3. DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS

3. DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS 3.1 De organisatie van de school Schoolorganisatie Bij veel activiteiten maken wij de volgende verdeling tussen de verschillende leeftijdsgroepen (bouwen): de groepen 1,2, 3, en 4 en de groepen 5, 6, 7 en 8. Zie ook hoofdstuk 1.2 van deze gids. 3.2 De groepen in het schooljaar 2011-2012 Groepen 2011-2012 1-2 BF

Leerkracht

Leerkracht

Gebouw

Bianca Frasa

Lisa Oude Vrielink

B

Dinsdag t/m vrijdag

Maandag

1-2 VW

Veronique Wong

A

1-2 MO

Marianne den Otter

B

1-2 SP

Suzanne Poley

Lisa Oude Vrielink

Maandag-dinsdag-wisselwoensdag

Wisselwoensdag-donderdag-vrijdag

3 WJ

Willy Jungerman

3 PM

Paula van der Tol

Marijke van Oostrum



Alexandra Gaya

Marianne Jacobs

Maandag-dinsdag

Woensdag-donderdag-vrijdag

Jennifer Derksen-Wirjopawiro

Anita van de Meerendonk



Joke Veldhuizen

Willy Kapaan

Maandag-dinsdag-vrijdag

Woensdag -donderdag

Carla Zuurhout

Maries Jagers

Maandag-dinsdag-wisselvrijdag

Woensdag-donderdag-wisselvrijdag

Margo Vianen

Marleen Terpstra

Maandag-dinsdag


Gerdine Oosterom

Marianne Hoonhout



4 AM 4 JA 4 JW

5 CM 5 MM 5 GM

B

Leloe Sihasale-Sollman

6 CI

Chantal Adelaar

Irma de Bruijn

Maandag-dinsdag


Peep de Goede

Frans Vermeulen

Maandag, woensdag t/m vrijdag

Dinsdag

Linda van Doorn-van Dijk

Karin Mathu



Erica Coppens

Brenda van Pelt



7 LK

8 EB

A

B B B

C C C

B

6 LS

7 PG

A

B

A A

A

8 HN

Han Nöthen

A

8 PB

Pasja Bakels

A

-

De Interne Begeleiding (zie ook hoofdstuk .3 3n 5) wordt verzorgd door Monique Lawa en drs. Ans Schmidt. Voorts geven Ricky Coppens en Wil van Ramele Remedial Teaching. De kleuters gymmen in de speelzaal van gebouw A en de gymlessen voor de groepen 3 t/m 8 worden op maandag, donderdag en vrijdagmorgen gegeven door de vakleerkracht, Frans Vermeulen, in sporthal Galecop. Karin Mathu is een halve dag per week vrij geroosterd om alle beleidsmatige en praktische zaken rondom ICT te verzorgen. De administratie wordt verzorgd door Wilma van den Brink .

LUCAS GALECOP

SCHOOLGIDS 2011-2012

Pagina 11

-

Rien Meegdes is onze conciërge.

