Lucas 22:7-65) o Beste moment: bij het vallen van de schemering o Het maaltijdkarakter mag goed naar voor komen. (bv. allen rond een tafel, kelkcommunie,…) o Solidariteit met de armen (breken en delen - dienstbaarheid) eenzaamheid in de hof van Olijven (Mt 26, 30-56) o “Laat deze beker aan mij voorbijgaan, maar niet mijn wil, maar uw wil geschiede” o “Blijf hier en waak hier met mij” o tabernakel leeg – godslamp uit o geen klokkengelui meer tot het gloria van de paaswake o waken en bidden liturgische kleur: wit decoratie: brood, wijn, druiven, evt. kruik en bekken
Goede Vrijdag: toenemende vereenzaming van Jezus Johannes 19, 16-30 Zij voerden Jezus weg; hij droeg zelf het kruis naar de zogeheten Schedelplaats, in het Hebreeuws Golgota. Daar kruisigden ze hem, met twee anderen, aan weerskanten één, en Jezus in het midden. Pilatus had een inscriptie laten maken die op het kruis bevestigd werd. Er stond op ‘Jezus uit Nazaret, koning van de Joden’. Het stond er in het Hebreeuws, het Latijn en het Grieks, en omdat de plek waar Jezus gekruisigd werd dicht bij de stad lag, werd deze inscriptie door veel Joden gelezen. De hogepriesters van de Joden zeiden tegen Pilatus: ‘U moet niet “koning van de Joden” schrijven, maar “Deze man heeft beweerd: Ik ben de koning van de Joden”.’ ‘Wat ik geschreven heb, dat heb ik geschreven,’ was het antwoord van Pilatus. Nadat ze Jezus gekruisigd hadden, verdeelden de soldaten zijn kleren in vieren, voor iedere soldaat een deel. Maar zijn onderkleed was in één stuk geweven, van boven tot beneden. Ze zeiden tegen elkaar: ‘Laten we het niet scheuren, maar laten we loten wie het hebben mag.’ Zo ging in vervulling wat de Schrift zegt: ‘Ze verdeelden mijn kleren onder elkaar en wierpen het lot om mijn gewaad.’ Dat is wat de soldaten deden. Bij het kruis van Jezus stonden zijn moeder met haar zuster, Maria, de vrouw van Klopas, en Maria uit Magdala. Toen Jezus zijn moeder zag staan, en bij haar de leerling van wie hij veel hield, zei hij tegen zijn moeder: ‘Dat is uw zoon,’ en daarna tegen de leerling: ‘Dat is je moeder.’ Vanaf dat moment nam die leerling haar bij zich in huis. Toen wist Jezus dat alles was volbracht, en om de Schrift geheel in vervulling te laten gaan zei hij: ‘Ik heb dorst.’ Er stond daar een vat zure wijn; ze staken er een majoraantak met een spons in en brachten die naar zijn mond. Nadat Jezus ervan gedronken had zei hij: ‘Het is volbracht.’ Hij boog zijn hoofd en gaf de geest. o Enkele belangrijke elementen uit het lijdensverhaal volgens Johannes: (1) De leerlingen laten Jezus in de steek op de Olijfberg (2) Petrus verraadt Jezus (3) Zelfs arme soldaten spotten met Jezus (4) Jezus doet afstand van zijn moeder en van Johannes en vertrouwt ze aan elkaar toe (5) Bij Lucas is er zelfs Godsverduistering: “God mijn God, waarom heb je mij verlaten?” o En toch klinkt er in het evangelie volgens Johannes, door het lijden heen, een beetje hoop (1) De doornen zijn een kroon (2) Jezus blijft beminnen en blijft bekommerd om anderen (3) Jezus geeft de Geest o De namiddagdienst bestaat uit vier delen:
Opening van de dienst: in stilte – geen kruisteken Woorddienst, met het passieverhaal als hoogtepunt (Joh 18, 1 – 19, 42) Kruishulde: verering van Jezus, die zich aan ons gegeven heeft doorheen lijden en dood. Tegelijk ook tot bij het kruis komen met de miserie van de wereld en de eigen miserie. Communiedienst: heel sober – geen eucharistie!!! Zending – geen zegen (1) een klaagzang, met het lijden van heel de wereld in de voorbeden (2) ook bij het kruis gaan staan met onze eigen miserie (3) en antwoord krijgen: de communiedienst: “er is niets veranderd; kom toch maar bij Mij. Ik ben er nog steeds” (4) daarna weer stilte, maar een minder beklemmende stilte dan op Witte Donderdag; een beetje hoop
o Kruisweg: stilstaan bij het lijden van de Heer Kruisweg van de stilte (Sint-Sixtusabdij – Westvleteren) Kruisweg spelen Kruisweg stappen (cfr. Lettenberg Kemmel) -
-
decoratie: (zo sober mogelijk) kruis met paars of zwart doek, evt. elementen uit het lijdensverhaal bv. doornenkroon, hamer en spijkers, roede, zweetdoek met gezicht, … liturgische kleur: rood of paars
