r
Voorwaarden Rabo ToekomstSparen/Beleggen 1 Productkenmerken en informatie over ToekomstSparen 2 Productkenmerken en informatie over ToekomstBeleggen 3 Algemene voorwaarden voor Rabo ToekomstSparen 2007 4 Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 5 Algemene Bankvoorwaarden
Rabo ToekomstSparen en -Beleggen Productkenmerken en informatie
Leeswijzer Dit document informeert u over: - het begrip lijfrente - de kenmerken van Rabo ToekomstSparen met variabele rente - de kenmerken van Rabo ToekomstBeleggen - de Rabobank als financiële dienstverlener
- Incidentele inleg Alleen de eerste inleg moet minimaal € 1.000,- bedragen. Daarna gelden er geen minimale of maximale bedragen en hoeft u geen afspraken over vervolginleg te maken. Inleggen doet u eenvoudig zelf via overboeking naar uw rekening Rabo ToekomstSparen of de bank kan de inleg voor u doen.
Algemene informatie over lijfrente Een lijfrente is een periodieke uitkering ter aanvulling van uw inkomen. Een lijfrenteproduct kent twee fases: de opbouwfase waarin geld wordt ingelegd en de afbouwfase waarin de periodieke uitbetalingen plaatsvinden. De Rabobank heeft hiervoor de Rabo ToekomstRekening ontwikkeld. Voor de opbouwfase zijn er twee rekeningen: - Rabo ToekomstSparen: een geblokkeerde spaarrekening met vaste rente of met variabele rente. - Rabo ToekomstBeleggen: een geblokkeerde effectenrekening. De duur van de opbouwfase bepaalt u bij het openen van de rekening. Tegenover de fiscale voordelen staat, dat u tijdens de opbouwfase niet over het tegoed kunt beschikken. Het geblokkeerde tegoed moet u op de einddatum gebruiken voor de aankoop van een lijfrente. Voor deze afbouwfase is er Rabo ToekomstUitkering. Dat is de eigenlijke lijfrente: een periodieke uitbetaling gedurende een bepaalde periode. Bijvoorbeeld een maandelijkse uitbetaling als (een aanvulling op het) inkomen nadat u gestopt bent met werken.
- Periodieke inleg Bij periodiek inleggen machtigt u de Rabobank tot automatische incasso. De Rabobank incasseert de inleg van de door u opgeven Rabobank betaal- of spaarrekening. U kunt per maand inleggen (minimaal € 25,-), per kwartaal (minimaal € 75,-), half jaar (minimaal € 150,-) of jaar (minimaal € 300,-). Daarnaast mag u altijd extra bedragen inleggen. De afspraak voor uw periodieke inleg kunt u altijd en zonder kosten wijzigen, mits het nieuwe inlegbedrag niet lager wordt dan de hiervoor genoemde minimale bedragen per periode. Stopzetten kan ook. Zonder kosten, als het saldo van uw rekening op dat moment minimaal € 1.000,- bedraagt. Bij een lager saldo kan de bank € 150,- kosten in rekening brengen. - Inleg afkomstig van een andere lijfrenterekening of -verzekering Tegoeden op een lijfrentespaarrekening bij een andere bank of op een lijfrenteverzekering bij een verzekeraar kunt u ook inleggen. U regelt dat met een ingevuld en ondertekend formulier waarin uw verzoek tot overdracht opgenomen is. De Rabobank zorgt vervolgens, kosteloos, voor de afwikkeling met uw huidige bank of verzekeringsmaatschappij. Het minimaal over te nemen saldo moet wel € 1.000,- bedragen. Fiscaal gezien valt een tegoed op een rekening Rabo ToekomstSparen onder de regels van de Wet inkomstenbelasting 2001. Een lijfrentekapitaal, opgebouwd bij een verzekeraar, kan onder het fiscale regime van vóór 1992 vallen. Legt u zo’n lijfrentekapitaal in op een rekening Rabo ToekomstSparen, dan verliest u bepaalde fiscaal ruimere bestedingsmogelijkheden. Dit kan nadelig zijn, maar dat hoeft niet. Een lijfrentekapitaal, opgebouwd bij een verzekeraar, waarvoor u in het verleden premieaftrek hebt genoten en waarvoor u na 31 december 2005 geen premie meer hebt betaald, kunt u gebruiken voor de aankoop van een overbruggingslijfrente. Indien u dit lijfrentekapitaal inlegt op een rekening Rabo ToekomstSparen, blijft deze mogelijkheid behouden. Op de einddatum kunt u het tegoed dan ook gebruiken voor de aankoop van een overbruggingslijfrente bij een verzekeraar. U mag, met uitzondering van het overgenomen saldo en in afwijking van artikel 3 van de Algemene voorwaarden voor Rabo ToekomstSparen 2007, op de rekening Rabo ToekomstSparen geen bedragen meer inleggen. Laat u hierover adviseren, voordat u een tegoed laat overboeken.
Fiscale behandeling - de hoofdpunten De inleg is fiscaal aftrekbaar van uw inkomen in box 1, mits u aftrekruimte heeft. Die aftrekruimte kunt u berekenen op de internetsite van de belastingdienst: www.belastingdienst.nl. Ook uw adviseur van de Rabobank kan u hierbij helpen. Voorbeeld 1 De fiscale aftrekruimte blijkt € 3.500,- te zijn. Het bruto jaarinkomen is € 80.000,-. Er zijn geen andere fiscale aftrekposten. Over de top van het inkomen wordt 50% (een fictief percentage) inkomstenbelasting betaald. Een inleg van bijvoorbeeld € 2.000,- voor een lijfrente levert dan een belastingteruggave op van (50%): € 1.000,-. De netto inleg is dus 1.000,-. Bij de verplichte aankoop van een lijfrente op de einddatum valt de periodieke uitbetaling wel in - de progressief belaste - box 1. Voorbeeld 2 Een 65-jarige man heeft met Rabo ToekomstSparen een tegoed van € 100.000,- opgebouwd. Hij wil daarmee een lijfrente aankopen met een looptijd van 20 jaar en uitbetaling per kwartaal. Hij koopt zo’n lijfrente aan met de rekening Rabo ToekomstUitkering, tegen een rentepercentage van 4,00% (een fictief percentage). Zijn inkomen bedraagt € 35.000,- inclusief AOW. Als het tarief voor de inkomensbelasting 40% (een fictief percentage) over de top van zijn inkomen bedraagt, ontvangt hij gedurende 20 jaar (bij in leven zijn) ieder kwartaal een bedrag van € 1.817,09. Op dit bedrag worden nog uitbetalingskosten in mindering gebracht en over het resterende bedrag is 40% inkomstenbelasting verschuldigd. Aangenomen is dat hij zowel ten tijde van het opbouwen van het saldo als ten tijde van de periodieke uitbetalingen binnenlands belastingplichtige is. Het saldo op de Rabo ToekomstRekening geldt niet als een bezitting in box 3. Over het tegoed is per saldo dus geen 1,2% inkomstenbelasting verschuldigd. Kijk voor meer informatie op: www.rabobank.nl, www.belastingdienst.nl en/ of vraag het aan uw adviseur.
Rabo ToekomstSparen (met variabele rente) Productkenmerken
Openen rekening Een rekening Rabo ToekomstSparen opent u kosteloos; u moet wel in Nederland wonen. Bij het openen maakt u enkele keuzes die wij vastleggen in een overeenkomst: - incidenteel of periodiek inleggen, de einddatum: uiterlijk in het eerste half jaar van het kalenderjaar waarin u 70 wordt.
Inleg rekening Houd er rekening mee dat u alleen kunt inleggen als er fiscale aftrekruimte is.
Rentevergoeding De hoogte van de rente op de rekening Rabo ToekomstSparen met variabele rente wordt bepaald door de Rabobank. Het rentepercentage wordt gedurende de looptijd van de rekening afgeleid van de marktrente en is variabel. Dit betekent dat de Rabobank deze rente altijd kan wijzigen. De hoogte van de rente kan (sterk) aan verandering onderhevig zijn. Rentefluctuaties hebben een directe invloed op de te bereiken eindwaarde op de afgesproken einddatum. De rente wordt jaarlijks op 1 januari bijgeschreven op de rekening. De actuele rentetarieven vindt u op www.rabobank.nl
Wijzigen renteafspraak Naast de rekening Rabo ToekomstSparen met variabele rente biedt de Rabobank ook een rekening Rabo ToekomstSparen met vaste rente aan. U kunt altijd (een deel van) van uw tegoed op een rekening Rabo ToekomstSparen met variabele rente over laten boeken naar een bestaande of nieuwe rekening Rabo ToekomstSparen met vaste rente of omgekeerd. Als u een deel van het saldo wilt overboeken, dan moet er minimaal € 1.000,- op de rekening resteren. Bij overboeking van de variabele rekening naar de vastrentende wordt het overgeboekte bedrag voor de vaststelling van het rentetarief gezien als één inleg tot de afgesproken einddatum. Aan het wijzigen van de renteafspraak zijn geen kosten verbonden. Voor de rekening Rabo ToekomstSparen met vaste rente is uitgebreide productinformatie beschikbaar: vraag ernaar bij uw adviseur.
Opnemen vóór de einddatum Opnemen van het tegoed vóór de afgesproken einddatum, zonder fiscale sancties, kan uitsluitend in de hierna genoemde gevallen. De afwikkeling gebeurt altijd door de Rabobank. Zelf geld opnemen, bijvoorbeeld via Rabo Internetbankieren, is niet mogelijk. - Opbouw elders voorzetten U kunt de opbouw voortzetten bij een andere bank of verzekeraar met een door u ingevuld en ondertekend formulier waarin uw verzoek tot overdracht opgenomen is. De Rabobank zorgt voor de afwikkeling met de bank / verzekeringsmaatschappij waar de opbouw wordt voortgezet. Voor het overboeken naar een geblokkeerde lijfrentespaarrekening bij een andere bank of een lijfrenteverzekering bij een verzekeraar berekent de Rabobank € 150,- administratiekosten, die in mindering worden gebracht op het over te boeken tegoed.
Aankoop lijfrente bij een andere bank of verzekeraar U kunt het tegoed laten overboeken naar een bank of verzekeraar van uw keuze. U regelt dat met een door u ingevuld en ondertekend formulier waarin uw verzoek tot overdracht opgenomen is en de Rabobank zorgt vervolgens voor de afwikkeling met bank / verzekeringsmaatschappij waar u de lijfrente heeft aangekocht. Hiervoor brengt de Rabobank geen kosten in rekening. Een lijfrentekapitaal, opgebouwd bij een verzekeraar, waarvoor u in het verleden premieaftrek hebt genoten en waarvoor u na 31 december 2005 geen premie meer hebt betaald, kunt u gebruiken voor de aankoop van een overbruggingslijfrente. Indien u dit lijfrentekapitaal heeft ingelegd op een rekening Rabo ToekomstSparen, blijft deze mogelijkheid behouden. Op de einddatum kunt u het tegoed dan gebruiken voor de aankoop van een overbruggingslijfrente bij een verzekeraar.
- Aankoop lijfrente U kunt het tegoed altijd gebruiken voor de aankoop van een direct ingaande lijfrente bij de Rabobank of een andere bank of verzekeraar. Hiervoor worden geen kosten in rekening gebracht.
Verlengen einddatum Wilt u op de einddatum nog geen lijfrente aankopen: u kunt die datum altijd verlengen, zonder kosten. Tot uiterlijk het kalenderjaar waarin u 70 wordt. U kunt er ook voor kiezen om de opbouwfase bij een andere bank of verzekeraar voort te zetten. Het is ook mogelijk om een deel van het tegoed te gebruiken voor de aankoop van een lijfrente en voor het resterende tegoed de einddatum te verlengen. Let op: als de aankoop van een lijfrente niet uiterlijk op 31 december van het jaar volgend op het jaar van de einddatum is afgewikkeld moet de Rabobank dit melden aan de fiscus omdat er fiscaal gezien sprake kan zijn van een verboden handeling. Voor de gevolgen daarvan zie hierna bij ‘afkoop en andere verboden handelingen’.
Einddatum: de keuzes Welke mogelijkheden heeft u op de afgesproken einddatum? Aankoop lijfrente bij de Rabobank U opent eenvoudig een rekening Rabo ToekomstUitkering. Uit die rekening gaat u een reeks periodieke uitbetalingen ontvangen. Elke uitbetaling wordt belast in box 1. Voor de looptijd van de periodieke uitbetalingen gelden de volgende regels: - Is het jaarlijks te ontvangen bedrag lager dan een vastgesteld wettelijk maximum én ontvangt u de eerste uitbetaling in of na het kalenderjaar dat u 65 jaar wordt, dan is de looptijd ten minste 5 jaar. - In alle andere gevallen is de looptijd van de periodieke uitbetalingen ten minste 20 jaar. Ontvangt u de eerste uitbetaling voor het kalenderjaar waarin u 65 jaar wordt, dan wordt deze duur van 20 jaar verlengd met het aantal jaren dat u op dat moment jonger bent dan 65 jaar. Voor de rekening Rabo ToekomstUitkering is uitgebreide productinformatie beschikbaar: vraag ernaar bij uw adviseur.
Wijzigen van gemaakte afspraken Bij het openen van de rekening zijn afspraken gemaakt over onder meer de inleg en de einddatum. Toch moeten en kunnen, gedurende de looptijd, afspraken worden gewijzigd. Die kunnen echter financiële of fiscale consequenties hebben. In het schema ziet u welke wijzigingen mogelijk zijn en wat de consequenties zijn. U ziet ook waar u de uitgebreide uitleg kunt nalezen.
U wilt
Lees de uitleg
Fiscale consequenties
Kosten
Een bestaand lijfrentetegoed van een andere bank /verzekeraar inbrengen op een rekening bij de Rabobank
‘Inleggen op de rekening’, onderdeel ‘inleg afkomstig van een andere lijfrenterekening of -verzekering’
De inleg valt voortaan onder de regels van IB 2001
Geen kosten (€ 0,-)
Uw inlegbedrag wijzigen
‘inleg verlagen’
Geen, mits er voldoende aftrekruimte is
Geen kosten (€ 0,-)
(Tijdelijk) stoppen met inleggen
‘(tijdelijk) stoppen met inleggen’ (onder dit schema)
Geen
Geen kosten (€ 0,-), mits het saldo minimaal € 1.000,-bedraagt
Uw tegoed overboeken naar een andere bank / verzekeraar om daar de opbouw voort te zetten vóór de afgesproken einddatum
‘Opnemen vóór de Einddatum’, onderdeel ‘Opbouw elders voortzetten’
Geen, mits de nieuwe bank / verzekeraar het tegoed aanmerkt als lijfrentetegoed/ lijfrentekapitaal
€ 150,-
De afbouwfase in laten gaan bij de Rabobank of bij een andere bank / verzekeraar vóór de afgesproken einddatum
‘Opnemen vóór de Einddatum’, onderdeel ‘Aankoop lijfrente’
Fiscale eisen aan de looptijd van de uitbetalingen als de afbouwfase ingaat voor 65 jaar.
Geen kosten (€ 0,-)
Opbouwfase verlengen bij de Rabobank of bij een andere bank/ verzekeraar op de einddatum of uiterlijk op 31 december van het jaar volgend op het jaar van de einddatum
‘Einddatum: de keuzes’ onderdeel ‘Verlengen einddatum’
Geen
Geen kosten (€ 0,-)
De afbouwfase in laten gaan bij de Rabobank of bij een andere bank / verzekeraar op de einddatum of uiterlijk op 31 december van het jaar volgend op het jaar van de einddatum
‘Einddatum: de keuzes’
Geen
Geen kosten (€ 0,-)
Een bedrag opnemen anders dan voor de aankoop van een lijfrente (afbouwfase)
‘Afkoop en andere verboden handelingen’
Er is sprake van afkoop. U bent een boete (revisierente) van 20% verschuldigd aan de Belastingdienst
€ 150,-
Een tegoed van beperkte omvang opnemen anders dan voor de aankoop van een lijfrente (afbouwfase)
‘Afkoopregeling voor kleine tegoeden’
Er is sprake van afkoop van een tegoed van beperkte omvang. U hoeft geen boete (revisierente ) aan de Belastingdienst te betalen
€ 50,-
Wijzigen renteafspraak
‘Rentevergoeding’ onderdeel ‘wijzigen Renteafspraak’
Geen
Geen kosten (€ 0,-)
Inleg verlagen Heeft u onvoldoende middelen om in te leggen, dan kunt u de opdracht tot incasso altijd, kosteloos, wijzigen. Door het verlagen van de inleg zult u de beoogde eindwaarde niet bereiken: het tegoed op de einddatum is hoogstwaarschijnlijk niet toereikend voor de beoogde inkomensaanvulling.
moet binnen 6 maanden na het overlijden van de fiscaal partner van de rekeninghouder afgewikkeld zijn. Afkoop en andere verboden handelingen Bepaalde handelingen met een rekening Rabo ToekomstSparen zijn fiscaal niet toegestaan. Hierna staat een overzicht van de belangrijkste ‘verboden handelingen’ en gevolgen hiervan: - Opnemen van het tegoed is niet mogelijk, behalve voor de uitzonderingen die genoemd zijn onder ‘opnemen’ en op de einddatum voor de aankoop van een lijfrente. Wilt u toch een bedrag opnemen dan moet u het tegoed afkopen en is er sprake van een verboden handeling. - Overdracht of verpanding van het saldo op de rekening Rabo ToekomstSparen wordt beschouwd als een verboden handeling. Wettelijk gezien voldoet uw rekening Rabo ToekomstSparen dan niet meer aan de (fiscale) voorwaarden die gelden voor lijfrente. Voldoet de lijfrente niet meer aan deze voorwaarden, dan heeft dit de volgende fiscale gevolgen: 1 Alle ingelegde bedragen en het daarover behaald rendement worden aangemerkt als negatieve uitgaven voor een inkomensvoorziening. Dit bedrag moet u aangeven bij uw belastingaangifte en is belast in box 1. 2 Door de belastingdienst wordt een boete in rekening gebracht, de zogenaamde revisierente. Deze bedraagt normaal gesproken 20% van het rekeningsaldo. Deze boete is een definitieve boete, die niet aftrekbaar is. Besluit u ondanks bovenstaande consequenties toch tot afkoop van het tegoed, dan verloopt dit als volgt: 1 De Rabobank stelt een afkoopformulier op. U moet dit formulier voor akkoord ondertekenen. 2 De Rabobank is verplicht 52% loonheffing in te houden op de afkoopwaarde en af te dragen aan de fiscus.
(Tijdelijk) stoppen met inleggen Heeft u onvoldoende middelen om te blijven inleggen of wilt u om een andere reden niet meer inleggen, dan kunt u de opdracht tot incasso altijd intrekken. De rekening blijft doorlopen tot de afgesproken einddatum. U kunt op ieder moment het inleggen weer hervatten. Door tijdelijk of permanent te stoppen met inleggen zult u de beoogde eindwaarde niet bereiken: het tegoed op de einddatum kan ontoereikend zijn voor de beoogde inkomensaanvulling. Voor het stopzetten van de inleg kan de bank € 150,- kosten in rekening brengen indien het saldo van de rekening minder dan € 1.000,- bedraagt.
Wijzigingen tijdens de looptijd Gedurende de looptijd van de rekening kunnen verschillende omstandigheden van invloed zijn op uw persoonlijke (financiële) situatie en op de rekening Rabo ToekomstSparen. Echtscheiding Bij echtscheiding is het toegestaan om (een deel van) het tegoed van een rekening Rabo ToekomstSparen zonder fiscale sancties toe te delen aan de ex-partner. Voor de ex-partner wordt een nieuwe rekening Rabo ToekomstSparen geopend. Het tegoed van de bestaande rekening wordt door de Rabobank overgeboekt naar de nieuwe rekening. De administratiekosten voor het afwikkelen ad € 50,- brengt de bank in mindering op het tegoed. Emigratie Verhuist u tijdens de looptijd van de rekening naar het buitenland? Dan legt de Belastingdienst een conserverende aanslag op. De hoogte van de conserverende aanslag is afhankelijk van het land waar u naar emigreert. De Belastingdienst stelt de conserverende aanslag vast, maar u hoeft deze nog niet te betalen. De Belastingdienst geeft uitstel van betaling gedurende tien jaar, mits u aan een aantal voorwaarden voldoet,. Als er in die tien jaar geen ‘verboden handelingen’ plaatsvinden, vervalt de aanslag op verzoek definitief na deze tien jaar. Vindt er wel een ‘verboden handeling’ plaats, dan vervalt het uitstel van betaling en moet u de conserverende aanslag alsnog betalen. Overlijden rekeninghouder Overlijdt de houder van een rekening Rabo ToekomstSparen dan komt het tegoed ter beschikking aan de erfgena(a)m(en). De opbouwfase eindigt op dat moment. Om aan de fiscale voorwaarden te voldoen moet uiterlijk op 31 december van het tweede jaar volgend op het jaar van overlijden een nabestaandenlijfrente aangekocht zijn. De erfgena(a)m(en) dienen daarom voor 31 december van het tweede jaar volgend op het jaar van een verklaring van erfrecht aan de bank te overleggen en aan te geven op welke wijze het tegoed verdeeld moet worden. Voor de looptijd van de nabestaandenlijfrente is de relatie tussen de overleden rekeninghouder en de erfgena(a)m(en) en de leeftijd van de erfgena(a)m(en) bepalend. De hoogte van de periodieke uitbetalingen hangt af van de looptijd van de nabestaandenlijfrente en de actuele rentestand. Is het bedrag lager dan de wettelijk bepaalde afkoopgrens voor kleine tegoeden, dan wordt het in één keer aan de erfgena(a)m(en) uitgekeerd, na inhouding van de verschuldigde belasting en premies. Als de erfgena(a)m(en) geen natuurlijk persoon is/ zijn, voldoet de rekening Rabo ToekomstSparen niet langer aan de fiscale voorwaarden. Dit heeft de volgende fiscale gevolgen: 1 alle ingelegde bedragen en het daarover behaalde rendement worden aangemerkt als negatieve uitgaven voor een inkomstensvoorziening. Dit bedrag moet worden aangegeven bij de belastingaangifte en is belast in box 1. 2 De belastingdienst brengt een boete in rekening, de zogenaamde revisierente. Deze bedraagt normaal gesproken 20% van het rekeningsaldo. Deze boete is een definitieve boete, die niet aftrekbaar is. Overlijden fiscaal partner van de rekeninghouder Als de fiscaal partner van de rekeninghouder overlijdt, mag de rekeninghouder de afbouwfase direct in laten gaan, door de aankoop van een lijfrente. De rekeninghouder kan de rekening ook laten doorlopen tot de afgesproken einddatum. De rekeninghouder moet zelf aantonen dat degene die overleden is, daadwerkelijk zijn fiscaal partner was. Dit kan via een gezamenlijke belastingaangifte. Voor de aankoop van de lijfrente worden geen kosten in rekening gebracht. De aankoop van de lijfrente
Afkoopregeling voor kleine tegoeden Tegoeden van beperkte omvang mogen altijd, ook na overlijden van de rekeninghouder, afgekocht worden zonder fiscale sancties. Hiervoor gelden wettelijke eisen en maxima. Indien het tegoed in aanmerking komt voor de afkoopregeling kleine tegoeden, mag het gehele tegoed uitbetaald worden aan de rekeninghouder nadat de bank de verschuldigde loonbelasting en premies heeft ingehouden. Bij het afwikkelen van deze afkoopregeling brengt de bank € 50,administratiekosten in mindering op het tegoed.
