Beantwoording technische vragen raadsbegroting 2014
Inhoud VVD .............................................................................................................................................. 2 CDA .............................................................................................................................................. 9 D66 ............................................................................................................................................. 16 Trots ........................................................................................................................................... 17 Christenunie ............................................................................................................................... 23
1
VVD Blz. 21 bij 1.4 Regionale uitwisseling: 1. Betreft dit alleen de BOA’s of ook de mobiele surveillanten van bijv. Coolplein/Waagplein? 2. Zijn tussen de samenwerkende gemeenten de prioriteiten afgestemd? Antwoord: 1. De intentie tot regionale uitwisseling betreft alleen de boa's, vooral m.b.t. handhaving op de Drank- en Horecawet. Uitwisseling van mobiele surveillanten is niet aan de orde. Vanwege bekendheid gebied en met zijn bezoekers en het kunnen leveren van maatwerk, levert uitwisseling geen meerwaarde op. 2. Nee, er is geen afstemming van prioriteiten tussen gemeenten. Prioriteiten worden bepaald door de gemeenteraad, op basis van inbreng politie.
Blz. 23: Bij 1.6 Verbetering opkomsttijden: 1. Opkomsttijden nu naar 68%. Maar volgens de Veiligheidsregiowet moet dat naar 100%. Is dit haalbaar? 2. Om dit te halen moet er dan door de gemeente nog meer geïnvesteerd worden in de infrastructuur? Antwoord: 1. Het klopt dat de wet stelt dat de brandweer in 100% van de meldingen zoals bedoeld door de Wet Veiligheidsregio binnen de te stellen opkomsttijd ter plaatse moet zijn. Deze normopkomsttijd (80%) is afhankelijk van het type gebouw, maar ligt altijd binnen de 18 minuten. Vooralsnog wordt de normopkomsttijd gemeten uitgaande van de in de wet genoemde tijden per type gebouw. Voor woningen is dat bijvoorbeeld 8 minuten. Dezelfde wet stelt ook dat van deze tijden afgeweken mag worden, mits het bestuur van de veiligheidsregio daarmee heeft ingestemd. Onze Veiligheidsregio heeft hierover gesteld dat de huidige normopkomsttijden vooralsnog niet worden bijgesteld. Eerst moet het materiaal en mensen zodanig worden afgesteld/ georganiseerd dat een zo optimaal mogelijke normopkomsttijd bereikt kan worden. Afwijken van de huidige normopkomsttijden kan overigens alleen wanneer het bestuur dit ook duidelijk motiveert en communiceert naar de eigenaren van de betreffende objecten. 2. Wanneer een investering in de infrastructuur bij kan dragen aan het verbeteren van de opkomsttijd kan dat in overweging genomen worden. Een dergelijke afweging is vaak politiek geladen. De vraag daarbij is tot wanneer een investering nog maatschappelijk verantwoord is? De wet verplicht alleen om binnen 18 minuten ter plaatse te zijn. Dat lukt iedere brandweer, ook in de huidige organisatorische situatie, altijd, tenzij er sprake is van overmacht. Dan is er dus 100% dekking.
Blz. 25: bij Veiligheidshuis: 1. Hier wordt als voordeel het inverdieneffect opgevoerd. Wij hadden altijd begrepen dat inverdieneffecten nooit meegerekend worden. Is dit correct om het wel mee te nemen? 2. Het genoemde bedrag is dat een schatting of een zuiver bedrag? Antwoord: 1. Inverdieneffect is hier misschien niet helemaal de juiste woordkeuze. Wat bedoeld is het verwachte voordeel uit de aanbesteding. 2. Het genoemde bedrag is een schatting (hangt af van offerte welzijnsaanbieder)
2
Blz. 28: Thema Stadsbeheer: 1. Bij de begroting 2013 werd nog gesproken over samenwerking tussen Langedijk, Alkmaar en Heerhugowaard op het gebied van dagelijks beheer en onderhoud. In deze begroting 2014 zien wij daar niets meer over terug. Wat is de status van de samenwerking? Antwoord: Voor de beantwoording van deze vraag verwijst het college u naar de tweede bestuursrapportage 2013 naar pagina 89 waar de laatste stand van zaken is opgenomen. Het College is van mening dat er grote stappen gezet zijn en worden ten aanzien van samenwerking met andere gemeenten. Recent is de Omgevingsdienst Noord-Holland Noord gestart, voorbereidingen voor de overgang van de brandweer naar de Veiligheidsregio zijn in volle gang. Binnenkort gaan de gemeentelijke belastingen over naar Consensus, waarin een groot aantal gemeenten samenwerken. Er wordt hard gewerkt aan een Regionale Sociale Dienst en onlangs is door het college samen met Alkmaar en Langedijk besloten om uiterlijk 1 januari 2016 een Shared Service Center draaiend the hebben. Hierin zullen in ieder geval Alkmaar, Heerhugowaard en Langedijk deelnemen. In de ogen van het college heeft het prioriteit deze projecten eerst tot een goed einde te brengen voordat met verdere samenwerking haast gemaakt wordt. Dat wil zeggen dat voorlopig geen nadrukkelijke stappen zullen worden genomen om de buitendiensten van de omliggende gemeenten onder een noemer te brengen. Samenwerking in praktische zin vindt nu al op een aantal terreinen plaats en hier zal ook mee doorgegaan worden.
Blz. 35 (en blz 66 bij 4.10): Trottoirs: 1. Hier staat een tevredenheidpercentage van 66%. Is hierbij ook bekend of er specifieke klachten zijn ten aanzien van de op- en afritten voor scootmobielen en rollators? Vanuit het overleg met de ouderen bonden krijgen wij daar signalen over. Antwoord: Bij herinrichtings- en nieuwbouwprojecten worden, in de regel en waar mogelijk, franse op- en afritjes toegepast. Het zijn op- en afritjes uitgevoerd in klinkers. In bestaande situaties zijn op- en afritjes vaak uitgevoerd in de vorm van een verlaagde band of tegels. Klachten over op- en afritten hebben voornamelijk betrekking op de aansluiting van de op-/afrit op de weg. Als gevolg van een ongelijke zetting kunnen verschillen tussen het wegdek/goot en het op-/afritje optreden die soms moeilijk te overbruggen is. Deze situaties treden voornamelijk op waar gebruikt is gemaakt van een andere constructie dan een Frans opritje (o.a. verlaagde band). Daarnaast speelt in nieuwbouw - of herinrichtingsprojecten de toegepaste klik een rol . Bij de aanleg van bestrating wordt een klik toegepast van 2 cm. Deze klik wordt toegepast om nazetting van de bestrating op te kunnen vangen. Deze klik kan in enkele gevallen wat hoger uitvallen, wat eveneens moeilijkheden kan opleveren bij het passeren van een op-/afritje. Deze situaties worden aangepakt en verbeterd. In Stad van de Zon blijken niet overal Franse opritjes te zijn toegepast. Waar deze ontbreken worden deze alsnog aangebracht.
Blz. 46 (en blz. 50): Ontwikkeling huisvesting: 1. Hoe staan de plannen ervoor aangaande Hugo Oord? Antwoord: Voor de beantwoording van deze vraag verwijst het college u naar de tweede bestuursrapportage 2013 naar pagina 24 waar de laatste stand van zaken is opgenomen.
Blz. 53: Bereikt aandeel doelstelling duurzame energie: 1. Hoe wordt het % realisatie duurzaamheid 2013 berekend? 2. Is dit te herleiden vanuit de verbruik- en productiecijfers die in de staat genoemd zijn?
3
Antwoord: Het % realisatie duurzaamheid wordt berekend door de duurzame energieproductie in Heerhugowaard te delen door het totaal energiegebruik, inclusief mobiliteit. Ambitie is om in 2030 op een percentage van 100% uit te komen. Met de introductie van dit kengetal beogen we eenvoudiger en eenduidig te kunnen rapporteren omtrent de voortgang van het programma duurzaamheid. De gepresenteerde monitor is nog volop in ontwikkeling, niet alle gegevens zijn even betrouwbaar. Sommige gegevens komen laat beschikbaar (bijvoorbeeld de mobiliteitsgegevens). In de tabel is abusievelijk een verschuiving opgetreden; het percentage 13% is de streefwaarde voor 2012 terwijl de absolute getallen daaronder de werkelijke cijfers over 2011 betreffen. De werkelijke cijfers over 2012 zijn nog niet volledig beschikbaar. Samengevat: over 2011 bedraagt het werkelijke percentage duurzaamheid 10% ( =100%* 68/(549+128) ). Voor de jaren erna blijven de naar verwachting haalbare absolute cijfers achter bij het streefpercentage. Mede naar aanleiding van een presentatie aan de Raad afgelopen voorjaar is inmiddels onze accountant, Deloitte, betrokken bij de verdere ontwikkeling en professionalisering van de monitoringsystematiek.
Blz. 61: verhuizing CJG: 1. De aanstaande verhuizing van het CJG, heeft dat als hoofddoel om leegstand in het gemeentehuis op te vangen? 2. Is hier ook voor gekozen om een samenhang met bijvoorbeeld de bibliotheek en gemeentelijke afdelingen te krijgen? 3. Dit wordt dan ook een kleinere behuizing (inspelend op de achterlopende vraag)? Antwoord: 1. Doel van de verhuizing is meerzijdig: • de huur op de taxuslaan loopt per 31 december 2015 af; de Taxuslaan is geen eigendom van de gemeente. • er is een ontwikkeling gaande die er toe neigt dat het huisvestingscomponent van de GGD, die nu nog naar rato van het aantal inwoners over de gemeente wordt verdeeld, uit de GGD bijdragen worden gehaald en voortaan direct aan de betreffende gemeente worden doorbelast. • door huisvesting van het CJG in het gemeentehuis is het makkelijker om met de bibliotheek samen te werken en synergie voordelen te behalen. • het gemeentehuis is door de ontwikkelingen al meer onderbezet waardoor er ruimte is voor andere partijen. • er worden besparingsmogelijkheden gezien. 2. Er wordt naast een onderzoek voor de inhuizing van de CJG in het gemeentehuis ook onderzocht in hoeverre er samenwerking en synergie mogelijk is tussen het CJG, de bibliotheek en de gemeente op het gebied van ruimtegebruik en beleid en uitvoering. Een en ander zal plaatsvinden in 2014. 3. In het onderzoek worden de ontwikkelingen en toekomstverwachtingen op het gebied van ruimtegebruik voor het CJG, de bibliotheek en gemeente meegenomen.
