BVIM Rapportage 2010
Brandweer Vraagorganisatie Informatiemanagement Nieuwe aanpak leidt tot stevig fundament voor de toekomst
Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding NVBR
BVIM Rapportage 2010 Brandweer Vraagorganisatie Informatiemanagement Nieuwe aanpak leidt tot stevig fundament voor de toekomst De NVBR is de branchevereniging van en voor de brandweerzorg en rampenbestrijding in Nederland. Wij willen de kwaliteit van de brandweerzorg en rampenbestrijding verhogen en daarmee de fysieke veiligheid van onze samenleving vergroten. Als landelijke netwerkorganisatie zetten wij ons in voor een intensieve samenwerking tussen organisaties die betrokken zijn bij de fysieke veiligheidszorg en crisisbeheersing. De Brandweer Vraagorganisatie Informatiemanagement (BVIM) bundelt de behoefte aan informatievoorziening en ICT voor de brandweerkorpsen. Zo kan de brandweer beter informatie uitwisselen en de ICT-omgeving efficiënter inrichten. Dit leidt tot meer uniformiteit en (daarmee) tot verdergaande professionaliteit. De BVIM sluit aan op landelijk beleid en bestaande standaarden. Meer informatie: www.nvbr.nl/bvim.
5 Inhoudsopgave ‘We zijn op stoom’
6
’Digitale Bereikbaarheidskaart biedt heel veel kansen’
8
’Het systeem zit goed in elkaar’
10
De Brandende Vraag als aanjager van vernieuwingen
12
Afspraken maken met gegevens-leveranciers is de volgende stap
14
Verbeterslag netcentrisch werken
16
Hoe verder met C2000?
18
Nieuw P2000 werpt schaduw vooruit
20
Evaluatie MijnNVBR
22
Incidentregistratie fysieke veiligheid moet op de schop
24
Bezuinigen én innoveren: een uitdagende combinatie
26
‘Duidelijker zichtbaar maken welke prestatie wel en niet kan worden geleverd’
28
Terug naar de eenvoud
30
Nooit meer ‘verstopte’ meldkamers
32
6
7 Inleiding
‘We zijn op stoom’ BVIM anderhalf jaar na oprichting
Onze kracht zit vooral in de 250 experts die samen de BVIM-community vormen
“Er was nog helemaal niets”, is het antwoord van voorzitter Sjoerd van der Schuit van de BVIM op
De werkwijze is helder en eenvoudig. Als er een gedragen idee voor een nieuw product is, gaat
de vraag ‘hoe het begon?’ “Alle 450 gemeentelijke korpsen kochten, soms in regionaal verband,
Mark Luijten in het BVIM-netwerk op zoek naar de meest geschikte persoon om iets met dat idee
hun eigen ICT-producten in bij veelal dezelfde leveranciers. Dat is niet zoals het zou moeten.
te doen. De praktijk heeft geleerd dat vervolgens in relatief korte tijd op projectmatige wijze een
Daarom proberen we sinds mei 2009 de behoeften van de korpsen aan informatievoorziening en
product kan worden opgeleverd. Sjoerd van der Schuit introduceert deze innovatie vervolgens bij
ICT met een eigen vraagorganisatie voor de brandweer te inventariseren en te bundelen”, aldus
de Raad van Regionaal Commandanten, waarna het product in veel gevallen de standaard wordt
Van der Schuit.
voor de hele Nederlandse brandweer.
Kernbegrippen daarbij zijn gegevens, infrastructuur en applicaties: welke (operationele) informatie
De BVIM heeft inmiddels ook een aantal eigen instrumenten ontwikkeld. Zo wordt tweemaal
moet via welke weg naar de gebruiker en wat wil deze ermee kunnen doen. Een nieuwe aanpak
per jaar een congres georganiseerd onder de naam ‘Brandende Vraag’. Verder wordt nu een
die leidt tot een betere operationele samenwerking en die ervoor zorgt dat korpsen zich meer als
aanzet gemaakt tot de opzet van een innovatieplatform. “Maar”, zegt de voorzitter, “onze
een eenheid presenteren richting aanbieders. Sjoerd van der Schuit: “En dat gaat heel goed. Ik
kracht zit vooral in de 150 experts die samen de BVIM-community vormen. Een moderne
mag wel zeggen dat we behoorlijk op stoom zijn.”
netwerkorganisatie met veel kwaliteit, waar Brandweer Nederland trots op mag zijn.”
De BVIM is bewust als netwerkorganisatie neergezet. De kracht van de brandweer zit in regionale expertise en innovatiekracht. Daar kan binnen de BVIM optimaal gebruik van worden gemaakt. Er wordt gewerkt met een kleine kern, die bestaat uit voorzitter Sjoerd van der Schuit, in het dagelijks leven commandant van Limburg-Noord, en secretaris Mark Luijten, aangevuld met enige administratieve ondersteuning. Om de kern heen functioneert het BVIM-netwerk. BVIM-voorzitter Sjoerd van der Schuit
Volgens afspraak houdt tenminste één medewerker van alle 25 brandweerregio’s (meestal de informatiemanager of een meldkamerspecialist) zich één dag in de week bezig met BVIM-activiteiten. In de praktijk heeft dit inmiddels geleid tot een netwerk waarbij 150 brandweermedewerkers uit alle hoeken van het land zijn aangesloten. Sjoerd van der Schuit: “We vormen een aparte community op MijnNVBR. Iedereen met een relevant specialisme is welkom. We verwachten dat het netwerk de komende jaren nog flink zal groeien.”