Saldo- en rekeninginformatie Eens per maand ontvangt u een rekeningafschrift, mits er sprake is geweest van een storting of opname. Uiteraard kunt u ook op elk moment het actuele saldo en de mutaties raadplegen via Rabofoon of Rabo Internetbankieren.
Informatie aan de fiscus De Rabobank is verplicht bepaalde gegevens over de rekening Rabo ToekomstSparen door te geven aan de fiscus. Zo moet de bank iedere inleg melden. Daarnaast moet de Rabobank de fiscus informeren in geval van bepaalde ‘verboden handelingen’ als beschreven onder ‘afkoop en andere verboden handelingen’.
Risico’s Het product Rabo ToekomstSparen voldoet aan de actuele fiscale wetgeving. Als de fiscale wetgeving in de toekomst verandert, kan Rabo ToekomstSparen een ander resultaat opleveren dan in eerste instantie beoogd was. De Rabobank is hiervoor niet aansprakelijk. De hoogte van de rente voor Rabo ToekomstSparen met variabele rente kan (sterk) aan verandering onderhevig zijn, Rentefluctuaties hebben een directe invloed op de te bereiken eindwaarde op de afgesproken einddatum. Voor dit product is een financiële bijsluiter opgesteld. U kunt deze vinden op www.rabobank.nl.
Kosten De Rabobank maakt kosten voor de advisering en verkoop van dit product. Deze kosten zijn verwerkt zijn in het rentepercentage. Naast de inleg zijn (administratie) kosten verschuldigd als u bepaalde handelingen met het tegoed op de rekening verricht. Meer informatie over deze kosten vindt u elders in dit document. Naast voornoemde kosten houdt de bank €0,- in op de inleg of op het opgebouwde tegoed.
Rabo ToekomstBeleggen
wijze van afbouw en periodieke mutaties hebben gevolgen in de (verre) toekomst. Als een mutatiedatum is aangebroken, zal het Mixfonds waarin u heeft belegd worden verkocht en wordt het Mixfonds met het afgesproken lagere risicoprofiel aangekocht. Dat is één van de genoemde Robeco Mixfondsen of een ander fonds dat alsdan over een vergelijkbaar profiel beschikt. Echter, om uitvoering te geven aan de afspraak die met u aan het begin van de looptijd is gemaakt en zonder anders luidende afspraken tussen u en Rabobank, zal de mutatie plaatsvinden op de aangegeven datum of op de eerst volgende handelsdag. De Rabobank zal bij het uitvoeren van deze order geen acht kunnen slaan op de dan geldende marktomstandigheden.
Productkenmerken Openen rekening Wilt u gaan beleggen in plaats van - of naast - sparen dan opent u een rekening Rabo ToekomstBeleggen. Deze effectenrekening heeft altijd een rekening Rabo ToekomstSparen met variabele rente als tegenrekening. Alle informatie (hierboven beschreven onder ‘productkenmerken Rabo ToekomstSparen’) is van toepassing op deze spaarrekening én op de effectenrekening met uitzondering van de informatie over ‘rente’. Aan- en verkopen van een belegging Om te beleggen, of om een belegging te verkopen, moet u aankoop- of verkooporders geven aan uw adviseur. Iedere order wordt uitgevoerd ten laste of ten gunste van de gekoppelde variabele rekening Rabo ToekomstSparen. Wilt u periodiek een vast bedrag beleggen (bijvoorbeeld maandelijks), dan kunt u via uw adviseur een periodieke beleggingsopdracht opgeven. De aan- en verkooporders worden kosteloos uitgevoerd. Aanvangsdoelrisicoprofiel U gaat beleggen in één van de 5 mixfondsen van Robeco. Het risico van elk van deze mixfondsen komt overeen met verschillende doelrisicoprofielen. Bij een hoog verwacht rendement hoort een relatief hoog risico. Omgekeerd hoort bij een laag verwacht rendement ook een relatief laag risico. De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
Rendement De opbrengst van uw belegging in het Mixfonds bestaat vooral uit het koersresultaat van het Mixfonds. Eenmaal per jaar wordt dividend uitgekeerd dat automatisch wordt herbelegd in het desbetreffende Mixfonds. Binnen dit product betaalt u geen dividendbelasting. Dit betekent dat u een bruto dividend krijgt uitgekeerd, zonder dat eerst dividendbelasting wordt ingehouden. Uw belegging groeit ieder jaar met het bedrag van de eventueel gerealiseerde koerswinst, maar ook met de omvang van het eventuele dividend. Op uw spaarrekening krijgt u elk jaar rente bijgeschreven. De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Loop geen onnodig risico. Lees de Financiële Bijsluiter.
Beheerkosten en distributievergoeding Voor de aan- en verkoop van de Robeco Mixfondsen betaalt u binnen Rabo ToekomstBeleggen geen transactiekosten. Ook wordt u geen bewaarloon in rekening gebracht. Binnen de beleggingsfondsen zelf brengt Robeco wel beheerkosten in rekening. De beheerkosten betreffen bijvoorbeeld vergoedingen voor het vermogensbeheer en administratievergoedingen. Ook de distributievergoeding die de lokale Rabobank ontvangt voor de door haar verleende diensten, maakt hiervan deel uit. Per saldo bedragen de beheerkosten voor de fondsen binnen Rabo ToekomstBeleggen 0,90% per jaar, waarvan 0,60% als distributievergoeding wordt uitgekeerd aan de Rabobank. De beheerkosten van de Robeco Mixfondsen kunnen wijzigen. Verder kan er bij een aan- of verkoop sprake zijn van een op- of afslag ten opzichte van de intrinsieke waarde. Aanvullende informatie over de kosten en op- en afslagen, over de meest actuele tarieven, en over de kostenverrekening met u als klant, kunt u vinden op www.rabobank.nl of opvragen bij uw adviseur van de Rabobank.
Overige kosten De Rabobank maakt kosten voor de advisering en verkoop van dit product. Deze kosten maken onderdeel uit van de prijs van dit product. Naast de inleg en de kosten van de beleggingsfondsen (die hiervoor worden vermeld) zijn (administratie)kosten verschuldigd als u bepaalde handelingen met het tegoed op de rekening verricht. Meer informatie over deze kosten vindt u elders in dit document. Naast voornoemde kosten houdt de bank geen kosten in op de inleg of op het opgebouwde tegoed.
Risico’s van vermogensopbouw via beleggen De waardeontwikkeling van uw beleggingsportefeuille is afhankelijk van de ontwikkelingen op kapitaal-, effecten-, valuta- en goederenmarkten. Dat betekent dat het mogelijk is: - dat het beleggingsproduct weinig of geen inkomsten zal opleveren; - dat bij een ongunstig koersverloop uw inleg geheel of ten dele verloren gaat; Bovenstaande negatieve gevolgen worden versterkt in het geval u relatief meer inlegt in de beginfase van het product en minder in de eindfase. Bij negatieve marktontwikkelingen zult u waarschijnlijk uw inleg moeten verhogen om het eventuele gewenste doelvermogen te behalen of u moet accepteren dat u uw doelvermogen waarschijnlijk niet zult behalen. Naast het niet uitkomen van de rendementsverwachtingen, kan het verlagen van de (periodieke) inleg, late betaling, het stopzetten van betalingen of het onttrekken van vermogen aan het opgebouwde vermogen, negatieve gevolgen hebben voor de hoogte van het op te bouwen vermogen. Bij het uitvoeren van mutaties ter nakoming van afspraken over het afbouwschema die reeds aan het begin van de looptijd zijn gemaakt, zal Rabobank geen acht kunnen slaan op de dan geldende marktomstandigheden. Dat kan betekenen dat een Mixfonds wordt gekocht of verkocht op een relatief ongunstig moment. Ook indien zich tijdens de looptijd wijzigingen in uw persoonlijke situatie voordoen, zoals echtscheiding, emigratie of overlijden, kan dat tot gevolg hebben dat op een relatief ongunstig moment een Mixfonds moet worden verkocht. Dat kan negatieve gevolgen hebben voor het gerealiseerde rendement.
Doelrisicoprofiel Mixfonds Zeer Offensief Robeco DynamicMix Offensief Robeco GrowthMix Neutraal Robeco BalancedMix Defensief Robeco SolidMix Zeer Defensief Robeco SafeMix Het is dus belangrijk om voor uzelf te bepalen hoeveel risico u bij de start met uw beleggingen kunt en wilt lopen. Uw adviseur van de Rabobank kan u hierbij adviseren. Voor de effectenrekening Rabo ToekomstBeleggen kiest u een van vijf doelrisicoprofielen (van ‘zeer defensief’ tot en met ‘zeer offensief’). Het doelrisicoprofiel dat in overleg met u is vastgesteld en door u is geaccepteerd bepaalt uiteindelijk in welk fonds u bij de start gaat beleggen.
Risico-afbouw De Rabobank zal het risico van uw beleggingen afbouwen naarmate de afgesproken einddatum dichterbij komt. Daarmee willen wij voorkomen dat u in uw laatste beleggingsjaren een zodanig verlies zou oplopen, dat uw opgebouwde beleggingstegoed van eerdere jaren voor een groot deel verloren zou gaan. Met andere woorden, als u niet meer voldoende jaren heeft die horen bij een doelrisicoprofiel, zetten wij uw beleggingen om, zodanig dat deze overeenstemmen met het volgende (lagere) doelrisicoprofiel. Wij hanteren het volgende afbouwschema van de doelrisicoprofielen: Resterende beleggingshorizon
Maximaal doelrisicoprofiel
> 15 jaar
Zeer offensief
< 15 jaar
Offensief
< 10 jaar
Neutraal
< 5 jaar
Defensief
< 2 jaar
Zeer defensief
< 1 jaar
Hoofdsomgarantie
In de rechterkolom is het maximale profiel opgenomen. Is uw resterende beleggingshorizon minder dan 14 jaar en 365 dagen, maar meer dan 9 jaar en 365 dagen, dan is ‘Offensief’ het maximaal door ons toegestane doelrisicoprofiel. Op basis van uw individuele profiel kunt u evengoed een lager profiel kiezen, dus ‘Neutraal’ of ‘Defensief’. Een hoger profiel kiezen, in dit voorbeeld dus ‘Zeer Offensief’, is niet toegestaan. Het is mogelijk dat op basis van uw profiel andere afspraken worden gemaakt of dat er tijdens de looptijd van het product aanleiding bestaat om het afbouwschema te wijzigen. Als uw aanvangsdoelrisicoprofiel lager is dan op grond van de (resterende) beleggingshorizon maximaal mogelijk zou zijn, gaat het afbouwschema pas in vanaf het moment dat het actuele afbouwdoelrisicoprofiel gelijk is aan het door u gekozen en geaccepteerde aanvangsdoelrisicoprofiel. Bij de ingang van het laatste jaar worden de aanwezige beleggingen verkocht en wordt de opbrengst daarvan overgeboekt naar de variabele spaarrekening Rabo ToekomstSparen. De afspraken die wij nu met u maken over de
Combinatie van Sparen en Beleggen Voor het opbouwen van vermogen kunt u ook kiezen voor een combinatie van sparen (op de variabele spaarrekening) en beleggen. Hiermee kunt u zekerheid combineren met een kans op een hoger eindkapitaal. Het is mogelijk om tijdens de looptijd te switchen van Sparen naar Beleggen en omgekeerd. Aan het switchen gedurende de looptijd zijn geen kosten verbonden. Als u belegt ontvangt u na iedere beleggingstransactie een effectennota. Het effectensaldo wordt vermeld op de rekeningafschriften van de gekoppelde spaarrekening Rabo ToekomstSparen.
gebruik wilt maken, dient u binnen 14 kalenderdagen na ontvangst van de bevestiging van de bank schriftelijk aan de bank te berichten dat u de overeenkomst ontbindt. De schriftelijke ontbinding dient u te sturen naar het postadres van de bank. Indien u geen gebruik maakt van het ontbindingsrecht bent u gebonden aan de overeenkomst en de daaruit voortvloeiende rechten en verplichtingen.
De taal die van toepassing is De overeenkomst, de voorwaarden en andere informatie worden alleen in de Nederlandse taal verstrekt. Tijdens de looptijd van de overeenkomst zal de bank uitsluitend in de Nederlandse taal communiceren over dit product.
Het recht dat van toepassing is Op de overeenkomst en de totstandkoming ervan is het Nederlands recht van toepassing.
Disclaimer Het bovenstaande heeft een informatief karakter en hieraan kunnen geen rechten worden ontleend. Wij adviseren u nadrukkelijk de beschrijving van de productkenmerken en informatie over Rabo ToekomstSparen en Rabo ToekomstBeleggen en de bijbehorende (algemene) voorwaarden zorgvuldig te lezen en van de volledige inhoud kennis te nemen. Deze informatie is onder voorbehoud van wijzigingen (bijvoorbeeld in de kosten) door de Rabobank verstrekt. Fiscale wet- en regelgeving en de uitleg daarvan kunnen wijzigen en van invloed zijn op de fiscale behandeling van het product. Ook uw persoonlijke omstandigheden en het gebruik van het product kunnen van invloed zijn op de fiscale behandeling van het product. De Rabobank aanvaardt geen aansprakelijkheid voor deze fiscale behandeling.
De Rabobank als financiële dienstverlener
Iedere lokale Rabobank is aanbieder van kredieten, spaar- en betaalrekeningen met daaraan verbonden faciliteiten en bemiddelt in verzekeringen en kredieten. Iedere lokale Rabobank is als zodanig onder haar statutaire naam ingeschreven in het register van de Autoriteit Financiële Markten te Amsterdam. Iedere lokale Rabobank en de andere onderdelen van de Rabobank Groep die als een beleggingsonderneming zijn aan te merken zijn als zodanig geregistreerd bij de Autoriteit Financiële Markten te Amsterdam. Rabobank ontvangt voor de door haar verleende diensten een distributievergoeding. Aanvullende informatie over het bestaan en de hoogte van deze (distributie)vergoeding kan worden verkregen op www.rabobank.nl of vraag het uw adviseur. De in deze publicatie opgenomen informatie is geen expliciete of impliciete beleggingsaanbeveling en kan op ieder moment zonder verdere aankondiging worden gewijzigd. De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. Voor Rabo ToekomstBeleggen is een financiële bijsluiter opgesteld met informatie over onder andere het product, de kosten en de risico’s. Vraag er om en lees hem voordat u het product koopt. De financiële bijsluiter is kosteloos verkrijgbaar bij uw lokale Rabobank of via www.rabobank.nl.
Heeft u een klacht? Bij klachten kunt u zich in eerste instantie wenden tot uw Rabobank. Als u niet tevreden bent met het antwoord van deze bank, kunt u uw klacht in tweede instantie schriftelijk toesturen aan: Rabobank Nederland Klachtenservice Antwoordnummer 10043, 5600 VB Eindhoven Mocht u daarna nog niet tevreden zijn dan kunt u uw klacht ter bemiddeling voorleggen aan de: Ombudsman Financiële Dienstverlening Postbus 93257, 2509 AG Den Haag Mocht de bemiddeling door de Ombudsman niet slagen, dan kunt u het geschil voorleggen aan de: Geschillencommissie Financiële Dienstverlening (KiFiD) Postbus 93257, 2509 AG Den Haag Meer informatie over laatst genoemde instanties kunt u vinden op www.kifid.nl
Kruislingse garantieregeling Diverse onderdelen van de Rabobank Groep, waaronder de lokale banken staan voor elkaar garant voor de nakoming van hun verplichtingen jegens crediteuren. Als een lokale Rabobank onverhoopt niet aan haar verplichtingen jegens haar crediteuren zou kunnen voldoen, dan zullen andere onderdelen van de Rabobank Groep ‘bijspringen’ om aan die verplichtingen te voldoen. Dit is vastgelegd in een zogenaamde Kruislingse Garantieregeling. In feite betekent dit dat het gehele vermogen van de onderdelen van de Rabobank Groep die meedoen aan de Kruislingse Garantieregeling een garantie vormt voor de rekeninghouders en andere crediteuren van de onderdelen van de groep. De Rabobank Groep is één van de sterkste financiële instellingen ter wereld. Zij heeft als één van de weinige banken een zogenaamde ‘triple A’ status van gerenommeerde instituten die de kredietwaardigheid van ondernemingen vaststellen.
Recht van ontbinding Als u de overeenkomst heeft aangevraagd via www.rabobank.nl en u bent in verband met het sluiten van deze overeenkomst niet bij de bank geweest, geldt het volgende: U heeft het recht om deze overeenkomst te ontbinden gedurende 14 kalenderdagen met ingang van de dag waarop de rekening ter beschikking wordt gesteld. Indien u van dat recht
Algemene voorwaarden voor Rabo ToekomstSparen 2007 1 Definities In de overeenkomst en in deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: 1 rekening: de rekening Rabo ToekomstSparen; 2 rekeninghouder: degene voor wie de bank de rekening aanhoudt; 3 bank: de bank of haar rechtsopvolger(s), die de rekening aanhoudt; 4 Rabobank Nederland: Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A., gevestigd te Amsterdam; 5 overeenkomst: de tussen de bank en de rekeninghouder gesloten overeenkomst waarin deze algemene voorwaarden van toepassing zijn verklaard; 6 einddatum: de in de overeenkomst overeengekomen datum, waarop de rekening uiterlijk eindigt, danwel een andere door de bank en rekeninghouder schriftelijk of elektronisch overeengekomen datum waarop de rekening eindigt; 7 tegoed: het totale saldo dat op enig moment op de rekening staat; 8 inleg: ieder bedrag dat op de rekening wordt bijgeschreven, niet zijnde rente; 9 incassorekening: de in de overeenkomst vermelde rekening ten laste waarvan de inleg automatisch wordt geïncasseerd; 10 vaste rente: de afzonderlijk vaste rente die de bank tot aan de einddatum vergoedt over elke inleg en elk op de rekening bijgeschreven rentebedrag; 11 middelrente: een gemiddeld rentepercentage dat is vastgesteld voor het tegoed op deze rekening. Dit rentepercentage is het gemiddelde van alle afzonderlijke rentepercentages van alle inlegbedragen en rentebijschrijvingen, waarbij ieder afzonderlijk rentepercentage naar verhouding van de inleg en rentebijschrijving wordt meegenomen; 13 actuele rente: de vaste rente die Rabobank Nederland op het moment waarop de marktrentevergoeding berekend wordt adviseert voor dit type spaarrekening met een inleg die net zo lang wordt vastgezet als de periode (uitgedrukt in hele jaren, waarbij wordt afgerond naar beneden) die ligt tussen het moment waarop de marktrentevergoeding berekend wordt en de einddatum; 14 resterende periode: de periode (in jaren en dagen), die ligt tussen het moment waarop de marktrentevergoeding wordt berekend en de einddatum; 15 vergoeding: de marktrentevergoeding. 2 Bestemming en tenaamstelling rekening a De rekening is bedoeld voor natuurlijke personen in de leeftijd vanaf 18 jaar. b De rekening is een geblokkeerde rekening als bedoeld in artikel 3.126a van de Wet Inkomstenbelasting 2001 of een daarvoor in de plaats komende bepaling en/of wetgeving. c De rekening kan uitsluitend op naam worden gesteld van één rekeninghouder. 3 Inleg a Indien periodiek wordt ingelegd, wordt de inleg automatisch geïncasseerd ten laste van de incassorekening. De rekeninghouder dient de bank hiervoor een volmacht te verlenen. b Bij een periodieke inleg bedraagt iedere inleg minimaal EUR 25,00 en geldt er een jaarlijkse minimuminleg van EUR 300,00. De bank kan de hoogte van deze minimumbedragen wijzigen. c Indien een periodieke inleg niet binnen 60 dagen na de overeengekomen datum is betaald, wordt de overeenkomst ‘inlegvrij’ gemaakt. De overeenkomst blijft dan doorlopen, maar de opdracht tot incasso van de inleg eindigt. Voor dit ‘inlegvrij’ maken, kan de bank kosten in rekening brengen indien het tegoed op de rekening op dat moment minder dan EUR 1.000,00 bedraagt. De bank is altijd bevoegd dit bedrag en deze kosten te wijzigen. d Contante stortingen op de rekening zijn niet toegestaan. e De hoogte van de eerste niet periodieke inleg bedraagt minimaal EUR 1.000,00, tenzij een lagere inleg is afgesproken. De bank kan de hoogte van dit minimumbedrag wijzigen.