Blz. 61: (Deel)subsidieplafond 1. Is dat verder in de begroting nog vermeld of komt dat alleen bij het raadsbesluit? (Zag er verder niets over.) Antwoord: Zie RB2013161Vaststelling raadsbegroting 2014 d.d. 8 oktober 2013
Blz. 65: Virtuele NME 1. Blijft dit virtueel of is het nog steeds de bedoeling dit onder te brengen in het Poldermuseum? 2. Als dit nog zo is, hoe ver zijn de plannen?
4
Antwoord: Zie pagina 28 van de tweede bestuursrapportage waar de laatste stand van zaken m.b.t. virtuele NME is toegelicht en de speerpunten zijn benoemd. In het project Functieverbreding Poldermuseum wordt in fysieke zin rekening gehouden met activiteiten op het gebied van NME in het voormalige gemaal.
Blz. 67: Schoolverlaters zonder startkwalificaties: 1. Is het bekend hoeveel schoolverlaters met startkwalificaties momenteel geen baan kunnen vinden? Antwoord: In augustus 2013 (laatste cijfers) waren er 208 geregistreerde jongeren (< 27 jaar) in gemeente Heerhugowaard, van de 1912 in totaal (alle leeftijden). Daarvan hebben er 83 een startkwalificatie, dit is dus afgerond 40% van de geregistreerde jongeren in Heerhugowaard. Dit betreft het zogenaamde NWW-bestand, niet-werkende werkzoekenden, een registratie door het UWV, ook (deels) voor de doelgroep van de gemeente (= WWB).
Blz. 67: % doelgroep die deelneemt aan VVE 1. Het percentage is hoger dan de streefwaarde. Bekend wat de oorzaak daarvan is? Antwoord: Eind 2012 en begin 2013 is het aanbod uitgebreid met één tijdelijke extra groep bekostigd uit het WMO-budget. Op 8 oktober 2013 heeft het college besloten in te stemmen met de incidentele dekking voor nog één VVE groep in 2013/ 2014. Door de wethouder was hierover al een mededeling gedaan in de commissie MO van 7 oktober 2013.
Blz. 68: % mensen die mantelzorg biedt: 1. Dit % is lager dan de vorige meting. Is hiervan de oorzaak bekend? Antwoord: In 2013 is na een aanbesteding een ander bureau de uitvoering van de wijkmonitor gegund dan de wijkmonitor 2011 en eerder. Dit heeft tot het inzicht geleid dat een andere berekeningssystematiek de mening van de inwoners beter tot uitdrukking laat komen. In het verleden werden de respondenten die bijvoorbeeld geen mening hadden meegenomen in de berekening. Hierdoor lijkt het alsof deze inwoners niet tevreden zijn of ergens niet aan meedoen, terwijl zij dat feitelijk niet aangeven. Het nieuwe bureau is van mening dat de respondenten die geen mening hebben niet in de berekening meegenomen moeten worden. Dit resulteert erin dat de ontevreden respondenten of respondenten die ergens niet aan meedoen lager wordt. Consequentie van deze gewijzigde berekeningsmethode is dat de wijkmonitor 2013 niet zomaar vergeleken kan worden met de wijkmonitor 2011. Om vergelijking met eerdere wijkmonitoren wel mogelijk te maken is de wijkmonitor 2011 opnieuw berekend volgens de nieuwe berekeningssystematiek. Dit laat zien dat op het gebied van mantelzorg het aantal inwoners dat actief is op het gebied van mantelzorg is gestegen van 9% in 2011 naar 13% in 2013. Dit percentage komt ongeveer overeen met het percentage van 12,1% dat uit de grootschalige GGD-gezondheidsmonitor van 2012 volgde. Een verklaring voor de stijging van het aantal mantelzorgers zou mogelijk de aandacht van de afgelopen jaren kunnen zijn voor de mantelzorger en de mantelzorgondersteuning waardoor meer mensen zich zijn gaan herkennen in het begrip 'mantelzorger'.
Blz. 101: Rioolheffing: 1. Mutatie is 3,6%. Klopt dit met de methode: inflatie + 2%?
5
Antwoord: Zie pagina 100, linkerkolom, 1e alinea. Daar is de mutatie (conform RB2013059) toegelicht.
Blz. 103: Marktgelden: 1. De inzet van de marktmeester wordt verlaagd. Worden de kosten van de marktmeester in totaal ook lager? 2. Zo niet, waar wordt dan het verschil werkelijke kosten en de aan de marktgelden toegerekende kosten aan doorbelast? Antwoord: Het tekort op de begroting geldt voor van alle markten aangezien het gaat om de schoonmaakkosten van de markten (maandag- , vrijdag-, stationsweg- en jaarmarkt). Op 24 september jl. heeft het college besloten de vrijdag weekmarkt met ingang van 20 december 2013 op te heffen en het tekort op te lossen binnen de bestaande budgetten (BW13-0503).
Blz. 104: Kwijtscheldingen: 1. Aantallen zijn exact het zelfde als vorig jaar. Alleen de jaartallen boven de kolommen zijn aangepast. Klopt dit? Antwoord: U heeft gelijk. De juiste tabel moet zijn: Realiteit 2012
Realiteit tot en met juni 2013
Raming 2014
Aantal automatische kwijtscheldingen
390
417
450
Aantal ingediende kwijtscheldingsverzoeken
661
649
750
404
357
450
239
191
300
18
101
139.414
165.950
Waarvan: •
toegewezen
•
gedeeltelijk toegewezen
•
afgewezen
•
nog niet besloten
Financieel effect
165.000
Blz. 107: Risicoprofiel: 1. Kans 50% bij zieke bomen. Is dit nog wel correct naar de staat waarin de bomen zich verkeren? 2. Er is geen risico opgenomen aangaande de drie decentralisaties. Ondanks dat er nog veel onbekend is en er dus een financieel risico is lijkt ons het logisch om daar wat voor op te nemen. Is dat wel gedaan? 3. Zo niet, waarom niet? Antwoord: 1. Het college vindt de kans dat er bomenziekten optreden reëel aangezien dit risico wordt opgenomen voor alle bomen in de gemeente Heerhugowaard en niet alleen voor de bomen in Zuidwijk Huijgenhoek. In paragraaf B is toegelicht dat de nieuwe risico-inschatting gebaseerd is op het huidige beleid en de huidige inzichten over (mogelijke) aantallen zieke bomen in de gemeente.
6
2. Nee. 3. De reden waarom we dit niet doen is toegelicht in de jaarstukken 2012: <
>
Blz. 109 Weerstandscapaciteit: 1. Deze capaciteit is te laag. Het college komt met een voorstel tot een oplossing. Mogen wij al een denkrichting weten? 2. Zo ja, waar wordt aangedacht als mogelijke oplossing? Antwoord: Het college onderzoekt verschillende opties en komt daarmee zoals gezegd in de jaarstukken 2013 richting de raad.
Blz. 113: Groot onderhoud wegen/groen: 1. Extra benodigd budget. Is dit incidenteel of structureel? 2. Als dat verdeeld is kunt u aangeven wat de verhouding is, bijv. 50/50? Antwoord: Het totaal benodigde budget voor groot onderhoud inclusief herinrichtingen ofwel reconstructies (€ 8,7 miljoen, zie pagina 112 van de raadsbegroting kolom 1 + 2 ) is hoger dan de beschikbare middelen voor groot onderhoud van € 7,3 miljoen (zie pagina 112 van de raadsbegroting kolom 1). In december 2005 heeft uw raad besloten dat als uitgangspunt geldt dat de budgetten groot onderhoud voor herinrichtingen worden geactiveerd (voor het reconstructiedeel) en dat daarnaast specifiek beschikbare middelen (structurele budgetten en bestemmingsreserves) worden ingezet voor de resterend benodigde dekking. Op basis van het raadsvoorstel Herziening uitvoeringsplan Groot Onderhoud/ Herinrichting Wijken (RB2013095) heeft uw raad op 18 juni 2013 ingestemd met een gewijzigd uitvoeringsplan waarin de dekking van dit extra benodigde budget is geaccordeerd.
Blz. 117+118: Openbaar groen: 1. Groenbeleidsplan 2010-2015: omvormen sierplantsoen tot gras. Is alles nu omgevormd of zijn er nog delen nog niet uitgevoerd? Antwoord: In het najaar van 2013 wordt het laatste deel van de omvormingen uitgevoerd. Op pagina 118 staat bevestigd dat in 2013 de omvormingen zijn voltooid. Op pagina 40 van de Raadsbegroting valt te lezen dat dit budget in 2014 vervalt.
Blz. 121: openbare verlichting: 1. In het land wordt op veel plaatsen in de nacht de openbare verlichting uitgedaan. Zijn bij ons daar ook plannen voor? 2. Zo ja, is dat puur als bezuiniging of spelen andere overwegingen ook een rol? Antwoord: 1. Ja, maar het beperkt zich tot enkele delen van fietspaden. Bijvoorbeeld het fietspad aan de westzijde van de Westtangent tussen Umbriellaan en Nuyenburg leent zich daarvoor.
7
In de nachtelijke uren wordt dit fietspad nauwelijks gebruikt, er is enig strooilicht van de hoofdverlichting van de Westtangent en fietsers hebben de een alternatief namelijk het fietspad aan de oostzijde. Voor het doven van de openbare verlichting langs verkeersaders en in woonwijken is geen draagvlak. Bij verkeersaders speelt de verkeersveiligheid een grote rol. Dimmen is hier wel een optie en wordt in Heerhugowaard ruim toegepast. In woonwijken speelt de sociale veiligheid een grote rol. Een deel van de bewoners vreest toename van kleine criminaliteit (beschadiging auto, inbraken, enz.) en de kans op struikelgevaar (letselschade). In het kader van Inclusief Beleid moet vooral ook met ouderen rekening gehouden worden, omdat zij veel meer licht nodig hebben dan jongeren om te kunnen zien. Ook hier is dimmen een optie die in de nachtelijke uren zal worden toegepast in wijken met led-verlichting. 2. Maatschappelijk groeit de vraag naar donkerte, de oerkwaliteit van de duisternis, weer sterren kunnen zien, meer rekening houden met biologische systemen. Bij de verlenging van de Oosttangent is de openbare verlichting daarom ook niet aangelegd langs de Waarderhout. In dorpen of wijken waar zich nauwelijks kleine criminaliteit voordoet, wordt op sommige plekken in Nederland overgegaan tot doven van de openbare verlichting. In alle andere gevallen is dit af te raden. Doven reduceert de energiekosten en zorgt er voor dat de lampen langer mee gaan. Hierdoor nemen de exploitatiekosten af. Echter wanneer onder bewoners geen ruim draagvlak is voor doven van openbare verlichting zal de gemeente meer klachten en schadeclaims te verwerken krijgen. En daarmee is het nog maar de vraag of het een bezuiniging oplevert, zeker geen goed rapportcijfer.
