De dagelijkse praktijk op Kinderdagverblijf de Rietpluim
Plaats en datum: Terborg 21-1-2013
1
Hoofdstuk 1: Inleiding In het pedagogisch beleid staat de visie en werkwijze van Kinderopvang Humanitas beschreven. Dit pedagogisch beleid geldt voor alle locaties en beschrijft waar we als organisatie voor staan. We delen, samen met de ouders, de zorg en opvoeding van jonge kinderen en zijn ons bewust van deze grote verantwoordelijkheid. Hieronder beschrijven we hoe we in onze locatie werken aan de vier basisdoelen uit de Wet kinderopvang. Zorgen voor (emotionele) veiligheid Een veilig pedagogisch klimaat stelt eisen aan de omgeving. De groepsruimte moet hygiënisch zijn en kinderen moeten zich vrij kunnen bewegen zonder gevaar voor lichamelijk letsel. De pedagogisch medewerkers zorgen voor een gezonde balans tussen lichamelijk veiligheid en de behoefte van kinderen aan bewegen en exploreren. Daarnaast is het belangrijk dat kinderen zich veilig voelen bij de pedagogisch medewerkers, bij hu n groepsgenootjes en weten wat er op een dag allemaal gaat gebeuren (door pictogrammen, liedjes, rituelen enz.). Dit gevoel van veiligheid is een belangrijke basis voor een kind om tot spel te komen en om in contact te komen met groepsgenootjes en vriendjes te maken. Het ontwikkelen van persoonlijke competenties Concreet vertalen persoonlijke competenties zich in de kinderopvangopvang onder andere in het maken van eigen keuzes en het omgaan met de verantwoordelijkheden die daarbij horen. Dit leidt tot een toenemende zelfstandigheid van kinderen, een gevoel van eigenwaarde en tot kinderparticipatie bij de buitenschoolse opvang. De pedagogisch medewerkers bieden ruimte aan kinderen om zelf vaardigheden te oefenen en initiatief te nemen: zelf naar toilet gaan, klimmen of koken. Hierdoor gaan kinderen steeds zelfstandiger functioneren en bouwen zij zelfvertrouwen op (persoonlijke competentie). Door het aanbieden van een activiteitenaanbod waarbij alle ontwikkelings- en intelligentiegebieden aan bod komen, geven we kinderen de mogelijkheid om spelenderwijs te leren en hun talenten te ontwikkelen. Het ontwikkelen van sociale competenties Bij ons zijn kinderen in een groep samen, waardoor zij ook volop de kans hebben om hun sociale vaardigheden te ontwikkelen. Elkaar helpen, delen, van elkaar leren, plezier maken met elkaar en samenwerken. Maar ook met elkaar afspraken maken en leren opkomen voor jezelf en ervaren hoe je problemen kunt oplossen, horen bij het ontwikkelen van sociale vaardigheden. In een groep krijgt een kind daarvoor volop de kans. Door het inrichten van verschillende speelplekken in één of meerdere ruimtes krijgen de kinderen de gelegenheid om in groepjes geconcentreerd met iets bezig te zijn. Een goede aansluiting bij de leeftijd en interesses van kinderen vinden wij daarbij van wezenlijk belang. Als het gaat om contacten tussen de kinderen, hebben pedagogisch medewerkers hierin vooral een begeleidende rol. Kinderen zoeken elkaar vanzelf op en bepalen zelf hoe ze communiceren. Afhankelijk van hun leeftijd en de situatie steunen we hen daarbij. We bekrachtigen de interacties die ontstaan en we gaan in op de gesprekken (of bewust niet). We stimuleren de kinderen om elkaar te helpen. Tijdens een afscheid van de ouder kunnen kinderen elkaar prima troosten, een arm om elkaars schouders slaan of samen zwaaien. In de buitenschoolse opvang maken groepsgenootjes een nieuw kind wegwijs in de locatie. Het overbrengen van waarden en normen Als mensen zijn we verschillend maar wel gelijkwaardig. De mening van de ander dóet er toe en is van invloed op de manier waarop met elkaar wordt omgegaan. Al heel vroeg is respect voor elkaar en onze omgeving een dagelijks thema voor kinderen: kinderen die een speentje zoeken voor een baby die verdrietig is; elkaar gedag zeggen bij binnenkomst of bij het weggaan; het goede voorbeeld geven door ‘dank je wel’ te zeggen; pedagogisch medewerkers die kinderen leren om zorgvuldig met spelmateriaal om te gaan; kinderen die zelf mee beslissen over de invulling van het vakantieprogramma; door met de kinderen afspraken te maken over pesten.
2
In de volgende hoofdstukken geven wij locatie-specifieke informatie, zodat ouders weten wát ze op onze locatie kunnen verwachten, hoe een dag er uitziet en wat wij belangrijk vinden met betrekking tot de veiligheid, het welbevinden en de ontwikkeling van de kinderen.