4 Variabele rente a Indien met de bank een variabele rente is overeengekomen, vergoedt de bank op de rekening een door haar te bepalen rente. De bank kan deze rente altijd wijzigen. b De bank schrijft in januari van ieder jaar de over het voorgaande jaar door de bank berekende rente op de rekening bij. Het rentebedrag wordt met ingang van 1 januari van het kalenderjaar, waarin het wordt bijgeschreven, rentedragend. De bank vergoedt over het rentebedrag een door haar te bepalen rente conform het bepaalde bij a. c De rente wordt berekend volgens een door de bank te bepalen berekeningsmethode en met inachtneming van een door de bank te bepalen valuteringregeling. De rente wordt op de rekening geadministreerd op een door de bank te bepalen wijze. d De bank kan de rente, de berekening van de totale rentevergoeding, de bijschrijvingsdatum, de berekeningsmethode, berekeningsperiode, de valuteringsregeling en de wijze van administratie wijzigen. 5 Vaste Rente a Indien met de bank een vaste rente is overeengekomen, vergoedt de bank over elke inleg een door haar te bepalen vaste rente. Deze rente kan de bank tot aan de einddatum niet wijzigen. De bank informeert de klant na iedere inleg over de hoogte van de bij deze inleg behorende vaste rente. b De bank schrijft in januari van ieder jaar, de over het voorgaande jaar door de bank berekende rente op de lijfrentespaarrekening bij. Het rentebedrag wordt met ingang van 1 januari van het kalenderjaar, waarin het wordt bijgeschreven, rentedragend. De bank vergoedt over dit rentebedrag een door haar te bepalen vaste rente die tot aan de einddatum niet gewijzigd kan worden. De bank informeert de klant na iedere rentebijschrijving over de hoogte van de bij deze rentebijschrijving behorende vaste rente. c De rente wordt berekend volgens een door de bank te bepalen berekeningsmethode en met inachtneming van een door de bank te bepalen valuteringregeling. De rente wordt op de rekening geadministreerd op een door de bank te bepalen wijze. d De bank kan de rente, de berekening van de totale rentevergoeding, de bijschrijvingdatum, de berekeningsmethode, berekeningsperiode, de valuteringsregeling en de wijze van administratie wijzigen. 6 Beschikken a Gedurende de looptijd van de rekening mag de rekeninghouder niet beschikken over het tegoed, behalve voor overboeking naar de in de overeenkomst genoemde effectenrekening. b De rekeninghouder kan, in afwijking van het bepaalde onder a, het tegoed laten overboeken naar een andere geblokkeerde rekening van de rekeninghouder als bedoeld in artikel 3.126a van de Wet Inkomstenbelasting 2001 of een daarvoor in de plaats komende bepaling en/of wetgeving, of naar een lijfrenteverzekering zoals bedoeld in artikel 3.125 van de Wet Inkomstenbelasting 2001 of een daarvoor in de plaats komende bepaling en/of wetgeving. De bank behoeft deze opdracht niet uit te voeren zolang niet tot haar genoegen is aangetoond dat hier sprake is van een overboeking naar een andere geblokkeerde rekening of lijfrenteverzekering zoals hiervoor vermeld. Voor deze overboeking brengt de bank kosten in rekening. De bank is altijd bevoegd dit bedrag en deze kosten te wijzigen. Bij een gedeeltelijke overboeking moet het resterende tegoed op de rekening minimaal EUR 1.000,00 bedragen. c Bij een overboeking zoals hiervoor beschreven, is -voor zover een vaste rente is overeengekomen- de rekeninghouder de bank een vergoeding verschuldigd als op het moment van de overboeking de actuele rente hoger is dan de middelrente. De bank brengt deze vergoeding in mindering op het tegoed. De bank betaalt de rekeninghouder een vergoeding, als op het moment van de berekening de actuele rente lager is dan de middelrente. De bank zal deze vergoeding op de rekening bijschrijven. De berekening van deze vergoeding is beschreven in artikel 7. d Overboekingen ten gunste van de rekening, opnames ten laste van de rekening en (rechts)handelingen met betrekking tot de rekening zijn onderworpen aan door de bank vast te stellen (administratieve) voorschriften en aanwijzingen. e De rechten uit deze overeenkomst kunnen niet worden afgekocht, vervreemd, prijsgegeven of tot voorwerp van zekerheid dienen. De bank doet hierbij afstand van enig pandrecht dat zij mocht hebben of verkrijgen.
7 Berekening van de vergoeding a De vergoeding wordt als volgt berekend: de middelrente wordt in mindering gebracht op de actuele rente. De uitkomst wordt vervolgens vermenigvuldigd met het over te boeken saldo. Daarna wordt deze laatste uitkomst vermenigvuldigd met de duur van de resterende periode (samengevat: (actuele rente -/- middelrente) x opgenomen saldo x resterende periode). De uitkomst van deze berekening wordt vervolgens op een door de bank te bepalen wijze contant gemaakt tegen de actuele rente. Deze laatste uitkomst is het bedrag van de vergoeding. b Voor het laten uitvoeren van de berekening van de vergoeding is de rekeninghouder kosten aan de bank verschuldigd. Indien de bank een vergoeding aan de rekeninghouder verschuldigd is, zal zij deze kosten hierop eerst in mindering brengen. Als de rekeninghouder een vergoeding aan de bank verschuldigd is, wordt de verschuldigde vergoeding verhoogd met deze kosten. De bank is altijd bevoegd deze kosten te wijzigen. 8 Informatie a De bank verstrekt de rekeninghouder informatie over (het verloop van) de rekening en/of stelt hem in de gelegenheid kennis te nemen van informatie over (het verloop van) de rekening, waaronder mede wordt begrepen het op elektronische wijze beschikbaar stellen van informatie over (het verloop van) de rekening (hierna te noemen: rekeninginformatie). b De rekeninghouder is verplicht hem verstrekte rekeninginformatie terstond te controleren. Indien de bank hem in de gelegenheid stelt kennis te nemen van rekeninginformatie, dient de rekeninghouder periodiek de rekeninginformatie te controleren. De rekeninghouder dient de bank onverwijld in kennis te stellen van een eventuele onjuistheid in de rekeninginformatie. c De inhoud van door de bank ter beschikking gestelde rekeninginformatie - waaronder mede wordt begrepen op elektronische wijze ter beschikking gestelde rekeninginformatie geldt als door de rekeninghouder te zijn goedgekeurd indien de rekeninghouder deze niet heeft betwist binnen twaalf maanden nadat de rekeninginformatie geacht kan worden de rekeninghouder te hebben bereikt. Indien in de rekeninginformatie rekenfouten voorkomen, is de bank bevoegd en verplicht die rekenfouten te herstellen, ook nadat de genoemde termijn van twaalf maanden is verstreken. 9 Einddatum a Op de einddatum dient de rekeninghouder het op dat moment opgebouwde tegoed aan te wenden voor vaste en gelijkmatige uitkeringen als bedoeld in artikel 3.125 lid 1 en artikel 3.126a lid 4 onderdeel a van de Wet Inkomstenbelasting 2001 danwel een daarvoor in de plaats komende bepaling en/of wetgeving. b Bij overlijden van de rekeninghouder vóór de einddatum, dient het op dat moment opgebouwde tegoed te worden aangewend voor vaste en gelijkmatige uitkeringen zoals bedoeld in artikel 3.125 lid 1 sub b en artikel 3.126a lid 4 onderdeel b van de Wet Inkomstenbelasting 2001 of een daarvoor in de plaats komende bepaling en/of wetgeving. c In de onder b vermelde situatie en indien een vaste rente is overeengekomen: - is/zijn de erfgena(a)m(en) van de rekeninghouder de bank een vergoeding verschuldigd als op het moment waarop het tegoed wordt opgenomen in verband met voornoemde uitkeringen, de actuele rente hoger is dan de middelrente. De bank brengt deze vergoeding in mindering op het tegoed. - betaalt de bank de erfgena(a)m(en) van de rekeninghouder een vergoeding, als op het moment waarop het tegoed wordt aangewend voor voormelde uitkeringen, de actuele rente lager is dan de middelrente. De bank zal deze vergoeding aan het tegoed toevoegen. De berekening van deze vergoeding is beschreven in artikel 7. Het bepaalde in artikel 7 sub b is niet van toepassing. d Vanaf de einddatum vergoedt de bank over het tegoed op de rekening een door haar te bepalen rente. De bank kan de rente altijd wijzigen. De overeenkomst blijft voor zover nodig van kracht voor de afwikkeling daarvan. 10 Verklaring van erfrecht/informatie a Na het overlijden van een rekeninghouder kan de bank verlangen dat degene(n) die stelt/stellen bevoegd te zijn (rechts)handelingen met betrekking tot de rekening te verrichten -als bewijs daarvan- (onder meer) een verklaring van erfrecht overlegt/ overleggen, die is opgesteld door een Nederlandse notaris.
b De bank behoeft geen inlichtingen te verstrekken over het verloop van de rekening vóór de datum van overlijden van de rekeninghouder. 11 Aansprakelijkheid a Zodra en zolang de bank op grond van het bepaalde in artikel 44a van de Invorderingswet 1990, of een daarvoor in de plaats komende bepaling en/of wetgeving, aansprakelijk is of kan zijn voor door de rekeninghouder danwel diens erfgena(a) m(en) verschuldigde inkomstenbelasting, verschuldigde revisierente en/of een andere door de rekeninghouder of diens erfgena(a) m(en) verschuldigde belasting, is de bank niet verplicht een uitbetaling ten laste van de rekening te doen. Of deze aansprakelijkheid zich voordoet of kan voordoen, staat uitsluitend ter beoordeling aan de bank. Voor zover en zodra de bank aansprakelijk wordt gesteld voor de verschuldigde inkomstenbelasting, revisierente en/of een andere belasting, is de bank bevoegd het bedrag waarvoor zij aansprakelijk is gesteld, in mindering te brengen op, danwel te verrekenen met het tegoed op de rekening. b Als de bank het onder a vermelde bedrag niet in mindering kan brengen op, danwel niet kan verrekenen met het tegoed op de rekening, is de rekeninghouder of diens erfgena(a)m(en) verplicht om op eerste verzoek van de bank dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente, aan haar terug te betalen. 12 Fusie/overdracht/splitsing a Bevoegdheden, rechten en verplichtingen van de bank kunnen na juridische fusie c.q. na juridische splitsing van de bank (ook) zelfstandig - en hoofdelijk - worden uitgeoefend respectievelijk nagekomen door de rechtsopvolger(s) van de bank. b De bank is bevoegd de rechtsverhouding(en), waarin de bank tot de debiteur staat met de daaraan verbonden nevenrechten, (partieel) over te dragen aan een derde. Door ondertekening van de overeenkomst verleent de debiteur de bank bij voorbaat toestemming hiervoor. c Overal waar in de overeenkomst en de daarin toepasselijk verklaarde algemene voorwaarden het woord “bank” is vermeld, dient na fusie c.q. splitsing c.q. overdracht (ook) begrepen te worden de rechtsopvolger(s) van de bank. 13 Wetgeving Waar in deze overeenkomst en/of deze algemene voorwaarden wordt gesproken over wetgeving of waar een wetsartikel wordt genoemd, wordt daaronder ook begrepen een daarvoor in de plaats komende bepaling en/of wetgeving. 14 Wijziging algemene voorwaarden De bank is bevoegd deze algemene voorwaarden aan te vullen, te wijzigen en/of te vervangen. Zij zal de rekeninghouder ten minste dertig dagen voor de inwerkingtreding van een aanvulling, wijziging en/of vervanging hieromtrent informeren dan wel in de gelegenheid stellen hiervan kennis te nemen. Indien de rekeninghouder niet akkoord gaat met een aanvulling, wijziging en/of vervanging kan hij de overeenkomst binnen genoemde dertig dagen ‘inlegvrij’ maken. 15 Citeertitel Deze algemene voorwaarden kunnen worden aangehaald als: Algemene voorwaarden voor Rabo ToekomstSparen 2007. De tekst van deze Algemene voorwaarden voor Rabo ToekomstSparen 2007 is op 28 december 2007 gedeponeerd ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te Utrecht.
Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007. Door ondertekening door de klant van het Openingsformulier Rabobank Effectenrekening of een andere overeenkomst zijn deze Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 van toepassing op de beleggingsdienstverlening door de Coöperatieve Centrale Raiffeisen- Boerenleenbank B.A. (‘Rabobank Nederland’) en/of de bij haar aangesloten banken. Rabobank Nederland en de bij haar aangesloten banken beschikken over een vergunning als kredietinstelling, beleggingsonderneming en financiële dienstverlener en zijn ingeschreven in het register zoals bedoeld in artikel 1:107 van de Wet op het financieel toezicht (Wft) gehouden door De Nederlandsche Bank N.V. (www.dnb.nl) respectievelijk de Stichting Autoriteit Financiële Markten (www.afm.nl) te Amsterdam. Van deze Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 zullen tevens een integraal onderdeel uitmaken de navolgende bijlagen, met inachtneming van de wijzigingen zoals deze daarin van tijd tot tijd zullen worden aangebracht: I Algemene beschrijving van de aard en risico’s van financiële instrumenten; II Bescherming van uw financiële instrumenten en gelden bij de Rabobank; III Het orderuitvoeringsbeleid van de Rabobank; IV Beknopte beschrijving beleid inzake belangenconflicten. De meest actuele versie van deze bijlagen is steeds te vinden op www.rabobank.nl Voor de bemiddeling bij de aan- en verkoop van opties dient tevens de ‘Verklaring inzake Optiehandel Euronext’ en/of de ‘Verklaring inzake Optiehandel Buitenland’ door de klant te worden ondertekend. Voor de bemiddeling in (financiële) termijncontracten (futures) dient tevens de ‘Verklaring inzake futures Euronext’ te worden ondertekend. In geval van afwijkingen tussen deze Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 en de specifiek op opties en futures van toepassing zijnde bepalingen, zullen laatstgenoemde bepalingen prevaleren. Afhankelijk van de verleende beleggingsdiensten en/of het gekozen communicatiekanaal kunnen naast de Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 ook andere voorwaarden van toepassing zijn, respectievelijk kan worden verlangd dat ook andere overeenkomsten dan wel verklaringen worden ondertekend. Voor zover daarvan in deze Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 niet is afgeweken, zijn op de beleggingsdienstverlening van de Rabobank ook de Algemene Bankvoorwaarden van toepassing, met uitzondering van de artikelen 22 tot en met 27 van de Algemene Bankvoorwaarden. 1 Definities In deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: 1 Bank : de Coöperatieve Centrale Raiffeisen-Boerenleenbank B.A. (‘Rabobank Nederland’), gevestigd te Amsterdam en/of de bij haar aangesloten banken. 2 Bewaarnemer: de B.V. Bewaarbedrijf Rabobank Nederland, waarvan de statutaire doelomschrijving beperkt is tot het op eigen naam doch voor rekening en risico van de Klant (laten) bewaren van effecten en rechten ten aanzien van effecten, alsmede het sluiten van overeenkomsten en het (doen) verrichten van werkzaamheden die voor deze bewaring dienstig zijn, waarbij onder effecten worden verstaan alle als zodanig door de Bewaarnemer aanvaarde goederen. 3 Effecten: (i) een aandeel of een ander daarmee gelijk te stellen verhandelbaar waardebewijs of recht, een obligatie of een ander verhandelbaar schuldinstrument, elk ander verhandelbaar waardebewijs waarmee aandelen, obligaties of een ander verhandelbaar schuldinstrument door uitoefening van de daaraan verbonden rechten of door conversie kan worden verworven of dat in geld wordt afgewikkeld; (ii) een geldmarktinstrument (zoals depositocertificaten en commercial paper); (iii) een recht van deelneming in een beleggingsinstelling; (iv) een optie, future, swap, (rente)termijncontract of een ander derivatencontract dat betrekking heeft op effecten, valuta, rentevoeten, rendementen, of andere afgeleide instrumenten,
indexen, grondstoffen of een andere economische waarde en dat kan worden afgewikkeld door middel van materiële aflevering of in contanten; (v) alle op een Effectenrekening geadministreerde vorderingen die de Klant ter zake van de hiervoor onder (i) tot en met (iv) gedefinieerde effecten van een bepaalde soort op de Bank en/of de Bewaarnemer en/ of derden heeft of zal verkrijgen; (vi) al hetgeen overigens van tijd tot tijd als zodanig door de Bank zal worden aangemerkt en die door de Bank op een Effectenrekening worden geadministreerd. 4 Effectenrekening: een in de administratie van de Bank en/ of de Bewaarnemer op naam van de Klant aangehouden rekening waarop de Effecten van de Klant bij de Bank en/of de Bewaarnemer worden aangehouden. 5 Geldrekening: een daartoe aangewezen rekening bij de Bank, ten laste waarvan de Bank de in het kader van de beleggingsdienstverlening door de Klant verschuldigde bedragen kan incasseren en waarop de Bank de aan de Klant toekomende bedragen kan bijschrijven. 6 Klant: degene of degenen, of bij een commanditaire vennootschap, vennootschap onder firma of een maatschap (na invoering van de Wet personenvennootschappen een openbare vennootschap of een stille vennootschap), de vennoten of de maten, zowel samen als ieder afzonderlijk, voor wie de Bank een Effectenrekening aanhoudt. 2 Beleggingsdiensten De Bank biedt - voor zover relevant in het kader van deze algemene voorwaarden - de volgende beleggingsdiensten en nevendiensten aan de Klant aan: i het ontvangen en doorgeven van orders voor rekening van de Klant met betrekking tot Effecten; ii het uitvoeren van orders met betrekking tot Effecten voor rekening van de Klant; iii het op verzoek van de Klant verstrekken van beleggingsadvies met betrekking tot één of meer transacties die met Effecten verband houden (tenzij de Klant gebruikmaakt van een serviceconcept waarbij geen beleggingsadvies wordt verstrekt); iv bewaring (al dan niet door het inschakelen van de Bewaarnemer) en beheer van Effecten voor rekening van de Klant en daarmee samenhangende diensten zoals contanten- en/of zekerhedenbeheer; v onderzoek op beleggingsgebied en financiële analyse of andere vormen van algemene aanbevelingen in verband met transacties in Effecten. 3 Klantclassificatie a De Klant wordt ingedeeld in de categorie van niet-professionele beleggers. Deze indeling geldt voor alle door de Bank verleende beleggingsdiensten en nevendiensten en ongeacht de soort Effecten waarin de Klant transacties wenst te verrichten. b De Bank is niet verplicht medewerking te verlenen aan een verzoek van de Klant om als een professionele belegger te worden aangemerkt. 4 Beleggen zonder beleggingsadvies a Indien de Klant gebruikmaakt van een door de Bank aangeboden serviceconcept waarbij geen beleggingsadvies wordt verleend, wordt de beleggingsdienst geacht te zijn verleend op eigen initiatief van de Klant en dient de Klant zelf na te gaan of zijn kennis en ervaring voldoende zijn om de risico’s en de passendheid van de beleggingsdienst of het Effect te beoordelen. b Indien de Klant geen of onvoldoende informatie aan de Bank verschaft over zijn kennis en ervaring c.q. wijziging daarvan, is de Bank als gevolg daarvan niet in staat om te beoordelen of de door de Bank aan de Klant verleende diensten voor de Klant passend zijn. c Indien de Klant gebruikmaakt van een serviceconcept waarbij geen beleggingsadvies wordt verleend en voor de Effectenrekening al dan niet een doelrisicoprofiel is vastgesteld, is de Klant zelf verantwoordelijk te bewaken dat de door de Klant verstrekte orders in overeenstemming zijn met een voor de Effectenrekening vastgesteld doelrisicoprofiel. 5 Beleggen met beleggingsadvies a Indien de Klant gebruikmaakt van een door de Bank aangeboden serviceconcept waarbij beleggingsadvies wordt verleend, is de Bank niet gehouden tot het ongevraagd verstrekken van beleggingsadviezen aan de Klant. Voorts is de Bank niet gehouden
b
c
d
e
f
g
de Klant in kennis te stellen van alle openbare dan wel van derden afkomstige informatie. De in het kader van de beleggingsdienstverlening door de Bank eventueel aan de Klant te verstrekken beleggingsadviezen zijn gebaseerd op verwachtingen en mogen nimmer als een garantie worden beschouwd. Nimmer mag de Klant of een derde er vanuit gaan dat deze verwachtingen zullen uitkomen. De door de Bank eventueel aan de Klant verstrekte beleggingsadviezen hebben slechts tijdelijke geldigheid. Het staat de Klant vrij de beleggingsadviezen van de Bank al dan niet op te volgen. Het behoort tot de uitsluitende verantwoordelijkheid en bevoegdheid van de Klant om naar aanleiding van een eventueel door de Bank verstrekt beleggingsadvies te beslissen om al dan niet een order tot het voor zijn rekening en risico verrichten van een transactie in Effecten aan de Bank te verstrekken. Indien de Klant gebruikmaakt van een door de Bank aangeboden serviceconcept waarbij beleggingsadvies wordt verleend en de Klant orders aan de Bank verstrekt door middel van directe kanalen zoals de Rabo Orderlijn en internet, wordt de beleggingsdienst geacht te zijn verleend op eigen initiatief van de Klant en dient de Klant zelf na te gaan of zijn kennis en ervaring voldoende zijn om de risico’s en de geschiktheid van de beleggingsdienst of het Effect te beoordelen. In dat geval is de Klant zelf verantwoordelijk te bewaken dat de door de Klant verstrekte orders in overeenstemming zijn met het voor de Effectenrekening vastgestelde doelrisicoprofiel. Indien het niet opvolgen van de door de Bank gegeven beleggingsadviezen tot gevolg heeft dat naar het oordeel van de Bank stelselmatig buiten het door de Bank voor de Effectenrekening vastgestelde doelrisicoprofiel wordt getreden en er evenmin aanleiding bestaat om tot wijziging van het voor de Effectenrekening vastgestelde doelrisicoprofiel over te gaan, is de Bank bevoegd - nadat de Bank de Klant daarvan voorafgaand in kennis heeft gesteld - de Klant onder te brengen in een door de Bank aangeboden serviceconcept waarbij door de Bank geen beleggingsadvies wordt verleend. De Bank is niet aansprakelijk jegens de Klant of een derde voor enige schade die het gevolg mocht zijn van het volgen van een door de Bank gegeven beleggingsadvies, tenzij dit advies redelijkerwijze niet had mogen worden gegeven. De Bank staat niet in voor de juistheid en volledigheid van de door haar aan de Klant verstrekte informatie en aanvaardt daarvoor geen aansprakelijkheid.