Blz. 158-159: WNK: 1. In september zou er een regionaal voorstel komen. Wij hebben deze nog niet gezien en staat ook nog niet op de termijnagenda’s. Wanneer komt dit? Antwoord: Het blijkt complex om regionaal tot een eensluidende, gedragen visie te komen over de aanpak van de noodzakelijke herstructurering van de WNK. De voortdurende, landelijke onduidelijk over de uitwerking van de 3 decentralisaties helpt daarbij niet. De discussie nadert een hoogtepunt. In de komende maand(en) moeten keuzes gemaakt worden. Er komt een regionaal raadsvoorstel over de oprichting van één uitvoeringsorganisatie voor de sociale diensten en WNK Bedrijven. De afspraken met betrekking tot de herstructurering WSW worden onderdeel van de implementatiefase (inrichting) van deze nieuwe uitvoeringsorganisatie. WNK Bedrijven krijgt de opdracht (van haar bestuur) te zorgen voor een financieel gezonde organisatie per 1 januari 2015, waarbij de gemeentelijke bijdrage naar 0 is teruggebracht. We verwachten dat de gemeenteraden in december een besluit kunnen nemen. Dit is afhankelijk van wanneer het BOR-advies uitgebracht wordt, dat als bijlage toegevoegd wordt aan het raadsvoorstel. Binnenkort ontvangt de gemeenteraad een beslisnota en bijlagen ter informatie en voorbereiding op het raadsbesluit.
8
CDA --- Page 5 --Kastanjeziekten Amendement E raad 20 juni 2013 Kastanjeziekten € 178.000 V De dekking voor de financiering is door her amendement teruggevallen in de algemene middelen. Vraag Heeft dit een positieve invloed gehad op het weerstandsvermogen? Of heeft het college dit bedrag wellicht gebruikt voor iets anders? Antwoord: Nee, dit heeft geen positief effect op het weerstandsvermogen (dat is gebaseerd op het eigen vermogen per 31 december 2012), maar heeft wel een positief effect op het begrotingsresultaat 2014 en 2015 zoals opgenomen op pagina 5 van de raadsbegroting 2014. --- Page 7 --weerstandsvermogen weerstandsvermogen is in deze raadsbegroting gedaald tot 1,26. Hiermee is deze onder de door de raad vastgesteld bandbreedte van 1,4 - 2,0 gezakt. Reden hiervan is de bijstelling van de risico's voor de grondexploitaties als aanbeveling van Deloitte naar aanleiding van de jaarstukken 2012 over te hanteren verwachtingen voor prijs- en kostenontwikkelingen in de grondexploitatie van De Draai. Vraag Risico's. Blijven hoog! Kunnen die toegelicht worden? Antwoord: De risico’s zijn toegelicht op pagina 106 en 107 (paragraaf B Weerstandsvermogen) van de raadsbegroting 2014.
--- Page 20 --openingsuren van het politiebureau. 3. Verruiming van de openingsuren van het politiebureau. In 2010 heeft de politie ‘Touchscreen' geplaatst bij het politiebureau waarmee ook buiten de openingstijden contact kan worden gezocht met de politie. Aangiftes en meldingen bij politie kunnen te allen tijde worden doorgegeven: hetzij via het spoednummer, dan wel via het 0900 nummer of digitaal. Vraag Is dit de verbetering van de verruiming van de openingsuren en zijn de kosten hiervan direct/ indirect voor de gemeente? Antwoord: Doordat er meerdere mogelijkheden zijn, is dit een verbetering voor de dienstverlening. De politie is hiermee 24/7 bereikbaar, eenvoudige meldingen en aangiftes kunnen digitaal worden afgedaan. Er is geen relatie met de kosten voor/ van de gemeente. Politie wordt vanuit het Rijk gefinancierd.
--- Page 29 --Exploitatie parkeren. Door de verdere groei van het aantal bezoeken van de parkeergarage wordt verwacht dat de exploitatie in 2014 sluitend zal zijn. Vraag de prognose dat het aantal bezoeken aan de parkeergarage blijft groeien? Antwoord: Ja
9
--- Page 32 --Onderhoud wijken 2.1 Beheersbaar blijven van onderhoud wijken binnen het beschikbare budget. Vraag Houdt dit in dat er versoberd wordt indien dit budget overschreden wordt? En waar versobert of bezuinigt men dan op? Antwoord: Voor de uitvoering van het groot onderhoud wijken worden de kaders zoals vastgesteld RB2010120 gevolgd. Indien blijkt dat er verder versoberd of bezuinigd moet worden worden de alternatieven aan de raad voorgelegd.
--- Page 33 --2.6 Bij herinrichting van wijken meer aandacht voor trapveldjes en de kwaliteit verblijfs-, ontmoetings- en speelgebied. Via een inspraak- en communicatieplan worden de inwoners betrokken bij de herinrichting van de wijken. Binnen beschikbare middelen bestaande voorzieningen in stand houden/ uitbreiden door inpassing/ uitbreiding informele speelruimte. Binnen bestaand budget groot onderhoud spelen. Kan dit ook betaald worden door het budget van het wijkpanel als deze geld over hebben van hun klusbudget? Antwoord: Ja, het is mogelijk dat wijkpanels geld investeren in spelen en bijvoorbeeld een speeltoestel aanschaffen. De beheerder spelen bespreekt dan samen met het wijkpanel wat de mogelijkheden zijn. Dit kan bij groot onderhoud, maar ook tijdens reguliere vervangingsmomenten gebeuren. Dat toestel wordt dan meegenomen in de jaarlijkse inspectierondes van de gemeente. De afspraken die worden gemaakt met een wijkpanel wanneer er een (extra) toestel wordt aangeschaft vanuit klusbudget is dat bij vervanging ( in het kader van afschrijving c.q. vandalisme of andere redenen) dit toestel niet meer vervangen wordt. Binnen de begroting van het product spelen is daar geen ruimte voor.
--- Page 34 --2.10 Maatwerk leveren bij verkoop stukjes gemeentegrond (openbaar groen). Vraag Heeft dit opgebracht wat er van werd verwacht? In de stukken staat een negatief saldo van € 85.000. Hebben veel mensen het gekocht of blijft men huren? Antwoord: Uw vertaling van het negatief saldo van € 85.000 is niet juist. Het is niet zo dat de verkoop van gemeentegrond minder oplevert dan verwacht. Over de periode 2010 tot en met september 2013 is voor € 672.000 aan gemeentegrond verkocht (raming € 624.000). Wel is het zo dat volgens eerdere prognoses naar verwachting ultimo 2013 al het te verkopen openbaar groen verkocht zou zijn. Daarmee zijn de in scenario 2 opgenomen verkoopopbrengsten vanaf 2014 niet meer afgeraamd.Zoals het zich nu laat aanzien zijn er echter ook nog opbrengsten te voorzien in 2014, 2015 en 2016. In de Voorjaarsnota 2014 zal hierop worden teruggekomen.
--- Page 35 --Onderhoud Openbaar groen Tevredenheid onderhoud openbaar groen is laag. 57% is tevreden. Vraag Is dit het effect van extensieve beleid op onderhoud? Antwoord: In de wijkmonitor is niet gevraagd over welk onderdeel van het onderhoud de inwoners niet tevreden zijn. Ten opzichte van de uitkomsten van 2009 en 2011 is een daling van bijna 20%
10
waarneembaar. In de wijkmonitor is een algehele daling te zien over kwaliteit in onderhoud in de gemeente. Vermoed wordt dat dit samen met een gewijzigde beheerkwaliteit te maken heeft met de daling in tevredenheid. Een specifieke verklaring komt echter niet uit de wijkmonitor naar voren.
--- Page 38 --Verkoop openbaar groen: In scenario 2 van de bezuinigingen (RB2010-131, nummer 49) zijn verkoopopbrengsten voor openbaar groen opgenomen. Naar verwachting is ultimo 2013 al het te verkopen openbaar groen verkocht. Daarmee zijn de in scenario 2 opgenomen verkoopopbrengsten vanaf 2014 niet meer realiseerbaar. € 85.000 N bij de baten. Vraag Wat zijn de gevolgen van de zin: "Daarmee zijn de in scenario 2 opgenomen verkoopopbrengsten vanaf 2014 niet meer realiseerbaar."? Antwoord: Zie het antwoord op de vraag die u gesteld heeft naar aanleiding van pagina 34.
--- Page 40 --Openbaar groen, parken en plantsoenen: Om de structurele bezuiniging op het groenonderhoud te kunnen realiseren, is in de begroting 2013 het restant budget voor omvorming groen geraamd. In 2014 vervalt dit budget en leidt dus tot lagere lasten. Vraag: €110.000 V aan de lasten kant. Kan dit bedrag gebruikt worden voor andere doeleinden? Antwoord: Nee. U interpreteert het voordeel dat hier staat niet op de juiste manier. Op pagina 40 wordt een toelichting gegeven op de mutatie van de lasten tussen de begrotingsjaren 2013 en 2014. Omdat voor omvorming van het groen geen (incidenteel) budget meer is zijn de lasten in 2014 lager en is dat ten opzichte van 2013 dus een voordeel. --- Page 43 --In de begroting staat op pagina 43 "Centrumwaard is een plan in voorbereiding voor de vestiging van een gezondheidscentrum met o.a. huisartsen en apotheek." Vraag Hoever is men hiermee en brengt dit kosten voor de gemeente met zich mee? Zo ja, hoe hoog zijn deze kosten dan? Antwoord: Op dit moment zijn gesprekken met partijen gaande. Afspraken over kosten en kostenverdeling tussen gemeenten en partijen worden in een exploitatieovereenkomst vastgelegd.