3.3 Groepsgrootte en leerlingenverdeling over de groepen We streven er uitdrukkelijk naar de groepsgrootte zo klein mogelijk te houden. Het aantal leerlingen per groep varieert van jaar tot jaar. Ook proberen we de verhouding tussen de aantallen jongens en meisjes zo evenredig mogelijk te houden. Wilt u meer weten over de groepsgrootte, vraagt u er dan naar tijdens een kennismaking- of informatiegesprek. Dan kunnen actuele cijfers gegeven worden. Bijna de gehele formatieruimte wordt benut om de groepen te bemensen. Tevens wordt er formatieruimte ingezet om de groepen zo klein mogelijk te houden en voor ICT, gymnastiek en Remedial Teaching. Procedure aangaande leerlingenverdeling Uiterlijk vier weken voorafgaand aan de studiedag in mei (zie voor de exacte datum hoofdstuk 12) kunnen ouder(s)/verzorger(s) schriftelijke verzoeken bij de directie indienen, wanneer zij speciale wensen voor het komende schooljaar t.a.v. de plaatsing van hun zoon of dochter hebben. Dit verzoek vermeldt tevens de reden(en), waarom het verzoek wordt ingediend. Tijdens de studiedag zullen alle leerlingen ingedeeld worden. Daarna vindt publicatie plaats door middel van een extra maandbulletin met de voorlopige leerlingenverdeling. Na publicatie is er een termijn van één week, waarin bezwaar aangetekend kan worden aangaande de leerlingenverdeling. Dit bezwaar dient met redenen omkleed schriftelijk te worden ingediend bij de directie. Het bezwaar, aangaande de leerlingenverdeling, kan uitsluitend handelen over de plaats die uw zoon of dochter heeft gekregen. De directie zal onder vermelding van de voor haar moverende redenen schriftelijk antwoord geven op de verzoeken en/of bezwaren van ouder(s)/verzorger(s) aangaande de leerlingenverdeling. Beoordelingscriteria Bij de beoordeling van de verzoeken en bezwaren is een aantal criteria te onderscheiden. Wij streven naar een evenredige verdeling tussen het aantal jongens en meisjes in de betreffende groep (hierbij dient te worden opgemerkt dat er op dit moment meer jongens dan meisjes ingeschreven zijn). Ook is belangrijk dat er een zoveel mogelijk evenredige verdeling van jongste en oudste kleuters is in de kleutergroepen. Het aantal als “zorgleerlingen” aangemerkte leerlingen dient qua aantal en zwaarte zo evenredig mogelijk verdeeld te zijn over de verschillende parallelgroepen (hierbij dient te worden opgemerkt dat het niet mogelijk is, krachtens het privacyreglement van de school, om met ouder(s)/verzorger(s) van gedachte te wisselen over andere leerlingen dan hun eigen zoon of dochter). Getracht wordt in parallelgroepen ongeveer evenveel leerlingen te plaatsen. Heel veel groepen, in het bijzonder in de groepen 1 tot en met 5, zijn rond de twintig leerlingen groot. De groepsgrootte is gemaximeerd op 30 leerlingen. Wellicht ten overvloede De (eind)verantwoording voor de leerlingenverdeling ligt bij de directie. Toezeggingen inzake leerlingenverdelingen kunnen derhalve niet door leerkrachten worden gegeven. De directie weegt zo zorgvuldig mogelijk op grond van alle haar ter beschikking staande feiten, daarin begrepen de adviezen van leerkrachten en de verzoeken van ouder(s)/verzorger(s), alvorens tot besluiten te komen.

3.4 Lessentabel – vakken en vakgebieden Groep 1 t/m 4 geniet jaarlijks minimaal 920 uur onderwijs en groep 5 t/m 8 minimaal 1000 uur. Per week wordt in de groep een half uur aan godsdienst/levensbeschouwelijk onderwijs besteed.

LUCAS GALECOP


Pagina 12

De school kan van de vastgestelde lessentabel afwijken in verband met te houden evenementen. De kerstviering is hier een voorbeeld van. De middagschooltijd wordt dan doorgeschoven naar de avond (17.30 - 19.30 uur). De groepen 1 t/m 4 krijgen 25 uur onderwijs per week en 26 uur onderwijs voor de groepen 5 t/m 8. In bijgaande tabel kunt u zien hoe de uren op weekbasis verdeeld worden. vakken / vakgebieden (in minuten aangegeven) Godsdienst

groep 1

groep 2 groep 3

groep 4

groep 5

groep 6

groep 7

groep 8

0.30

0.30

0.30

0.30

0.30

0.30

0.30

0.30

Cognitieve ontwikkeling

8.00

8.00

Speel- en werklessen

8.00

8.00

Taalactiviteiten (taal, lezen, schrijven) Rekenen

12.30

10.45

10.45

10.15

9.30

9.30

4.00

4.30

4.45

4.45

4.45

4.45

Wereldoriëntatie

2.00

3.00

4.00

4.30

4.30

4.30

-

Aardrijkskunde

1.00

1.00

1.00

1.00

-

Geschiedenis

1.00

1.00

1.00

1.00

-

Natuur

1.00

1.30

1.30

1.30

-

Verkeer

0.30

0.30

0.30

0.30

Sociaal emotionele ontwikkeling Tekenen / Handvaardigheid / Muziek / Creacuit Engels