Stille zaterdag: van duister naar Licht Johannes 19, 31-42 Het was voorbereidingsdag, en de Joden wilden voorkomen dat de lichamen op sabbat, en nog wel een bijzondere sabbat, aan het kruis zouden blijven hangen. Daarom vroegen ze Pilatus of de benen van de gekruisigden gebroken mochten worden en of ze de lichamen mochten meenemen. Toen braken de soldaten de benen van de eerste die tegelijk met Jezus gekruisigd was, en ook die van de ander. Vervolgens kwamen ze bij Jezus, maar ze zagen dat hij al gestorven was. Daarom braken ze zijn benen niet. Maar een van de soldaten stak een lans in zijn zij en meteen vloeide er bloed en water uit. Hiervan getuigt iemand die het zelf heeft gezien, en zijn getuigenis is betrouwbaar. Hij weet dat hij de waarheid spreekt en wil dat ook u gelooft. Zo ging de Schrift in vervulling: ‘Geen van zijn beenderen zal verbrijzeld worden.’ Een andere schrifttekst zegt: ‘Zij zullen hun blik richten op hem die ze hebben doorstoken.’ Na deze gebeurtenissen vroeg Josef uit Arimatea – die uit vrees voor de Joden in het geheim een leerling van Jezus was – aan Pilatus of hij het lichaam van Jezus mocht meenemen. Pilatus gaf toestemming en Josef nam het lichaam mee. Nikodemus, die destijds ’s nachts naar Jezus toe gegaan was, kwam ook; hij had een mengsel van mirre en aloë bij zich, wel honderd litra. Ze wikkelden Jezus’ lichaam met de balsem in linnen, zoals gebruikelijk is bij een Joodse begrafenis. Dicht bij de plaats waar Jezus gekruisigd was lag een olijfgaard, en daar was een nieuw graf, waarin nog nooit iemand begraven was. Omdat het voor de Joden voorbereidingsdag was en dat graf dichtbij was, legden ze Jezus daarin. Stille zaterdag = stille dag, maar achter de schermen grijpt een dialoog plaats tussen God en Jezus in het graf, levenwekkend - graflegging - Pie Jesu - Decoratie zeer sober, zoals goede vrijdag.
Pasen Lucas 24, 1-12 Maar op de eerste dag van de week gingen ze bij het ochtendgloren naar het graf met de geurige olie die ze bereid hadden. Bij het graf aangekomen, zagen ze echter dat de steen voor het graf was weggerold, en toen ze naar binnen gingen, vonden ze het lichaam van de Heer Jezus niet. Hierdoor raakten ze helemaal van streek. Plotseling stonden er twee mannen in stralende gewaden bij hen. Ze werden door schrik bevangen en sloegen de handen voor hun ogen. De mannen zeiden tegen hen: ‘Waarom zoekt u de levende onder de doden? Hij is niet hier, hij is uit de dood opgewekt. Herinner u wat hij u gezegd heeft toen hij nog in Galilea was: de Mensenzoon moest worden uitgeleverd aan zondaars en moest gekruisigd worden en op de derde dag opstaan.’ Toen herinnerden ze zich zijn woorden. Ze keerden terug van het graf en gingen aan de elf en aan alle anderen vertellen wat er was gebeurd. De vrouwen die het graf bezochten, waren Maria uit Magdala, Johanna, Maria de moeder van Jakobus, en nog enkele andere vrouwen die hen vergezelden. Ze vertelden de apostelen wat er was gebeurd, maar die vonden het maar kletspraat en geloofden hen niet. Petrus echter stond op en rende naar het graf. Hij bukte zich om te kijken, maar zag alleen de linnen doeken liggen. Daarop ging hij terug, vol verwondering over wat er gebeurd was. De Paaswake is ‘dé viering van de vieringen’ (liturgische kleur: wit) Structuur Paaswake: - Liturgie van het Licht o De dienst begint met een heel klein lichtje in de duistere kapel. Dat lichtje wordt doorgegeven. De paaskaars komt naar voren. Stilaan wordt de kapel lichter o Dan wordt het Exsultet gezongen of gelezen: Jezus leeft! De klok luidt en alle bellen -
Woorddienst o Hoe is dat mogelijk? God had altijd al beloofd dat liefde sterker is de dood: we nemen een lezing uit het Oude testament (keuze) en het verrijzenisverhaal
-
Doopliturgie o Die overwinning van het Leven wordt nu gespeeld: het vuur en licht van de paaskaars wordt in het water (van de dood en de duisternis) geplaatst. Het water wordt Vruchtwater, Levend Water = de grote kosmische Verzoening o We zeggen opnieuw “ja” aan God in de hernieuwing van de doopbeloften;
-
Eucharistie o Verder gewone eucharistie, maar blij.
De viering op Paaszondag is een gewone maar heel plechtige en feestelijke viering.