Hoofdstuk 2: Bij deze groep mensen voel ik me fijn In de beschrijving van ‘de dagelijkse praktijk op kinderdagverblijf de Maatjes’ wordt gebruik gemaakt van de volgende afkortingen: PM = Pedagogisch Medewerker KDV = Kinderdagverblijf BSO = BuitenSchoolse Opvang PSZ = PeuterSpeelZaal AGA = Activiteiten Gericht Aanbod LM = Locatiemanager 2.1. Hoe zien onze groepen eruit? Kinderdagverblijf de Rietpluim is gevestigd in het Kultuurhus De Rietborgh in Terborg. Sinds augustus 2010 zijn hier onder één dak een groot aantal organisaties gevestigd. Naast het kinderdagverblijf, zijn er in de zogenaamde Kindercluster, BSO Bezige Bijen en peuterspeelzaal Ukkepuk van onze organisatie te vinden, kindercentrum ’t Kempse voor kinderen met een ontwikkelingsachterstand. In het pand zijn verder nog gevestigd, basisschool de Dynamiek, Fidessa Welzijn, het consultatie bureau, centrum jeugd en gezin (CJG) en maken verschillende organisaties gebruik van het de in het gebouw gevestigde faciliteiten. Kinderdagverblijf De Rietpluim is een kindercentrum met 3 dagopvanggroepen, zij zijn gevestigd op de begane grond van het pand. Er wordt met de verschillende partijen samengewerkt. Bij binnenkomst komen de ouders en kinderen in een grote centrale hal. Door deze hal lopen ze naar de Kindercluster die zij binnen gaan via een codedeur. Aan de hal van de Kindercluster liggen aan de rechterkant Peuterspeelzaal Ukkepuk, op de linkerkant de drie kinderdagverblijf groepen van De Rietpluim en rechtdoor de zes groepen van het kindercentrum ‘t Kempse. Daarnaast is er een centrale keuken, zijn er kantoren, spreekkamers, behandelkamers, een snoezelruimte en een binnenzandbak. De drie groepsruimtes, met twee keukenpantry’s, twee verschoonruimtes en drie slaapkamers zijn exclusief voor het kinderdagverblijf. De binnen zandbak en de hal zijn voor gezamenlijk gebruik. Maar ook van andere ruimtes, zoals de snoezelruimte, kunnen wij in overleg gebruik van maken Buiten spelen kan op het buitenterrein grenzend aan de groepsruimtes. Hier bevinden zich een speelhuis, een glijbaan en een zandbak. Er is ruimte om te kunnen fietsen en bewegen. KDV de Rietpluim heeft 3 groepen. De groepen van de Rietpluim zijn als volgt verdeeld: 1) Guppen: een babygroep voor kinderen van 0 tot 2 jaar, maximaal 12 kinderen met 3 PM; 2) Kikkers: een peutergroep voor kinderen van 2 tot 4 jaar, maximaal 14 kinderen met 2 PM; 3) Vlinders: een peutergroep voor kinderen van 2 tot 4 jaar, maximaal 7 kinderen met 1 PM; Globale omschrijving ruimten babygroep: Bij de groep hangt een foto van de PM’s zodat voor ouders zichtbaar is wie er die dag werkzaam is. De babygroepen zijn prikkelarm, dat betekent dat er niet veel aan de muren hangt en er rustige kleuren gebruikt zijn, ook voor het meubilair. Ons meubilair en speelgoed hebben we aangeschaft volgens de methode van Emmi Pikler, deze ligt ten grondslag aan onze methode “Ruim baan voor baby’s”. Er is veel ruimte voor kruipen en spelen op de grond, ook liggen de baby’s veel op de grond in een vrije beweginsruimte/ grondbox. Zij kunnen daar veilig liggen op harde matten en spelen met hun eigen handen, voeten en speelgoed. De lopende en kruipende kinderen kunnen niet over het hek klimmen dat de grondbox scheidt van de rest van de ruimte. Soms wordt ervoor gekozen een kindje in de hoge box te leggen, het kindje kan zich dan even afscheiden van de rest van de groep om het teveel aan prikkels te doen verminderen. Eten en drinken gebeurt bij de PM op schoot of, zodra de kinderen zelf kunnen eten en drinken, aan kleine tafeltjes. De slaapkamers grenzen aan de groepsruimte en elk kind heeft een eigen bed. Het kan zijn dat andere kinderen hetzelfde bed gebruiken op een andere dag, maar dan telkens met hun eigen beddengoed. Kinderen geven zelf aan welke tijd ze willen slapen, hebben hun eigen ritme en
3
rituelen. De meeste kinderen slapen in een slaapzak en hebben hun eigen knuffel en speen van thuis meegenomen. Dit kan bijdragen aan een veilig gevoel. Er is “huis, tuin en keuken” speelgoedmateriaal waar de kinderen mee kunnen spelen. Zoals bakjes en bekers, maar ook zachte en harde materialen, zoals doekjes en zachte ballen. Hierbij gaat het vooral om van al deze materialen veel in huis te hebben. Daarnaast is er speciaal klimmateriaal op de groep zodat een kind zijn mogelijkheden en grenzen kan verkennen. Voor dreumesen is het klim/klautermateriaal van groot belang. Het speelgoed wordt meerdere keren per dag door de PM ‘klaar gezet’ voor de kinderen. Het klaarzetten van speelgoed gebeurd op dusdanige manier dat kinderen elke keer weer geprikkeld worden om het speelgoed vanuit een ander gezichts -en blikveld aan te treffen. Globale omschrijving ruimten peutergroepen: Bij de deur van de groep hangt een aanwezigheidsbord (met foto’s) waarop ouders en kinderen kunnen zien welke PM’s er die dag zullen zijn. De groepsruimten van de