6 Risico’s beleggen in Effecten a De kenmerken van de verschillende soorten Effecten waarop de beleggingsdienstverlening door de Bank betrekking heeft en de daaraan verbonden specifieke beleggingsrisico’s zijn onder meer beschreven in de als bijlage I (Algemene beschrijving van de aard en risico’s van financiële instrumenten) opgenomen informatie. Deze informatie is niet uitputtend. Indien de Klant van mening is dat de door de Bank verstrekte informatie niet toereikend is, verstrekt de Bank de Klant op diens verzoek aanvullende informatie. b Indien voor de Effectenrekening een doelrisicoprofiel is vastgesteld is de Klant daarmee bekend. De Klant dient de Bank te informeren indien zich relevante wijzigingen voordoen in zijn financiële positie, kennis en ervaring met het doen van beleggingen, beleggingsdoelstellingen en risicobereidheid, dan wel zich andere omstandigheden voordoen die gevolgen kunnen hebben ten aanzien van het voor de Effectenrekening vastgestelde doelrisicoprofiel. c De Klant is zich er van bewust dat bij bestensorders (dit is een order die in beginsel wordt uitgevoerd tegen de eerstvolgende koers nadat de order is ingevoerd in het handelssysteem waarbinnen deze order wordt uitgevoerd) geen zekerheid bestaat over de koers waarop de order wordt uitgevoerd en dat deze koers onder omstandigheden substantieel kan afwijken van de laatst bekende koers. Indien door de Klant een bestensorder wordt gegeven aanvaardt de Klant deze risico’s volledig. d De waarde van een belegging in Effecten kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst. e De Klant is zich er van bewust dat uit het beleggen in Effecten verliezen kunnen voortvloeien. De Klant dient er op toe te zien voortdurend in staat te zijn om deze verliezen te dragen. f Indien de Klant bij het beleggen in Effecten gebruik maakt van een effectenkrediet dan wel anderszins geheel of gedeeltelijk met geleend geld belegt, is de Klant zich er van bewust het risico te lopen zijn inleg te verliezen en zelfs een schuld over te houden. g De Klant heeft van de Bank voldoende informatie ontvangen over de risico’s verbonden aan het beleggen in Effecten. De Klant is zich terdege bewust van de risico’s verbonden aan het beleggen in Effecten en aanvaardt deze risico’s volledig.
7 Beperkingen/wijziging dienstverlening a De Bank is bevoegd om het verrichten van werkzaamheden die het beheer van op bepaalde gereglementeerde markten of multilaterale handelsfaciliteiten verhandelde Effecten met zich meebrengen te beëindigen, nadat de Bank de Klant daarvan voorafgaand in kennis heeft gesteld. De Klant zal in dat geval binnen een door de Bank daartoe te stellen termijn opdracht verstrekken hetzij tot overboeking van de betreffende Effecten naar een andere kredietinstelling hetzij tot verkoop voor rekening en risico van de Klant. Indien de Klant niet tijdig opdracht verstrekt is de Bank bevoegd om de betreffende Effecten op een door de Bank te bepalen tijdstip namens en voor rekening en risico van de Klant te verkopen, ongeacht de alsdan te realiseren verkoopopbrengst. b De Bank respectievelijk de Bewaarnemer is bevoegd om de bewaarneming van Effecten die niet bij een (inter)nationale centrale bewaarinstelling in bewaring kunnen worden gegeven dan wel van eenheden van Effecten die kleiner zijn dan de minimaal verhandelbare hoeveelheid te beëindigen, nadat de Bank de Klant daarvan voorafgaand in kennis heeft gesteld. De Klant zal in dat geval binnen een door de Bank daartoe te stellen termijn aan de Bank de benodigde opdrachten verstrekken opdat zal worden overgegaan tot overboeking van de betreffende (eenheden van) Effecten naar een andere kredietinstelling, of verkoop daarvan voor rekening en risico van de Klant. Indien de Klant niet tijdig opdracht verstrekt is de Bank bevoegd om de betreffende (eenheden van) Effecten op een door de Bank te bepalen tijdstip namens en voor rekening en risico van de Klant te verkopen, ongeacht de alsdan te realiseren verkoopopbrengst. c De Bank respectievelijk de Bewaarnemer is gerechtigd Effecten welke naar hun redelijk oordeel, gelet op de staat waarin de uitgevende instelling van die Effecten is komen te verkeren, niet (meer) voor open bewaring in aanmerking komen, van de Effectenrekening te verwijderen. 8 Inschakeling Bewaarnemer a Voor Effecten die de Klant in open bewaring geeft, treedt de Bank op als bewaarnemer. De Bank is bevoegd om Effecten in bewaring te geven bij de Bewaarnemer. b De Bank maakt van de aan haar verleende bevoegdheid om de Bewaarnemer in te schakelen uitsluitend gebruik voor Effecten, waarvoor zulks is bepaald in bijlage II (Bescherming van uw financiële instrumenten en gelden bij de Rabobank). c De Klant verstrekt zijn instructies met betrekking tot Effecten aan de Bank, die voor zover van toepassing, bevoegd is deze instructies namens de Bewaarnemer maar voor rekening en risico van de Klant in ontvangst te nemen. 9 Hoofdelijke aansprakelijkheid Rabobank Nederland Rabobank Nederland is hoofdelijk aansprakelijk voor alle verplichtingen van de Bewaarnemer jegens de Klant. 10 Beheer Effectenrekening a De Bank - voor zover nodig daartoe gevolmachtigd door de Bewaarnemer - is belast met het verrichten van de werkzaamheden die het beheer van de Effectenrekening met zich meebrengt. De Bank is bevoegd tegenover derden de rechten van de Klant uit te oefenen, voor zover dit voor een goed beheer van de Effectenrekening wenselijk is. b De Bank en de Bewaarnemer zijn met betrekking tot Effecten - behoudens nadere overeenkomst - niet bevoegd tot bijeenroeping van een vergadering van aandeelhouders, tot het bijwonen van en het voeren van het woord in een zodanige vergadering, tot het uitoefenen van het stemrecht en tot het doen instellen van een onderzoek naar het beleid en de gang van zaken van een rechtspersoon. De Bank en/ of de Bewaarnemer stelt desgevraagd de Klant in de gelegenheid deze rechten uit te oefenen. c De Bewaarnemer is jegens de Klant niet aansprakelijk voor het beheer van een Effectenrekening, behoudens in geval van opzet of grove schuld van de Bewaarnemer. 11 Koersinformatie a De Bank is niet verplicht aan de Klant koersinformatie te verstrekken. b De Bank is niet aansprakelijk voor enige schade die het gevolg mocht zijn van door de Bank aan de Klant verstrekte koersinformatie. 12 Aansprakelijkheid a De Bank en de Bewaarnemer verrichten alle handelingen met betrekking tot Effecten voor rekening en risico van de Klant. b De Bank en de Bewaarnemer zijn niet aansprakelijk voor schade als gevolg van een waardedaling of waardestijging van Effecten, door
de Klant geleden verliezen en/of gederfde winst, of welke andere schade ook, behalve indien en voor zover komt vast te staan dat deze schade het rechtstreekse gevolg is van opzet of grove schuld van de Bank respectievelijk de Bewaarnemer. De Bank en de Bewaarnemer zijn nimmer aansprakelijk voor indirecte schade, gevolgschade en/of gederfde winst. c De Klant vrijwaart de Bank en de Bewaarnemer voor aanspraken van derden met betrekking tot de door de Bank en de Bewaarnemer verrichte diensten met betrekking tot Effecten. d De Bank is nimmer aansprakelijk voor door de Klant geleden schade als gevolg van maatregelen die de Bank op basis van een wettelijk voorschrift of voorschriften van een gereglementeerde markt, multilaterale handelsfaciliteit, clearingsinstelling of settlementsysteem verplicht of bevoegd is te nemen of in verband met buitengewone omstandigheden meent te moeten nemen. e Indien de Klant van mening is dat een aan de Bank verstrekte order niet correct door de Bank is uitgevoerd, een onjuist beleggingsadvies is gegeven, dan wel de Bank naar het oordeel van de Klant anderszins toerekenbaar tekort is geschoten in haar dienstverlening dan wel in de door haar daarbij te betrachten zorgvuldigheid, is de Klant gehouden om onverwijld maatregelen te nemen ter voorkoming van (verdere) schade.
b
c
d 13 Inschakeling van derden a De Bank en de Bewaarnemer zijn bevoegd om gebruik te maken van de diensten van derden, daaronder begrepen doch niet beperkt tot het in bewaring geven van de Effecten aan derden en het verkrijgen van rechten ten aanzien van de Effecten door tussenkomst van derden. b De Bank en de Bewaarnemer zijn niet aansprakelijk voor tekortkomingen van derden indien aannemelijk wordt gemaakt dat bij de keuze van die derde de nodige zorgvuldigheid in acht is genomen. Evenmin zijn de Bank en de Bewaarnemer aansprakelijk voor tekortkomingen van een gereglementeerde markt of multilaterale handelsfaciliteit, betaal- en afwikkelsystemen of (inter) nationale centrale bewaarinstellingen. Indien de Bank en de Bewaarnemer niet aansprakelijk zijn voor tekortkomingen van derden zal de Bank, indien de Klant schade heeft geleden, de Klant behulpzaam zijn bij zijn pogingen deze schade ongedaan te maken.
e
f
g 14 Verpanding a Tot zekerheid voor de betaling van al hetgeen de Bank, uit welke hoofde ook, al dan niet opeisbaar of onder voorwaarde blijkens haar administratie van de Klant te vorderen heeft of zal krijgen, zijn aan de Bank verpand alle Effecten die door de Bank, de Bewaarnemer of een derde worden geadministreerd op de door de Klant bij de Bank aangehouden Effectenrekening, alsmede de tegoeden op de door de Klant bij de Bank aangehouden Geldrekening. Het hiervoor bedoelde pandrecht komt tot stand telkens op het moment waarop de Bank, de Bewaarnemer, dan wel een derde voor één van hen, de Effecten onder zich krijgt, bijschrijving van het aandeel in het verzameldepot in de administratie van de Bank plaatsvindt respectievelijk op het moment waarop de vordering ontstaat. b De Bank is bevoegd mede namens de Bewaarnemer of derden, met wie de Bank daartoe een overeenkomst is aangegaan, mededeling van het pandrecht en van eventuele overige krachtens dit artikel verrichte verpandingen in ontvangst te nemen. c Het pandrecht omvat mede een recht van pand op alle ter zake van de verpande Effecten te ontvangen vergoedingen. d Onverminderd het voorafgaande is de Klant verplicht om al hetgeen te doen respectievelijk na te laten dat noodzakelijk of wenselijk is met het oog op het vestigen van het onderhavige pandrecht. De Bank is bevoegd tot het verrichten van alle handelingen die noodzakelijk of wenselijk zijn met het oog op het vestigen van het in dit artikel bedoelde pandrecht, het doen van mededeling aan de Bewaarnemer of derden van die verpanding en het vorderen van uitlevering van de Effecten. e Indien de Klant over een deel van de verpande Effecten en/of het tegoed op de Geldrekening wenst te beschikken, is de Bank verplicht dat deel van het verpande vrij te geven, voor zover hetgeen na vrijgave resteert voldoende dekking biedt voor hetgeen de Bank van de Klant te vorderen heeft of zal hebben. 15 Het verstrekken van opdrachten a De Klant is bevoegd om door middel van de daartoe door de Bank aangewezen communicatiemiddelen op de daarvoor door de Bank aangegeven dagen en tijden opdrachten te geven, waaronder orders tot het voor zijn rekening en risico verrichten van transacties in Effecten. De Bank is bevoegd om een door de Klant gegeven order niet uit te voeren indien bij het geven van die order geen gebruik is
h
gemaakt van de door de Bank aangewezen communicatiemiddelen, de order niet voldoet aan de door de Bank gestelde voorwaarden dan wel indien de order voor de Bank niet duidelijk of innerlijk tegenstrijdig is. De Bank is in deze gevallen niet aansprakelijk voor het niet (tijdig) uitvoeren van de door de Klant verstrekte order. De Klant draagt er zorg voor dat altijd voldoende tegoed op de Geldrekening en/ of Effectenrekening aanwezig is voor de voldoening aan de Bank van al hetgeen de Klant uit hoofde van zijn order en daarmee verband houdende handelingen verschuldigd zal zijn. De Bank behoudt zich het recht voor om een verkooporder pas uit te voeren nadat de betreffende Effecten op de Effectenrekening zijn bijgeschreven en vrij en onbezwaard geleverd kunnen worden, alsmede een kooporder - daaronder begrepen een order om op een emissie in te schrijven - te weigeren indien de stand van de Geldrekening een volledige uitvoering niet toelaat. Voorts is de bank bevoegd om een order tot aan- of verkoop van Effecten te weigeren indien het door de Bank te berekenen dekkingsresultaat (dit is het verschil tussen de laagste waarde van de overeengekomen limiet en de onderpandwaarde zekerheden en de totale verplichtingen van de Klant uit hoofde van de beleggingsdienstverlening) uitvoering van de order niet toelaat. Indien de order een inschrijving op een emissie betreft kan er sprake zijn van geen of een gedeeltelijke toewijzing. De Bank is bevoegd om de uitvoering van bestensorders waaruit een financiële verplichting van de Klant jegens de Bank voortvloeit, in bijzondere omstandigheden of indien de laatst tot stand gekomen koers lager is dan een door de Bank voor een of meer Effecten van tijd tot tijd vastgesteld bedrag, te weigeren. De Bank is altijd bevoegd grenzen te stellen aan de door de Klant in te nemen posities en is niet verplicht een door de Klant opgegeven order te accepteren. De Bank aanvaardt geen orders waarbij de Klant beoogt om Effecten, niet zijnde een derivatencontract zoals bedoeld in artikel 1 sub c. (iv), te verkopen die de Klant niet bezit op het moment van verkoop. Indien de Klant een order aan de Bank verstrekt met gebruikmaking van directe kanalen zoals de Rabo Orderlijn en internet, toetst de Bank deze order uitsluitend op de aanwezigheid van een voldoende tegoed op de Geldrekening respectievelijk Effectenrekening alsmede of het door de Bank te berekenen dekkingsresultaat (zoals hierboven sub c) bedoeld) uitvoering van de order toelaat. Claimbewijzen of andere aan Effecten verbonden rechten, die op een bepaald tijdstip hun waarde verliezen, zullen door de Bank - tenzij door de Klant tijdig een afwijkende instructie is verstrekt - op de dag van het verstrijken van de termijn bestens worden verkocht. De Bank is bevoegd om in het kader van de beleggingsdienstverlening de met de Klant gevoerde (telefoon) gesprekken en andere vormen van communicatie tussen de Bank en de Klant vast te leggen. Deze vastlegging kan onder meer worden gebruikt ten behoeve van de controle op de gegeven adviezen en orders en in het kader van de behandeling van geschillen tussen de Klant en de Bank. Deze vastlegging zal na verloop van tijd door de Bank worden vernietigd.
16 Uitvoering effectenorders a De Bank voert een order tot aan- of verkoop van Effecten uit voor rekening en risico van de Klant en met inachtneming van het bepaalde in bijlage III (Het orderuitvoeringsbeleid van de Rabobank). De Klant stemt in met en verleent - voor zover nodig - uitdrukkelijke toestemming aan het orderuitvoeringsbeleid van de Bank. De Bank is niet gehouden om specifieke instructies van de Klant die afwijken van het orderuitvoeringsbeleid van de Bank uit te voeren. Voor zover de Bank een specifieke instructie van de Klant die afwijkt van het orderuitvoeringsbeleid van de Bank weigert, zal dit tot gevolg hebben dat de order van de Klant niet wordt uitgevoerd. Voor zover de Bank een specifieke instructie van de Klant die afwijkt van het orderuitvoeringsbeleid van de Bank uitvoert, dient de Klant zich te realiseren dat zulks de Bank kan beletten de in het order uitvoeringsbeleid van de Bank opgenomen maatregelen te nemen om bij de uitvoering van de desbetreffende order het best mogelijke resultaat te behalen. De Bank zal jaarlijks dan wel eerder indien daartoe naar haar oordeel voldoende aanleiding bestaat nagaan of het orderuitvoeringsbeleid aanpassing behoeft en de Klant in kennis stellen indien in het orderuitvoeringsbeleid van de Bank wezenlijke wijzigingen worden aangebracht. b Bij verkoop van Effecten is de Bank bevoegd onmiddellijk de verkoopopbrengst op de Geldrekening van de Klant bij te (doen) schrijven en de Effecten van de Effectenrekening af te boeken. Na uitvoering van een kooporder of na toewijzing op een emissie is de Bank bevoegd onmiddellijk ten laste van de Geldrekening van de Klant het verschuldigde bedrag te incasseren en op de Effectenrekening een (ontvangst)positie bij te boeken.
c De Bank is bevoegd om de Geldrekening en de Effectenrekening te debiteren respectievelijk te crediteren voor al hetgeen de Klant uit hoofde van aan- respectievelijk verkooporders in Effecten en de met het beheer van Effecten verband houdende handelingen aan de Bank verschuldigd is respectievelijk voor al hetgeen de Klant van de Bank te vorderen krijgt. d De Bank is bevoegd om aan- en verkooporders uit te voeren met zichzelf of met derden als wederpartij. e De Bank voegt aan- en verkooporders van de Klant uitsluitend samen met andere aan- en verkooporders indien zulks ten aanzien van de betreffende soort Effecten gebruikelijk is. 17 Looptijd effectenorders Behoudens afwijkende instructies van de Klant aan de Bank gelden voor orders tot aan- en verkoop van Effecten, niet zijnde de in artikel 1 sub c (iv) genoemde derivatencontracten, de door de Bank aangegeven looptijden: - voor bestensorders tot het einde van de 5e handelsdag, gerekend vanaf de eerste handelsdag waarop de order kan worden uitgevoerd en bovendien uiterlijk tot het einde van de laatste handelsdag van het lopende kalenderjaar; - voor limietorders tot het einde van de 10e handelsdag, gerekend vanaf de eerste handelsdag waarop de order kan worden uitgevoerd en bovendien uiterlijk tot het einde van de laatste handelsdag van het lopende kalenderjaar. De Bank is bevoegd om deze looptijden te wijzigen. 18 Royement van effectenorders a Indien wijzigingen plaatsvinden in Effecten (zoals een splitsing) royeert de Bank eventuele nog niet uitgevoerde orders met betrekking tot zodanige Effecten. Voorts is de Klant er mee bekend dat zich omstandigheden kunnen voordoen (waaronder bepaalde gebeurtenissen ten aanzien van de uitgevende instelling van bepaalde Effecten die waarschijnlijk van wezenlijke invloed zullen zijn op de koers van de betreffende Effecten) als gevolg waarvan nog niet uitgevoerde orders met betrekking tot bepaalde Effecten worden geroyeerd door de gereglementeerde markt of multilaterale handelsfaciliteit waarop deze worden uitgevoerd. b Na beurssluiting op de dag voorafgaand aan de dag waarop de Effecten ex-dividend gaan worden alle nog openstaande orders die voor beurssluiting in het ordersysteem van de Bank zijn ingevoerd geroyeerd, tenzij op de gereglementeerde markt of multilaterale andelsfaciliteit alwaar de Effecten worden verhandeld andere voorschriften of gebruiken van kracht zijn. De Bank zal in geval van royement niet gehouden zijn om deze order met een aangepaste limiet uit te voeren, behoudens het geval dat door de Klant aan de Bank daartoe een nieuwe order is verstrekt. 19 Ontvangst informatie langs elektronische weg a Indien door de Klant met de Bank een MantelOvereenkomst elektronische diensten (dan wel een andere daarvoor op enig moment in de plaats tredende overeenkomst) is afgesloten, is de Bank bevoegd om berichten waarbij de uitvoering van een effectenorder aan de Klant wordt teruggemeld, effectennota’s, rekeningafschriften, dan wel overige voor de Klant bestemde informatie (hierna tezamen te noemen: de informatie) uitsluitend langs elektronische weg aan de Klant te verstrekken. b De Klant is zich bewust van de risico’s die het langs elektronische weg ter beschikking stellen van informatie met zich meebrengt voor de authenticiteit en de vertrouwelijkheid van het berichtenverkeer en aanvaardt deze risico’s. Voorts verklaart de Klant zich bewust te zijn van de risico’s die zich kunnen voordoen ten aanzien van zogenaamde phishingactiviteiten, waarbij derden de Klant er toe aanzetten om vertrouwelijke (persoonlijke) informatie te verstrekken, die hij niet prijs zou moeten geven. c De Klant is verplicht de door de Bank aan de Klant langs elektronische weg ter beschikking gestelde informatie onverwijld doch ten minste dagelijks te controleren, alsmede te controleren of de door hem verstrekte effectenorders juist zijn uitgevoerd. Bij constatering van een onjuistheid of onvolledigheid is de Klant verplicht de Bank daarvan onverwijld in kennis te stellen. d Indien aan de Klant (uitsluitend) langs elektronische weg informatie ter beschikking is gesteld, geldt de inhoud van de door de Bank verstrekte elektronische opgaven als door de Klant te zijn goedgekeurd, indien de Klant deze niet heeft betwist binnen twaalf maanden nadat een opgave geacht kan worden de Klant te hebben bereikt. Indien in dergelijke opgaven (reken) fouten voorkomen, is de Bank bevoegd en verplicht die (reken)fouten te herstellen, ook nadat de genoemde termijn van twaalf maanden is verstreken.