0.30

0.30

0.30

0.30

2.30

2.30

2.30

2.30

0.30

0.30

0.30

0.30

0.45

0.45

-

1.30

1.30

3.00

3.00

ICT Bewegingsonderwijs

7.00

7.00

Pauze Weektotaal

25.00

25.00

1.45

1.45

1.45

1.45

1.45

1.45

1.15

1.15

1.15

1.15

1.15

1.15

25.00

25.00

26.00

26.00

26.00

26.00

Opmerkingen Cognitieve ontwikkeling = taal, voorbereidend rekenen, auditieve en visuele ontwikkeling, sociaal- emotionele ontwikkeling en wereldoriëntatie. Speel- en werklessen = ontwikkelingsmaterialen, hoeken, handvaardigheid, voorbereidend schrijven. Wereldoriëntatie = natuur, geschiedenis, verkeer, aardrijkskunde en sociaal emotionele ontwikkeling. ICT betrekking hebbend op computervaardigheden is opgenomen onder ICT. ICT betrekking hebbend op de ondersteuning van de lessen van een bepaald vak is opgenomen bij dat vak. Creacuit = circuit voor de leerlingen in groepen 5 t/m 8: zang, dans, toneel, tekenen, blokfluiten, handvaardigheid, creatief schrijven, ontwerpen op de computer, timmeren, enzovoort (zie ook hoofdstuk 3.7) Zelfstandig werken = werkvorm; er wordt gewerkt aan diverse vakken. De tijd is niet opgenomen in het weektotaal, maar is bij de betreffende vakken berekend. (groep 1 t/m 4 één uur en groep 5 t/m 8 twee uur per week)

Door de leerstof aan te bieden met behulp van in hoofdstuk 3.7 genoemde leermiddelen, de wijze waarop deze leermiddelen worden ingezet en de leertijd die wordt gereserveerd, voldoet Lucas Galecop aan de kerndoelen en de wettelijke eisen, zoals verwoord in artikel 9 van de WPO (Wet op Primair Onderwijs).

3.5 Maatregelen ter beperking van lesuitval Lesuitval is zeer ongewenst. Feitelijk kunnen we vaststellen dat het de laatste jaren altijd gelukt is om (tijdelijk) invallers te vinden. Het gebrek aan invallers kan in de toekomst een belemmering vormen voor de voortgang van het onderwijs. Wanneer het absoluut niet lukt om vervanging te regelen, dan gelden de volgende uitgangspunten:  de kinderen worden opgevangen als er echt geen vervanger te vinden is;  het werk van de directie en de Remedial Teaching wordt zoveel mogelijk gecontinueerd;  stagiaires, zij-instromers, studenten, klassenassistentes zullen creatief worden ingezet;  en op parttimers zal (indien mogelijk) een beroep gedaan worden. LUCAS GALECOP


Pagina 13

Vrijgeven is pas aan de orde, nadat de ouder(s)/verzorger(s) hiervan telefonisch of schriftelijk op de hoogte zijn gesteld. Indien er thuis of elders geen opvang mogelijk is, biedt de school ruimte voor opvang.

3.6 Organisatie van zorg voor leerlingen met specifieke behoeften Voor leerlingen die extra begeleiding nodig hebben zijn er speciale ruimten. Hierin werken onze Intern Begeleider en Remedial Teachers met kinderen in alle rust aan een apart programma. In eerste instantie wordt elk kind met leerproblemen in de groep opgevangen. Soms gebeurt dit individueel, terwijl de overige leerlingen met hun activiteiten bezig zijn. Soms samen met leerlingen die dezelfde moeilijkheden hebben. Indien er achterstanden zijn, kan gekozen worden voor een apart programma voor één of meer vakken. Het is mogelijk dat dit een enkele leerling of een groepje leerlingen betreft. Uitgebreidere informatie over leerlingen die extra zorg en begeleiding nodig hebben, vindt u in hoofdstuk 4.

3.7 De activiteiten voor de kinderen Lucas Galecop tracht de leerlingen vanaf groep 1 een ononderbroken ontwikkeling te bieden tot en met groep 8. Activiteiten in groep 1 en 2 Een groot deel van de dag staat in het teken van de taalontwikkeling. Kringgesprekken, voorlezen, rijmspelletjes en prentenboeken zijn dagelijks terugkerende activiteiten. De kinderen zijn door taalen telspelletjes spelenderwijs bezig met de voorbereiding op het aanvankelijk lezen en rekenen (de methode Schatkist). Het aanleren van begrippen als links, rechts, onder en boven is hier ook een onderdeel van. Het werken met ontwikkelingsmateriaal (puzzels, lotto’s, bouwen constructiemateriaal) stimuleert de motoriek, het ruimtelijk inzicht en doet ook een beroep op de sociaal-emotionele ontwikkeling. In het speellokaal krijgen de kinderen kleutergym en als het weer het toelaat spelen ze tweemaal per dag buiten. Op expressiegebied komt veel aan de orde: muziek, dans, tekenen, knutselen, uitbeelden en voordragen. Basisvaardigheden (lezen, schrijven, taal en rekenen) De methoden, die wij gebruiken voldoen aan de kerndoelen zoals deze gesteld zijn voor het basisonderwijs. Lezen Een groot deel van de dag besteden we aan de vakken lezen, taal en rekenen. In groep 3 begint het aanvankelijk lezen, we gebruiken hiervoor de nieuwe versie van de methode Veilig Leren Lezen en aansluitend Estafette. Het accent ligt in dit eerste jaar op het technisch lezen. Vanaf groep 4 krijgen de kinderen les in het begrijpen van de tekst. In de groepen 5 t/m 8 wordt het studerend en begrijpend lezen heel belangrijk. De methode die wij gebruiken is “Tekst verwerken”. Wij hechten er veel waarde aan dat kinderen plezier in lezen hebben en daarom zijn er dikwijls momenten dat de kinderen “vrij” mogen lezen. Regelmatig houden we boekbesprekingen of bekijken we een artikel uit de krant. In het schooljaar 2001-2002 is mede dankzij sponsorgeld (sponsorloop) de leesmethode Estafette aangeschaft. Deze methode start in groep 4 en sluit naadloos aan bij de leesmethode Veilig Leren Lezen. Estafette houdt nadrukkelijk rekening met leesverschillen tussen kinderen‫ ׃‬zorg op maat. Na toetsing worden alle kinderen ingedeeld in leesniveaus. Met behulp van deze methode wordt LUCAS GALECOP