peutergroepen zijn ingericht met verschillende hoeken. Er zijn er op iedere groep andere speelhoeken. Kinderen worden op tijdens AGA momenten uitgenodigd om op verschillende groepen te spelen, Kinderopvang Humanitas noemt dat centrum breed werken. (u kunt hierover meer lezen in het algemene locatiekader). Verdeeld over de groepen zijn er bijvoorbeeld een huishoek, een bank om even op uit te rusten of om bijvoorbeeld een boekje te lezen, een bouw -en autohoek en alle groepen hebben hoge tafels en banken voor de eetmomenten en knutselactiviteiten te vinden. Er worden spel, puzzel, -en/of knutselactiviteiten aangeboden. We hebben een aantal open kasten waar de materialen in staan. De hallen worden tevens als speelplek gebruikt, ook hier zijn de hoeken in verschillende thema’s ingericht. Het speelgoedaanbod wordt geregeld gewisseld door de PM. Een peutergroep (Kikkers) heeft een slaapkamer waar de nog jonge kinderen na de middagmaaltijd kunnen slapen, er staan bedjes en stretchers. De oudere peuters die behoefte hebben aan een rustmoment, rusten op stretchers op peutergroep de Vlinders. Er is een PM aanwezig die een oogje in het zeil houdt. Globale omschrijving locatie: Bij binnenkomst, in de hal, is een muur gereserveerd voor informatie aan ouders: De oudercommissie presenteert zich en heeft daar zijn informatie bord Het GGD rapport/ rapport ‘de dagelijkse praktijk’/ de brandvergunning én de HKZ benoeming hangen aan de muur. Tevens staat er een kastje/tafeltje met flyers voor ouders afkomstig van Kinderopvang Humanitas en overige instellingen uit de gemeente Oude IJsselstreek.
2.2.
De dagindeling
Babygroep: Bij binnenkomst worden de ouders en kinderen persoonlijk begroet door de PM. De PM vraagt hoe het gaat met het kind(eren) en neemt de tijd voor de ouders. De PM praat op kindhoogte met het kind(eren). Bijzonderheden van het kind worden opgeschreven in het logboek, zodat iedereen die op de groep werkt op de hoogte is. Als de ouders gaan, neemt de PM het kind van hun over. Zo is het duidelijk voor het kind dat de ouder gaat. Er wordt samen gezwaaid. Verder is de dagindeling van deze kinderen afgestemd op hun individuele dagritme en behoeften. Kinderen geven zelf aan wanneer het tijd is om te eten, slapen, spelen of een schone luier. Daarnaast wordt er rekening gehouden met de wensen van ouders wat betreft het dagritme van hun kinderen. Wanneer de kinderen ongeveer een jaar zijn, komt hun dagritme redelijk overeen met elkaar. Voor deze kinderen zijn er dan ook vaste tijdstippen om aan tafel te gaan. Het dagritme is dan gelijk aan het dagritme op de peutergroepen. De dreumesen krijgen een activiteiten aanbod gericht op hun leeftijd en behoefte. Ze worden bijvoorbeeld meegenomen naar de hal of een andere babygroep om daar spelletjes te doen, te dansen of vrij te spelen. Het dreumes aanbod vindt dagelijks plaats op vaste tijden. Alle kinderen hebben dus tijdens hun dag op het kinderdagverblijf een moment dat ze een dreumesaanbod meemaken.
4
Aan het einde van de dag, als de ouders hun kinderen komen ophalen, krijgen zij een mondelinge overdracht waarin de bijzonderheden van de dag besproken worden. De praktische zaken (b.v. over eten en slapen) kunnen ouders teruglezen in het schriftje. In de overdrachtsklapper schrijft de PM een verslag van de dag met bijzonderheden over de kinderen, zodat collega’s op de hoogte zijn. Peutergroepen: ’s Ochtends bij binnenkomst ligt er spelmateriaal klaar voor de kinderen. Er is tijd voor een persoonlijke groet en aandacht voor het eigen verhaal van de kinderen of dat van de ouders. Nadat de PM met de ouders de bijzonderheden heeft doorgesproken is het tijd voor afscheid nemen. Sommige kinderen willen bij het raam of bij de deur uitzwaaien, anderen zijn al zo verdiept in hun spel dat ze erop geattendeerd moeten worden dat papa of mama weggaat. Tot ongeveer 9.30 uur kunnen de kinderen spelen met speelgoed dat klaar gezet is of met het speelgoed uit de open kasten. Ze mogen ook puzzels of boekjes pakken. Fruit eten Om ongeveer 9.30 uur gaan we aan tafel om fruit te eten en sap te drinken. Er is tijd voor gezellig kletsen, liedjes zingen of bijvoorbeeld een boekje voorlezen. Kinderen mogen helpen de tafel te dekken en af te ruimen. Op deze manier creëren we een overdracht van waarden en normen. De PM schilt het fruit en legt dit op een groot bord waarna de kinderen aan tafel kiezen wat ze willen eten. Allerlei soorten fruit worden aangeboden om zoveel mogelijk variatie te krijgen. Verschonen en toiletgebruik Na het fruit eten worden de kinderen zo nodig verschoond. Kinderen met een poepbroek worden steeds meteen verschoond. Alle kinderen worden uitgenodigd om op de kleine toiletjes te gaan zitten. Zowel het proberen als het daadwerkelijk iets doen op het toilet wordt gestimuleerd. Als kinderen erg bezig zijn met zindelijk worden, worden ze extra in de gaten