8
9 Proof of concept Digitale Bereikbaarheidskaart
’Digitale Bereikbaarheidskaart biedt heel veel kansen’ In het NVBR-boekje ‘Innovatie 2009/2010’ wordt het project Proof of concept Digitale Bereikbaarheidskaart (DBK) een ‘innovatie in techniek én werkwijze’ genoemd. Een mening die ook programmacoördinator informatiemanagement van de NVBR Guus Zijlstra en projectmedewerker Arthur Haasbroek van Veiligheidsregio Hollands Midden zijn toegedaan. “De Digitale Bereikbaarheidskaart biedt heel veel kansen”, klinkt het in koor. Aan de basis van de kaart stonden drie sporen die in 2008 samenkwamen: het verplicht gebruik van basisregistraties door de overheid, de invoering van mobiele dataterminals in diverse korpsen en een portefeuillehouder informatiemanagement binnen de Raad van Regionaal Commandanten die het belang van een dergelijk systeem onderkende. Het leidde tot een project dat in de zomer van 2010 succesvol werd afgerond met een experimenteel ontwerp (proof of concept). Hiermee is
Bevelvoerder Oskar van Dorst van Nijmegen: ‘Als we dit voor elkaar krijgen, zetten we een grote stap voorwaarts’
aangetoond dat het DBK-concept realistisch is. Alle betrokkenen hebben er na afronding van deze proof of concept het grootste vertrouwen in. Mario van Wanrooij, projectmedewerker en informatiemanager bij Veiligheidsregio LimburgNoord: “Zien is geloven, echt waar. Het wordt een fantastisch systeem. Een uitdaging voor de NVBR is nu de koppeling met de basisregistraties, zodat er een voortdurende uitwisseling is van nieuwe informatie. Vertrouwen op digitale kaarten kan alleen als je zeker weet dat ze ook worden bijgehouden.” “Dat gold natuurlijk al voor de analoge kaarten”, vult Mark Luijten, secretaris van de BVIM aan. “Met de digitale variant zal dit beheer sneller en gemakkelijker gaan.” Guus Zijlstra: “Alle pijlen voor het realiseren van een betere kwaliteit bereikbaarheidskaarten staan nu in de goede richting. Door gebruik te maken van zoveel mogelijk brongegevens kan de brandweer snel en correct worden geïnformeerd over wat ze op de plaats van het incident gaan aantreffen. Er worden nu bovendien door leveranciers enkele softwareprogramma’s ontwikkeld, waarmee het inzamelen en presenteren van informatie niet meer zo tijdrovend is. Deze leveranciers hebben op eigen kosten meegewerkt aan de proof of concept, een uniek samenwerkingsconcept binnen de brandweer. Het is nu aan de regio’s over te gaan tot de implementatie van de DBK. Als NVBR begeleiden we daarbij.”
10 Implementatie Digitale Bereikbaarheidskaart
11 ’Het systeem zit goed in elkaar’ Mario van Wanrooij van Veiligheidsregio LimburgNoord: ‘Alle korpsen eind 2012 operationeel’ In regio Hollands Midden gingen op 1 januari 2011 de 25 gemeentelijke korpsen op in een
“De ene regio is op dit moment wat verder dan de andere”, vult Mario van Wanrooij aan. Hij
nieuwe, regionale organisatie. Dit was meteen het startschot voor de invoering van de DBK.
is informatiemanager bij Veiligheidsregio Limburg-Noord en daar verantwoordelijk voor de
“Spannend”, vindt regionaal projectleider Arthur Haasbroek, die al vanaf het begin bij de
implementatie van de DBK. “Zaak is dat je als regio je informatiehuishouding op orde hebt.
ontwikkeling is betrokken. Hij twijfelt er niet aan dat het systeem een succes gaat worden.
Daarnaast vraagt de implementatie financieel het nodige. Ondanks deze belemmeringen verwacht ik dat veel korpsen eind 2012 in hun brandweerauto’s een mobiele dataterminal hebben, met
“Vanuit de noodzaak om te komen tot standaardisatie, is door veel mensen goed nagedacht
gebruikmaking van de Digitale Bereikbaarheidskaart.”
over dit systeem. Met name de vraag welke informatie een bevelvoerder nodig heeft om goed repressief te kunnen optreden, is in het experimenteel ontwerp (project ‘Proof of concept DBK’) aan de orde geweest. Dat heeft geleid tot een heel compleet programma van eisen en geschikte proefversies van verschillende leveranciers. De uitdaging is nu om het systeem ook in de praktijk te laten werken. Dat vereist nog een inspanning van de leveranciers en van de regio’s.” Arthur Haasbroek beseft dat dit een uitdaging is, ook vanwege de recente samenvoeging van korpsen. “De positionering van de DBK in de organisatie is inderdaad niet direct een gelopen koers. We hebben tijd nodig om het op een goede manier in te bedden. Beleidsmatig zullen er ook nog wat slagen gemaakt moeten worden. Toch twijfel ik er niet aan dat het systeem een succes gaat worden. Daarvoor zit het te goed in elkaar.” Een mening die wordt gedeeld door Guus Zijlstra, programmacoördinator informatiemanagement bij de NVBR. “De afgelopen jaren met de proof of concept was het vooral een technisch verhaal. Dat hebben we grotendeels achter de rug. De nadruk komt nu te liggen op invoeren en het gebruikmaken van de enorme mogelijkheden.”
Projectleiders van de eerste tranche: fakkeldragers van de DBK-implementatie
13
12 Symposiumreeks ‘Brandende Vraag’
De Brandende Vraag als aanjager van vernieuwingen BVIM gaat twee keer per jaar symposia organiseren Onder de naam Brandende Vraag gaat de BVIM twee keer per jaar een congres organiseren.