Pagina 14

de snelheid van lezen gunstig beïnvloed. Kinderen, die extra begeleiding met technisch lezen nodig hebben, kunnen nu dus gewoon in de klas blijven en daar extra hulp krijgen. Schrijven De methode die we hanteren geeft veel oefeningen voor de ontwikkeling van de fijne motoriek. Graag willen we dat kinderen een goed leesbaar handschrift ontwikkelen. Dat is niet zo eenvoudig in een tijd waarin de computer erg belangrijk is geworden. Aan de hand van de methode “Pennenstreken” leren de kinderen vanaf groep 2 een vloeiend rechts hellend handschrift. Om de schrijfpatronen in groep 2 en de letters in groep 3 aan te leren gebruiken we een potlood. Daarna schrijven we op onze school vanaf januari-februari in groep 3 met een vulpen. - De eerste vulpen in groep 3 wordt door de school gratis ter beschikking gesteld. - Daarna moeten vulpennen worden gekocht bij de administratie. Vanaf schooljaar 20112012 starten wij met nieuwe schoolvulpen. Hoogstwaarschijnlijk is de prijs daarvan een stuk goedkoper dan die van de huidige Lamy-pen. (Er wordt nog onderhandeld over de prijs, wanneer deze gids naar de drukker gaat.) - Lamy-pennen mogen nog worden gebruikt. - De school zorgt voor inktvullingen voor beide vulpennen. Alleen op “medische indicatie” of op advies van de leerkracht / therapeut is een andere vulpen toegestaan. Nederlandse Taal Een van de doelstellingen van ons taalonderwijs is het zuiver schrijven, dus schrijven zonder spellingsfouten. Naast de grammatica, waarin de kinderen de werkwoordsvormen leren en waar het ontleden van zinnen een onderdeel is, wordt veel aandacht besteed de woordkeus, de zinsbouw en de vergroting van de woordenschat. Ook de creatieve kant van de taal wordt niet vergeten: kinderen maken gedichtjes en verhalen. In de bovenbouw leren ze hoe ze een verslag moeten maken. Ook bereiden de kinderen vanaf groep 6 een spreekbeurt voor. De methode die we gebruiken is Zin in Taal. Een methode die aansluit bij het leesprogramma in groep 3. Rekenen Realistisch rekenen wiskundeonderwijs is de laatste jaren steeds belangrijker geworden. Zo is er een handboek voor (voorbereidende) rekenactiviteiten met kleuters. De nadruk ligt op inzichtelijk rekenen. In 2002 is daarom de nieuwe rekenmethode Rekenrijk aangeschaft voor alle leerjaren. Rekenrijk is een complete methode. De methode is opgebouwd vanuit de grote leerlijnen als getalbegrip, hoofdrekenen, cijferen, verhoudingen, breuken, kommagetallen, procenten, meten en wegen. De opzet en inhoud bieden veel mogelijkheden om tegemoet te komen aan de verschillen tussen kinderen. Passend onderwijs voor allen! Binnen het groepsdoorbrekend rekenen geven we dit organisatorisch vorm. Wereldoriënterende vakken De wereldoriënterende vakken verdelen we in aardrijkskunde, geschiedenis, natuurkunde & techniek en verkeer. Voor ieder vak zijn er verschillende methoden in gebruik (Wereld van verschil, Bij de tijd, Naut, Nieuws uit de Natuur, verkeerskranten en werkbladen van Veilig Verkeer Nederland). Deze methoden bestaan uit verschillende lessen. De lessen worden behandeld en vaak afgesloten met een toets, voornamelijk in de hogere leerjaren. Naast het klassikaal aanbieden van informatie, geven de methoden veel ruimte voor zelfstandige verwerking. De kinderen maken deze verwerking afwisselend individueel of in groepjes. Expressieactiviteiten en creacuit Na een oriëntatie is in 2005 de methode “Moet je doen” aangeschaft. “Moet je doen” is een pakket met vijf methoden voor de Expressievakken: dans, drama, handvaardigheid, muziek en tekenen. Alle lessen hebben dezelfde heldere structuur. Ze zijn systematisch opgebouwd en zijn royaal voorzien van illustraties, kopieerbladen, geluids- en videofragmenten. Veel lessen gaan uit van een klassikale lesopzet, waarbinnen leerlingen individueel (tekenen en handvaardigheid) en in groepjes (dans en drama) aan opdrachten kunnen werken. Een apart kleuterpakket behoort ook bij deze methode. LUCAS GALECOP