gehouden, zodat ze op tijd naar het toilet gaan. Hierbij wordt rekening gehouden met de keuze die kinderen zelf maken. De kinderen worden verder zo nodig na hun slaapje en na de versnapering (meestal cracker of rijstwafel) rond 16.00 uur verschoond. Voor het toiletgebruik van de zindelijke peuters zijn geen vaste tijden hoewel ze wel gestimuleerd worden om tijdens de verschoonmomenten even op het toilet te gaan zitten. Broodmaaltijd Rond 11.30 uur is de broodmaaltijd. Kinderen mogen meehelpen de tafel te dekken. Voor op brood wordt zowel hartig als zoet beleg aangeboden (smeerkaas, kaas, worst, smeerworst, jam, hagelslag etc.) Kinderen kiezen zelf het beleg. Na het brood krijgen de kinderen melk aangeboden. Kinderen die geen melk drinken krijgen sap. Voor het eten wordt er samen een liedje gezongen, waardoor iedereen tegelijk aan zijn boterham begint. Kinderen leren zo even te wachten en van het eetmoment een gezellig samenzijn te maken. Slapen of rusten Kinderen die hieraan behoefte hebben gaan na de broodmaaltijd even slapen of rusten. Dit gaat over het algemeen in overleg met de ouders. Sommige kinderen slapen elke middag, andere alleen als ze echt moe zijn. De kinderen slapen in bedjes in de slaapkamer of op stretchers op de groep. Sommige kinderen hoeven helemaal niet meer te slapen of te rusten. Zij mogen vrij spelen of er worden met hen ontspannende activiteiten gedaan in de groep of in de hal. Drinkmomenten met versnaperingen. Tussen 14.00 uur en 15.00 uur is er een drinkmoment met sap en een koekje. Kinderen die geslapen hebben krijgen ook drinken en een koekje aangeboden als ze wakker worden. Tussen 16.00 uur en 17.00 krijgen de kinderen een cracker of rijstwafel met sap. Als kinderen tussendoor dorst hebben wordt hen water of sap aangeboden. Wanneer het erg warm weer is wordt er extra drinken en soms een waterijsje aangeboden. De kinderen die na 18.00 uur worden opgehaald krijgen nog een gezonde versnapering. Een gezonde versnapering is bijvoorbeeld een cracker met smeerkaas. Als ouders weten dat hun kind na 18.00 uur wordt opgehaald, kunnen zij eten voor hun kind meegegeven. Op de peutergroepen wordt dit aangeboden aan de kinderen vóór 17.15 uur.
5
Haalmomenten Als kinderen worden opgehaald, vindt er een overdracht plaats tussen PM en ouder; hierin wordt aangegeven hoeveel het kind die dag heeft gegeten, met welke activiteit het kind heeft meegedaan en het welbevinden van het kind in het algemeen. Voor ouders is er de gelegenheid tot het stellen van vragen over het verloop van de dag of andere zaken die hen bezig houden.
2.3. Inzet pedagogisch medewerkers (PKR) KDV de Rietpluim heeft 3 stamgroepen. Op elk van deze stamgroepen zijn minimaal twee, maximaal 4 vaste PM’s werkzaam. Bij elke groep hangt bij binnenkomst een foto bord met de aanwezig PM’s van die dag (‘wie werkt er vandaag’). Bij KDV de Rietpluim kunnen kinderen tussen 07.30 en 18.30 uur opvangen. Er is altijd één PM aanwezig op de babygroep en peutergroep die opent en ontvangt om 07.30 uur. Kinderen worden veelal tussen 17.00u en 18.30u opgehaald door hun vader en/of moeder. Wanneer een kind door iemand anders opgehaald wordt dan de ouder, moet dit vooraf door de ouder aan de PM medegedeeld worden. Samenvoegen van groepen: Wanneer de bezetting het toelaat, worden de peutergroepen samengevoegd. In dat geval wordt de gehele stamgroep in de tweede stamgroep geplaatst waarbij een vaste pedagogisch medewerker van beide groepen aanwezig is. Wanneer de groepen worden samengevoegd worden de peuters opgevangen in de Kikker groep. De regel hieromtrent zijn opgesteld om de emotinele veiligheid van de kinderen te waarborgen. Op dit moment wordt er samengevoegd op woensdagmiddag en vrijdag de hele dag. Op termijn zal er op maandag, woensdag en vrijdag worden samengevoegd. De kinderen zullen worden opgevangen in de Kikkergroep. Gezien het aantal kinderen dat de peutergroepen bezoeken op dinsdag en donderdag, is samenvoegen op deze dagen (nog) niet mogelijk. Tijdens vakanties: tijdens vakanties zijn er veelal minder kinderen aanwezig. Hierdoor kunnen de peutergroepen worden samen gevoegd. Voorwaarde is wel dat tenminste één vaste PM van de betreffende peutergroepen aanwezig is. De vaste stamgroep is de Kikkergroep. Inzet pedagogisch medewerksters: Aan het begin van hoofdstuk 2 is bij de beschrijving van de groepen inzichtelijk gemaakt hoeveel PM er bij een x-aantal kinderen per stamgroep ingezet wordt. Van deze aantallen mag worden afgeweken, met een maximum van 3 uur per dag. Op KDV Rietpluim wordt op de volgende tijden afgeweken van de inzet: Tijdens de middagpauze: deze is van 12.45-13.30 en van 13.30-14.15 (maximaal 1,5 uur) Bij aanvang van de dag: tussen 7.30-8.45 Aan het einde van de dag tussen 17.15-18.30. Met name bij aanvang en einde van de dag ziet het beeld er ietwat vertekend uit. Echter, niet alle kinderen komen tegelijk binnen of worden gelijktijdig opgehaald. Het betekent dus ook dat één PM tussen 7.30-8.45 uur wellicht slechts 20 minuten met een te hoog aantal kinderen werkt. Dagelijks wordt op elke daglijst bij gehouden hoe laat een kind binnen komt en hoe laat een kind wordt opgehaald. Aan de hand van de daglijst wordt met de LM overlegd of de leidster-kindratio zich nog in een goede verhouding bevindt. 