--- Page 46 --Ontwikkeling Wonen Welzijn Zorg complexen; Hugo-Oord, Arboretum. Veranderingen in zorg leiden tot heroverweging van plannen voor Hugo Oord. Streven om binnen vernieuwende verhoudingen en rolverdelingen te komen tot de ontwikkeling van een woonservicezone. Of dit leidt tot start bouw in 2014 is op het moment van aanbieden van deze begroting nog onzeker Vraag Brengt dit nog extra kosten voor de gemeente met zich mee nu de uitvoering vertraagd is? Zo ja, hoeveel zijn die kosten dan? Antwoord: De vertraging in de uitvoering brengt geen directe extra kosten voor de gemeente met zich mee op dit project.
11
--- Page 49 --Hoogspanningskabels ondergronds. Vraag Komen voor het ondergronds brengen van de hoogspanningskabels nog extra kosten voor de gemeente bij? ivm opknappen van het dijklichamen langs de Oosttangent? Zo ja, hoeveel is dat? Antwoord: In het project Verkabeling hoogspanningstracé De Draai is voorzien dat de verkabeling direct grenzend aan de dijklichamen langs de Oosttangent zou plaatsvinden en dat hierbij op sommige locaties de dijklichamen zelf niet ongeroerd gelaten konden worden. Het herstel hiervan en de hiermee samenhangende kosten maken onderdeel uit van het project. Op het moment dat het opknappen van de dijklichamen langs de Oosttangent dusdanig meer werk met zich meebrengt dat ingerekend, dan wordt dit bij de eerstvolgende bestuursrapportage meegenomen als tegenvaller en worden de financiële consequenties hiervan in beeld gebracht. Gemeld kan worden dat, gelet op de huidige stand van zaken van het project verkabeling hoogspanningstracé De Draai, het totaal hiervoor in de grondexploitatie ingerekende bedrag niet overschreden zal worden.
--- Page 53 --Bevorderen en instant houden peuterspeelzaalwerk, kinderdagverblijven en voor en naschoolse kinderopvang. Vraag Hoeveel draagt de gemeente hieraan bij ten opzichte van de jaren ervoor? Dit is in de stukken niet direct terug te vinden? Waar staat dit? Antwoord: De gemeente draagt alleen bij in het peuterspeelzaalwerk. Het peuterspeelzaalwerk is een gesubsidieerd aanbod. Kinderdagverblijven en voor/naschoolse kinderopvang zijn dit niet. Overzicht subsidie Regulier Peuterspeelzaalwerk (verantwoord binnen programma 4) Jaar 2010 2011 2012 2013
Bedrag € 508.692 € 526.101 € 482.131 € 432.306
--- Page 55 --Structurele effecten jaarstukken 2012: Baten: In de begroting is een inkomstenbudget van € 43.000 opgenomen voor de overwinstregeling op gesubsidieerde woningen. In 2014 zal de regeling geheel verdwijnen. Hierom is het budget afgeraamd. ( vreemde uitdrukking) Vraag Is dit budget voldoende?Om hoeveel gesubsidieerde woningen gaat het? Blijft dit bedrag jaarlijks terugkeren? Antwoord: Afgeraamd betekent dat het budget dat in de begroting was opgenomen op nul is gesteld. U moet dit dus als volgt lezen: de opbrengsten uit de overwinstregeling die de gemeente jaarlijks ontving ontvangt de gemeente vanaf 2014 niet meer vanwege het afschaffen van de regeling met ingang van 2014.
--- Page 56 --Exploitatie Jachthaven Broekhorn Exploitatie Jachthaven Broekhorn: De gemeente Heerhugowaard is verantwoordelijk voor het dagelijks beheer en aanverwante zaken (maaien plantsoen, vuilnisbakken legen en recreanten
12
voorzieningen) van de jachthaven Broekhorn. Voor de exploitatie van de haven is nog geen budget beschikbaar. De jaarlijkse kosten bedragen circa € 50.000 - € 70.000 op jaarbasis. Voor de eerste twee jaren is een lastenverzwaring binnen de exploitatie opgenomen. Daarna moeten de lasten gedekt worden uit de toename van de opbrengsten OZB/ Algemene uitkering als gevolg van de realisatie van de Broekhorn. Vraag Valt dit niet onder de kosten van het bouwfonds? Zo nee, waarom niet? Antwoord: Nee. Voor verdere toelichting verwijst het college naar de discussie die hieromtrent is gevoerd in de raad van 20 juni 2013 (Voorjaarsnota 2013).
--- Page 66 --Bereikbaarheid en rolstoelvriendelijkheid van (senioren)voorzieningen Vraag Nabij poort halfweg mag men hiervoor wel actie ondernemen. Is de bouwer ook verantwoordelijk voor het stuk rijden van de trottoirs? Of draait de gemeente voor de kosten op? Antwoord: Na realisatie van het gebied rond Poort Halfweg zal het gebied voldoen aan de normale gemeentelijke eisen betreffende bereikbaarheid en rolstoelvriendelijkheid. Eventuele schade veroorzaakt door de bouwer zal ook door hen hersteld/vergoed moeten worden. Door de bouwer is een waarborgsom gestort bij de gemeente. Mocht de bouwer in gebreke blijft bij het herstel van de schade zal de gemeente de waarborgsom gebruiken om de reparaties te bekostigen. --- Page 70 --Programma Sociale samenhang. Bedragen € 1000,Primaire Raming 2012. 2013. 2014 €28.379 €28.252 € 28.059 Effecten voorjaarsnota € 459 Actualisering begroting € 501 Saldo programma 2014 € 27.099. Vraag: De kosten voor het programma Sociale samenhang gaan omlaag waar zit hem dat in? Antwoord: De toelichting op de mutaties ten opzichte van 2013 worden vanaf pagina 71 van de raadsbegroting 2014. Daar is achtereenvolgens ingegaan op de (voordelige) effecten die voortvloeien uit de Voorjaarsnota 2013, de (voordelige) effecten die voortvloeien uit de actualisering van de begroting en een toelichting op de overige afwijkingen. Een soortgelijke toelichting is eveneens opgenomen in de raadsbegroting 2013. Daar kunt u het verschil ten opzichte van de raadsbegroting 2012 nalezen.
--- Page 73 --Regiotaxi - Collectief vervoer WMO: BG13-7 Regiotaxi - Collectief vervoer WMO: In de voorjaarsnota 2011 (VJN-11 4.3 I) is er budget beschikbaar gesteld voor de Regiotaxi - collectief WMO voor de duur van het contract. Voor 2014 is dit budget € 65.000 lager dan in 2013. Vraag Wordt dit voordeel gebruikt om de kosten van de Hugohopper te dekken? Antwoord: Nee, dit voordeel komt ten gunste van het perspectief (begrotingsresultaat) zoals op pagina 5 gepresenteerd. Wel kunnen we constateren dat door de aflopende kosten van de Regiotaxi de kosten van de HUGO-Hopper worden gedekt.
13
--- Page 73 --WMO-voorziening ‘Hulp in de huishouding' WMO-voorziening ‘Hulp in de huishouding': Door een groei in het aantal cliënten, maar ook een groei in aantal uren per cliënt is er in de voorjaarsnota 2011 (VJN-11 4.3 J) een oplopend budget beschikbaar gesteld voor de WMO-voorziening ‘Hulp in de Huishouding'. Het budget in 2014 is € 158.000 hoger dan in 2013. Vraag Worden de cliënten nog geherindiceerd? Hebben de plannen van het kabinet nog invloed op de hoogte van dit bedrag? Antwoord: De bestaande cliënten worden inderdaad geherindiceerd als de termijn van toekenning van huishoudelijke hulp verloopt. Er wordt op dat moment gekeken naar de actuele en wellicht gewijzigde persoonlijke situatie. Herindicatie vindt dan plaats op grond van uren in plaats van (de vroeger gehanteerde) klasse. Dit betekent een scherpere bepaling van de reëel benodigde mate van huishoudelijke hulp, gerekend in kwartieren. Ook hierbij wordt zelfredzaamheid en eigen kracht ingevolge het principe van de Kanteling toegepast. Het kabinetsbeleid waarin de scheiding van Wonen en Zorg wordt voorgestaan (langer zelfstandig blijven wonen i.p.v. in een verzorgingstehuis) zal naar onze mening tot effect sorteren dat in de toekomst meer mensen een beroep zullen gaan doen op de Huishoudelijke Hulp.
--- Page 92 --Algemene uitkering: De algemene uitkering wordt voor 2014 geraamd op € 46,69 miljoen. Deze raming is gebaseerd op de informatie uit de meicirculaire 2013 van het gemeentefonds. De actuele raming 2013 bedraagt € 46,59 miljoen. Het voordelig verschil van € 101.000 is het saldo Vraag Kan dit worden gebruikt voor de dekking van andere posten, of zit het al in de algemene middelen? Antwoord: Dat kan als de raad besluit het positieve begrotingsresultaat voor 2014 te amenderen. Dit voordeel maakt namelijk onderdeel uit van het perspectief (begrotingsresultaat) zoals op pagina 5 gepresenteerd.
--- Page 103 --Marktgelden Rekening houdend met deze lagere uren inzet leidt de exploitatie van de markten in 2014 per saldo tot een tekort van circa € 10.000 Vraag Geld dit voor beide markten of levert de vrijdagmarkt het minste op? Antwoord: Het tekort op de begroting geldt voor van alle markten aangezien het gaat om de schoonmaakkosten van de markten (maandag- , vrijdag-, Stationsweg- en jaarmarkt). Op 24 september jl. heeft het college besloten de vrijdag weekmarkt met ingang van 20 december 2013 op te heffen en het tekort op te lossen binnen de bestaande budgetten (BW13-0503).
--- Page 106 --Weerstandsvermogen Uit het geactualiseerde risicoprofiel volgt dat met een bedrag € 15.040.000 met 90% zekerheid alle risico's financieel kunnen worden afgedekt. De omvang van het weerstandsvermogen is € 18.970.000. Dit resulteert in een ratio voor het weerstandsvermogen van 1,26. Vraag Wat is het toekomst perspectief voor de komende jaren van het weerstandsvermogen?