e Indien aan de Klant uitsluitend langs elektronische weg informatie ter beschikking is gesteld, kan de Klant binnen de van toepassing zijnde wettelijke bewaartermijn een kopie daarvan bij de Bank opvragen. 20 Controle aangeboden coupons a De Bank controleert door de Klant ter verzilvering aangeboden coupons van Effecten niet op uitloting. b De Bank vergelijkt door de Klant ter verzilvering aangeboden coupons van Effecten niet met enige recherchelijst betreffende gestolen en verloren toondereffecten. 21 Afrekening niet in euro noterende Effecten Tenzij uitdrukkelijk is overeengekomen dat de afrekening op een vreemde valutarekening van de Klant zal plaatsvinden, zal de Bank alle niet in euro noterende Effecten met de Klant in euro afrekenen, waarbij de wisselkoersbepaling in beginsel op het volgende tijdstip zal plaatsvinden: - aan- en verkooptransacties : transactiedatum; - coupons, dividenden en lossingen : betaalbaarstellingdatum; - corporate actions : afrekendatum; - toewijzingen op emissies : toewijzingsdatum. Met inachtneming van het voorafgaande stelt de Bank de toepasselijke wisselkoers (waarin de wisselkosten zijn verwerkt) vast op basis waarvan met de Klant wordt afgerekend en verschaft daarover desgevraagd nadere informatie aan de Klant. De Bank is bevoegd deze tijdstippen te wijzigen. 22 Bijzondere omstandigheden Onverminderd de regeling in de Algemene Bankvoorwaarden is de Bank ingeval van bijzondere omstandigheden (waaronder begrepen het uitvallen van ordersystemen en grote drukte op effecten- en derivatenbeurzen) jegens de Klant niet gehouden om een order uit te voeren binnen de daarvoor gebruikelijke tijden. De Bank is niet aansprakelijk voor de hierdoor ontstane schade, tenzij er sprake is van opzet of grove schuld van de Bank. 23 (Administratieve) voorschriften a Beheers- en beschikkingshandelingen met betrekking tot Effecten op de Effectenrekening zijn onderworpen aan door de Bank vast te stellen (administratieve) voorschriften en aanwijzingen. b De Klant is verantwoordelijk voor (het gebruik van) de hem door de Bank ter beschikking gestelde formulieren, passen, codes, hulpmiddelen, programmatuur en andere informatie. c De Bank zal bij beheers- en beschikkingshandelingen met betrekking tot tegoeden op de Effectenrekening waarbij er een keuze moet worden gemaakt, bevoegd doch niet verplicht zijn om voor rekening en risico van de Klant een keuze te maken. De Bank zal de Klant zo mogelijk voorafgaand informeren welke keuze de Bank zal maken bij gebreke van de tijdige ontvangst van andersluidende instructies van de Klant. De keuze van de Bank zal worden bepaald door de verwachting die bij de Bank bestaat over welke keuze de voorkeur heeft van de meerderheid van de klanten en mag niet worden aangemerkt als een door de Bank verstrekt advies. 24 Bewaarloon, provisie en kosten a De Bank brengt voor de door de Bewaarnemer en de Bank verleende beleggingsdiensten bewaarloon, provisie, kosten (waaronder de door de Bank en/ of Bewaarnemer ingeschakelde derden in rekening gebrachte kosten) en belastingen in rekening aan de Klant. De tarieven zoals deze van tijd tot tijd gelden alsmede de wijze waarop deze zullen worden berekend kunnen worden geraadpleegd op www.rabobank.nl dan wel worden door de Bank desgevraagd aan de Klant ter beschikking gesteld. De Bank is altijd bevoegd om deze tarieven te wijzigen. b De Bank wijst de Klant op de mogelijkheid dat de beleggingsdienstverlening door de Bank nog andere kosten, waaronder belastingen, voor de Klant kan meebrengen, die niet via de Bank worden betaald of door de Bank worden opgelegd. c De Bank ontvangt voor de door haar aan de Klant verleende beleggingsdiensten in bepaalde gevallen een (distributie) vergoeding van een derde. De Klant kan desgevraagd nadere informatie verkrijgen over het bestaan en de hoogte van zodanige (distributie) vergoedingen, voor zover relevant in het kader van de door de Bank aan de Klant verleende beleggingsdiensten. 25 Creditering onder voorbehoud Iedere creditering geschiedt onder het voorbehoud dat de Bank tijdig en behoorlijk in het bezit komt van de tegenwaarde. Bij gebreke daarvan is de Bank bevoegd de creditering ongedaan te maken.
26 Valutadatum De datum waarop het bedrag van een afrekening door de Bank voor de Klant rentedragend zal zijn, is gelijk aan de dag waarop clearinginstellingen, betaal- en verwisselkantoren of correspondenten de betreffende transactie of uitkering met de Bank afrekenen. De Bank is bevoegd deze datum te wijzigen. 27 Effectenrekening op naam van meer Klanten Indien de Bank een Effectenrekening voor meer Klanten aanhoudt, zijn zij - tenzij schriftelijk anders met de Bank is overeengekomen - zowel samen als ieder afzonderlijk bevoegd om aan de Bank opdrachten te verstrekken, over een tegoed op de Effectenrekening te beschikken en/ of van een eventuele kredietfaciliteit gebruik te maken, ongeacht of een tegoed op de rekening en/of krediet op enig tijdstip in enige (andere) gemeenschap valt. Hiervoor gelden de volgende bepalingen: a na het overlijden of de ondercuratelestelling van een Klant (indien de Klant een natuurlijk persoon is) of ontbinding van de Klant (indien de Klant een rechtspersoon is) blijft/blijven de andere Klant(en) bevoegd om aan de Bank opdrachten te verstrekken, over een tegoed op de Effectenrekening te beschikken; b na het overlijden van een Klant hebben zijn rechtsopvolgers gezamenlijk dezelfde rechten als de overleden Klant had. Daaronder wordt mede begrepen het recht om over een tegoed op de Effectenrekening te beschikken en het hierna onder e. bedoelde recht om de afzonderlijke beschikkingsbevoegdheid van de andere Klant(en) op te zeggen; c na het overlijden van een Klant (indien de Klant een natuurlijk persoon is) of ontbinding van de Klant (indien de Klant een rechtspersoon is) eindigt een kredietfaciliteit; d de Bank kan in naar haar oordeel bijzondere gevallen de medewerking van alle Klanten verlangen om aan de Bank opdrachten te verstrekken, over een tegoed op de Effectenrekening te beschikken, of om de Effectenrekening op te zeggen; e na schriftelijke opzegging door een Klant - of na overlijden van een Klant door zijn gezamenlijke rechtsopvolgers - van de bevoegdheid om afzonderlijk over een tegoed op de Effectenrekening te beschikken en/of van een kredietfaciliteit gebruik te maken mag slechts door alle Klanten gezamenlijk over een tegoed op de Effectenrekening worden beschikt of van een kredietfaciliteit gebruik worden gemaakt. De opzegging is eerst van kracht nadat de Bank daarvan schriftelijk in kennis is gesteld. Volmachten komen door deze opzegging te vervallen; f iedere Klant is hoofdelijk en voor het geheel aansprakelijk voor een debetsaldo op de Geldrekening; g de erkenning van het saldo van de Effectenrekening door een Klant is bindend voor iedere Klant, behoudens tegenbewijs; h de Bank is bevoegd een tegoed op de rekening te verrekenen met een vordering van de Bank op de Klant; i iedere Klant heeft aan iedere andere Klant de bevoegdheid verleend om mede namens hem alle mededelingen en aanzeggingen die de Bank met betrekking tot de Effectenrekening doet te ontvangen en daarvan kennis te nemen. Iedere Klant is bevoegd om mede namens iedere andere Klant aan de Bank mededelingen en aanzeggingen te doen; j een voor de Effectenrekening vastgesteld doelrisicoprofiel geldt voor iedere Klant en iedere Klant wordt geacht daarmee te hebben ingestemd. 28 Volmacht Een Klant kan aan een derde die is aan te merken als een eerste- of tweedelijns familielid schriftelijk volmacht verlenen om aan de Bank orders tot koop en verkoop van Effecten te verstrekken en van een eventuele kredietfaciliteit gebruik te maken. De Bank is nimmer verplicht met een gevolmachtigde te handelen. Een volmacht eindigt: a door overlijden (indien de Klant een natuurlijk persoon is), door ontbinding van de Klant (indien de Klant een rechtspersoon is), bij faillissement, surséance van betaling en ondercuratelestelling van de Klant, die de volmacht (mede) heeft verleend, bij onderbewindstelling van het vermogen van de Klant die de volmacht (mede) heeft verleend, bij van toepassingverklaring van een wettelijke schuldsaneringsregeling op de Klant die de volmacht (mede) heeft verleend en als de Klant die de volmacht (mede) heeft verleend niet meer bevoegd is (alleen) over een tegoed op de Effectenrekening en/ of een kredietfaciliteit te beschikken; b door overlijden (indien de gevolmachtigde een natuurlijk persoon is), door ontbinding van de gevolmachtigde (indien de gevolmachtigde een rechtspersoon is), bij faillissement, surséance van betaling en ondercuratelestelling van een gevolmachtigde; c door herroeping door de Klant die de volmacht (mede) heeft verleend;
d door opzegging door een gevolmachtigde; e door verloop van de tijd waarvoor de volmacht is verleend. Herroeping of opzegging van de volmacht zijn eerst van kracht nadat de Bank daarvan schriftelijk in kennis is gesteld of daarvan op de volmacht een schriftelijke verklaring is gesteld. Als de volmacht is verleend aan meer personen en een onder b, c of d vermelde situatie zich voordoet, eindigt de volmacht alleen voor die gevolmachtigde waarop de onder b, c of d vermelde situatie betrekking heeft. De Klant staat er jegens de Bank voor in dat hij de hiervoor vermelde verplichtingen van de gevolmachtigde jegens de Bank ten behoeve van de Bank zal bedingen. 29 Faillissement, surséance van betaling, beslag, wettelijke schuldsanering a Gedurende faillissement of surséance van betaling van de Klant of de periode dat een wettelijke schuldsaneringsregeling van toepassing is op de Klant mogen alleen door de curator van de Klant, respectievelijk door de Klant met medewerking van de bewindvoerder, respectievelijk door de bewindvoerder van de Klant aan- en verkooporders of opdrachten tot overboeking met betrekking tot (het tegoed op) de Effectenrekening worden verricht. Indien de Bank een Effectenrekening voor meer Klanten aanhoudt, is in de hiervoor vermelde situaties tevens de medewerking van de andere Klanten vereist c.q. hebben de overige Klanten de medewerking nodig van de curator c.q. bewindvoerder om aan- en verkooporders of opdrachten tot overboeking met betrekking tot (het tegoed op) de Effectenrekening te verrichten. b Bij beslaglegging onder de Bank ten laste van de Klant mogen door de Klant zonder toestemming van de beslaglegger geen aan- en verkooporders of opdrachten tot overboeking met betrekking tot het onder het beslag vallende tegoed op de Effectenrekening worden verricht. 30 Verklaring van erfrecht/informatie a Na het overlijden van een Klant kan de Bank verlangen dat degene(n) die stelt/stellen bevoegd te zijn (rechts)handelingen met betrekking tot de Effectenrekening en/ of Geldrekening te verrichten - als bewijs daarvan - een verklaring van erfrecht overlegt / overleggen. b De Bank behoeft geen inlichtingen te verstrekken over het verloop van de Effectenrekening en/of Geldrekening vóór de datum van het overlijden van de Klant. 31 Toepasselijk recht/geschillen a Op de rechtsverhouding tussen de Klant en de Bank is Nederlands recht van toepassing. b Indien de Klant niet tevreden is over de Beleggingsdienstverlening door de Bank, kan de Klant een klacht bij de Bank indienen. Als de Klant niet tevreden is over de afhandeling van de klacht door de Bank, kan schriftelijk een klacht worden ingediend bij Klachtenservice Rabobank Nederland. Informatie over de klachtenprocedure is bij de Bank verkrijgbaar en eveneens beschikbaar op www.rabobank.nl. c Geschillen tussen de Klant en de Bank worden aanhangig gemaakt bij de bevoegde Nederlandse rechter, tenzij wetgeving of internationale verdragen dwingend anders voorschrijven. Indien de Bank als eisende partij optreedt is de Bank, in afwijking van het voorafgaande, bevoegd om een geschil aanhangig te maken bij de voor de Klant in aanmerking komende buitenlandse rechter. Indien de Klant als eisende partij optreedt is de Klant, in afwijking van het voorafgaande, bevoegd om binnen de grenzen van de desbetreffende reglementen geschillen aanhangig te maken bij die Geschillen- of Klachtencommissies aan wier bevoegdheid de Bank zich heeft onderworpen. 32 Belangenconflicten a Gelet op de aard van de beleggingsdiensten, beleggingsactiviteiten en nevendiensten van de Bank en de Rabobank Groep waarvan de Bank een onderdeel uitmaakt kunnen zich belangenconflicten tussen de Bank en de Klant of tussen klanten onderling voordoen. Een beknopte beschrijving van het beleid inzake belangenconflicten is opgenomen in bijlage IV (Beknopte beschrijving beleid inzake belangenconflicten). Indien de Klant daarom verzoekt verstrekt de Bank nadere bijzonderheden over het beleid inzake belangenconflicten. b De Bank is niet gehouden niet-openbare informatie, waaronder koersgevoelige informatie, in het kader van haar dienstverlening te gebruiken. 33 Amerikaanse belastingwetgeving a De Klant is gehouden alle (administratieve) voorschriften en procedures van de Bank stipt na te leven in het geval dat de Klant
belegt in Effecten waarvan de inkomsten zijn onderworpen aan bronbelasting van de Verenigde Staten van Amerika (hierna te noemen: “Amerikaanse Effecten”). b Indien: - de Klant belegt in Amerikaanse Effecten; - de Klant bovendien geen natuurlijk persoon is; en - de Klant op grond van enig belastingverdrag met de Verenigde Staten van Amerika recht wil doen gelden op een vermindering van de in sub a van dit artikel bedoelde bronbelasting, dan is de Klant in ieder geval gehouden om op eerste verzoek van de Bank een zogenaamd ‘treaty statement’ (i.e. een verklaring van de Klant dat deze recht heeft op toepassing van het belastingverdrag tussen het land alwaar de Klant fiscaal ingezetene is en de Verenigde Staten van Amerika) aan de Bank en de Bewaarnemer af te geven. Indien de Klant niet, of niet tijdig voldoet aan de in sub a en b van dit artikel genoemde verplichtingen, is de Bank - in verband met de op haar rustende verplichtingen ter zake van de in sub a van dit artikel bedoelde bronbelasting - gerechtigd om de Klant in te delen in de categorie beleggers van wie de inkomsten uit Amerikaanse Effecten onderworpen zijn aan het hoogste inhoudingpercentage. c Indien de Klant belegt in Amerikaanse Effecten en de Klant bovendien kan worden gekwalificeerd als een ‘U.S. person’, dan is de Klant gehouden om binnen 14 dagen na een daartoe strekkend verzoek van de Bank, aan de Bank: - een volledig ingevuld en rechtsgeldig ondertekend ‘W-9’ formulier of bij vervanging daarvan een document van gelijkwaardige strekking te verstrekken; en - schriftelijke toestemming aan de Bank en de Bewaarnemer te verlenen om het voornoemde ‘W-9’ formulier of het vervangende document aan de bevoegde (belasting-) autoriteit in de Verenigde Staten van Amerika en/of een voor de Bank en/of de Bewaarnemer optredende inhoudingsplichtige van bronbelasting op inkomsten uit Amerikaanse Effecten te doen toekomen. Indien de Klant niet, of niet tijdig voldoet aan de in dit artikellid genoemde verplichtingen, is de Bank - in verband met de op haar rustende verplichtingen ter zake van de in sub a van dit artikel bedoelde bronbelasting - gerechtigd om de Amerikaanse Effecten op de effectenrekening van de Klant namens en voor rekening en risico van de Klant te verkopen, ongeacht de alsdan te realiseren verkoopopbrengst. 34 Communicatiekanaal aandeelhouders De Bank neemt deel aan een door de Stichting Communicatiekanaal Aandeelhouders opgezet Communicatiekanaal Aandeelhouders. Op grond hiervan biedt de Bank de Klant de mogelijkheid om toestemming aan de Bank te verlenen zijn persoonsgegevens aan een daartoe specifiek aangewezen derde door te geven ten behoeve van het verzenden van informatie door een hieraan deelnemende effectenuitgevende instelling en/of haar aandeelhouders, of het geven van een volmacht door de Klant aan een derde om op een door de Klant aangegeven wijze te stemmen tijdens een algemene vergadering van aandeelhouders, zulks met inachtneming van de daartoe overeengekomen regels. 35 Reglementen, voorschriften en gebruiken a Door opdracht te geven aan de Bank tot het openen van een Effectenrekening onderwerpt de Klant zich tevens aan de reglementen van NYSE Euronext, Euroclear Nederland en Euroclear NIEC, dan wel hun respectievelijke rechtsopvolgers, alsmede aan alle andere reglementen, voorschriften en gebruiken, die bij het uitvoeren van orders op andere gereglementeerde markten of multilaterale handelsfaciliteiten respectievelijk die bij het gebruikmaken van buitenlandse betaal- en afwikkelsystemen en/of bewaarinstellingen van toepassing zijn. b De Klant is er mee bekend dat de Bank op grond van vorenbedoelde reglementen en voorschriften gehouden kan zijn om op de Klant betrekking hebbende persoonsgegevens aan derden te verstrekken ten behoeve van de handhaving en controle op de naleving van regelgeving. 36 Verstrekken van informatie over de Klant a De Bank kan verplicht zijn om op basis van een informatieverzoek dan wel op eigen initiatief informatie aan de toezichthouders of andere bevoegde autoriteiten te verstrekken over de op de Klant betrekking hebbende (persoons)gegevens, zijn orders en/of op de Effectenrekening aangehouden Effecten. De Bank is niet verplicht
om de Klant hiervan op de hoogte te stellen en kan in voorkomende gevallen zelfs wettelijk verplicht zijn tot geheimhouding daarvan. b Op grond van contractuele of wettelijke bepalingen kan een derde gerechtigd zijn om van de Bank te verlangen dat op de Klant betrekking hebbende (persoons)gegevens worden verstrekt. Het niet voldoen aan een zodanige verplichting kan onder meer tot gevolg hebben dat de aan de Effecten verbonden rechten (zoals het recht op dividend en het stemrecht) en/of de verhandelbaarheid van de Effecten wordt opgeschort respectievelijk beperkt. De Bank is in het kader van haar beleggingsdienstverlening bevoegd doch niet verplicht om in voorkomende gevallen indien daartoe naar haar oordeel een voldoende grondslag bestaat (doch zonder verplicht te zijn daarnaar een nader onderzoek in te stellen) de door de derde (ongeacht of deze al dan niet is gevestigd in een land dat deel uitmaakt van de EER) gevraagde (persoons) gegevens te verstrekken. 37 Duur en beëindiging a De relatie tussen de Bank en de Klant uit hoofde van de beleggingsdienstverlening is voor onbepaalde tijd aangegaan. b Zowel de Klant als de Bank is te allen tijde gerechtigd de relatie uit hoofde van de beleggingsdienstverlening schriftelijk met inachtneming van een opzegtermijn van één maand op te zeggen. c In afwijking van het gestelde sub b) zal de relatie uit hoofde van de beleggingsdienstverlening terstond en zonder opzegging, ingebrekestelling of andere formaliteit een einde nemen, indien: - het faillissement van de Klant wordt aangevraagd, de Klant surséance van betaling aanvraagt of een wettelijke schuldsaneringsregeling op de Klant van toepassing wordt verklaard; - de Klant overlijdt, indien de Klant een natuurlijk persoon is; - de Klant wordt ontbonden of opgeheven, indien de Klant een rechtspersoon is. d In afwijking van het gesteld sub b) van dit artikel is de Bank bevoegd de relatie uit hoofde van de beleggingsdienstverlening terstond en zonder opzegging, ingebrekestelling of andere formaliteit een einde nemen, indien de Klant: - onder curatele wordt gesteld dan wel (een deel van) zijn vermogen onder bewind wordt gesteld; - naar het oordeel van de Bank diens verplichtingen jegens de Bank niet nakomt; - de Klant naar het oordeel van de Bank een gevaar is of kan zijn voor de aantasting van de integriteit van de financiële sector en/of de Bank. e Behoudens voor zover de Klant en de Bank schriftelijk anders overeenkomen, zullen transacties in Effecten welke op de datum van de beëindiging van de relatie uit hoofde van de beleggingsdienstverlening nog niet zijn afgewikkeld, door de Bank zoveel mogelijk overeenkomstig deze Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 worden afgewikkeld. Indien de Klant niet tijdig opdracht aan de Bank verstrekt om tot een afwikkeling van de relatie te komen is de Bank bevoegd om de op de Effectenrekening aangehouden Effecten op een door de Bank te bepalen tijdstip namens en voor rekening en risico van de Klant te vervreemden, ongeacht de alsdan te realiseren verkoopopbrengst. f Gedurende de afwikkeling zal het bepaalde in deze Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 onverkort van toepassing blijven. g De Bank is bevoegd om een Effectenrekening waarop gedurende een periode langer dan één kalenderjaar geen tegoed wordt aangehouden op te heffen, nadat de Bank de Klant daarover schriftelijk heeft geïnformeerd en de Klant niet binnen een periode van drie maanden aan de Bank kenbaar heeft gemaakt daartegen bezwaar te hebben. 38 Algemene Bankvoorwaarden Voor zover daarvan in deze Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 niet is afgeweken, zijn op de beleggingsdienstverlening van de Rabobank ook de Algemene Bankvoorwaarden van toepassing, met uitzondering van de artikelen 22 tot en met 27 van de Algemene Bankvoorwaarden. 39 Fusie a Bevoegdheden, rechten en verplichtingen van de Bank kunnen na juridische fusie c.q. na juridische splitsing van de Bank (ook) zelfstandig - en hoofdelijk - worden uitgeoefend respectievelijk nagekomen door de rechtsopvolger(s) van de Bank. b De Bank is bevoegd de rechtsverhouding(en), waarin de Bank tot de Klant staat met de daaraan verbonden nevenrechten, (partieel) over te dragen aan een derde. De Klant verleent hiervoor de Bank bij voorbaat toestemming.
c Overal waar in deze algemene voorwaarden het woord “Bank” is vermeld, dient na fusie c.q. splitsing c.q. overdracht (ook) begrepen te worden de rechtsopvolger(s) van de Bank. 40 Volmachten Door ondertekening van het Openingsformulier Rabobank Effectenrekening of een andere overeenkomst heeft de Klant de Bank - voor zover naar het oordeel van de Bank nodig, nuttig of wenselijk onherroepelijk volmacht - met het recht van substitutie - verleend tot de uitoefening door de Bank van alle aan haar in deze overeenkomst en deze algemene voorwaarden toegekende bevoegdheden en rechten, hieronder uitdrukkelijk ook begrepen rechtshandelingen met de Bank als wederpartij. 41 Partiële nietigheid en vernietigbaarheid De nietigheid of vernietigbaarheid van een bepaling in deze algemene voorwaarden leidt niet tot nietigheid of vernietigbaarheid van deze algemene voorwaarden, noch van enige andere bepaling daarvan. 42 Wijziging van deze algemene voorwaarden a De Bank is bevoegd om de Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 te wijzigen, waarbij onder wijzigen tevens aanvullen wordt verstaan. De Bank zal de Klant voorafgaand aan de inwerkingtreding van een wijziging in kennis stellen van het feit dat een wijziging zal plaatsvinden. Van de actuele tekst van deze voorwaarden kan de Klant steeds kennisnemen op www.rabobank.nl. Bovendien zal deze tekst op verzoek van de Klant door de Bank aan de Klant worden toegezonden. b Het bepaalde in artikel 9 is niet voor wijziging vatbaar. c De bijlagen die een onderdeel uitmaken van de Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 kunnen door de Bank worden gewijzigd zonder wijziging van de Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007. De Klant zal door de Bank van een wijziging van de bijlagen in kennis worden gesteld. De actuele versie van de bijlagen is steeds te raadplegen op www.rabobank. nl. Bovendien zal deze tekst op verzoek van de Klant door de Bank aan de Klant worden toegezonden. 43 Woonplaats De Klant, die niet zijn feitelijke woonplaats heeft in een gemeente in Nederland of die geen voor de Bank bekend adres in Nederland heeft, wordt geacht woonplaats te hebben gekozen ten kantore van de Bank, alwaar alle voor hem bestemde stukken, exploiten en dergelijke, door de Bank bezorgd of betekend kunnen worden. 44 Communicatie a De communicatie tussen de Klant en de Bank zal in de Nederlandse taal plaatsvinden. b Indien door de Klant met de Bank een MantelOvereenkomst elektronische diensten (dan wel een andere daarvoor op enig moment in de plaats tredende overeenkomst) is afgesloten, wordt de Klant geacht uitdrukkelijk instemming te hebben verleend met het via www.rabobank.nl verstrekken van actuele niet gepersonaliseerde informatie aan de Klant. 45 Citeertitel Deze algemene voorwaarden kunnen worden aangehaald als: Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007. Deze Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007 zijn voor de Klant bindend met ingang van 1 november 2007. De tekst van deze Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening 2007 is op 1 november 2007 gedeponeerd ter griffie van de rechtbank te Utrecht.