2.4. Wennen Bij het wennen wordt onderscheid gemaakt tussen extern wennen (nieuwe plaatsing, het kind heeft nog niet op een KDV gezeten) en intern wennen (kind gaat van een babygroep naar een peutergroep of van een peutergroep naar de BSO). Bij Extern wennen wordt de ouder(s) aangeboden om voorafgaand aan de start van opvang gedurende 2 dagdelen met hun kind mee naar het KDV te komen. Tijdens het eerste dagdeel kan de ouder in kwestie het kind zelf verzorgen gedurende dit dagdeel. Het kind kan wennen aan een slaapkamer, de verschoonruimte en de groepsruimte in het algemeen. Ook went het kind aan de aanwezigheid van andere kinderen en PM’s. De ouder(s) kan vragen stellen, met PM’s dagritme s bespreken en een kijkje nemen in de keuken van het KDV. Deze vorm van extern wennen vindt meestal plaats in de maand voorafgaand aan de start van de opvang.
6
Het kan ook voorkomen dat de start van de opvang bijna direct plaats vindt; een zogenaamde spoedplaatsing. Bij een spoedplaatsing wordt de ouder(s) aangeboden om in de eerste maand van de opvang mee te komen met hun kind om te wennen en uitgebreider kennis te maken met het KDV. Het kind en de ouder kunnen in deze situatie alleen komen wennen als de leidster-kindratio dit toe laat. Intern wennen vindt plaats als kinderen van de babygroep naar de peutergroep gaan. Dit kan plaats vinden vanaf 18 maanden, mits het kind er aan toe is. Of een kind al toe is aan de overstap naar de peutergroep, wordt besproken tussen de PM en de ouders. Kinderen die bijv. nog niet kunnen lopen, gaan nog niet naar een peutergroep. Als kinderen naar de peutergroep gaan, komen zij 2 dagdelen wennen op de nieuwe peutergroep. Zij worden door de PM van de babygroep gebracht en gehaa ld, nemen hun mandje met persoonlijke spullen mee, gaan voor een eerste keer slapen op de nieuwe groep, leren de nieuwe PM en kinderen kennen. Aan de ouder(s) wordt ook bij deze vorm van wennen aangeboden dat zij gelijk met hun kind mee kunnen komen om te wennen op de peutergroep. Het wennen van kinderen intern vindt plaats op basis van boventalligheid op de peutergroep; dit wil zeggen dat het kind dat komt wennen, boventallig aanwezig is en dus altijd terug kan keren naar de vaste babygroep. Daarnaast krijgt de ouder(s) een gesprek met de PM van de peutergroep om de veranderingen voor het kind en de ouder te bespreken zoals het dagritme, verschonen, samen eten, AGA, etc. De persoonlijke gegevens van het kind worden door de PM van de babygroep overgedragen aan de PM van de peutergroep. Hierbij wordt ook stil gestaan bij de bijzonderheden van het kind. Vanuit het KDV vindt de zogenaamde ‘peuterpromotie’ plaats. Kinderen die 3 jaar of ouder zijn, kunnen indien ze dat willen, kennismaken met de BSO. Ouders worden hiervan mondeling in kennis gesteld. Ook mogen ouders een kijkje komen nemen op de BSO. Ouders zijn niet verplicht om te komen wennen, het wordt wel gestimuleerd. Veelal zien we op het KDV dat ouders die een eerste kind in opvang geven aan het KDV, wél gebruik maken van de mogelijkheid om te wennen. Ouders die reeds een kind op het KDV in opvang hebben, hebben veelal voldoende vertrouwen in de werkwijze van het KDV om opnieuw het wenproces in te stappen. 2.5. Welbevinden: Kijk Mij Nou! Ieder kind heeft een mentor die het kind volgt in zijn/haar ontwikkeling. Deze PM zorgt voor de een jaarlijkse “kijk mij nou” gesprek met de ouders. De mentor volgt het welbevinden van haar mentor-kind en krijgt inzicht in de sociale emotionele competentie en de persoonlijke ontwikkelingen van het kind. De procedure welbevinden Kijk Mij Nou wordt jaarlijks gehouden op de babygroepen en de peutergroepen. Vanuit de gemeente de Oude IJsselstreek wordt er gewerkt met overdrachtsboekjes; van Peuterspeelzaal naar Basisschool. Rond het derde en vierde levensjaar van het kind wordt een uitgebreide rapportage gemaakt naar aanleiding van observaties. Dit boekje wordt overgedragen aan school op het moment dat het kind de peuterspeelzaal verlaat. Dit uiteraard alleen na toestemming van de betreffende ouder(s). Het doel van dit boekje is een goede en uitgebreide overdracht, zodat er beter inzicht ontstaat op de doorlopende ontwikkeling van het kind. De beschrijving van de pedagogisch medewerker richt zich op een aantal belangrijke ontwikkelingen in de peutertijd; sociaalemotionele ontwikkeling, zindelijkheid, speel/werkgedrag, spraak-taalontwikkeling en de motorische ontwikkeling. Bij peuters wordt met beide volgsystemen gewerkt.