De middag werd gevuld met workshops. Doel hiervan was het in kaart brengen van de wensen
Met deze bijeenkomsten wil de brandweervraagorganisatie meer inzicht krijgen in de ICT- en
van het brandweerveld ten aanzien van geografische informatievoorziening. Mark Luijten,
IM-vraagstukken die binnen de brandweer leven. Daarnaast wil de BVIM met de congressen
secretaris van de BVIM: “De prioritering van kaartlagen die hieruit voortkwam, wordt nu gebruikt
(overheids)partijen een podium bieden om belangrijke ontwikkelingen te presenteren en toe te
voor de implementatie van de Digitale Bereikbaarheidskaart en de afstemming met het project
lichten. In de derde plaats is De Brandende Vraag een ontmoetingsplaats voor leveranciers en
Netcentrisch Werken.”
brandweerspecialisten. Tijdens de lunchpauze hadden de deelnemers ook nog de gelegenheid elkaar te ontmoeten en Voorzitter Sjoerd van der Schuit van de BVIM: “De Brandende Vraag zien we als een instrument
zich op leveranciersmarkt te laten informeren over de nieuwste technische mogelijkheden. Twaalf
om informatie boven water te krijgen. Voor de congressen willen we steeds over een breed front
bedrijven op het gebied van geografische informatievoorziening presenteerden zich.
sprekers uitnodigen. Specialisten uit ons eigen netwerk, maar ook uit het bedrijfsleven. Een
Sjoerd van der Schuit: “Het contact tussen publieke en private partijen kan leiden tot een
andere mogelijkheid is om ter gelegenheid van een congres een enquête of ander onderzoek
interessante dynamiek, waarbinnen innovatie kan floreren. De digitale Bereikbaarheidskaart is
te houden. Uiteindelijk kunnen de feiten, de informatie en de meningen die zo worden
daar een prachtig voorbeeld van.”
verzameld, leiden tot inzichten in de benodigde operationele gegevens, infrastructuur en softwareprogramma’s. De Brandende Vraag wordt dan een aanjager van vernieuwingen.”
In 2011 worden twee congressen gehouden, de eerste eind maart. Centraal staan dan de innovaties in (data)verbindingen. Voor meer informatie over het in 2010 gehouden symposium
Het eerste congres werd gehouden op 27 mei 2010 in Hotel Duiven en ging over geografische
zie www.nvbr.nl/bvim of www.brandweerkennisnet.nl (trefwoord ‘bvim’).
informatievoorziening. Een relevant thema gezien de ontwikkelingen in die periode, onder meer de ondertekening door de NVBR van een leveringsovereenkomst met het Kadaster voor digitale geografische kaarten en de opkomst van de landelijke basisregistraties. De deelnemers kregen onder regie van een dagvoorzitter, onafhankelijk adviseur Paul Hanraets, vier presentaties voorgeschoteld van vertegenwoordigers van verschillende instanties. Zo vertelde Udo Pijpker van Geonovum over het initiatief Publieke Dienstverlening Op de Kaart, gaven Jeroen Walschots en Friso Penninga van VROM een presentatie over de Basisregistratie Grootschalige Topografie en gaf Relinde van Bladel van het project Netcentrisch Werken een laatste stand van zaken weer van de (door)ontwikkeling van het landelijk crisismanagementsysteem LCMS. De presentaties werden afgesloten door Wimfred Grashoff van VROM, die de zaken op een rij zette De leveranciersmarkt
ten aanzien van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG).
Dagvoorzitter Paul Hanraets
Presentatie ‘Publieke dienstverlening Op de kaart (PDOK)’
14
15 Afspraken met
gegevensleveranciers
Afspraken maken met gegevensleveranciers is de volgende stap Implementatie DBK komt op gang Oskar van Dorst, bevelvoerder bij Brandweer Nijmegen, kan het ideale plaatje bij grote incidenten
over de kosten –de NVBR staat op het standpunt dat ook deze gegevens om niet moeten worden
in een paar woorden schetsen. “Onbelemmerde informatie-uitwisseling via mobiele dataterminals
aangeboden– en over de volgende stap: aanbieding van de gegevens via een landelijke server.
tussen verschillende eenheden en korpsen. Als we dat voor elkaar krijgen, zetten we een grote stap voorwaarts.” Het kost nog enige
Oskar van Dorst: “Op die manier kunnen de mappen met objectinformatie, die vele jaren
inspanning, maar dat de wens van Oskar van
dienst hebben gedaan, definitief in de kast blijven. In de nieuwe situatie is alle informatie op
Dorst in vervulling gaat staat vast. De Digitale
het moment van de melding direct beschikbaar. In de auto kunnen bevelvoerder en eventueel
Bereikbaarheidskaart (DBK) wordt in fasen
manschappen met een mobiele dataterminal beter de situatie inschatten die ze op de plaats van
landelijk geïmplementeerd én er worden
het incident zullen aantreffen. Ter plaatse kunnen we vervolgens snel en effectief handelen. In
afspraken gemaakt met gegevensleveranciers.
situaties waarin elke seconde telt kan dat mensenlevens schelen.”
Basis voor de afspraken is een inventarisatie van de informatiebehoefte. Secretaris van de BVIM Mark Luijten: “Tijdens het proof of concept-project en met een congres over geografische informatievoorziening hebben we goed inzicht gekregen in de behoefte aan kaartlagen voor de DBK. In samenwerking met het project Netcentrisch Werken zijn we nu aan de slag met het verkrijgen van deze gegevens. Hiervoor worden afspraken gemaakt met zogenaamde bronhouders van basis- en themaregistraties.” NVBR-voorzitter Van der Wiel en Vewin-voorzitter Hendrikx ondertekenen een intentieverklaring voor de levering van digitale brandkraangegevens
Het eerste succes was een intentieverklaring die de NVBR tekende met het Kadaster. Hiermee werd de Top10NL om niet beschikbaar gesteld aan alle brandweerregio’s. Ook met de landelijke vereniging van waterbedrijven Vewin is een
Brandweer Nijmegen was één van de koploperregio’s
dergelijke verklaring ondertekend. Brandkraangegevens worden hiermee digitaal en volgens een
in het gebruik van mobiele dataterminals binnen de
vastgesteld formaat beschikbaar gesteld aan de regio’s. Er vinden nog onderhandelingen plaats
incidentbestrijding
16
17
Programma van eisen en verschilanalyse netcentrische informatievoorziening
Verbeterslag netcentrisch werken Crisis- en informatiemanagers stellen helder rapport op vanuit de brandweerbehoefte Netcentrisch werken is een begrip dat de laatste jaren snel aan populariteit heeft gewonnen. Het
Gerke Spaling: “In maart 2010 hebben we
houdt in dat operationele informatie zo snel mogelijk (en dus niet altijd via hiërarchische lijnen)
ons rapport afgerond. Onderdeel van het
wordt gedeeld met iedereen voor wie de informatie relevant is.