14
Antwoord: Er kan toekomstig verloop worden gegeven van de ratio van het weerstandsvermogen. Deze is enerzijds afhankelijk van de ontwikkeling van de benodigde weerstandscapaciteit en anderzijds van het beschikbare weerstandsvermogen.De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald aan de hand van een risico-inventarisatie en het is op dit moment nog niet te zeggen hoe deze gaan verlopen.
--- Page 118 --Openbaar Groen Raming 2013 De totale oppervlakte groen is 277 hectare. Tabel 7 Bedragen x € 1.000 Openbaar Groen Raming 2013 2014 Toelichting: Kosten beleid en beheer 234 Dagelijks/preventief onderhoud 2.791 Inclusief interne lasten Groot onderhoud herinrichtingen en reconstructies 62 Totalen € 3.168 € 3.087 Vraag Hier zit tussen 2013 en 2014 € 100.000 speling in, kan dit worden ingezet voor andere doeleinden of zit het al in de algemene middelen? Antwoord: De daling van € 100.000 betreft het budget dat de raad (incidenteel) beschikbaar heeft gesteld voor de omvorming van sierplantsoen naar gras. Dit voordeel is daarmee onderdeel van het perspectief (begrotingsresultaat) zoals op pagina 5 gepresenteerd.De raad kan dit inzetten voor andere doeleinden door het begrotingsresultaat te amenderen.
--- Page 198 --Rubriek a: Vrij besteedbare reserves (weerstandsvermogen) Bedragen x € 1.000 Rekening Raming. Raming. Raming. Raming. Raming 2012 2013 2014 2015 2016 2017 711000 Algemene Reserve 19.536 19.272 19.122 19.022 18.972 18.972 (x € 1.000 ) Vraag € 19.122.000 staat er in de tabel op blz. 198. Dit is een ander bedrag dan er op blz. 106 wordt genoemd als algemene reserve. Hier noemt men het bedrag € 18.970.000. Verschil €152.000. Dit heeft invloed op het weerstandsvermogen. Waar komt dit verschil vandaan? Antwoord: Voor het verloop van de stand van de algemene reserve (stand 31 december 2012 € 19.534) naar het beschikbare weerstandsvermogen: zie pagina 109 van de raadsbegroting 2014. Het door u genoemde eigen vermogen ad € 18.970.000 betreft het eigen vermogen per ultimo 2017. Indien u wilt naslaan welke mutaties bij het opstellen van de reservekeeper 2013 in de algemene reserve werden voorzien dan adviseren wij u bladzijde 22 van de Reservekeeper 2013 te raadplegen. Daar kunt u ook zien dat de algemene reserve per 31 december 2012 waar wij voor de berekening van het weerstandsvermogen van uit gaan hier ook als eindsaldo per 31 december 2012 is opgenomen.
15
D66 In hoeverre stijgen de uitgaven van de gemeente door het beroep op de bijstand door een grotere groep bijstandsgerechtigden in 2014? Is hier in de begroting rekening mee gehouden? Antwoord: Voor de raming van de bijstandsuitkeringen is de beschikking van het Rijk leidend. Dat betekent dat de raming van de kosten (bijstandsuitkeringen) gelijk wordt gesteld aan de uitkering die wij hiervoor van het Rijk ontvangen. Deze wordt immers macro-economisch bepaald om basis van de ontwikkeling van het totale uitkeringenbestand. Indien deze uitkering in enig jaar tekort is hiervoor in de benodigde weerstandscapaciteit rekening gehouden (zie pagina 107 van de raadsbegroting 2014). Daarnaast kan de gemeente indien het tekort meer dan 10% is in enig jaar een beroep doen op een aanvullende uitkering bij het Rijk.
16
Trots Paraaf A Pagina 98 WOZ waarde Uitgaande van het tarief 2013 wordt een jaarlijkse tariefstijging van 2% (exclusief inflatie), in plaats van de eerder door uw raad vastgestelde jaarlijkse tariefstijging van 1% (exclusief inflatie), toegepast waarom er een verdubbeling is van deze tarief stijging welke in tegenstellings is van de door de Raad vastgestelde stijging van 1% Antwoord: Uw veronderstelling dat de jaarlijkse tariefstijging jaarlijks maar 1% mag bedragen is niet correct. Op pagina 97 is toegelicht dat er de jaarlijkse OZB verhoging niet meer mag bedragen dan het inflatiecijfer (linkerkolom onderaan). Daar staat eveneens toegelicht op welke wijze de lastenstijging OZB voor de burger wordt bepaald (zie pagina 97 rechterkolom). U refereert in uw vraagstelling aan de jaarlijkse tariefstijging van 1% van de rioolheffing (dus geen WOZ waarde). Deze is echter met het raadsbesluit RB2013059 d.d. 23 april 2013) verhoogd naar 2%. Paraaf A bladzijde 100. 2014 Naast deze exploitatielasten is voor div investering een investeringskrediet nodig zonder uitleg terwijl er in 2013 wel een duidelijke uitleg is gegeven In de Raadsbegroting van 2013 Paraaf A blad 72 / 73 Staat dat er een investeringskrediet nodig is van 164.300 € plus een omschrijving waarvoor deze investering nodig is.Vraag: wat is de reden dat hier geen bedrag is genoemd en niet is omschreven wat deze investering inhoud.Het gaat tenslotte om een begroting warbij rekening gehouden moet worden met eventuele investeringen. Antwoord: Zoals op pagina 100 is toegelicht worden de noodzakelijke investeringskredieten voor 2014 opgenomen in het voorstel dat hoort bij de vaststelling van de tarieven rioolheffing (raad 17 december 2013).
Paraaf A pagina 100 in de begroting van 2014 Het variabele deel betreft verwerkingskosten staat voor 2013 een bedrag van ( 2013: 1.572.239 ) Echter in de begroting van 2013 staat dat de verwerkingskosten voor 2013 ( 2013 : 1.703.009 )hoe en waar komt dit verschil vandaan? Graag uitleg Antwoord: Het jaartal 2013 (pagina 100) is bij het bedrag van € 1.572.239 onjuist vermeld. Dit moet 2014 zijn. Door aanpassing van de hoeveelheden, de verwerkingstarieven en doordat de vergoeding voor de verenigingen m.i.v. 2013 rechtstreeks door de HVC wordt uitbetaald, zijn de lasten circa € 55.000 lager begroot. Als gevolg van het realistischer opnemen van de opbrengsten van de afvalcomponenten zijn de baten circa € 76.000 verhoogd t.o.v. 2013. Totaal komen de verwerkingskosten in 2014 € 131.000 lager uit dan in 2013.
Paraaf A pagina 100 Ik zie dat hier een besparing is van 1.02 € per huishouden. Waar gaat dit geld naartoe? Antwoord: Het is het college niet duidelijk waar u het bedrag van € 1,02 vandaan haalt. De (concept) tarieven afvalstoffenheffing waar dit onderdeel van de paragraaf over gaat staan op pagina 101
17
van de raadsbegroting 2014. Wellicht kunt u met deze verwijzing antwoord geven op de door u gestelde vraag.
Paraaf A pagina 104 kwijtschelding Zijn er in 2013 exact de gelijke kwijtscheldingen geweest als in 2012. Dit staatje lijkt 1 op 1 overgenomen te zijn. Graag uitleg wat nu de werkelijke kwijtschelding cijfers zijn van 1013 en de te verwachte (begrote) kwijtschelding voor 2014. Antwoord: U heeft gelijk. De juiste tabel moet zijn: Realiteit 2012
Realiteit tot en met juni 2013
Raming 2014
Aantal automatische kwijtscheldingen
390
417
450
Aantal ingediende kwijtscheldingsverzoeken
661
649
750
404
357
450
239
191
300
18
101
139.414
165.950
Waarvan: •
toegewezen
•
gedeeltelijk toegewezen
•
afgewezen
•
nog niet besloten
Financieel effect
165.000
Paraaf B Pagina 106 De raad heeft op 18 december 2007 besloten een weerstandsnorm te hanteren in de range van 1,4 tot 2,0. De ratio voldoet niet aan de gestelde norm. Hoe denkt het College dat op te lossen? Antwoord: Het college onderzoekt verschillende opties en komt daarmee zoals gezegd in de jaarstukken 2013 richting de raad. Paraaf B pagina 108 Risicoprofiel,Omdat het risico profiel in zijn totaliteit fors is zou ik graag een uitbreiding willen zien van de risico,s profiel bijvoorbeeld een top 20 Hoe staat het met het risico van de Stichting primeur Fons. Antwoord: Hieronder is de tabel met de 20 grootste risico’s opgenomen. Stichting Primeurfonds is hierin niet opgenomen. De gemeente heeft hier een garantstelling afgegeven voor de lening van de stichting. Deze garantstelling is in de gemeentelijke balans opgenomen onder niet uit de balans blijkende verplichtingen.
18
Risico Kans Project De Draai: Bij de 4e herziening van de grex De Draai zijn in 70% vervolg op eerdere maatregelen en aanpassingen opnieuw maatregelen genomen. Na deze actualisatie van de grex heeft deze een verwachte nadelige Netto Contante Waarde van € 7,2 mln. Hiervoor is een voorziening gevormd. In de actualisatie van het risicoprofiel hebben we, naast actuele inzichten over prijszettingen voor specifieke categorieen van woningen zoals duurdere rijwoningen, vooral meegenomen de aanbeveling van de accountant om na 2017 nadrukkelijker rekening te houden met een index voor grondprijzen van 1 % per jaar in plaats van 2 %. Deze minder snelle stijging van de grondprijzen na 2017 betekent een hoger risico dat het uiteindelijke financiele resultaat op de grondexploitatie De Draai lager zal zijn dan bij de vorige inventarisatie bij de jaarrekening 2012.
Financieel gevolg max.€ 6.000.000
2
Complex De Draai: In de uitgangspunten bij de 4e herziening van De Draai is de index op de kostprijzen voor de periode 2013-2018 op 1% gezet en voor de periode na 2018 2%. Onze accountant adviseert om ook voor de periode tot 2018 uit te gaan van een kostenindex van 2%. Als we dit eventuele scenario doorrekenen heeft dit een nadelig financieel gevolg voor het totale resultaat van De Draai van € 2,8 mln.