Hoofdstuk 3: Dit is mijn plek 3.1. Het ‘vier-ogen’-principe in de dagelijkse praktijk. Het KDV kent een ‘open werkcultuur’; de meeste groepsruimtes zijn voorzien van veel glas, ook tussen de groepsruimten en verschoonruimten in. Hierdoor kunnen alle PM elkaar zien tijdens het werk. Op alle slaapkamers staan babyfoons; ondanks het feit dat alle slaapkamers voorzien zijn van ramen, staan ook op alle slaapkamers babyfoons (die ook werkelijk aan staan), zodat altijd hoorbaar is wie zich in de slaapkamer bevindt. De samenwerking tussen de PM is gebaseerd op het aanspreken van elkaar; zowel bij positieve- als negatieve feedback. PM’s mogen elkaar altijd bevragen over het ‘waarom’ van een handeling die zij uitvoeren. Daarnaast kan men ongevraagd en onaangekondigd op elkaars groepen naar binnen stappen.
7
KDV de Rietpluim is een erkend leerbedrijf. We hebben regelmatig stagiaires van verschillende niveaus en opleidingen. Ze worden steeds door een vaste PM op de groep begeleid. De stagiaires kunnen van de volgende studierichtingen komen: pedagogisch werker, leerjaar 1 t/m 4 helpende welzijn, leerjaar 1 en 2 HBO-pedagogiek HBO-sociaal pedagogische hulpverlening De stagiaires lopen gedurende een langere periode en meestal meerdere dagen in de week stage. Stagiaires zijn er, afhankelijk van de vraag en het aanbod. We vinden het erg belangrijk om de stagiaires goed te kunnen begeleiden en we schatten elke keer in of daar tijd voor is en de juiste PM beschikbaar. Om te voorkomen dat de kinderen voortdurend aan nieuwe mensen moeten wennen en weer afscheid moeten nemen, kiezen we graag voor stagiaires die een langere periode stage lopen. 3.2. Samenwerkingsverbanden en/of omgevingsfactoren. KDV de Rietpluim heeft regelmatig contact met de bibliotheek en verpleeghuis Antonia. Er worden bezoekjes gebracht aan de bibliotheek. Ook gaan zij regelmatig de opa’s en oma’s van verpleeghuis Antonia bezoeken. Dan doen zij samen allerlei leuke activiteiten. In het cultuurhuis bevindt zich ’t Kempske en Fidessa Welzijn, regelmatig worden er samen activiteiten georganiseerd. Recent hebben we een inloopmiddag georganiseerd: “Veilig groot worden in de Rietborgh” Ook bezoeken we de winkels in de nabije omgeving. Op loopafstand van het kinderdagverblijf is een speeltuin en vijver aanwezig waar eendjes te vinden zijn. De kinderen vinden het erg interessant om een kijkje te nemen wanneer er jonge eendjes zijn geboren, maar ook eendjes voeren is een erg leuke bezigheid. We maken daarnaast gebruik van de expertise die we in de omgeving kunnen vinden en bieden vaak in samenwerking met externen activiteiten aan die aansluiten bij onze thema’s. Denk hierbij bij het consulatie bureau, Centrum Jeugd en Gezin (CJG) kinder yoga, kleutersport, EHBO vereniging.