document is een verschilanalyse tussen de gewenste situatie –die we in het eisenpakket
Zo is het met netcentrisch werken bijvoorbeeld mogelijk bij opschalingsituaties snel te komen tot
hebben verwoord– en de functionaliteit van
een eenduidig totaalbeeld van de situatie. Anders gezegd: bij netcentrisch werken is de juiste
de aankomende versie 2.0. Ik denk dat we
informatie op het juiste tijdstip beschikbaar voor de juiste persoon, zodat het juiste besluit kan
goed werk hebben geleverd. Het is een helder
worden genomen.
rapport geworden.”
Onder de vlag van de BVIM werd onder leiding van Gerke Spaling, portefeuillehouder
Voor de input die voor het schrijven
crisisbeheersing in het Netwerk Informatiemanagement van de NVBR en informatiemanager
noodzakelijk was, deed projectleider Gerke
bij Brandweer Twente, een rapport opgesteld, waarin een schets wordt gegeven van het voor
Spaling een beroep op tal van crisis- en
de brandweer ideale crisismanagementsysteem. Spaling: “Met dit document spreken we als
informatiemanagers die gevoel hebben bij het
brandweer met één mond als het gaat om netcentrisch werken.”
onderwerp. Een aantal gezamenlijke sessies leidde tot een goed inzicht in de materie en
De oorsprong van netcentrisch werken ligt bij de Amerikaanse defensie. Van daaruit verspreidde
vervolgens tot een scherpe analyse.
het zich als een olievlek over de wereld en sinds een aantal jaren kent ook ons land een project
Spaling: “We zijn niet tot compleet nieuwe inzichten gekomen. Vergeet niet dat LCMS 2.0 al
voor de introductie van netcentrisch werken bij de crisisbeheersing. Invoering van het Landelijk
een aardige slag maakt. Wel hebben we tal van zaken duidelijker omschreven, de mogelijkheden
Crisis Management Systeem LCMS 2.0 is een belangrijke stap. Uitgangspunt bij deze tweede
van de techniek beter ingebracht en onze denkrichting als brandweer verhelderd. Je zou
versie van het landelijke systeem is de functionaliteit van regionale crisismanagementsystemen
kunnen zeggen dat we een verbeterslag hebben gemaakt, mede vanuit onze specifieke
die her en der al in gebruik zijn. Tegelijk wordt een aanzet gemaakt voor de doorontwikkeling
brandweerbehoeften.”
naar een versie 3.0. Daar nemen gebruikerswensen en de feitelijke stand van de techniek een belangrijke plaats in. De NVBR heeft hierop geanticipeerd door de specifieke wensen van de brandweer te vertalen in een programma van functionele eisen.
Het werk van de projectgroep leverde twee rapporten op
18
19 Visie C2000
Hoe verder met C2000? BVIM-projectgroep stelt visiedocument op Het communicatiesysteem C2000 van de gezamenlijke Nederlandse hulpdiensten is alweer
communicatie niet goed. Hepkema: “Het probleem in beide gevallen was vooral dat mensen niet
een hele poos in gebruik. De meningen over het systeem lopen behoorlijk uiteen, ook in de
wisten hóe ze met het systeem om moesten gaan. Daar moeten we lering uit trekken.”
brandweerwereld. Maar hoe er nu precies over wordt gedacht, was niet echt duidelijk. Er was dan ook behoefte aan een heldere visie vanuit de brandweer.
De visie die onder leiding van de Brabantse brandweeradviseur is samengesteld, werd goed ontvangen en bekrachtigd door de Raad van Regionaal Commandanten. Daarmee is het document nu de officiële
Vandaar dat Watze Hepkema, adviseur incidentenbestrijding bij Brandweer Midden- en West-
toekomstvisie van Brandweer Nederland op radiocommunicatienetwerken rond rampenbestrijding.
Brabant, werd gevraagd om samen met enkele anderen de meningen te peilen. Hepkema is
Het visiedocument is op een bijzondere, heel democratische manier tot stand gekomen
binnen Brandweer Nederland een ‘linking pin’ als het gaat om het C2000-systeem. Hij was er dan ook als één van de eersten bij toen een gebruikersplatform werd gecreëerd, dat inmiddels is verankerd binnen de NVBR. Centrale vraag vanuit de BVIM aan Watze Hepkema en de zijnen was: wat verwachten wij, als brandweer, over pakweg tien jaar van een communicatiesysteem voor veiligheid en openbare orde? Het resultaat is een visiedocument, dat op een bijzondere, open manier tot stand is gekomen. De werkgroep van Watze Hepkema poneerde op fora van verschillende groeperingen in de brandweerwereld stellingen en statements over het communicatiesysteem. Iedereen die zich geroepen voelde kon reageren en dat leverde een bonte verzameling reacties op. De werkgroep bekeek ze allemaal, maakte een selectie en vatte het geheel samen in een visiedocument. Watze Hepkema: “Met het rapport hebben we als het ware een stip aan de horizon gezet. Dáár willen we naartoe. Het gaat dus niet over eisen en wensen. Dat is de volgende stap, die nu eigenlijk pas aan de orde komt. Het visiedocument gaat meer over wie de acteurs van de toekomst zijn, de behoefte van die acteurs en de rol van het ministerie. Het gaat over technologieaspecten, opschalen, beschikbaarheid en opleiden. Het is heel breed opgezet.” Watze Hepkema noemt als voorbeelden van het niet goed functioneren van het C2000-systeem de strandrellen in Hoek van Holland in augustus 2009 en de crash op Schiphol met een vliegtuig van Turkish Airlines in februari van datzelfde jaar. Beide keren functioneerde de operationele
Projectleider Watze Hepkema
20
21
Brandweer-programma van eisen P2000
Nieuw P2000 werpt schaduw vooruit PvE paging brandweer blauwdruk voor multi-PvE Het jaar 2014 hangt als een zwaard van Damocles boven het P2000-netwerk, het
Het brandweerrapport is sinds de totstandkoming verschillende organen gepasseerd en deze
alarmeringssysteem voor de hulpdiensten. Over drie jaar stopt P2000-beheerder TetraNed
zomer opgepakt door het Discipline Overleg Informatievoorziening (DOI), dat opereert onder
met de ondersteuning van het Flex-
de vlag van het Bureau Veiligheidsberaad. Het Veiligheidsberaad is het aanspreekpunt voor de
communicatieprotocol van Motorola. Er moet
rijksoverheid als het gaat om rampenbestrijding en crisisbeheersing.