70%
max.€ 2.800.000
3
De vaandel: Bij de 3e herziening is de grex De Vaandel op voor zowel de planing, het programma als de prijs aangepast. Meest opvallende aanpassing is dat de gronden in de Vaandel-zuid en de Vaandel-noord uit de actieve exploitaie zijn gehaald. De grex laat nu een nadelige verwachte Netto Contante Waarde zien van € 3 mln. Voor dit mogelijke verlies is een vorziening gevormd. Deze actualisatie leidt ertoe dat het risicioprofiel tenopzichte van de vorige inschatting van De Vaandel naar beneden is bijgesteld. De finaciele omvang van het looptijdrisico en prijsrisico was geschat op maximaal €ln en is nu gesteld op € 3 mln. De kans is op hetzelfde niveau gebleven.
50%
max.€ 3.000.000
4
Dekking VTA: 70% Een deel van de huidige personele formatie wordt financieel gedekt uit grondexploitaties en investeringen. In beeld is gebracht dat op termijn de beschikbare VTA (voorbereiding, toezicht en advies) in grondexploitaties en investeringen niet meer toereikend zal zijn om de huidige formatieve inzet te bekostigen. Als het (nog) niet gelukt is om tot formatieve aanpassingen te komen danwel op een andere manier de formatie te bekostigen (bijvoorbeeld detachering) zal dit leiden tot een extra last voor de gemeentelijke exploitatie
max.€ 1.500.000
5
Tot op heden worden kosten die verband hebben met zieke bomen (kappen en nieuwe bomen planmnten e.d.) gedekt uit beschikbare budgetten. Doordat nu zoveel bomen ziek worden (nieuwe ziekten die zich nu ook in Heerhugowaard laten zien) is de kans groter geworden dat te maken kosten om bomen te kappen en vervangen niet meer gedekt kunnen worden uit de reguliere budgetten. De nieuwe risicoinschatting is gebaseerd op het huidige beleid en de huidige inzichten over (mogelijke) aantallen zieke bomen in de gemeente.
50%
max.€ 1.500.000
6
Toegekend budget Inkomensdeel WWB niet toereikend. Dit budget houdt niet gelijke tred met de ontwikkeling in het aantal klanten. Realisatie van bouwprojecten stagneert
70%
max.€ 1.000.000
90%
max.€ 600.000
1
7
19
8
Risico De gemeente heeft zich garant gesteld voor financiering van andere organisaties. Een voorbeeld is de garantstelling voor de financiering van de HVC. De exploitatie van de HVC staat onder druk. Dit verhoogt het risico dat aanspraak wordt gemaakt op de afgegeven garantie.
Kans 50%
Financieel gevolg max.€ 1.000.000
9
Gemeenschappelijke regeling WNK. Eventuele tekorten in de exploitaie 90% van de GR WNK komen naar rato voor rekening van onze gemeente. Omdat het weerstandsvermogen van WNK ultimo 2012 nihil is vertalen tegenvallers zich al snel in een hogere gemeentelijk bijdrage. Risico's op tegenvallers in de exploitatie WNK zijn er op een aantal terreinen: niet voor alle WSW-ers in dienst bij WNK wordt een rijksbijdrage ontvangen, de rijksbijdrage per WSW-er gaat omlaag de komende jaren en de activiteiten van WNK voor reintegratie zijn niet rendabel.
max.€ 500.000
10 11
Marktwaarde van schoolwoningen komt onder de boekwaarde Begrotingsoverschrijdingen bij gemeenschappelijke regelingen worden doorbelast aan de gemeente Heerhugowaard. Naast het afzonderlijk in het risicoprofiel opgenomen risico voor de gemeenschappelijke regeling WNK bestaat dit risico ook bij andere gemeenschappelijke regelingen zoals de GGD, RHCA en de veiligheidsregio.
50% 80%
max.€ 700.000 max.€ 500.000
12
Complex Zuid: De huidige marktomstandigheden hebben tot gevolg dat de ontwikkeling in plandeel 4 vertraagt en dat daardoor ook het laatste deel van plandeel 3 doorschuift. De geactualiseerde grex laat een verwachte Netto Contante Waarde zien van € 2 mln. Hierbij is wel te betrekken dat er nog een opbrengst (nominaal) uit verkoop van grondkavels te realiseren is van circa € 30 mln. Ook omdat veel kavels in het dure segment zitten is in het risicoprofiel de mogelijkheid van nadelen door prijs- en looptijdricio in de exploitatie van Zuid verwerkt.
50%
max.€ 800.000
13 14
De WMO is een open eind regeling voor individuele voorzieningen 70% De hoogte van de algemene uitkering is van jaar tot jaar geen vast 70% gegeven en kan variëren BTW investeringen: 30% Bij de investeringen grote projecten zijn afspraken gemaakt met de belastingdienst over het gebruik van deze voorzieningen. Op basis van het verwachte gebruik, verdeeld over de functies cultuur, educatie, horeca/ondernemerschap is BTW over de oorspronkelijke inversteringen verrkekend. Als binnen een termijn van 10 jaar het gebruik afwijkt van deze aafspraken bestaat de kans dat de BTW terug betaald dient te worden aan de belastingdienst
max.€ 500.000 max.€ 500.000
Leningen kunnen niet worden terugbetaald aan de gemeente Gemeentelijke verantwoordelijkheid bij dijkdoorbraak of andere vormen van calamiteiten Constructie van kunstwerk bezwijkt Onjuiste beoordeling, uitvoering of vervaardiging van gegevens, documenten of regelingen Kosten of claims i.v.m. planschade
30% 2%
max.€ 1.000.000 max.€ 10.000.000
10% 90%
max.€ 2.000.000 max.€ 200.000
50%
max.€ 300.000
15
16 17 18 19 20
max.€ 1.000.000
Paraaf B pagina 109 De raad heeft op 18 december 2007 besloten een weerstandsnorm te hanteren in de range van 1,4 tot 2,0. De huidige ratio voldoet niet aan de gestelde norm. Hoe denk het college dit op te lossen.
20
Antwoord: Zie het antwoord op dezelfde vraag die u hiervoor naar aanleiding van pagina 106 ook al heeft gesteld. Paraaf C pagina 113 Staatje toelichting stijgende lasten. Daar staat in de raming van 2013 een bedrag van 17.192. Maar in het zelfde staatje van de begroting van 2013 staat op pagina 85 een ander bedrag namelijk 16761 + 1272 = 18033 waar zit dit verschil van 841 in graag uitleg. Antwoord: Op pagina 85 van de raadsbegroting 2013 is in tabel 3 een bedrag opgenomen van € 16.761. In de raadsbegroting 2014 is in tabel 3 voor 2013 een bedrag opgenomen van € 17.192. Verschil € 431. In de raadsbegroting 2013 zijn echter de primaire ramingen opgenomen in tabel 3, in de raadsbegroting 2014 zijn de actuele ramingen (na begrotingswijzigingen) opgenomen. Het verschil betreft o.a. de toekenning van groeibudget 2013 (€ 237, RB2012147). Daarnaast zijn middelen toebedeeld vanaf stelposten binnen programma 2 aan de geëigende budgetten, bijvoorbeeld voor de reconstructie van de Zuidtangent waarvoor de raad in de Voorjaarsnota 2012 budget (€ 81) beschikbaar heeft gesteld en tijdelijk op stelpost was opgenomen (verschuiving binnen programma 2).
Paraaf C pagina 116 Vertaling in begroting. Ik zie in het tabel een force verhoging in storting in voorziening ? 2013 was dat 136.000 en voor 2014 wordt dat 480.000 graag uitleg waarom er zo,n grote voorziening nodig is Antwoord: Dit is de financiële uitwerking/ vertaling van RB2013059 Herijking kostendekkingsplan gemeentelijke rioleringsplan.
Paraaf D pagina 127 In 2015, 2016 en 2017 moeten fixen geldleningen afgelost worden en voor een groot gedeelte worden geherfinancierd worden Wat is een groot gedeelte Alles? Graag toelichting Antwoord: Zie tabel 1 op pagina 127. Daarin is de specificatie van de leningenportefeuille van de gemeente Heerhugowaard opgenomen. Zoals daar kunt zien zijn de onderste drie leningen fixe leningen, afgesloten in 2010 en 2011 met een looptijd van respectievelijk 5 en 6 jaar. Om die drie leningen gaat het. De totale som van deze drie leningen is € 60 mln.
Paraaf D pagina 131 In dit staatje van de begroting 2014 zie ik op de bedragen van 2013 een groot verschil met het zelfde staatje die staat in de van de begroting van 2013 Begroting 2013 begroting 2014,voor het jaar 2013 Res voorz 100.861. 95.518 Leningen. 107.00. 107.00 Gem expl. 144.962. 151.617 Grex. 63327. 72.812 Saldo vast. -428. - 14.758 Graag uileg waarom dit verschil in deze staatjes er zijn Antwoord: Voor de beantwoording van deze vraag verwijst het college u naar voetnoot 2 die onder de tabel is opgenomen.
21
Paraaf D. Pagina 134 Omschrijving in het tabel staat in de begroting voor 2014 onder kolom begroting 2013 EMU 15.487 totaal andere bedragen dan. In de begroting van 2013 pagina 101 staat begroting met een EMU 26.789. Waar zit dit force verschil in ? Antwoord: In de raadsbegroting 2013 wordt uitgegaan van de primaire ramingen in de raadsbegroting 2014 van de geactualiseerde ramingen 2013.
22
Christenunie Pag. 22 Percentage opkomsttijden is op 68% komen te liggen (2013) Er wordt flink ingezet op verbetering van de opkomsttijden, nu 68%. Vraag: hoe hoog was het opkomstpercentage in 2011 en 2012. Antwoord: 2011: 37% 2012: 37% Overigens maken de laatst bekende percentages onderdeel uit van de effectindicatoren die opgenomen worden als onderdeel van de programmaverantwoording van de jaarstukken.