Hoofdstuk 4: Dit maak ik allemaal mee; dit leer ik 4.1. Activiteitengericht werken/verlaten van de stamgroep Kinderopvang Humanitas wil kinderen uitdaging, inspiratie en plezier bieden door ze letterlijk de ruimte te geven en de deuren van de verschillende groepsruimten van tijd tot tijd open te zetten. Op de peutergroepen wordt er gewerkt met een AGA. Kinderen van de verschillende (stam)groepen kunnen 's ochtends tussen 10.00u en 11.00u een keuze maken uit verschillende aangeboden activiteiten. Zij verlaten dan hun stamgroep om op een andere groep activiteiten te doen. Tijdens het AGA moment is nog steeds de leidster-kindratio van de locatie kloppend. In/bij elke groep hangt een activiteitenkalender, waarop per week vermeld staat met welke thema’s en activiteiten er in deze periode gewerkt wordt. Bij het plannen wordt rekening gehouden met de verschillende ontwikkelingsgebieden (cognitief, zintuigelijk, motorisch, creatief, sensorisch, taal). Er worden veel verschillende activiteiten aangeboden zodat alle ontwikkelingsgebieden regelmatig aan bod komen. De activiteiten variëren van een knutselactiviteit, fantasiespel, behendigheidsspel tot gezelschapsspelletjes. Pedagogisch medewerkers stimuleren tijdens de activiteiten o.a. het samenspelen, ze leren de kinderen hun sociale competenties te ontwikkelen. Doordat kinderen zelf mogen kie zen wat ze willen doen, ontwikkelen ze hun zelfstandigheid en hun eigen vaardigheden, ze leren zichzelf en de ander beter kennen. Kinderen mogen zelf kiezen of ze aan activiteiten deelnemen, vrij spel is altijd een keuzemogelijkheid 4.2. Leeftijdsgericht aanbod Baby’s krijgen een spel aanbod gericht op hun leeftijd en behoefte. Er is “huis, tuin en keuken” speelgoedmateriaal waar de kinderen mee kunnen spelen. Zoals bakjes en bekers, maar ook zachte en harde materialen, zoals doekjes en zachte ballen. Hierbij gaat het vooral om van al deze materialen veel in huis te hebben. Daarnaast is er speciaal klimmateriaal op de groep zodat een kind zijn mogelijkheden en grenzen kan verkennen. Voor dreumesen is het klim/klautermateriaal van groot belang. Het speelgoed wordt meerdere keren per dag door de PM ‘klaar gezet’ voor de kinderen. Het klaarzetten van speelgoed gebeurd op dusdanige manier dat kinderen elke keer weer geprikkeld worden om het speelgoed vanuit een ander gezichts-en blikveld aan te treffen.
8
De dreumesen van de babygroepen die er aan toe zijn mogen, als hier de mogelijkheid voor is, aansluiten bij het AGA van de peutergroepen. Dit gebeurt maximaal 2 x per dag, 1 x in de ochtend om 10.15u en 1 x in de middag om 14.30u en altijd in overleg met de peutergroep. De maximale grootte van de stamgroep wordt tijdens die activiteit losgelaten. De dreumesen doen maximaal 15 minuten per keer mee met de georganiseerde activiteit waarna ze weer naar hun stamgroep teruggaan. De dreumesen zullen niet iedere keer meedoen, het is afhankelijk van de individuele ontwikkeling en behoefte van het kind en het verloop van de dag. Peuters krijgen naast het AGA ook te maken met activiteiten die hun sociale competenties vergroten zoals samenspel, samenzang, samen eten. Daarnaast wordt ze mathematisch ondersteund door de methode Wiskikker die allerlei vormen van begrippen rondom getallen spelenderwijs duidelijk maakt. Na overleg tussen ouders en PM’s kunnen peuters een gericht aanbod krijgen om bijv hun taalgebruik te stimuleren. Dit kan o.a. door deze peuter méér boekjes aan te bieden dan een andere peuter. Wiskids Wiskids zal in het aankomende jaar meer een plek gaan innemen in het aanbod van de peuterleidsters. Met Wiskids kunnen peuters en kleuters samen met de peuterleidsters op een speelse wijze bezig zijn met ‘wiskunde’. In de alledaagse praktijk doen zich voortdurend situaties voor waarbij kinderen uit zichzelf al spelend bezig zijn met sorteren, ordenen en rekenkundige begrippen te gebruiken. Met begrippen als groter, kleiner, meer en minder of langer en korter. De methode Wiskids leert kinderen om zich op een systematische en vooral natuurlijke wijze te ontwikkelen. Wiskunde is een manier van denken en geen systeem van symbolen en formules. Nieuwsgierige peuters en kleuters bouwen als het ware een brug van het concrete denken (tastbaar en waarneembaar) naar het abstracte denken (symbolen en getallen). Als kinderen dagelijks spelen met ‘wiskunde’, raken ze vertrouwd met een logische manier van denken. Door ze te stimuleren om zelf logisch te denken en eigen ideeën uit te wisselen, worden kinderen uitgedaagd en tegelijkertijd bevestigd dat hun ideeën ertoe doen. Dit vormt een goede basis voor het ontwikkelen van zelfvertrouwen. Visie op seksuele ontwikkeling Seksuele ontwikkeling is een ontwikkeling die kind eigen is bij alle leeftijdsgroepen. Ook aan deze ontwikkeling wil Kinderopvang Humanitas een bijdrage leveren door deze te begeleiden en te ondersteunen en het maken van een afspraken hierover met ouders en kinderen. De volgende afspraken worden gehanteerd op de peutergroepen: We begeleiden kinderen bij deze ontwikkeling door ze vooral positief te benaderen, niet negatief reageren, zoals: mag niet, is vies en er door niet teveel aandacht aan te schenken. Voor toiletbezoek moet er in de toiletruimte aan- en uitgekleed worden en de handen gewassen, niet op de groep met blote billen lopen. Peuters mogen niet mee naar toilet van medewerker. Peuters die erg veel met seksualiteit bezig zijn worden extra geobserveerd en PMs blijven alert op signalen. Er wordt altijd met de ouders overlegd, goed weergegeven wat er wel/niet op de groep is gebeurd. Tevens wordt er dan uitgelegd wat het wel / niet passend is bij de leeftijd.