Bijlage I van de Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007
Algemene beschrijving van de aard en risico’s van financiële instrumenten Iedere belegging brengt in meer of mindere mate risico’s met zich mee. Meestal geldt dat hoe hoger het verwachte rendement is, hoe hoger de risico’s zullen zijn. Hieronder worden eerst de belangrijkste risico’s voor de belegger genoemd en vervolgens wordt er een korte karakteristiek gegeven van de verschillende financiële instrumenten die op een Rabo effectenrekening kunnen worden aangehouden.
Koersrisico Het risico voor de belegger op een negatieve koersontwikkeling wordt niet alleen bepaald door de resultaten van het betreffende effect maar ook door het algehele marktsentiment. Het koersrisico dat een belegger op zijn beleggingsportefeuille loopt wordt in beginsel minder naarmate de belegger zijn investeringen spreidt over meerdere uitgevende instellingen en sectoren. Het resultaat van een zeer goede spreiding is dat men vrijwel alleen nog maar marktrisico loopt.
Debiteuren- of kredietrisico De waarde van een obligatie wordt in de eerste plaats bepaald door de verwachting over de vraag of een uitgevende instelling (de debiteur) zijn rente- en aflossingsverplichtingen kan nakomen. Hoe groter de kredietwaardigheid van een uitgevende instelling, hoe lager het rendement op de lening zal zijn. Obligaties die ten opzichte van staatsleningen een zeer hoog rendement geven, worden high yield bonds genoemd. Bij dergelijke leningen is het debiteurenrisico voor de belegger relatief het grootst.
Valutarisico Dit speelt voor beleggers in de eurozone een belangrijke rol bij het beleggen in niet in euro luidende obligaties of niet in euro noterende aandelen. Maar ook bij in euro noterende aandelen kan er sprake zijn van valutarisico. In dat geval zit het eventuele valutarisico in de koers van het aandeel. De mate waarin de koers van een in euro noterend aandeel gevoelig is voor valutakoersschommelingen wordt namelijk bepaald door de mate waarin een vennootschap zijn activiteiten heeft, respectievelijk zijn resultaten behaalt, in landen buiten de eurozone.
Marktrisico Dit is het risico dat samenhangt met de volatiliteit of beweeglijkheid van de totale markt. De markt is erg gevoelig voor sentimenten.
Renterisico Dit risico is het gevolg van bewegingen in de rente. Veranderingen in de rentevoet hebben een belangrijke invloed op zowel de koersen van aandelen als van obligaties. Het renterisico leidt dus ook tot een koersrisico. Bij aandelen heeft een stijging van de rente een negatieve invloed op de koersen omdat hierdoor de kostprijs van investeringen toeneemt. Ook bestaande obligaties met een vaste rentevergoeding worden minder aantrekkelijk als de rente stijgt. Hoe langer de nog resterende looptijd van een dergelijke obligatie, hoe groter de koersdaling zal zijn. Zolang de obligaties niet worden verkocht verliest u niet direct geld, maar u mist wel de kans om extra geld te verdienen. Immers, u hebt gedurende een lange(re) periode een vaste rentevergoeding bedongen; stijgt de rente in die periode op de kapitaalmarkt, dan profiteert u daar niet van. Daar staat tegenover dat u in die periode ook geen nadeel ondervindt van een daling van de rente. Renterisico bestaat dus ook gedeeltelijk uit een herbeleggingsrisico.
Overige risico’s Voorbeelden hiervan zijn onder meer: het liquiditeitsrisico (het risico van een geringe verhandelbaarheid), politieke risico’s (wijziging van wet- en regelgeving en andere overheidsmaatregelen die de belegger benadelen), inflatierisico (het risico dat de koopkracht van de euro afneemt), herbeleggingsrisico (het risico dat op het moment van aflossing er geen gelijkwaardige herbeleggingsmogelijkheid is), fiscaal risico (het risico dat de fiscale behandeling wijzigt door wijziging in de toepasselijke fiscale wetgeving of de interpretatie daarvan).
Korte beschrijving van de verschillende financiële instrumenten:
Aandelen Een aandeel is een deelneming in het eigen vermogen van een vennootschap. De gezamenlijke aandeelhouders zijn eigenaar van het bedrijf. Bij aandelen is sprake van risicodragend kapitaal. In geval van faillissement loopt de waarde van het aandeel terug tot nul. De waardeontwikkeling is vooral afhankelijk van de gerealiseerde en
verwachte bedrijfsresultaten en de dividendpolitiek van de betrokken vennootschap. Aandeelhouders komen pas voor dividend in aanmerking nadat alle overige kapitaalverschaffers de aan hen toekomende gelden hebben ontvangen en het bedrijfsresultaat een dividendbetaling mogelijk maakt. De risico’s van een belegging in aandelen kunnen dus zeer verschillend zijn, afhankelijk van onder meer de ontwikkelingen bij de onderneming en de kwaliteit van het management.
Obligaties De koper van een obligatie leent geld uit aan een bedrijf of een andere instantie, bijvoorbeeld een land (staatsleningen). Een obligatie is een schuldbrief waarmee de uitgevende instelling de vordering erkent die de koper van de obligatie op haar heeft. Over de schuld vergoedt de uitgevende instelling meestal een vooraf overeengekomen rente. Nagenoeg alle obligaties zijn aflosbaar, d.w.z. ze hebben een bepaalde looptijd. Er zijn echter vele bijzondere vormen van obligaties, zoals: - Obligaties waarop geen rente wordt uitbetaald (zerobonds). Het rendement op deze obligaties wordt verkregen uit het verschil tussen de uitgiftekoers en de latere aflossingskoers. - Obligaties die geen vooraf overeengekomen aflossingsdatum kennen (perpetuals). Aflossing vindt alleen plaats als de uitgevende instelling dat wenst. In het algemeen zijn perpetuals zeer rentegevoelig. - Achtergestelde obligaties. Bij een faillissement van de uitgevende instelling worden deze obligaties pas uitbetaald nadat alle andere schulden voldaan zijn. - Converteerbare obligaties (convertibles). Dit is een obligatie die op verzoek van de belegger kan worden omgewisseld tegen aandelen (eventueel met een bijbetaling). De koers van deze obligatie wordt daarom mede bepaald door de waarde die dit conversierecht van tijd tot tijd vertegenwoordigt.
Beleggingsfondsen Het woord beleggingsfonds is een verzamelterm die gebruikt wordt voor: - beleggingsmaatschappijen (die in de vorm van een NV of BV opereren); - fondsen voor gemene rekening; - unit-linked fondsen (gekoppeld aan een (pensioen)verzekering). Bij een beleggingsfonds brengen de deelnemers gezamenlijk een vermogen bijeen dat door de beheerder volgens de doelstellingen van het fonds belegd wordt. Naast de expertise die de beheerder heeft, is het grote voordeel dat de deelnemers een spreiding kunnen bereiken die individueel niet haalbaar is. Daarbij dient echter te worden bedacht dat er ook beleggingsfondsen zijn die slechts in één sector of land/regio beleggen en waarbij derhalve sprake is van een beperkte spreiding. Verreweg de meeste beleggingsfondsen zijn openend, dat wil zeggen dat het fonds continu aandelen (participaties) uitgeeft dan wel inneemt. Er is dus sprake van een variabel aantal deelnemingsrechten. Het gevolg daarvan is dat bij open-end beleggingsfondsen de prijs waarop gehandeld wordt nauwelijks bepaald wordt door vraag en aanbod, maar vrijwel volledig door de intrinsieke waarde. Dit is de waarde van de onderliggende beleggingsportefeuille van het betreffende fonds gedeeld door het aantal uitstaande participaties. Is een beleggingsfonds daarentegen closed-end (aantal deelnemingsrechten is gefixeerd) dan zijn vraag en aanbod wel van duidelijke invloed op de koers. Een beleggingsfonds dat belegt in (veelal jonge) niet beursgenoteerde ondernemingen, met de bedoeling deze weer te verkopen zodra deze ondernemingen voldoende gegroeid zijn dan wel rijp zijn voor een beursnotering, heet een private equity fund. Van een geheel andere orde zijn beleggingsfondsen die de mogelijkheid kennen om met een hefboom te werken of die short posities kunnen innemen, de zogenaamde hedge funds. Vroeger duidde men met deze term fondsen aan die derivaten gebruikten om risico’s te beperken, tegenwoordig wordt de term hedge funds juist gebruikt voor beleggingsfondsen die het risico opzoeken.
Warrants Een warrant vertegenwoordigt in de regel het recht om gedurende een vastgestelde periode een bepaalde onderliggende waarde (bijvoorbeeld aandelen of obligaties) te kopen of te verkopen tegen een vooraf vastgestelde prijs. Een warrant lijkt op een optie, met dien verstande dat een warrant wordt uitgegeven door een instelling en een optie door een beurs. Door de beperkte looptijd van de warrant kan het recht om de onderliggende waarde te kopen of te verkopen waardeloos aflopen. Door de hefboomwerking zal een wijziging van de onderliggende waarde veelal versterkt doorwerken in de prijs van de warrant.
Opties Een optie is een contract waarbij de partij die de optie verkoopt (de ‘schrijver’) aan de koper het recht toekent om een onderliggende waarde (zoals aandelen, (aandelen)indices of valuta’s) gedurende of
aan het einde van een overeengekomen periode te kopen (calloptie) of te verkopen (putoptie) tegen een prijs die van te voren is bepaald of waarvan overeengekomen is op welke wijze deze bepaald zal worden. De prijs die de koper voor dit recht betaalt aan de schrijver heet de premie. De premie is aanmerkelijk kleiner dan de koers van de onderliggende waarde. Hierdoor leidt een kleine koersschommeling van de onderliggende waarde tot een relatief grote schommeling van de premie (de zogenaamde hefboomwerking). De koper van een optie kan maximaal zijn inleg verliezen, de schrijver kan (zelfs aanmerkelijk) meer verliezen dan zijn premieopbrengst. Via de Rabo effectenrekening kan pas gehandeld worden in opties als er eerst een aparte overeenkomst is afgesloten. Bij die overeenkomst hoort een brochure waarin meer uitleg wordt gegeven over (de risico’s van) opties (en termijncontracten).
Termijncontracten (futures) Een termijncontract is de verplichting (geen recht) om een zekere hoeveelheid van een bepaalde onderliggende waarde (zoals (aandelen) indices, valuta’s of grondstoffen) te kopen of te verkopen tegen een vastgestelde prijs met levering op termijn. Een termijncontract kan worden gekocht of worden verkocht. De koper van een termijncontract (ook wel houder van een ‘long positie’ genoemd) neemt de verplichting op zich om de afgesproken hoeveelheid in ontvangst te nemen en te betalen. De verkoper (houder van een ‘short positie’) heeft een leveringsplicht. De termijnhandel bezit een sterke hefboomwerking doordat er bij het afsluiten van een termijncontract maar een gering deel van de werkelijke waarde behoeft te worden gestort. Een beperkte koersschommeling kan derhalve tot grote verliezen (of winsten) leiden. Ook voor termijncontracten geldt dat er pas via de Rabo effectenrekening in gehandeld kan worden als er eerst een aparte overeenkomst is afgesloten.
Gestructureerde producten Een gestructureerd product is een combinatie van meerdere beleggings producten, meestal een obligatie en een optie. De optie zorgt voor een bepaalde hefboomwerking, bijvoorbeeld een kans op een hoger rendement of het geven van een bepaalde garantie of bescherming. Hoe groter de kans op een hoger rendement, hoe hoger ook het risico. Een garantie of bescherming is meestal door een optie in de professionele markt afgedekt. De kosten hiervan verlagen het rendement. Minder risico betekent daarom in de regel ook dat het te verwachten rendement lager zal zijn. We spreken over een garantieproduct wanneer op het einde van de looptijd ten minste de nominale waarde (hoofdsom) wordt terugbetaald. Producten waarbij de inleg slechts deels gegarandeerd wordt zijn beschermingsproducten. De garantie c.q. bescherming is niet van toepassing indien tussentijds tot verkoop van het gestructureerde product wordt overgegaan. De marktwaarde kan hoger of lager zijn dan de nominale waarde van het gestructureerde product en wordt beïnvloed door verschillende factoren, waaronder de ontwikkeling van de onderliggende waarde en de mate van verhandelbaarheid. Een bekend voorbeeld van een gestructureerd product is de reverse convertible. Hierbij bepaalt de uitgevende instelling of de obligatie wordt afgelost door terugbetaling van de hoofdsom of door levering dan wel afrekening van een vooraf vastgestelde hoeveelheid onderliggende waarde (bijvoorbeeld aandelen). De koers van deze obligatie zal dalen naarmate de waarde van voornoemde onderliggende waarde lager wordt dan de hoofdsom.
Tenslotte Deze bijlage kan niet alle kenmerken van alle financiële instrumenten en de daaraan verbonden risico’s uitputtend beschrijven. De Rabobank zal de belegger, op diens verzoek, te allen tijde aanvullende informatie verschaffen.
valt hier buiten: Dat risico is inherent aan het beleggen en komt altijd voor rekening van de belegger. Allereerst is het van belang om een onderscheid te maken tussen een eigendomspositie en een vordering. Bij een faillissement van een bank kunnen klanten hun eigendommen zonder meer uitgeleverd krijgen, vorderingen zullen echter in de failliete boedel vallen. Gelden zijn altijd vorderingen, terwijl bij effectentegoeden dat niet het geval is voor zover deze binnen de reikwijdte van de Wet giraal effectenverkeer vallen.
Gelden Als u uw geld toevertrouwt aan een kredietinstelling zoals de Rabobank, dan verkrijgt u een vordering op de bank. De bank immers zal deze gelden weer uitlenen en met hetgeen daarmee wordt verdiend de rente op spaartegoeden betalen of de kosten van betaalrekeningen compenseren. Teneinde het risico dat de klant zijn toevertrouwde gelden als gevolg van een faillissement zou kunnen kwijtraken zo klein mogelijk te maken, gelden er voor kredietinstellingen (banken) strenge minimum vermogenseisen, die ervoor moeten zorgen dat zij ook na veel tegenslag nog steeds aan hun verplichtingen kunnen voldoen. Klanten lopen het minste risico indien zij hun geld toevertrouwen aan banken die ten opzichte van hun verplichtingen relatief veel eigen vermogen hebben om tegenvallers op te vangen. Zoals u bekend zal zijn, heeft de Rabobank een hoge credit rating. De credit rating die een bank heeft geeft aan in welke mate die bank ook op lange termijn aan haar verplichtingen zal kunnen voldoen.
Effecten, waaronder inbegrepen deelnemingen in beleggingsinstellingen en geldmarktpapier Wanneer de bank een aankooporder voor u heeft uitgevoerd, wordt u meteen voor het aankoopbedrag gedebiteerd en voor de gekochte effecten gecrediteerd. De gecrediteerde positie op uw effectenrekening is een stukkenvordering die u heeft op de bank. De bank op haar beurt heeft een stukkenvordering op de clearingorganisatie LCH.Clearnet of op een andere door haar ingeschakelde derde, die de betreffende effecten aan de bank moet gaan leveren. Het is internationaal usance dat effecten op de derde dag na de transactie door de bank van de verkoper aan de clearingorganisatie worden geleverd en direct door de clearingorganisatie weer worden doorgeleverd aan de bank van de koper. Zolang deze levering nog niet heeft plaatsgevonden loopt u het risico dat uw vordering geheel of gedeeltelijk verloren zou kunnen gaan indien de bank op dat moment failliet gaat. Zijn de effecten geleverd dan zijn er twee mogelijkheden: 1 De effecten vallen onder de Wet giraal effectenverkeer (Wge); 2 De effecten vallen niet onder de Wge. Ad 1. Op dit moment vallen vrijwel alle aandelen en obligaties die genoteerd zijn op Euronext Amsterdam onder de beschermende werking van de Wge. Zodra Wge-effecten aan de bank geleverd zijn, worden de effecten op naam van de bank bewaard en geldt de klant op wiens effectenrekening de effecten staan als mede-eigenaar van de betreffende effecten in het door de bank beheerde verzameldepot2 U loopt vanaf het tijdstip van levering geen risico bij een faillissement van de bank. Ad 2. Effecten die niet onder de Wge vallen (bijv. de meeste buitenlandse effecten) worden na levering niet op naam van de bank bewaard, maar op naam van de B.V. Bewaarbedrijf Rabobank Nederland (hierna: het bewaarbedrijf ). De klant krijgt een vordering op het bewaarbedrijf. Het enige doel van het bewaarbedrijf is het bewaren van effecten. Andere activiteiten zijn nadrukkelijk verboden, zodat het risico dat het bewaarbedrijf failliet zou kunnen gaan vrijwel uitgesloten is. Rabobank Nederland is hoofdelijk aansprakelijk voor alle verplichtingen van het bewaarbedrijf jegens de klant. De door het bewaarbedrijf te verrichten werkzaamheden worden uitgevoerd door Rabobank Nederland. Na de uitvoering van een verkooporder worden de verkochte effecten meteen van uw effectenrekening afgeboekt en wordt u voor het verkoopbedrag gecrediteerd.
Opties en futures Opties en futures zijn rechten en verplichtingen. Van een levering is geen sprake. De vordering (long positie) die na uitvoering van een openingsaankoop ontstaat, blijft daarom bestaan gedurende de gehele periode dat een klant de positie aanhoudt. Bij een onverhoopt
Bijlage II bij de Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007
Bescherming van uw financiële instrumenten en gelden bij de Rabobank De Rabobank neemt alle maatregelen die nodig zijn om de door u aan de bank toevertrouwde financiële instrumenten1 (zoals effecten) en de door u toevertrouwde gelden zo goed mogelijk te beschermen tegen het risico dat u uw effecten of geldtegoeden geheel of gedeeltelijk verliest indien de bank of een door de bank ingeschakelde derde failliet zou gaan. Het risico op waardevermindering door koers- of valutaverlies 1 Financiële instrumenten is een verzamelbegrip dat in Europese en Nederlandse wetgeving wordt gebruikt. Hieronder vallen onder meer: effecten (aandelen en obligaties e.d.), deelnemingen in beleggingsinstellingen (beleggingsfondsen), geldmarktpapier, opties en futures (termijncontracten).
2 Alle klanten die deze stukken in bewaring hebben (de deelgenoten) verkrijgen tezamen en naar evenredigheid van ieders tegoed de collectieve eigendom van het verzameldepot, d.w.z. van alle in bewaring zijnde effecten van het betreffende fonds.
faillissement van de bank vallen long posities van de klant derhalve in de failliete boedel en wordt de klant voor zijn vordering een concurrent schuldeiser. Bij een short positie heeft de klant een verplichting tegenover de bank. De klant zal deze verplichting moeten nakomen, maar dat zou hij e bank c.q. het bewaarbedrijf is echter niet aansprakelijk voor eventuele schade voor de klant, indien een derde niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. Op de door de bank c.q. het bewaarbedrijf bij een derde in het buitenland aangehouden financiële instrumenten of gelden zal het recht van het betreffende land van toepassing zijn, hetgeen van invloed kan zijn op de rechten van de klant met betrekking tot deze financiële instrumenten of gelden. Er dient rekening mee te worden gehouden dat het niet mogelijk is om de door de bank c.q. het bewaarbedrijf (al dan niet op een omnibusrekening) bij een derde in het buitenland aangehouden financiële instrumenten van een klant te scheiden van financiële instrumenten van derden. Afhankelijk van het van toepassing zijnde buitenlands recht dient de klant er rekening mee te houden dat in geval van insolventie of faillissement van deze derde, de door de bank c.q. het bewaarbedrijf bij deze derde aangehouden financiële instrumenten, in de boedel van deze derde kunnen vallen. Aan het door de bank c.q. het bewaarbedrijf bij een derde in het buitenland aanhouden van financiële instrumenten of gelden kunnen voor de klant naast het bewaarrisico ook andere risico’s verbonden zijn, waaronder het landenrisico.