een alternatief komen en daar sprong de
Door het DOI is een multidisciplinaire werkgroep geformeerd die zich heeft gebogen over het
brandweer als ‘grootverbruiker’ van P2000
PvE van de brandweer. Dit heeft uiteindelijk geresulteerd in een breed gedragen Gezamenlijk
alert op in.
Functioneel Programma van Eisen Paging, dat nagenoeg een kopie is van het brandweer-PvE. “Daaruit mag je afleiden dat we ons werk goed hebben gedaan”, stelt Paul van der Linden.
Eind 2009 kreeg Paul van der Linden, portefeuillehouder alarmering binnen het
In het najaar is het stuk het Portefeuillehouders Overleg Informatievoorziening (POI) en de
Netwerk Meldkamerdomein, de vraag van de
Bestuurscommissie Informatievoorziening van het Veiligheidsberaad gepasseerd. Paul van der
BVIM om een programma van eisen (PvE) voor
Linden is benieuwd naar de vervolgstappen die nu gezet gaan worden. Een hamerstuk zal het niet
de vernieuwing van paging voor de brandweer
worden, is zijn verwachting.
te schrijven. Samen met Peter Woestenberg
“Er moeten nog heel wat keuzes worden gemaakt. Keuzes die afhankelijk zijn van de technische
van de landelijke Gebruikersgroep C2000 en
mogelijkheden, van de prioriteiten die worden gesteld en natuurlijk van de financiën. De minister
andere deskundigen pakte Van der Linden
heeft aangegeven dat operationele diensten vanaf 2014 zelf de kosten voor het nieuwe
de klus op. Minder dan een half jaar later lag
pagingnetwerk moeten dragen. Daar zal het laatste woord nog niet over gezegd zijn, maar het
er een gedegen rapport, dat in april 2010
maakt het er niet eenvoudiger op.”
door de Raad van Regionaal Commandanten definitief werd vastgesteld. Paul van der Linden: “2014 lijkt ver weg, maar Projectleider Paul van der Linden
dat is het niet. In feite is het nu al vijf voor twaalf. Daarom hebben we vaart gemaakt met het schrijven van dit brandweer-PvE paging. Met dank aan heel veel slimme mensen uit het BVIMnetwerk, die hebben meegeholpen om breed op het onderwerp in te steken.”
In feite is het nu al vijf voor twaalf
22
23
Programma van eisen community tool
Evaluatie MijnNVBR Projectgroep denkt na over informatie delen binnen netwerkorganisatie
Een klacht die Mark Luijten vaker hoort: Viadesk voldoet niet altijd aan de gebruikerswensen. Een andere constatering is dat maar een deel van de functionaliteit die Viadesk biedt, daadwerkelijk wordt gebruikt. “Enerzijds kan het systeem meer dan gewenst, anderzijds missen er toepassingen.
Om op afstand samen aan documenten te werken, te discussiëren, besluitvorming voor te
Al zijn sommige klachten niet terecht en te wijten aan beperkte kennis van het systeem. “Dan
bereiden en vergaderingen te plannen, werd in 2005 MijnNVBR gecreëerd. Een besloten,
moet er dus óf gezocht worden naar een meer intuïtieve toepassing óf de instructie moet worden
virtuele kantooromgeving waarin netwerken en groepen binnen de NVBR makkelijk kunnen
verbeterd.”
samenwerken. Doel van MijnNVBR, dat draait op Viadesk-software, is het versterken van de NVBR-infrastructuur en het vergroten van de efficiency.
Ook zijn voor sommige functies in MijnNVBR alternatieven voorhanden, zoals bij de
“MijnNVBR is een succesverhaal”, zegt Patrick van Gerner, die als communicatiemedewerker van
mailfunctie. Mark: “Gebruikers maken dan
de NVBR belast is met het beheer. “We waren er vroeg bij met deze manier van werken en in de
hun eigen afweging in wat ze gebruiken en
loop der jaren zijn steeds meer netwerken, vak- en projectgroepen er gebruik van gaan maken.
kiezen bijvoorbeeld voor een eigen mailinglist
We zijn begonnen met een licentie voor maximaal 250 gebruikers, maar die hebben we al een
in Outlook.” Jaap Smit, informatiemanager
paar keer aangepast. We zitten nu rond de 1.100 gebruikers, onder wie alle medewerkers uit de
van IJsselland hierover: “Het is vaak maar net
BVIM-community.”
wat iemand gewend is. De meeste mensen maken gebruik van een systeem dat aansluit
Hoe succesvol ook, de BVIM inventariseert momenteel welke eisen en wensen precies gesteld
bij hun dagelijkse werkproces. Logisch ook.
zouden moeten worden aan een goede virtual community-tool. Binnen een projectgroep wordt
Ik denk dat het verplicht opleggen van een
hiervoor een programma van eisen opgesteld. BVIM-secretaris Mark Luijten: “We hebben nu vijf
bepaald systeem niet werkt.”