Hoofdstuk 5: Kijk maar! 5.1. Speciale activiteiten met ouders (en kinderen) Gedurende het hele jaar worden er verschillende speciale activiteiten georganiseerd. Te denken valt aan seizoen gerichte activiteiten zoals met Sinterklaas, Kerst, Carnaval, Koninginsdag en Pasen. Maar ook andere thema’s en onderwerpen kunnen aanleiding zijn voor een activiteit. We proberen altijd weer origineel te zijn en in te spelen op de behoeften van de kinderen. We stellen werkgroepen samen die zich ieder jaar buigen over mogelijkheden. Elk jaar bezoekt de Sint ons en is er een gezellig samenzijn in de speelhal. Er wordt gezongen en de Sint nodigt de kinderen uit om iets te vertellen of te zingen. Alle groepen ontvangen uit de handen van de Sint een cadeautje. Ook op de babygroepen. Met Kerst is er een kerstlunch voor de kinderen. Op alle peutergroepen staat een mooie boom en is de ruimte versierd. De werkjes die de kinderen maken worden opgehangen. Rond Pasen wordt er extra aandacht besteed aan het eten en het gezellig samenzijn. De activiteiten staan in het teken van deze feesten.
9
Met de Carnaval is het KDV versierd en worden kinderen uitgenodigd om verkleed te komen. Uiteraard zijn de PM’s dan ook verkleed en wordt er actief gedanst en gesprongen en er is wat lekkers voor iedereen. Ook het voorleesontbijt (jaarlijks in januari) is een terugkerende ochtend waarin extra aandacht wordt besteed aan voorlezen. Kinderen mogen in hun pyjama komen en er wordt op het KDV ontbeten. Het KDV (PM en LM) organiseert jaarlijks een ouderavond, het thema hiervan wordt meestal onderling en met de oudercommissie besproken. De Oudercommissie heeft jaarlijks de mogelijkheid om een ouderavond of ouderbijeenkomst te organiseren maar dit is niet verplicht. Het Zomerfeest vindt meestal plaats voor- of rondom de zomervakantie. De PM en LM van het KDV organiseren dit en de oudercommissie is altijd ondersteunend aanwezig. Opa en oma-dagen:Tijdens deze dagen kunnen opa’s en oma’s een kijkje nemen bij hun kleinzoon en/of kleindochter. Afscheid en verjaardagen van kinderen worden altijd uitbundig gevierd. Er wordt een mooie muts gemaakt en er worden slingers opgehangen. En uiteraard mag er getrakteerd worden, waarbij aan de ouders gevraagd wordt om gezonde en verantwoorde traktaties te geven (bijvoorbeeld in de vorm van fruit- of groentespiesjes). Natuurlijk zijn de ouders van harte welkom tijdens het feestritueel om te helpen trakteren en foto’s te maken. 5.2. Informatie aan ouders Dagelijks hebben de PM van de groep met de ouders van de kinderen een overdracht; tijdens een breng- of haalmoment. Bijzonderheden of dagelijkse gang van zaken wordt hier besproken. Elke groep heeft een digitaal fotolijstje. Foto’s die gemaakt worden, kunnen hierop afgespeeld worden. De PM kunnen op deze wijze aan een ouder laten zien, wát er die dag heeft plaats gevonden. Eenmaal per kwartaal worden van alle kinderen van de peutergroepen plakboeken gemaakt. In deze plakboeken worden werkjes getoond en foto’s achter gelaten maar ook de ontwikkeling van het kind wordt beschreven. Op de babygroepen is voor alle kinderen een hand-in-handboekje beschikbaar. Dagelijks wordt dit boekje ingevuld door de PM’s en meegegeven aan ouders. Ouders kunnen dit bijwerken in de thuissituatie en het boekje het volgende opvangmoment weer afgeven aan de PM’s. Extranet is de locatie website voor ouders. Hierin staan stukjes opgenomen van/over de locatie en hierop zijn fotoboeken terug te vinden. Daarnaast staan ook de notulen van de oudercommissie op Extranet. Vier keer per jaar ontvangen ouders de regionale nieuwsbrief. Hierin is een stuk opgenomen van de Regiomanager, een stuk van de regio pedagoog en informatie van de locatie. De regionale nieuwsbrief is terug te lezen op Extranet. Oudercommissie: KDV de Rietpluim heeft een Oudercommissie. Hierin hebben ouders van kinderen zitting die het centrum bezoeken en/of van wie het kind op de wachtlijst staat en naar verwachting binnen één jaar wordt geplaatst. De Oudercommissie behartigt de belangen van de kinderen en ouders, vertegenwoordigt de ouders in het overleg met de LM en verzorgt de communicatie met de ouders. Op dit moment bestaat de oudercommissie uit 6 ouders. De oudercommissie komt met ideeën en advies over de dagelijkse gang van zaken op KDV de Rietpluim. Zij ondersteunen o.a. bij feestelijke activiteiten. Onderwerpen die zij extra onder de aandacht willen brengen bij andere ouders kunnen zij aan de LM doorgeven. De LM neemt dit nieuws dan op in de nieuwsbrief voor ouders. Er wordt minimaal 4 keer per jaar gezamenlijk met de LM vergadert, daarnaast staat het de oudercommissie vrij om meer vergadermomenten te nemen. De LM brengt de oudercommissie op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen en de stand van zaken, of vraagt de oudercommissie officieel om advies. Er wordt altijd stil gestaan bij het belang en bijzonderheden van alle groepen. De notulen worden in de hal openbaar gemaakt.
10