Pandrecht en verrekeningsrecht Op grond van de op de relatie met de klant van toepassing zijnde overeenkomsten en algemene voorwaarden zijn alle door de klant bij de bank c.q. het bewaarbedrijf aangehouden financiële instrumenten en gelden verpand aan de bank tot zekerheid voor al hetgeen de bank, uit welke hoofde ook, al dan niet opeisbaar of onder voorwaarde van de klant te vorderen heeft of zal krijgen. De bank is steeds bevoegd om hetgeen zij al dan niet opeisbaar of onder voorwaarde van de klant heeft te vorderen, te verrekenen met al dan niet opeisbare tegenvorderingen van de klant op de bank, ongeacht de valuta waarin die vorderingen luiden. Derden bij wie de bank c.q. het bewaarbedrijf in het buitenland financiële instrumenten of gelden aanhoudt zullen op grond van het van toepassing zijnde buitenlands recht veelal een pandrecht, verrekenbevoegdheid, retentierecht dan wel enig ander verhaalsrecht hebben op de bij hen in bewaring gegeven financiële instrumenten of gelden voor de betaling van beheer- of bewaarkosten. Aan de klant toebehorende financiële instrumenten zullen zonder de uitdrukkelijke instemming van de klant nooit door de bank worden uitgeleend of herverpand. Toekomstige ontwikkelingen In voorbereiding is een wijziging van de Wge die naar verwachting in de loop van 2008 van kracht zal worden en die ervoor moet gaan zorgen: - dat ook buitenlandse effecten onder de bescherming van de Wge gaan komen, waardoor inschakeling van de B.V. Bewaarbedrijf Rabobank Nederland niet langer nodig zal zijn; - dat de curator bij een faillissement verplicht wordt om alle rechten en verplichtingen uit hoofde van beursgenoteerde optie- en futurescontracten zodanig af te wikkelen of over te dragen aan een andere bank/ intermediair als ware er geen faillissement. Hierdoor zullen optie- en futurescontracten niet langer meer in de boedel van een failliete bank vallen.
Bijlage III van de Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007
Het orderuitvoeringsbeleid van de Rabobank Dit orderuitvoeringsbeleid is van toepassing op de uitvoering door de Bank van effectenorders die door de Klant zijn ingelegd overeenkomstig de artikelen 15, 16, 17 en 18 van de AVED 2007. De Bank neemt bij het uitvoeren van effectenorders alle redelijke maatregelen om het best mogelijke resultaat voor de Klant te behalen. Bij het bepalen van het best mogelijke resultaat wordt rekening gehouden met de prijs (koers), uitvoeringskosten, de snelheid van uitvoering, de waarschijnlijkheid van uitvoering en de kwaliteit en kosten van de afwikkeling. Omdat de Klant standaard is ingedeeld in de categorie van niet-professionele beleggers, zijn de factoren prijs en de uitvoeringskosten het meest zwaarwegend bij het behalen van het best mogelijke resultaat. Orders ter zake van officieel genoteerde effecten worden in principe uitsluitend uitgevoerd op een gereglementeerde markt of multilaterale handelsfaciliteit (tezamen hierna aangeduid met “handelsplaats” of “handelsplaatsen”). Hiervan wordt slechts afgeweken indien er geen handelsplaats is die voldoende liquiditeit heeft. Hoe meer liquiditeit een handelsplaats in een bepaald fonds heeft, hoe groter de kans is dat de prijsvorming goed is en dat snelheid en waarschijnlijkheid van uitvoering
groot zijn. Een goede prijsvorming wordt gekenmerkt door een smalle spread. De spread is het verschil tussen de prijs waarop gekocht kan worden en de prijs waarop verkocht kan worden. Voor de gemiddelde order heeft de spread meer invloed op het best mogelijke resultaat dan het mogelijke verschil in uitvoeringskosten. Vandaar dat het algemene uitgangspunt van het orderuitvoeringsbeleid van de Bank is dat alle orders van een fonds in de regel naar de handelsplaats gaan met de meeste liquiditeit in het betreffende fonds. Rabobank Nederland is lid (‘Member’) van Euronext Amsterdam en legt effectenorders voor deze handelsplaats rechtstreeks bij Euronext in. Met betrekking tot effectenorders bestemd voor andere beurzen zal de Bank gebruik maken van de diensten van Brown Brothers Harriman Investor Services Limited (“BBH”). BBH treedt ten behoeve van de Bank op als een zogenaamde global broker / custodian. BBH beschikt over zodanige orderuitvoeringsregelingen dat rekening gehouden wordt met de factoren hierboven genoemd in de eerste twee alinea’s. Informatie over BBH is te vinden op www.bbh.com. Beursgenoteerde derivaten (dat zijn opties en futures) worden gecreëerd door een handelsplaats zelf. Vandaar dat derivatenorders door de Bank altijd verhandeld worden op de desbetreffende handelsplaats. Orders voor Euronext. liffe Amsterdam worden door de Bank rechtstreeks bij Euronext.liffe ingelegd. Voor derivatenorders die bestemd zijn voor een andere handelsplaats, heeft de Bank de Union Bank of Switzerland (“UBS”) ingeschakeld. UBS voert derivatenorders uit op de betreffende derivatenbeurs. UBS beschikt over zodanige orderuitvoeringsregelingen dat rekening gehouden wordt met de factoren hierboven genoemd in de eerste twee alinea’s. Informatie over UBS is te vinden op www.ubs.com. Omdat bij in Luxemburg genoteerde Eurobonds vrijwel alle liquiditeit zich in de professionele markt bevindt en de handelsplaatsen vrijwel geen of weinig liquiditeit hebben, worden die orders uitgevoerd op de interprofessionele markt door Rabobank International te Londen. In dat geval is de bank bevoegd om aan- en verkooporders uit te voeren met zichzelf of met derden als wederpartij. Het liquiditeitsuitgangspunt geldt alleen voor fondsen waarvan de prijs bepaald wordt door vraag en aanbod. Alle zogenaamde open-end beleggingsinstellingen, dit zijn de meeste genoteerde beleggingsinstellingen, vallen hier buiten. Dat komt omdat deze instellingen continu stukken uitgeven dan wel innemen, waardoor het aantal uitstaande stukken bij openend beleggingsinstellingen variabel is. Het gevolg daarvan is dat de prijs waarop gehandeld wordt niet wordt bepaald door vraag en aanbod, maar primair door de intrinsieke waarde. Dit is de waarde van de onderliggende beleggingsportefeuille van het betreffende fonds gedeeld door het aantal uitstaande participaties. Beurzen fungeren bij open-end beleggingsfondsen daarom zelden als handelsplaats, maar meestal slechts als doorgeefluik naar de beleggingsinstelling die het deelnemingsrecht uitgeeft. Daarom zijn ten aanzien van open-end beleggingsinstellingen uitsluitend de kwaliteit en de kosten van afwikkeling bepalend voor het orderuitvoeringsbeleid. Open-end beleggingsinstellingen kennen doorgaans slechts één handelsmoment per dag. Orders ontvangen vóór dat specifieke moment (‘cut-off time’) worden de volgende handelsdag verwerkt; later ontvangen orders de daaropvolgende handelsdag. Voor Rabobank Ledencertificaten organiseert Rabobank Nederland maandelijks een interne markt. Rabobank Ledencertificaten zijn niet genoteerd aan een reglementeerde markt en de methode waarop de koers wordt vastgesteld is beschreven in het prospectus. Voor alle overige Effecten, zoals bijvoorbeeld diverse Gestructureerde producten, geldt dat de Bank het best mogelijke resultaat behaalt door alle orders van een fonds te versturen naar de handelsplaats met de meeste liquiditeit in het betreffende fonds (in veel gevallen tevens ook de enige plaats waar het fonds wordt verhandeld). Hiervan wordt slechts afgeweken indien er op een andere handelsplaats voldoende liquiditeit is om ervoor te zorgen dat de prijzen in combinatie met de uitvoeringskosten voor de gemiddelde order gunstiger uitkomen. Omdat het doorleiden van (retail)effectenorders een volledig geautomatiseerd proces is, is de Bank niet gehouden om specifieke instructies van de Klant die afwijken van het orderuitvoeringsbeleid van de Bank uit te voeren. Het is daarom ook niet mogelijk om bij het opgeven van effectenorders aan te geven op welke handelsplaats de order moet worden uitgevoerd. Voor zover de Bank een specifieke instructie van de Klant die afwijkt van het orderuitvoeringsbeleid van de Bank uitvoert, dient de Klant zich te realiseren dat zulks de Bank kan beletten de in het orderuitvoeringsbeleid van de bank opgenomen
maatregelen te nemen om bij de uitvoering van de desbetreffende order het best mogelijk resultaat te behalen. Indien de Klant ingaat op een specifiek op zijn verzoek aan hem afgegeven quote (bied- of laatprijs), bijvoorbeeld door Rabobank International met betrekking tot eurobonds, dan is de verplichting om voor de Klant het best mogelijke resultaat te behalen niet van toepassing. Op dit orderuitvoeringsbeleid zijn de bepalingen uit de AVED 2007 van overeenkomstige toepassing, waaronder begrepen de artikelen 12 (aansprakelijkheid), 13 (inschakeling van derden) en 22 (Bijzondere omstandigheden) AVED 2007. Onder bijzondere omstandigheden (waaronder begrepen het uitvallen van ordersystemen en grote drukte op effecten- en derivatenbeurzen) is de Bank niet gehouden een order uit te voeren overeenkomstig dit orderuitvoeringsbeleid. De Bank is niet aansprakelijk voor de hierdoor ontstane schade, tenzij er sprake is van opzet of grove schuld van de Bank. De Bank ziet toe op de doeltreffendheid van haar orderuitvoerings regelingen en orderuitvoeringsbeleid teneinde tekortkomingen te achterhalen en corrigeren. De Bank zal jaarlijks dan wel eerder indien daartoe naar haar oordeel voldoende aanleiding bestaat nagaan of de in dit orderuitvoeringsbeleid opgenomen handelsplaatsen tot het best mogelijke resultaat voor de Klant leiden dan wel of zij haar orderuitvoeringsbeleid moet wijzigen. De Bank zal de Klant in kennis stellen indien in het orderuitvoeringsbeleid van de Bank wezenlijke wijzigingen worden aangebracht. De Bank zal voor het beoordelen van de liquiditeit van de diverse handelsplaatsen gebruikmaken van de gegevens die de Europese toezichthouders hierover jaarlijks bekend zullen maken. De Bank zal haar beleid om alle orders van een fonds op één handelsplaats uit te voeren verlaten indien aan een aantal voorwaarden is voldaan, zoals: (i) er dienen goede prijsvergelijkingssystemen in de markt beschikbaar te zijn; (ii) er dienen voldoende orders te zijn die de investering voor een verbinding met een extra handelsplaats rechtvaardigen; (iii) de extra handelsplaats moet zich voldoende bewezen hebben met betrekking tot de handel in het betreffende Effect en gedurende tenminste één jaar een dusdanige liquiditeit hebben behaald, dat de prijzen regelmatig beter zijn dan de prijzen op de meest liquide markt; (iv) de extra handelsplaats moet ervoor kunnen zorgen dat de afwikkeling volledig automatisch plaatsvindt bij de clearing respectievelijk de bewaarder die de bank voor het betreffende fonds standaard gebruikt. Handmatig ingrijpen in het afwikkelingsproces maakt de kosten van afwikkeling bij retailorders zo hoog dat dit het behalen van een beter resultaat in de weg staat. Indien de Klant op redelijke gronden meent dat zijn order niet overeenkomstig dit orderuitvoeringsbeleid is uitgevoerd, kan de Klant de Bank verzoeken aan te tonen dat de Bank voor hem de order heeft uitgevoerd in overeenstemming met dit beleid, tenzij de order of een specifiek aspect van de order is uitgevoerd volgens een specifieke instructie van de Klant. Tegenover de Klant strekt een door de Bank getekend uittreksel uit haar administratie tot volledig bewijs, behoudens door de Klant geleverd tegenbewijs. De Klant stemt in met en verleent - voor zover nodig - uitdrukkelijke toestemming aan het orderuitvoeringsbeleid van de Bank. Onverminderd andere wijzen waarop instemming c.q. toestemming door de Klant kunnnen worden verleend, wordt deze geacht in ieder geval te zijn verleend indien de Klant een order inlegt na ontvangst van de brief waarbij de Klant is geïnformeerd over de AVED 2007.
Bijlage IV bij de Algemene Voorwaarden voor de Effectendienstverlening van de Rabobank 2007
Beknopte beschrijving beleid inzake belangenconflicten Bij de uitvoering van de dienstverlening kunnen er binnen de Rabobank belangenconflicten ontstaan binnen de organisatie zelf, tussen de organisatie en (één) van haar klanten of tussen klanten onderling. In deze beschrijving staan voorbeelden en de wijze waarop de Rabobank deze belangenconflicten probeert te voorkomen of hiermee op passende wijze om te gaan indien deze zich toch voordoen. Uitgangspunt is dat belangentegenstellingen zoveel mogelijk worden voorkomen. Hierbij dient de bank oog te hebben voor de positie van de klant en voortdurend alert te zijn op mogelijke belangentegenstellingen. Het management zorgt ervoor dat mogelijke belangentegenstellingen bankbreed worden onderkend. Tot de belangrijkste maatregelen die worden genomen om te voorkomen dat informatie binnen een onderdeel van de organisatie
terecht komt waar dit niet wenselijk is, behoren de zogenaamde “Chinese Walls”. Hieronder worden denkbeeldige scheidingswanden verstaan die tot doel hebben te voorkomen dat (koersgevoelige) informatie die bekend is bij medewerkers van een bepaalde entiteit of afdeling direct of indirect terechtkomt bij medewerkers van een andere entiteit of afdeling die deze informatie niet nodig hebben voor de uitoefening van hun functie. Deze barrières kunnen bestaan uit organisatorische, procedurele en fysieke scheidingen tussen de verschillende organisatieonderdelen en afdelingen. Een belangrijk voorbeeld is de scheiding tussen het kredietbedrijf en het effectenbedrijf. Dankzij Chinese Walls zijn de medewerkers van het effectenbedrijf niet op de hoogte aan welke (beursgenoteerde) ondernemingen er door de Rabobank kredieten zijn verstrekt. Verder maakt de Rabobank voor haar advisering gebruik van het researchinstituut IRIS. Dit researchinstituut is door Robeco en de Rabobank in het leven geroepen om onafhankelijke en objectieve advisering te garanderen en bij het opstellen van deze adviezen de belangen van de particuliere belegger voorop te stellen. Belangrijkste uitgangspunt is dat werkzaamheden die tegenstrijdige belangen met zich mee zouden kunnen brengen niet op één en dezelfde plaats mogen en kunnen worden uitgevoerd. Dergelijke werkzaamheden worden in verschillende functies ondergebracht. Insiders die tijdens de uitvoering van hun werkzaamheden in aanraking zouden kunnen komen met koersgevoelige informatie en op deze wijze de mogelijkheid van handelen met voorwetenschap zouden kunnen hebben, zijn onderworpen aan een speciale regeling die toeziet op de door hen in privé uit te voeren transacties. Op grond van deze regeling is een aantal beperkingen van kracht, waaronder de verplichting om een effectenrekening bij een bepaalde beleggingsonderneming aan te houden (de zgn. locatieplicht), handelsbeperkingen voor insiders die een emissie begeleiden en - voor een beperkte groep insiders - het verbod op intraday-handel. Bovendien zijn de uitgevoerde transacties onderhevig aan controle door de compliance officer. Overigens geldt voor alle medewerkers dat handelen met voorwetenschap verboden is. Door middel van intern toezicht en controle op de werkzaamheden van medewerkers die in een positie werkzaam zijn waar een belangenconflict zich zou kunnen voordoen wordt gewaarborgd dat de genomen maatregelen ook worden nageleefd. Iedere lokale Rabobank beschikt over een Local Compliance Officer die toezicht houdt op de naleving van relevante regelgeving.