jaar ervaring met MijnNVBR en deze manier van virtueel werken heeft in de maatschappij een grote vlucht genomen. Tijd dus om met de gebruikers na te denken over de functionaliteit van
De evaluatie van MijnNVBR staat niet
het systeem. Vanuit een pragmatische insteek komen we binnenkort met een sterkte/zwakte-
op zichzelf, maar past binnen het
analyse, met daaraan gekoppeld verbetersuggesties.”
denken over informatie delen binnen een netwerkorganisatie en (op afstand)
Hendrik Jan de Wolf van de regio Groningen is een van de BVIM-specialisten die enthousiast
samenwerken aan producten. Daarom worden
is over het systeem, maar hij ziet ook verbeterpunten. “MijnNVBR is een mooi instrument om
ook het brandweerkennisnet en de site van
vergaderstukken te delen, een vraag te stellen, reacties op een conceptdocument te verzamelen,
de NVBR meegenomen in de evaluatie. Patrick
te registeren wie naar een bijeenkomst komt en contactgegevens van mensen op te zoeken. Maar
van Gerner: “We hebben gekozen voor een
als je bijvoorbeeld een document naar meerdere groepen wilt sturen, dan moet je het er voor al
brede aanpak.”
die groepen apart opzetten. Dat is niet handig.”
24
25 Onderzoek incidentregistratie fysieke veiligheid
Incidentregistratie fysieke veiligheid moet op de schop Lijvig inventarisatierapport met duidelijke aanbevelingen Op het gebied van fysieke veiligheid wordt nationaal en internationaal enorm veel geregistreerd.
informatie werd overzichtelijk gebundeld in een rapport. Clemon Tonnaer: “Hoewel er veel
Het overzicht over en de samenhang tussen al die gegevensregistraties is echter zoek, volgens
registraties zijn, is het toch ook nog een redelijk onontgonnen gebied. Vooral als het gaat om het
onderzoeker Clemon Tonnaer van het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid (NIFV). In opdracht
samenbrengen van informatie.”
van de BVIM leverde zijn projectgroep een lijvig inventarisatierapport (80 pagina’s) af, dat uiteindelijk moet leiden tot een meer
Een stuurgroep onder voorzitterschap van BVIM-voorzitter Sjoerd van der Schuit gaat nu
doelmatige en samenhangende manier van
bepalen wat met de inventarisatie van incidentregistraties fysieke veiligheid wordt gedaan. De
het verzamelen van incidentgegevens.
aanbevelingen spreken voor zich. De belangrijkste is dat de informatiebehoefte bekend moet zijn. Alleen dan is het mogelijk gericht gegevens te verzamelen.
Twee conclusies springen eruit: de diversiteit
De onderzoekers stellen ook dat het in dit specifieke geval niet verstandig is te gaan werken aan
aan gegevensverzamelingen en het feit
een nieuwe, allesomvattende database fysieke veiligheid. Voortbouwen op de reeds bestaande
dat veel verzamelingen niet uitblinken
gegevensverzamelingen is een betere optie. In het verlengde daarvan ligt de aanbeveling te
in kwaliteit. Clemon Tonnaer: “Wat je
kiezen voor eenduidige multidisciplinaire gegevensdefinities, zodat gegevens vergelijkbaar en
regelmatig tegenkomt, is het verzamelen
uitwisselbaar worden.
om het verzamelen. Dat kan natuurlijk nooit de bedoeling zijn. Het doel van een
Wordt in die richting iets met de voorstellen gedaan, dan voorspelt Clemon Tonnaer dat de
gegevensverzameling moet samenhangen
incidentregistratie fysieke veiligheid betere sturingsinformatie voor managers gaat opleveren en
met het doel van de organisatie waarvoor
dat die informatie bij zal dragen aan een efficiëntere en veiligere incidentbestrijding. “Omdat
de verzameling is bedoeld. We zijn trouwens
aan de hand van goede registraties trendanalyses gemaakt kunnen worden”, zegt Tonnaer.
ook goede databases en kennisbanken
“En daarmee is precies te bepalen waar de grootste veiligheidswinst kan worden geboekt.”
tegengekomen. Die bieden een basis om op voort te bouwen.” De aanleiding voor de inventarisatie was de wens van de NVBR om de incidentregistratie Onderzoeker Clemon Tonnaer
te verbeteren. De eerste stap hiertoe, een deugdelijke inventarisatie van wat er al is, pakte de projectgroep voortvarend op. Tientallen mensen werden geïnterviewd en met behulp van internet werd de situatie in binnen- en buitenland bestudeerd en geanalyseerd. Alle
26
Programma van eisen verbetering functionaliteit
27
informatievoorziening brandweermeldkamer
Bezuinigen én innoveren: een uitdagende combinatie Informatievoorziening meldkamers onder de loep April 2011, dan moet het programma van eisen voor een verbetering van de functionaliteit van de
De stuurgroepvoorzitter heeft veel vertrouwen
informatievoorziening binnen de brandweermeldkamer gereed zijn. Het project wordt uitgevoerd
in het project, maar constateert wel dat de
door onderzoeks- en adviesbureau Zenc uit Den Haag, met hulp van een expertteam uit het
uitvoerende partij binnen de NVBR aanloopt
brandweerveld en onder verantwoordelijkheid van een stuurgroep. Voorzitter van de stuurgroep is
tegen een probleem dat steeds groter dreigt
Marijke van Veen, directeur van Veiligheidsregio Gelderland-Zuid en regionaal commandant.
te worden: de beperkte beschikbaarheid van mensen.
De belangrijkste doelen van het project zijn een soepeler verloop van de intake en
Van Veen: “Er is zoveel aan de hand in
uitgifte van meldingen in de brandweermeldkamer en het beschikbaar komen van betere
brandweerland en er wordt zoveel op
managementinformatie, zodat meer op kwaliteit kan worden gestuurd.
poten gezet, dat steeds meer mensen
Marijke van Veen: “Het huidige Geïntegreerd Meldkamersysteem is hoognodig aan vervanging
agendatechnisch problemen krijgen. Voor
toe. Het is in sommige opzichten verouderd en veel informatie wordt onvoldoende gekoppeld aan
de projectorganisatie is dat lastig werken.
andere informatie die beschikbaar is. Ook de interactie met GIS-systemen laat te wensen over.”