Pag. 28 Hier wordt geschreven over het verminderen van de afvalstroom en betere scheiding Vraag: hoe is de status van de uitvoering van de motie over onderzoek of de "Afvalapp" een zinvolle aanvulling kan zijn op de motivatie van inwoners om afval te scheiden. Antwoord: Het onderzoek loopt nog en zit nu in de technische fase. De meerwaarde van een afvalapp met de mogelijkheid van een digitale afvalkalender wordt vooral gezien in de service naar de inwoners en daarbij hopend op een toename van de motivatie om afval te scheiden, omdat informatie over afvalscheiding makkelijker kan worden aangeboden. Binnen de gemeente gelden voor webapplicaties technische richtlijnen. Wij zijn nu aan het kijken welke apps aan deze richtlijnen kunnen voldoen en wat de prijs/kwaliteit verhouding is.
Pag. 61 De aankondiging om het CJG te verhuizen is een onverwacht bericht. Wat is de reden voor deze verhuizing? Is hier een plan voor beschikbaar? Zo ja, kunnen wij deze ontvangen? Waar moet het consultatiebureau komen in het gemeentehuis? Antwoord: Zie ook op het antwoord op de vraag van de VVD op pagina 4 van deze bundel. Doel van de verhuizing is meerzijdig: • de huur op de taxuslaan loopt per 31 december 2015 af; de Taxuslaan is geen eigendom van de gemeente. • er is een ontwikkeling gaande die er toe neigt dat het huisvestingscomponent van de GGD, die nu nog naar rato van het aantal inwoners over de gemeente wordt verdeeld, uit de GGD bijdragen worden gehaald en voortaan direct aan de betreffende gemeente worden doorbelast. • door huisvesting van het CJG in het gemeentehuis is het makkelijker om met de bibliotheek samen te werken en synergie voordelen te behalen. • het gemeentehuis is door de ontwikkelingen al meer onderbezet waardoor er ruimte is voor andere partijen. • er worden besparingsmogelijkheden gezien. Er wordt naast een onderzoek voor de inhuizing van de CJG in het gemeentehuis ook onderzocht in hoeverre er samenwerking en synergie mogelijk is tussen het CJG, de bibliotheek en de gemeente op het gebied van ruimtegebruik en beleid en uitvoering. Een en ander zal plaatsvinden in 2014. In het onderzoek worden de ontwikkelingen en toekomstverwachtingen op het gebied van ruimtegebruik voor het CJG, de bibliotheek en gemeente meegenomen.
23
Pag. 65 Effectindicatoren. Volgens de wijkmonitor is in 2013 45 % van de inwoners tevreden over de huidige Sociale voorzieningen van de gemeente. De streefwaarden voor 2015 en 2017 worden 41 %. Dit is merkwaardig, je zou zeggen, dat de gemeente streeft naar verbetering en niet naar verslechtering van de tevredenheid. Hetzelfde doet zich voor bij het integraal jeugdbeleid. Het streven zou moeten zijn naar een lager percentage in plaats van naar een hoger percentage voortijdige schoolverlaters. Monitor 2013 geeft aan 0,2 %. Streven is naar 0,4 % Wat is de achtergrond van deze verlagingen? Antwoord: U interpreteert dit percentage niet op de juiste manier. Het werkelijke tevredenheidspercentage is op dit moment hoger dan de streefwaarde waarover de raad heeft besloten. Er is dus geen sprake van verlaging van de streefwaarde.
Pag. 67 Onder (Wijk)welzijn Over welke sociale voorzieningen gaat het hier? Laag percentage over tevredenheid over de sociale voorzieningen, waarom een streven naar 41% als er ingezet gaat worden op kleinschalige ontmoetingsplekken en op wijkgericht werken? Antwoord: Voor de beantwoording van deze vraag verwijst het college u graag naar de wijkmonitor. Daar wordt toegelicht dat het hier gaat om winkels, basisscholen, sportvoorzieningen en jongerenhuisvesting, maar ook aanbod voor ondersteuning gaat. De wijkmonitor wordt in het 4e kwartaal door B&W vastgesteld en daarna ter inzage gelegd voor de commissie.
Pag. 71 Er wordt vermeld dat het WMO budget te ruim was. Hoe kan het dat er WMO budget over is? We krijgen signalen dat mensen geen voorzieningen krijgen die ze nodig hebben, is er een beleidsdocument, richtlijn, waarlangs de medewerkers werken? We horen steeds dat er te kort geld is, dat we keuzes moeten maken, ook uit zaken die eigenlijk noodzakelijk zijn. De vraag rijst: zijn de richtlijnen te strak? Als er een lijst met criteria is hoe de indicatie tot stand komt, willen wij deze graag ontvangen. Kunnen we het overgebleven budget reserveren voor de WMO voor 2014? Antwoord: Voor de beantwoording van deze vraag verwijst het college u naar de toelichting die bij de toelichting op de structurele effecten op de jaarstukken 2012 is gegeven. Daar is toegelicht dat het beleid in het kader van de WMO de afgelopen jaren veranderd door de invoering van de Kanteling. De WMO-medewerkers van de afdeling Maatschappelijke Zaken werken conform de vastgestelde WMO-verordening. Deze verordening voorziet in een nieuwe benaderingswijze, zijnde de Kanteling, waarbij uitgegaan wordt van de eigen kracht van mensen en een hogere mate van zelfredzaamheid. Hierdoor is het minder vanzelfsprekend geworden dat mensen “recht” hebben op een individuele voorziening, eerst wordt gekeken of zij zelf, de familie, of de directe (leef-)omgeving zelf kunnen bijdragen aan een oplossing. De richtlijnen zijn dus naar onze mening niet te strak, er wordt nu wel nadrukkelijker eerst naar de mogelijkheden gekeken vanuit de mensen zelf.
24
Middels een keukentafelgesprek wordt met de aanvrager zijn of haar specifieke situatie doorgesproken, zodat er ook altijd sprake is van een maatwerkoplossing. Een drietal elementen draagt daarnaast ook bij aan een afname van het aantal aanvragen om een individuele voorziening: • Invoering van de Eigen Bijdrage • Indiceren van klasse naar uren (meer nauwkeurig op kwartier indiceren van de mate van individuele huishoudelijke hulp) • Het algemeen gebruikelijk verklaren van een aantal voorzieningen, zoals de rollator, douche en toiletbeugels e.d. (deze zijn tegenwoordig eenvoudig en relatief goedkoop te verkrijgen bij bijvoorbeeld de ouderenwinkel, bouwmarkten en op marktplaats) Dit laat overigens onverlet dat als deze mogelijkheden er niet of onvoldoende zijn, de WMO te allen tijde een vangnet biedt voor hen die dat echt nodig hebben. Het overgebleven saldo kan niet gereserveerd worden voor 2014, aangezien de raad op 20 juni 2013 al heeft besloten over de bestemming van het rekeningresultaat 2012 en de overschotten uit de jaarrekening 2012 onderdeel uitmaken van de begroting 2014 en het meerjarenperspectief
Pag. 71 1e kolom laatste regel. De lasten voor de Hugohopper zijn structureel later dan begroot. Moet dit niet zijn: lager dan begroot? Antwoord: Klopt, dit is een typefout. U bedoelt hier wel de Huygenpas in plaats van Hugohopper?
Pag. 72 De dekking Hugo-Hopper gaat toch alleen over 2014? Antwoord: Dat klopt.
Pag. 75 Voor 2014 zijn er minder uren begroot. Participatie is een knelpunt. Betekent dit dat er meer kan worden besteed aan participatie? Antwoord: In 2014 zijn 5.826 (4,57 fte) uren geraamd op participatiebudget en in 2013 8.917 (6,99fte). De oorzaak hiervan is de verschuiving van uren. Nu het cliëntenaantal WWB flink is gestegen worden er meer uren geschreven op het verstrekken van uitkeringen. Er vindt meer uitbesteding plaats van de re-integratietaken aan onze partners waarmee wij contracten hebben gesloten (WNK , Tobs, etc). De uren die onze medewerkers schrijven op participatie komen niet ten laste van het participatiebudget. We houden dus niet meer geld over op dit product.
Pag. 90 Algemene Dekkingsmiddelen Financieringsfunctie Totaal 464 N : N 228 door hogere doorbelasting van rente aan de Reserves is duidelijk, echter lagere dekkingskapitaallasten op de financieringsfunctie zou tot een Voordeel moeten leiden van 220.000 en niet tot een Nadeel. Kunt u dit toelichten?
25
Antwoord: Uw redenering is niet correct. Op de producten leidt dit weliswaar tot een voordeel, maar de doorberekende rentelasten die als dekking staan tegenover de werkelijke rentelasten zijn lager en daarmee ontstaat dus een nadeel.
Dividenden : De laatste zin “ Dit leidt tot een nadeel van 2.478.000 moet vermoedelijk 2.748.000 zijn” Is dit correct? Antwoord: U hebt gelijk. In de toelichtende tekst zijn de 4 en de 7 omgedraaid.
Pag. 94. Bedrag voor onvoorziene uitgaven voor 2013 in de laatste zin moet vermoedelijk zijn 2014. Is dit juist? Antwoord: Dat klopt. In de tekst is abusievelijk 2013 blijven staan. Dat had natuurlijk 2014 moeten zijn aangezien de raadsbegroting 2014 voorligt.
Pag. 99. Wat is de oorzaak van de aanzienlijke verhogingen van de Lasten Vuilwater + 18 % van 2.147 naar 2.547 ? Tarief berekening Lasten Riolering ( in €). Waarom stijgen de betreffende tarieven voor Vuilwater niet ( nagenoeg ) = 3,6 % evenredig met de Lasten Riolering Vuilwater +18%. Antwoord: De lastenstijging voor het inzamelen en de afvoer van het vuilwater wordt voornamelijk veroorzaakt door de toename van kapitaallasten (van € 789.911 in 2013 naar € 911.525 in 2014) en de jaarlijkse storting in de voorziening riolering (van € 136.000 in 2013 naar € 479.518 in 2014). Het Gemeentelijk rioleringsplan 2010-2015 voorziet in een lichte stijging van de kapitaallasten ten gevolge van de bekostiging van het regulier rioolonderhoud en de vervangingen. De lastenstijging wordt echter voor het merendeel teweeggebracht door de bekostiging van de nieuwe aanleg van de riolen in de ontwikkelingsgebieden, op basis van het raadsbesluit RB2013059 “Herijking kostendekkingsplan gemeentelijk rioleringsplan”. De verhoging van de storting in de rioolvoorziening komt ten goede van het versneld afschrijven van de rioleringskredieten waaraan hetzelfde besluit ten grondslag ligt.