Algemene Bankvoorwaarden Deze algemene voorwaarden zijn tot stand gekomen in overleg tussen de Nederlandse Vereniging van Banken en de Consumentenbond in het kader van de Coördinatiegroep Zelfreguleringsoverleg van de Sociaal-Economische Raad en treden in werking per 1 november 2009. Over overige (product) voorwaarden die van toepassing kunnen zijn heeft geen overleg plaatsgevonden. De Consumentenbond behoudt zich het recht tot collectieve actie voor met betrekking tot dergelijke voorwaarden. 1 Werkingsfeer Deze Algemene Bankvoorwaarden gelden voor alle bestaande en toekomstige rechtsverhoudingen tussen de bank en de cliënt, voor zover daarvan niet is afgeweken in overeenkomsten en/of in bijzondere voorwaarden. Algemene voorwaarden die een buitenlandse vestiging van de bank gebruikt voor haar rechtsverhoudingen met de cliënt hebben voor die rechtsverhoudingen, voor zover er onderlinge strijdigheid is, voorrang op deze Algemene Bankvoorwaarden. Als door of namens een cliënt andere algemene voorwaarden van toepassing zijn of worden verklaard, gelden die niet in de rechtsverhouding met de bank, tenzij de bank daarmee schriftelijk heeft ingestemd. 2 Zorgplicht bank en cliënt 1 De bank neemt bij haar dienstverlening de nodige zorgvuldigheid in acht en houdt daarbij naar beste vermogen rekening met de belangen van de cliënt. Geen van de bepalingen van deze Algemene Bankvoorwaarden of van de door de bank gebruikte bijzondere voorwaarden kan aan dit beginsel afbreuk doen. 2 De cliënt neemt jegens de bank de nodige zorgvuldigheid in acht en houdt daarbij naar beste vermogen rekening met de belangen van de bank. De cliënt stelt de bank in staat haar wettelijke en contractuele verplichtingen na te kunnen komen en haar dienstverlening correct te kunnen uitvoeren. De cliënt mag van de diensten en/of producten van de bank geen oneigenlijk of onrechtmatig gebruik (laten) maken, waaronder mede begrepen gebruik dat strijdig is met wet- en regelgeving, dienstbaar is aan strafbare feiten of schadelijk is voor de bank of haar reputatie of voor de integriteit van het financiële stelsel. 3 Activiteiten en doeleinden De cliënt verschaft de bank, met inachtneming van de geldende privacywetgeving, op haar eerste verzoek informatie over zijn activiteiten en doeleinden en over de redenen van (voorgenomen) afname van diensten en/of producten van de bank. De cliënt deelt desgevraagd aan de bank de herkomst mee van bij de bank gestorte of te storten gelden, ondergebrachte of onder te brengen waardepapieren en van in (open) bewaring gegeven of te geven zaken. 4 Niet-openbare informatie De bank hoeft bij haar dienstverlening geen gebruik te maken van nietopenbare informatie, waaronder koersgevoelige informatie. 5 Inschakeling derden 1 De bank mag bij haar dienstverlening gebruik maken van derden en werkzaamheden (deels) uitbesteden. De bank mag zaken, waardepapieren, effecten of financiële instrumenten van de cliënt, al dan niet op naam van de bank, aan derden in bewaring geven of door derden laten beheren. 2 Als de cliënt de bank een opdracht of volmacht geeft, mag de bank ter uitvoering daarvan ook handelen met zichzelf als wederpartij, en mag zij die opdracht of volmacht ook aan een derde geven. 3 De bank neemt bij de keuze van derden de nodige zorgvuldigheid in acht. Als de cliënt zelf een derde heeft ingeschakeld of aangewezen, zijn de gevolgen van die keuze voor rekening van de cliënt. 6 Risico van verzendingen Als de bank in opdracht van de cliënt gelden of financiële instrumenten, waaronder effecten, aan de cliënt of aan derden zendt, geschiedt de verzending voor risico van de bank. Als de bank in opdracht van de cliënt andere zaken of waardepapieren aan de cliënt of aan derden zendt, geschiedt die verzending voor risico van de cliënt. 7 Cliëntgegevens De cliënt en zijn vertegenwoordigers zijn verplicht aan de bank alle medewerking te verlenen en informatie te verstrekken voor het vaststellen en verifiëren van onder meer hun identiteit, burgerservicenummer, geboortedatum, burgerlijke staat, handelingsbekwaamheid en -bevoegdheid, huwelijks- of partnerschapsgoederenregime, rechtsvorm, woon- en/of (statutaire)
vestigingsplaats, - voor zover van toepassing - hun inschrijvingsnummer in het handelsregister en/of andere registers en hun BTW-nummer. Wijzigingen in deze gegevens moeten zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de bank worden meegedeeld. De bank mag van documenten, waaruit deze gegevens blijken, kopieën maken, de gegevens registreren en bewaren. Als de cliënt een rechtspersoon of samenwerkingsverband is, zijn de cliënt en zijn vertegenwoordigers tevens verplicht op eerste verzoek van de bank inzicht te verschaffen in de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van de rechtspersoon of het samenwerkingsverband. 8 Handtekening De cliënt en zijn vertegenwoordigers deponeren op eerste verzoek van de bank een voorbeeld van hun handgeschreven handtekening bij de bank op een wijze en/of in een vorm als door de bank bepaald. Het van een persoon verkregen voorbeeld geldt tegenover de bank als weergave van zijn actuele handgeschreven handtekening, ongeacht de hoedanigheid waarin hij tegenover de bank handelt, totdat de bank van een wijziging in kennis is gesteld. 9 Volmacht en vertegenwoordigingsbevoegdheid 1 De cliënt mag aan een derde volmacht geven om namens hem met de bank te handelen. De gevolmachtigde is niet bevoegd de aan hem verleende volmacht door te geven aan een derde. De cliënt is tegenover de bank aansprakelijk voor het nakomen van verplichtingen, die zijn aangegaan door de gevolmachtigde. De bank kan verlangen dat een volmacht op een bepaalde wijze en/of in een bepaalde vorm en/of volgens een bepaalde procedure wordt gegeven. De bank hoeft niet met een gevolmachtigde te (blijven) handelen. 2 Als de bevoegdheid van een vertegenwoordiger van de cliënt eindigt of zich in verband met die bevoegdheid een wijziging voordoet, is de cliënt verplicht, ongeacht inschrijving in openbare registers of openbaarmaking daarvan, dat einde of die wijziging zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de bank mee te delen. De bank mag opdrachten die aan haar zijn gegeven door een vertegenwoordiger voordat of kort nadat de bank die mededeling van het einde of de wijziging heeft ontvangen, rechtsgeldig (blijven) uitvoeren als zij die uitvoering redelijkerwijs niet kan voorkomen. 3 De Algemene Bankvoorwaarden en alle overige tussen de cliënt en de bank toepasselijke bepalingen, regels en beperkingen zijn van overeenkomstige toepassing op de vertegenwoordiger in verband met de uitoefening van zijn vertegenwoordiging. De cliënt is verantwoordelijk voor de naleving daarvan door zijn vertegenwoordiger en zal er voor zorgen dat de cliënt en de vertegenwoordiger elkaar volledig geïnformeerd houden over al hetgeen voor hen als cliënt en vertegenwoordiger van belang is of kan zijn. 10 Persoonsgegevens De bank mag persoonsgegevens van de cliënt en van diens vertegenwoordigers, alsmede gegevens met betrekking tot door de cliënt afgenomen producten en diensten, verwerken met inachtneming van de geldende wet- en regelgeving en de bank bindende gedragscodes en deze binnen de groep waartoe de bank behoort uitwisselen voor het beheer van de relatie met de cliënt, ter voorkoming en bestrijding van criminaliteit en voor commerciële doeleinden. Persoonsgegevens kunnen ook worden uitgewisseld met derden die de bank inschakelt bij haar bedrijfsvoering of de uitvoering van bankdiensten. Dit kan, onder meer in het kader van het betalingsverkeer, doorgifte meebrengen aan derden in landen die niet hetzelfde beschermingsniveau kennen als Nederland. Persoonsgegevens kunnen zowel tijdens als na de verwerking voorwerp zijn van onderzoek door bevoegde nationale autoriteiten van de landen waar dergelijke gegevens zich vanwege het verwerkingsproces bevinden. 11 (Beeld- en geluid-)opnamen De bank mag binnen de grenzen van de toepasselijke wet- en regelgeving (beeld- en geluid-)opnamen maken ten behoeve van doeleinden als een goede bedrijfsvoering, bewijslevering, criminaliteitsbestrijding en kwaliteitsbewaking. Als de cliënt nakoming door de bank verlangt van een verplichting tot afgifte van een kopie of transscriptie van een opname, moet hij eerst de relevante specificaties opgeven zoals de relevante datum, tijdstip en locatie. 12 Continuïteit in dienstverlening De bank stelt zich het adequate functioneren van voorzieningen ten behoeve van haar dienstverlening (bijvoorbeeld apparatuur,
programmatuur, systemen, infrastructuur, netwerken) ten doel, maar staat er niet voor in dat deze voorzieningen continu actief en storingsvrij zullen zijn. De bank streeft ernaar onderbreking/storing, voor zover dit binnen haar invloedsfeer ligt, binnen redelijke grenzen te vermijden of anders de onderbreking/ storing binnen redelijke tijd te verhelpen. 13 Overlijden cliënt 1 De bank moet zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis worden gesteld van het overlijden van de cliënt. Zolang de bank niet op deze wijze in kennis is gesteld van het overlijden van de cliënt, mag zij door of namens hem gegeven opdrachten (blijven) uitvoeren. De bank mag opdrachten die aan haar zijn gegeven voordat of kort nadat de bank in kennis is gesteld van het overlijden van een cliënt rechtsgeldig (blijven) uitvoeren als zij die uitvoering redelijkerwijs niet kan voorkomen. 2 Na het overlijden van de cliënt kan de bank verlangen dat degene(n) die stelt/stellen bevoegd te zijn (rechts)handelingen met betrekking tot de nalatenschap van de cliënt te verrichten ten bewijze daarvan een verklaring van erfrecht, afgegeven door een Nederlandse notaris, en/of andere door de bank acceptabel geoordeelde documenten aan de bank overlegt/overleggen. 3 De bank is niet verplicht opnieuw informatie te verschaffen over handelingen en transacties die zijn verricht voor het moment van het overlijden van de cliënt. 14 Naam en adres van de cliënt 1 De cliënt deelt de bank mee naar welk adres voor hem bestemde documenten en/ of informatie kunnen worden gezonden. De cliënt deelt naams- en adreswijzigingen zo spoedig mogelijk schriftelijk aan de bank mee. Als het adres van de cliënt door zijn toedoen niet (meer) bij de bank bekend is, kan de bank onderzoek doen naar het adres van de cliënt zonder daartoe verplicht te zijn. De kosten van een dergelijk onderzoek komen voor rekening van de cliënt. De cliënt die geen bij de bank bekend adres heeft, wordt geacht zijn postadres te hebben gekozen op het adres waar de bank gevestigd is, tenzij anders overeengekomen. 2 Als een product of dienst van de bank door twee of meer personen wordt afgenomen, zendt de bank de documenten en/of informatie naar het adres dat door die personen aan de bank is opgegeven. Als daarover geen overeenstemming (meer) bestaat tussen die personen, mag de bank zelf kiezen naar welk adres van die personen zij de documenten en/of informatie zendt. 15 Nederlandse taal De communicatie tussen de bank en de cliënt geschiedt in het Nederlands, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen. De bank kan verlangen dat de cliënt documenten die luiden in een andere taal dan het Nederlands, ten genoegen van haar op kosten van de cliënt in het Nederlands of in een andere door de bank akkoord bevonden taal laat vertalen door een daartoe naar het oordeel van de bank bekwaam persoon. Een in Nederland in de desbetreffende taal beëdigd vertaler is in ieder geval daartoe bevoegd. 16 Gebruik van communicatiemiddelen De cliënt is verplicht in het verkeer met de bank zorgvuldig en veilig om te gaan met het gebruik van internet, fax, e-mail, post of andere communicatiemiddelen. 17 Gegevens en opdrachten 1 De cliënt draagt er zorg voor dat de bank tijdig beschikt over alle gegevens waarvan de bank aangeeft of waarvan de cliënt redelijkerwijs moet begrijpen dat deze noodzakelijk zijn voor een correcte dienstverlening door de bank. De cliënt draagt er zorg voor dat tot de bank of tot een door de bank aangewezen derde gerichte verklaringen, zoals opdrachten, opgaven en mededelingen aan de bank, duidelijk en volledig zijn en de juiste gegevens bevatten. De cliënt houdt zich daarbij aan door de bank gegeven voorschriften en aanwijzingen. 2 De cliënt maakt bij zijn tot de bank, of tot een door de bank aangewezen derde, gerichte verklaringen gebruik van door de bank voorgeschreven of goedgekeurde gegevensdragers of communicatiemiddelen. De cliënt gebruikt deze met inachtneming van door de bank gegeven voorschriften en aanwijzingen. 3 De bank mag de uitvoering van opdrachten opschorten of weigeren als deze niet op een correcte wijze zijn gegeven. De bank mag in bijzondere omstandigheden weigeren een door of namens de cliënt gegeven opdracht uit te voeren of een gevraagde dienst te verrichten.
18 Bewijskracht en bewaartermijn bankadministratie Tegenover de cliënt strekt een uittreksel uit de administratie van de bank tot volledig bewijs, behoudens door de cliënt geleverd tegenbewijs. De bank hoeft haar administratie niet langer te bewaren dan de wettelijke bewaartermijnen. 19 Controle van door de bank verschafte gegevens en uitgevoerde opdrachten 1 De cliënt moet de door de bank aan hem verzonden of op een andere wijze aan hem ter beschikking gestelde bevestigingen, rekeningafschriften, nota’s of andere opgaven of andere gegevens zo spoedig mogelijk na ontvangst controleren. Als de bank aan de cliënt dergelijke berichten elektronisch ter beschikking stelt, moet de cliënt de gegevens zo spoedig mogelijk controleren nadat zij aan hem ter beschikking zijn gesteld. Als datum van verzending of terbeschikkingstelling geldt de datum van verzending of terbeschikkingstelling zoals die blijkt uit kopieën, verzendlijsten of anderszins uit de administratie van de bank. De cliënt moet zo spoedig mogelijk controleren of de bank door of namens hem gegeven opdrachten juist en volledig heeft uitgevoerd. Als de cliënt geen bericht van de bank ontvangt, terwijl hij weet of zou moeten weten dat hij een bericht van de bank kan verwachten, stelt hij de bank daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis. 2 Als de cliënt een onjuistheid of onvolledigheid constateert, moet hij de bank daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis stellen en alle redelijke maatregelen nemen ter voorkoming van (verdere) schade. Als de bank constateert dat zij een fout of vergissing heeft gemaakt, herstelt zij die zo spoedig mogelijk. De bank stelt de cliënt zo spoedig mogelijk in kennis van de geconstateerde fout of vergissing. 3 De bank is bevoegd een fout of vergissing zonder instemming van de cliënt te herstellen en om een onterechte boeking ongedaan te maken. De bank is bevoegd om de creditering van een rekening van de cliënt ingevolge een door een beschikkingsonbevoegde of handelingsonbekwame persoon gegeven opdracht ongedaan te maken. 4 Als de cliënt een kopie vraagt van al eerder door de bank aan hem verstrekte gegevens, zal de bank die binnen redelijke termijn en tegen vergoeding van door de bank te maken redelijke kosten aan de cliënt verschaffen, tenzij de bank de gegevens niet meer heeft of de bank een redelijke grond heeft om niet aan het verzoek te voldoen. 20 Goedkeuring opgaven bank Als de cliënt de inhoud van de door of namens de bank aan hem gezonden of ter beschikking gestelde bevestigingen, rekeningafschriften, nota`s, andere opgaven of andere gegevens van de bank aan de cliënt niet schriftelijk heeft betwist binnen dertien maanden nadat die gegevens door of namens de bank aan de cliënt ter beschikking zijn gesteld, geldt de inhoud van die gegevens in elk geval en onverminderd de voor de cliënt uit artikel 19 voortvloeiende verplichtingen als door de cliënt te zijn goedgekeurd. Als in die gegevens rekenfouten voorkomen, herstelt de bank die, ook nadat de termijn van dertien maanden is verstreken. 21 Bewaar- en geheimhoudingsplicht 1 De cliënt moet aan hem ter beschikking gestelde middelen zoals formulieren, informatiedragers, communicatie- en beveiligingsmiddelen, passen, pin- en toegangscodes en wachtwoorden zorgvuldig bewaren en behandelen. De cliënt moet met persoonlijke pin- en toegangscodes en dergelijke zorgvuldig omgaan en deze geheim houden voor andere personen. De cliënt houdt zich aan de door de bank gegeven beveiligingsvoorschriften. 2 Als de cliënt weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door of namens de bank aan hem ter beschikking gestelde middelen in handen van een onbevoegde zijn geraakt of daarmee misbruik is of kan worden gemaakt of dat een onbevoegde zijn pin- en/ of toegangscode(s) kent, moet hij daarvan terstond mededeling doen aan de bank. 22 Provisies, rente en kosten 1 De bank brengt voor haar dienstverlening provisies, rente en kosten in rekening. De bank mag de hoogte hiervan wijzigen, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen. Als de hoogte van die provisies, rente en kosten niet vooraf tussen de cliënt en de bank is overeengekomen, zal de bank de bij haar gebruikelijke provisies, rente en kosten in rekening brengen. 2 In haar dienstverlening informeert de bank de cliënt zo veel als redelijkerwijs mogelijk over de hoogte van haar tarieven (provisies, rente, kosten). De bank draagt er zorg voor dat informatie hierover op eenvoudige wijze verkrijgbaar is.
3 De bank mag de door de cliënt aan haar verschuldigde provisies, rente en kosten debiteren ten laste van een rekening van de cliënt bij de bank zonder voorafgaande kennisgeving aan de cliënt. Als door de debitering een ongeoorloofde debetstand op de rekening ontstaat, moet de cliënt die debetstand onmiddellijk aanzuiveren zonder dat daartoe een ingebrekestelling door de bank vereist is. 23 Creditering onder voorbehoud Bij creditering van een ten gunste van de cliënt (te) ontvangen bedrag geldt als voorbehoud dat de bank dit bedrag daadwerkelijk, definitief en onvoorwaardelijk, ontvangt. Als hieraan niet is voldaan, mag de bank de creditering - zonder voorafgaande kennisgeving - door debitering van een gelijk bedrag, met terugwerkende kracht, ongedaan maken. Als het (te) ontvangen bedrag bij creditering is omgezet in een andere valuta dan mag de bank de debitering uitvoeren in die andere valuta tegen de wisselkoers op het moment van uitvoering. In verband met de ongedaanmaking gemaakte kosten komen voor rekening van de cliënt.
2
3 4 5
24 Pandrecht 1 Door het van toepassing worden van deze Algemene Bankvoorwaarden heeft de cliënt: a zich verbonden de volgende goederen met inbegrip van de daarbij behorende nevenrechten aan de bank te verpanden tot zekerheid van al hetgeen de bank op enig moment, uit welken hoofde ook, van hem te vorderen heeft of verkrijgt: i alle (geld-)vorderingen die de cliënt, uit welken hoofde ook, op de bank heeft of verkrijgt; ii alle zaken, waardepapieren, effecten en andere financiële instrumenten die de bank of een derde voor haar, uit welken hoofde ook, van of voor de cliënt onder zich heeft of verkrijgt; iii alle aandelen in verzameldepots die de bank onder haar beheer heeft of verkrijgt; iv alle goederen die in de plaats van de goederen onder i, ii, of iii (zullen) treden; b voor zover rechtens mogelijk, de sub a bedoelde goederen aan de bank in pand gegeven; c de bank onherroepelijk volmacht gegeven, met het recht van substitutie, om die goederen namens de cliënt, eventueel steeds herhaald, aan zichzelf te verpanden, en alles te doen wat dienstig is voor de verpanding. 2 De cliënt staat er voor in dat hij tot de verpanding bevoegd is en dat de desbetreffende goederen vrij (zullen) zijn van rechten en aanspraken van anderen dan de bank. 3 De bank zal de verpande goederen, als de cliënt daarover wil beschikken, vrijgeven indien de waarde van de daarna resterende verpande goederen voldoende dekking biedt voor al hetgeen zij, uit welken hoofde ook, van de cliënt te vorderen heeft of zal krijgen. De bank mag pas tot uitwinning van het verpande overgaan als zij een opeisbare vordering heeft op de cliënt en de cliënt met de nakoming daarvan in verzuim is. De bank zal niet meer van het verpande uitwinnen dan nodig is voor de voldoening van de schuld van de cliënt. Nadat de bank van haar uitwinningsbevoegdheid gebruik heeft gemaakt, zal zij de cliënt daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk in kennis stellen. 25 Verrekening De bank mag altijd hetgeen zij al dan niet opeisbaar of onder voorwaarde van de cliënt te vorderen heeft, verrekenen met al dan niet opeisbare tegenvorderingen van de cliënt op de bank, ongeacht de valuta waarin de vorderingen en tegenvorderingen luiden. Als de vordering van de bank op de cliënt of de tegenvordering van de cliënt op de bank nog niet opeisbaar is, maakt de bank - als de vordering van de bank en de tegenvordering van de cliënt in dezelfde valuta luiden - van haar verrekeningsbevoegdheid geen gebruik tenzij op de tegenvordering beslag wordt gelegd of daarop anderszins verhaal wordt gezocht, daarop een beperkt recht wordt gevestigd, de cliënt zijn tegenvordering onder bijzondere titel overdraagt, de cliënt failliet wordt verklaard of in surseance van betaling geraakt of een andere insolventieregeling of een wettelijke schuldsanering op de cliënt van toepassing wordt. Vorderingen in vreemde valuta worden verrekend tegen de koers van de dag van verrekening. De bank stelt de cliënt zo mogelijk voorafgaand aan de verrekening daarvan in kennis. 26 Zekerheden 1 Door het van toepassing worden van deze Algemene Bankvoorwaarden heeft de cliënt zich jegens de bank verbonden om voor alle bestaande en alle toekomstige vorderingen van de bank op de cliënt, uit welken hoofde ook, op eerste verzoek van de bank, ten genoegen van de bank, (aanvullende) zekerheid te stellen. Deze dient steeds zodanig te zijn, en daartoe zo nodig door de cliënt ten
genoegen van de bank te worden vervangen en/of aangevuld, dat de bank gelet op het risicoprofiel van de cliënt, de dekkingswaarde van de zekerheden en eventuele andere voor de bank relevante factoren, doorlopend voldoende zekerheid heeft en zal hebben. De bank zal op verzoek van de cliënt de reden van die zekerheidstelling, of de vervanging of aanvulling daarvan, meedelen. De omvang van de gevraagde zekerheid moet in een redelijke verhouding staan tot de verplichtingen van de cliënt. Pand- en hypotheekrechten van de bank strekken voor het geval een andere bankinstelling als haar rechtsopvolgster onder algemene titel de bankrelatie van de bank met de cliënt, geheel of gedeeltelijk, voortzet mede ten gunste van die andere bankinstelling alsof deze de bank zelf was. De bank kan haar pand- of hypotheekrechten op ieder moment, geheel of gedeeltelijk, door opzegging beëindigen. Vestiging van een (nieuwe) zekerheid ten gunste van de bank strekt niet tot vervanging of vrijgave van (bestaande) zekerheden. Als deze Algemene Bankvoorwaarden tegenover de cliënt worden gebruikt ter wijziging, aanvulling en/of vervanging van eerdere algemene (bank-)voorwaarden, blijven alle uit hoofde van die eerdere algemene (bank-)voorwaarden bestaande zekerheden, rechten op zekerheden en verrekenbevoegdheden, onverkort van kracht naast de overeenkomstige rechten en bevoegdheden uit hoofde van deze Algemene Bankvoorwaarden.
27 Onmiddellijke opeisbaarheid Als de cliënt in verzuim is met de nakoming van enige verplichting jegens de bank, mag de bank haar vorderingen op de cliënt door opzegging onmiddellijk opeisbaar maken, tenzij dit gelet op de geringe betekenis van het verzuim niet gerechtvaardigd is. Een dergelijke opzegging geschiedt schriftelijk met vermelding van de reden. 28 Bijzondere kosten 1 Als de bank wordt betrokken bij een beslag, geschil of procedure tussen de cliënt en een derde, dan zal de cliënt de daaruit voor de bank voortvloeiende kosten (bijvoorbeeld rechtsbijstandskosten) volledig aan haar vergoeden. 2 Alle overige bijzondere kosten van de bank voortvloeiend uit de relatie met de cliënt komen voor rekening van de cliënt voor zover dit redelijk is. 29 Belastingen en heffingen Alle belastingen, heffingen en dergelijke - onder welke naam dan ook en door wie ook geheven - die betrekking hebben op de relatie tussen de cliënt en de bank komen voor rekening van de cliënt, tenzij schriftelijk anders is overeengekomen of een bepaling van dwingend recht anders voorschrijft. 30 Vorm mededelingen Mededelingen aan de bank moeten schriftelijk worden gedaan, tenzij uitdrukkelijk met de bank een andere wijze van communicatie is overeengekomen. 31 Incidenten en calamiteiten Als zich bij (de uitvoering van) een overeenkomst tussen de bank en de cliënt een incident of calamiteit dreigt voor te doen, voordoet of zich heeft voorgedaan, moet de cliënt op verzoek van de bank alles doen of nalaten wat de bank in verband daarmee redelijkerwijs noodzakelijk acht. 32 Partiële nietigheid of vernietigbaarheid Mocht een bepaling in deze Algemene Bankvoorwaarden nietig of vernietigbaar zijn, dan heeft dit niet tot gevolg dat een andere bepaling daarvan (deels) nietig of vernietigbaar is. Als een bepaling in deze Algemene Bankvoorwaarden nietig of vernietigbaar mocht zijn, wordt zij vervangen door een geldige bepaling die het meest de strekking van de nietige of vernietigbare bepaling benadert. 33 Toepasselijk recht Op de relatie tussen de bank en de cliënt is Nederlands recht van toepassing, tenzij dwingend recht anders bepaalt of anders is overeengekomen.
34 Klachten en geschillen 1 Als de cliënt niet tevreden is over de dienstverlening van de bank, moet hij zich eerst wenden tot de bank met inachtneming van de bij de bank daarvoor geldende procedure. 2 Geschillen tussen de cliënt en de bank worden uitsluitend voorgelegd aan de bevoegde Nederlandse rechter, behoudens dwingend recht en het volgende: a De cliënt kan een geschil ook voorleggen aan de bevoegde geschillen- en klachtencommissies. b De bank kan een geschil ook voorleggen aan de voor de cliënt in aanmerking komende buitenlandse rechter. 35 Opzegging van de relatie Zowel de cliënt als de bank kan de relatie tussen hen schriftelijk geheel of gedeeltelijk opzeggen. Als de bank de relatie opzegt, deelt zij desgevraagd de reden van de opzegging aan de cliënt mee. Na opzegging van de relatie worden de tussen de cliënt en de bank bestaande individuele overeenkomsten zo spoedig mogelijk afgewikkeld met inachtneming van de daarvoor geldende termijnen. Tijdens de afwikkeling blijven deze Algemene Bankvoorwaarden en de op de individuele overeenkomsten toepasselijke specifieke voorwaarden van toepassing. 36 Contractsoverneming Door het van toepassing worden van deze Algemene Bankvoorwaarden heeft de cliënt, voor het geval van (gedeeltelijke) overdracht van de onderneming van de bank, er bij voorbaat medewerking aan verleend dat zijn rechtsverhouding met de bank in het kader van die (gedeeltelijke) overdracht (gedeeltelijk) op een derde overgaat. 37 Wijzigingen en aanvullingen van de Algemene Bankvoorwaarden Wijzigingen en aanvullingen van deze Algemene Bankvoorwaarden worden niet van kracht dan nadat met representatieve Nederlandse consumenten- en ondernemersorganisaties overleg is gepleegd over die wijzigingen en aanvullingen en over de wijze waarop die wijzigingen en aanvullingen ter kennis van de cliënt worden gebracht. De wijzigingen en aanvullingen worden gedeponeerd ter griffie van de rechtbank te Amsterdam. De wijzigingen en aanvullingen zullen niet eerder van kracht worden dan zestig dagen na de datum van deponering. De tekst van deze Algemene Bankvoorwaarden is op 27 juli 2009 door de Nederlandse Vereniging van Banken gedeponeerd ter griffie van de rechtbank in Amsterdam, onder nummer 61/2009.
www.rabobank.nl
r 13573(i) aug-2010