Temeer het bij een project als dit belangrijk is om draagvlak te creëren door mensen erbij
De plannen voor het verbeteren van de informatie-uitwisseling binnen de brandweermeldkamers,
te betrekken. Als die mensen steeds vaker
vallen precies in een tijd dat ook de rijksoverheid op dit gebied nieuwe ideeën ontvouwt. Zo heeft
verhinderd zijn, wordt het moeilijk. Niettemin
minister Opstelten van Veiligheid en Justitie kenbaar gemaakt dat er in deze regeringsperiode
houden we voorlopig vast aan april 2011. Dan
minder geld beschikbaar is, er wordt toegewerkt naar één landelijke meldkamerorganisatie en dat
moet het programma van eisen er liggen.”
het aantal fysieke meldkamers (nu 24) de komende jaren moet worden teruggebracht. Marijke van Veen: “De richting die Opstelten heeft aangegeven is duidelijk en daar kunnen we
Stuurgroepvoorzitter Marijke van Veen en
als stuurgroep van dit project onze ogen en oren niet voor sluiten. Ik denk dat we de oplossing
brandweercentralist Rob van Oosterhout
moeten zoeken in standaardisatie. Alle meldkamers zullen op elkaar gaan lijken, zeker ook op het gebied van ICT. Alleen op die manier is het mogelijk om ondanks de bezuinigingen die aanstaande zijn, innovatief te blijven en de functionaliteit van de informatievoorziening te verbeteren.”
28 Verbeteren Brandweerstatistiek CBS
29
‘Duidelijker zichtbaar maken welke prestatie wel en niet kan worden geleverd’ Vragenlijst Brandweerstatistiek wordt herzien De publicatie Brandweerstatistiek geeft jaarlijks een overzicht van de verschillende activiteiten
De insteek van Rob Peters is vergelijkbaar: “De gegevensstroom moet grondig worden herzien.
en prestaties van de Nederlandse brandweer. Gekeken wordt onder meer naar het aantal
Als we erin slagen beter en efficiënter te gaan rapporteren aan het CBS, besparen we onszelf veel
meldingen en de aard en locatie van brand of hulpverlening. Steeds vaker blijkt dat de informatie
moeite en wordt de Brandweerstatistiek weer een betrouwbaar en bruikbaar instrument.”
vanuit de brandweerkorpsen, op basis waarvan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)
Brandweerstatistiek 2008
de Brandweerstatistiek samenstelt, onvolledig is. Ook is de vragenlijst verouderd, waardoor de
Mark Luijten, secretaris BVIM: “Het project kent een aantal deelonderwerpen, zoals het in kaart
statistieken niet altijd meer relevant zijn. Reden om deze vragenlijst eens goed tegen het licht te
brengen van de informatiebehoefte, het verbeteren van de CBS-vragenlijst en het automatiseren
houden en te kijken of de informatiestromen geautomatiseerd kunnen worden.
van de gegegevensstroom tussen de korpsen en het CBS.”
In de bestaande situatie moeten de korpsen na iedere melding een uitgebreid vragenformulier
In het vernieuwingsproces van de vragenlijst staat ook Rob Peters een aanpak voor in fasen.
invullen. Steeds vaker echter gebeurt dat niet of onvolledig, met alle gevolgen van dien voor de
Alle stappen in het traject, van de melding tot en met de actie ter plekke, worden momenteel
jaarlijkse CBS-rapportage. “De vragenlijst is achterhaald en bovendien is de meldkamer geen
bijvoorbeeld gestructureerd en transparant in kaart gebracht. Dit gebeurt door samenwerking met
administratiekantoor”, zegt Rob Peters, informatiemanager en informatiecoördinator operationele
de projectteams IDBK en IBDB en trajecten als het Gegevensboek Brandweer.
crisisstaf bij Veiligheidsregio Kennemerland.
Peters: “Objecten en processen moeten goed en in eenduidige taal worden gedefinieerd.
Statistisch onderzoeker Vinodh Lalta van het CBS beaamt dit: “We hebben van verschillende
Daarmee geven we een aanzet tot een betere databasevorming van incidentgegevens en
partijen signalen gekregen dat het anders moet. Daarom is het goed dat het CBS samen met de
tegelijkertijd krijgen we bijvoorbeeld een betere kijk op wat haalbaar is wat betreft aanrijdtijden.
NVBR, het NIFV en het Ministerie van Veiligheid en Justitie naar de vragenlijst gaat kijken.”
We moeten ons niet verschuilen, maar op basis van feiten duidelijk zichtbaar maken welke prestatie wel en niet kan worden geleverd.”
Het doel is om kort na de zomer van 2011 de opzet van een nieuwe vragenlijst gereed te hebben. De eerste gesprekken hiertoe zijn medio 2010 gevoerd. Er moet in kaart worden gebracht welke partijen behoefte hebben aan een brandweerstatistiek, welke informatie de rapportage zou moeten bevatten en wat er in bredere zin te verbeteren valt. Vinodh Lalta: “De kunst is een goede balans te vinden tussen volledigheid enerzijds en overzicht en eenvoud anderzijds.” 10/9/09 12:28:33 PM
Uitgave Brandweerstatistiek 2008
De vragenlijst is achterhaald en bovendien is de meldkamer geen administratiekantoor
30
31
Programma van eisen objectportofoons in het kader van LARA3
Terug naar de eenvoud Werkgroep legt objectportofoons onder vergrootglas Een brandweerman die in lastige omstandigheden zijn portofoon moet gebruiken, zit niet te
Tijdens de eerste bespreking van de werkgroep zijn de uitgangspunten vastgesteld. Alle
wachten op een geavanceerd apparaat met veel knopjes. Waar het hem om gaat is een portofoon
werkgroepleden gaan daar nu binnen hun eigen achterban mee aan de slag. Roland Verhagen:
die werkt en gemakkelijk te bedienen is. Een projectgroep onder leiding van Roland Verhagen,
“binnen de uitruk moet het werk gedaan worden. Daar lopen de mensen die weten hoe het
projectmedewerker inkoop en logistiek bij Brandweer Hollands-Midden, zoekt momenteel uit
werkt en hoe het beter zou kunnen. Ik denk dat het mogelijk is in korte tijd veel duidelijk te
aan welke eisen zo’n ‘functionele objectportofoon’ voor de brandweer zou moeten voldoen. Het
krijgen. Ook omdat de werkgroep breed is samengesteld. We hebben mensen met verschillende
motto is: terug naar de eenvoud.
specialismen.”