Pag. 100 1e kolom 2e alinea Bij: Er is een investeringskrediet nodig. U ontvangt hiervoor een Raadsvoorstel in de raad van 17 december 2013. Dit investeringskrediet hebben wij toch behandeld in SB van september en geagendeerd voor de raad van 24 september? Of kunnen wij nog andere investeringskredieten verwachten? Antwoord: RB2013110 waaraan u refereert, betreft de votering van de kredieten voor de uitleggebieden (op basis van RB2013059). De investeringskredieten waaraan op pagina 100 wordt gerefereerd betreft investeringen in het bestaande rioolstelsel.
26
Pag.101. Bij de tabel Huurders beneden aan de pagina wordt en mutatie aangebracht -/- 8,62. Wat houdt dit, kan hier een toelichting opkomen? Antwoord: Dit betreft de mutatie tussen afvalstoffenheffing 2013 en 2014 waarvan de bedragen op de regel erboven zijn opgenomen.
Pag. 104. In de tabel kwijtscheldingsbeleid geeft de realiteit 2012 een aantal van 314; Het eerste halfjaar wordt er een aantal van 390 vermeld. Als je dat over een jaar berekent dan is dit meer dan 100 % van 2012. Het verrast ons, dat er voor 2014 een schatting uitkomt van 400. Wat is de gedachte hier achter? Antwoord: Het zwaartepunt van de kwijtscheldingen ligt in het eerste halfjaar. (90% van de aanvragen komen in het eerste halfjaar binnen). Het is niet reëel om de aantallen van het eerste halfjaar zonder meer met 2 te vermenigvuldigen.
Pag. 121 Wat voor besparing op de energiekosten wordt er verwacht door het aanbrengen van led verlichting? Antwoord: De besparing kan alleen gerealiseerd worden op het variabele deel van de energiekosten en niet op de netkosten. Bij vervanging van de armaturen van het huidige areaal door LED-verlichting is een besparing op de energiekosten mogelijk van circa 20% (€ 21.000). Als het sociaal acceptabel blijkt om het verlichtingsniveau in de woonwijken ‘s nachts naar 50% te dimmen, zou een besparing van 30% (€ 32.000) gerealiseerd kunnen worden.
Pag.131. In tabel 3 worden cijfers aangehaald van voorgaande jaren bijv. 2011 . Reserves en voorzieningen = 112.643 en 2012 = 108.975. Wanneer je de Begroting van 2013 er bij neemt zien we andere getallen staan nl. 2011 = 108.294 en 2012 = 103.716. Is hier een verklaring voor en wat heeft dit voor consequenties? Antwoord: De cijfers 2013 voor 2011 opgesteld aan de hand van de reservekeeper 2012. In deze reservekeeper is het rekeningresultaat 2011 (3,6 M) niet opgenomen. In de begroting 2014 is het rekeningresultaat meegenomen als onderdeel van het eigen vermogen. De cijfers 2012 in de begroting waren zoals in het onderschrift van de tabel staat op basis van de begrotingscijfers. Die in de begroting 2014 zijn echter op basis van de jaarrekening 2012.
Pag.131. De Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft aan hoeveel de gemeente kort mag financieren als percentage van de begroting. De toegestane kasgeldlimiet bedraagt 8,5% van het begrotingstotaal. Is er informatie beschikbaar hoe in HHW deze kasgeldlimiet in 2012 en 2013 is geweest en wat is de prognose voor de komende begrotingsjaren?
27
Antwoord: Het verloop van de kasgeldlimiet is opgenomen in paragraaf D van de jaarstukken 2012 (zie pagina 116 van dat document). Het verloop van de kasgeldlimiet 2013 is onderdeel van paragraaf D van de jaarstukken 2013 die u in april 2014 ontvangt. De prognose van de kasgeldlimiet voor de komende jaren is niet beschikbaar. De reden is dat wij daarvoor inzicht moeten hebben in de toekomstige balans. Op dit moment is nog niet te zeggen is hoe deze zich voor de berekening van de kasgeldlimiet zal ontwikkelen.
Pag.134. In tabel 6 wordt volgens de begroting het EMU saldo berekend. In 2013 en 2014 is deze positief en in 2015 wordt het saldo negatief nl. 2.468. Wat zeggen deze cijfers ons? Wat voor maatregelen kunnen genomen worden om ook in 2015 tot een positief EMU -saldo te komen? Heeft het college hier een idee over? Antwoord: In Europa zijn regels afgesproken op het gebied van de overheidsfinanciën. Deze Europese begrotingsregels zijn grotendeels vastgelegd in het Stabiliteits- en Groeipact (SGP). Belangrijkste uitgangspunten van het Stabiliteits- en Groeipact 1. Het EMU-saldo: het begrotingstekort mag niet groter zijn dan 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp). 2. De EMU-schuld: de overheidsschuld moet lager zijn dan 60 procent bbp of in voldoende mate afnemen Deze wettelijke regels zijn verankerd in wet HOF. Tussen het Rijk en de decentrale overheden is in 2004 bestuurlijk overeengekomen dat de decentrale overheden een maximaal aandeel van -0,5% bbp in het EMU-tekort mogen hebben (0,38% bbp voor gemeenten, -0,07% bbp voor provincies en -0,05% bbp voor waterschappen). Om dit te kunnen monitoren dient elke gemeente elk jaar een prognose te maken van het EMUsaldo. Om dat te kunnen monitoren is afgesproken dat de gemeenten jaarlijks het EMU saldo in de begroting opnemen zodat op Rijksniveau inzicht is in de ontwikkeling ervan. Daarvoor is een modeltabel voorgeschreven. Een positief saldo geeft aan dat de inkomsten groter zijn dan de uitgaven, een negatief saldo dat de uitgaven groter zijn dan de inkomsten. De gemeente is dus niet verplicht om een positief EMU saldo te hebben, zolang als het totaal van het tekort van de gemeenten in het EMU-saldo maar niet meer dan het afgesproken EMU tekort bedraagt. Om daaraan te kunnen voldoen publiceert het Rijk voor elke gemeente een referentiewaarde. Zolang als de gemeenten binnen deze referentiewaarden blijven voldoet Nederland aan de gestelde uitgangspunten. De referentiewaarde voor Heerhugowaard -/- € 5,767 mln. Heerhugowaard blijft op basis van de huidige prognoses dus binnen de norm.
Ad.7. Uitgaven aan aankoop grond etc. in 2014 van 24.715. Kunt u een onderbouwing van dit bedrag geven? Antwoord: Voor de beantwoording van deze vraag verwijzen wij u naar bladzijde 174 van de raadsbegroting 2014 (paragraaf G. Grondbeleid).
Ad. 9 Welke betalingen t.l.v. welke voorzieningen ad. 2.960 zullen er worden gedaan in 2014 ? Antwoord: Deze betalingen betreffen de uitgaven die worden gedaan inzake de verschillende groot onderhoud voorzieningen. Het gaat hierbij dan vooral de geprognosticeerde uitgaven conform de liquiditeitsprognose.
28
Pag. 138 Is bij u bekend hoe de percentages over medewerkerstevredenheid en ziekteverzuim liggen bij de gemeenten met wie we samenwerken? Deze vraag stellen wij omdat er op diverse terreinen een uitwisseling van medewerkers is en nog meer gaat komen. De cultuur van Heerhugowaard willen we immers vasthouden Antwoord: Deze zijn niet bekend bij ons, maar wel op te vragen.
Pag. 142 De audit werd uitgevoerd met betrekking op DigiD. U vermeldt dat er verbeterpunten zijn. Op welk vlak liggen de verbeter punten? Antwoord: De verbeterpunten liggen vooral op het maken van procesbeschrijvingen, het vastleggen van periodieke controles en autorisaties, het voldoen aan technische vereisten m.b.t. vastleggen van logging. Daarnaast moeten sommige procedures ook geïmplementeerd worden. Onderstaand punt voor punt weergegeven:
• • • • • • • • • • • • •
Wijzigingsbeheerproces formaliseren d.m.v. procesbeschrijvingen voor wijzigingen Hardeningsproces opstellen en implementeren. Netwerkprotocollen opstellen en onderhouden en dit periodiek toetsten Beschrijving patchmanagementproces en implementeren Plannen van periodieke penetratietest Plannen periodieke kwetsbaarhedenscan Beschrijven procedure m.b.t. toegangsbeheer/toegangsbeveiliging Plannen periodieke controle of toegangsbeveiliging voldoet aan de eisen Formeel bekrachtigen van het DMZ inrichtingsdocument waarin de hardeningsuitgangspunten zijn opgenomen Formele beschrijving hoe de IT-infrastructuur is ingericht met o.a. hoe het beheer wordt gescheiden van het productie verkeer Beschrijving beveiligingsinstellingen en plannen periodieke controle op inrichtingsinstellingen conform inrichtingsdocument Opstellen van informatiebeveiligingsplan (uitwerking concept informatiebeveilingsbeleid) Inrichten IDS en actieve controles op de logging.
Pag. 155 Het AB heeft ondanks tegenstemmen van onze en andere gemeenten ingestemd met de begroting 2014 van de Veiligheidsregio Waar en bij wie ligt de bevoegdheid om te besluiten het overschot van de algemene reserve te gebruiken om de bezuinigingsopdracht te financieren? Meerdere gemeenten waren hier op tegen, is het: de meeste stemmen gelden? Antwoord: Artikel 16 lid 2 b en c GR Veiligheidsregio Noord Holland Noord <> Artikel 9 GR Veiligheidsregio Noord Holland Noord: Ieder lid van het algemeen bestuur heeft een aantal stemmen afhankelijk van het aantal inwoners van de gemeente, welke het vertegenwoordigt.
29
Hierbij geldt de volgende sleutel: één stem voor gemeenten tot 10.000 inwoners, twee stemmen voor gemeenten tot 20.000 inwoners, drie stemmen voor gemeenten tot 30.000 inwoners en zo voorts.
Pag. 199 Hoe kan er 0 staan bij raming WMO voor 2014? Is dit omdat de budgetten nog niet bekend waren op het tijdstip van het opstellen van de begroting? Antwoord: Het betreft hier het verloop van de reserve WMO. Per 1 januari 2014 omvat deze reserve nog middelen, per 31 december 2014 is deze uitgeput. Zie ook bladzijde 40 van de reservekeeper 2013.
30