Roland Verhagen benadrukt het keer op keer: het functionele aspect. “Wat heeft een
De projectleider waakt ervoor dat hij met
brandweerman nodig om goed en veilig te kunnen werken? Daar zal ons rapport op inzoomen.
beide voeten op de grond blijft. “Er zijn wat
Met de technische aspecten houden we ons in beginsel niet bezig.”
knelpunten met de huidige portofoons en voor de toekomst hopen we die op te lossen.
Vanwege zijn achtergrond in het bedrijfsleven (ICT) en de ervaring en kennis die hij de afgelopen
Verder moeten we het niet moeilijker maken
jaren opdeed met het C2000-systeem, werd Roland Verhagen gevraagd het project op te pakken.
dan het is. We komen niet met voorstellen
Vanuit het BVIM-netwerk verzamelde hij vijf andere specialisten om zich heen. Samen zetten ze
voor iets compleet nieuws. Het zal gaan
zich aan de opdracht, die uiteindelijk moet bijdragen aan een meer eenduidige communicatie. De
om realistische en functionele eisen voor
eerste bijeenkomst was eind 2010 en het voornemen is het projectverslag, in de vorm van een
objectportofoons. Want waar draait het
programma van eisen (PvE), eind mei 2011 ter beschikking te stellen aan de Raad van Regionaal
bij de brandweer om, als we het hebben
Commandanten.
over objectcommunicatie? Om veilig en verantwoord kunnen optreden. Meer niet.”
Roland Verhagen: “Vervolgens wordt ons rapport eind 2012 meegenomen bij de derde landelijke aanbesteding van randapparatuur, LARA3. Bij eerdere aanbestedingen raakten de eisen en wensen van de brandweer wat ondergesneeuwd in het multidisciplinaire speelveld. Mede omdat de brandweer destijds te versnipperd was georganiseerd. Voor veel brandweermensen zijn de hoge verwachtingen van C2000 dan ook niet uitgekomen. Met dit brandweer-PvE kunnen we dat mogelijk rechtzetten.”
Een brandweerman communiceert met zijn collega’s op de plaats incident
32
33
Programma van eisen decentrale uitgifte brandweermeldkamer
Nooit meer ‘verstopte’ meldkamers Regio’s ontwikkelen systeem voor snel doorzetten van kleine incidenten naar kazernes Kleine incidenten scheiden van grote, om ‘verstopte’ meldkamers te voorkomen. Dat is het
Jaap van Meggelen: “We werken met een zelf ontwikkelde applicatie. De afwikkeling loopt
uitgangspunt van het project best practice decentrale uitgifte, dat door een aantal koploperregio’s
via ons eigen intranet. Op kazerneniveau kunnen incidentmeldingen er eenvoudig worden
wordt uitgevoerd.
uitgefilterd. De applicatie kent ook een archieffunctie, zodat incidenten achteraf altijd zijn te traceren. Bovendien komt een klein incident dat toch ernstiger wordt, na een nieuwe melding
Onder meer in Rotterdam-Rijnmond hebben ze hier ervaring mee. Meldkamerdirecteur Jaap van
automatisch terug bij de meldkamer. Daar is een lus voor aangebracht in het systeem. Als het
Meggelen, tevens voorzitter van het NVBR-netwerk Meldkamerdomein: “Aanleiding was de
nodig is kunnen we dan direct opschalen.”
drukte in onze meldkamers met oud en nieuw. Het aanbod is dan vaak zo groot, dat het bijna niet op een normale manier is af te wikkelen.
Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond heeft de applicatie vanuit de eigen behoefte ontwikkeld.
Een echte brand zou daardoor onder kunnen
Met de kennis en ervaring die zijn opgedaan participeert Rotterdam-Rijnmond nu in een landelijk
sneeuwen en dat mag natuurlijk nooit
BVIM-project best practice decentrale uitgifte, waarin ook de regio’s Utrecht, Haaglanden en
gebeuren. Met het systeem dat we hebben
Twente participeren.
ontworpen behoort deze problematiek tot het verleden.”
Jaap van Meggelen is duidelijk: “Wat ons betreft rollen we een dergelijk systeem zo snel mogelijk landelijk uit. Het werkt bij ons perfect. Niet alleen met oud en nieuw, maar bijvoorbeeld ook bij
Kleine incidenten, zoals container- en kerstboombrandjes rond de jaarwisseling, kunnen met het nieuwe systeem snel en eenvoudig naar de brandweerkazernes worden doorgezet. Door de tijdwinst die daarmee wordt geboekt is er op de meldkamers meer ruimte voor de afwikkeling van prio 1-incidenten.
Brandweerman zaagt een omgevallen boom in stukken na een storm
extreem weer of hoog water. Dat zijn situaties waarin er ook altijd veel meldingen zijn.”
Colofon Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) Kemperbergerweg 783 Postbus 7010 6801 HA Arnhem t
(026) 355 24 55
f
(026) 351 50 51
[email protected] www.nvbr.nl Tekst en redactie: Daan Appels, Appels Communicatie Fotografie: p. 10, 11 en 12 Liselotte Bretveld; voorzijde, p. 7, 29 en 30 SQ Vision Mediaprodukties Vormgeving: Carlo Polman, Oud.Zuid Ontwerp Drukwerk: Rikken Print © NVBR, januari 2011