Pagina 15

Aan de groepen 5 t/m 8 worden veel lessen van de methode “Moet je doen” in het creacuit gegeven. Iedere woensdagmorgen van 11.40 – 12.30 uur krijgen de leerlingen les in kleine groepen. De extra leerkrachten, die nodig zijn, komen uit de groepen 1 t/m 4, waarvan de leerlingen op dat moment al vrij zijn. Inhoudelijk kan er op deze wijze goed aan deze vakken gewerkt worden. Lichamelijke opvoeding De kleuters krijgen kleutergym in ons eigen speellokaal. Veel lessen worden gegeven in spelvorm. De leerlingen van groep 3 t/m 8 krijgen les in de sporthal Galecop. De lessen op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag worden verzorgd door een vakleerkracht gymnastiek. Er is wekelijks een spelles en een toestellenles. Onze gymleerkracht wordt vaak gesteund door studenten van de sportacademie, ROC en het CIOS (zie hoofdstuk 5). Godsdienst/Levensbeschouwelijke Vorming De Katholieke basisscholen hebben een band met de parochie Tabor-3-Rivierenland. Een contactpersoon is door de schoolbesturen en het kerkbestuur aangesteld ter begeleiding van het levensbeschouwelijk onderwijs vanuit de eigen Katholieke identiteit. De godsdienstlessen worden door de leerkrachten aan de hand van een aantal projecten verzorgd. De laatste 25 jaar heeft er een ontwikkeling plaatsgevonden naar ‘open Katholieke scholen’ waarop ook kinderen zitten die geen band (meer) hebben met de parochie. De tijd dat de hele groep meedeed aan de Eerste Heilige Communie of Vormsel is hierdoor voorbij. De voorbereiding vindt nu plaats buiten de school en wordt georganiseerd door een werkgroep vanuit de parochie. Engels In de groepen 7 en 8 wordt wekelijks ongeveer 30 minuten Engels gegeven. Na methodeonderzoek in het schooljaar 2003-2004 is er gekozen voor een nieuwe methode: The Team. Hierin staat het luisteren en spreken centraal. Leerlingen, die na de basisschool, naar tweetalig onderwijs gaan, zullen extra Engels krijgen. Computers (ICT) Een aantal jaren geleden heeft de computer zijn intrede gedaan in de basisschool. Ook op onze school maken we er in toenemende mate gebruik van. Vanaf groep 1 met speciale programma’s gericht op visuele en auditieve waarneming. Kleuters werken soms in het computerlokaal en zij hebben ook computers in het eigen lokaal. Vanaf groep 3 werken de kinderen grotendeels zelfstandig met allerlei programma’s: spelling, rekenen, verkeer, Engels en topografie oefenen de kinderen dikwijls op de computer. Voor groep 3 is er een speciaal programma bij de methode “Veilig Leren Lezen”. In de bovenbouw worden diverse programma’s gebruikt: PowerPoint, Excel, Word. Ook wordt veel gebruik gemaakt van ondersteunende programmatuur voor het onderwijs: rekenen, taal, lezen en de zaakvakken. In gebouw A en B zijn twee schitterende computerlokalen. Ook is er een netwerk gerealiseerd. In ieder lokaal is er een netwerk aansluiting. De computerlokalen worden door alle leerlingen wekelijks bezocht. Daarnaast vindt u in de andere gebouwen “computereilanden". Aan de basis van het denken over en het werken met computers ligt een ICT-beleidsplan ten grondslag. Zelfstandig werken In alle groepen wordt “zelfstandig gewerkt”. Dit gebeurt aan de hand van een ontwikkelde schoollijn in 2003-2005. Wij vinden het belangrijk dat leerlingen leren zelfstandig opdrachten te maken, elkaar leren te helpen en op hun eigen niveau met de leerstof bezig te zijn. Dit vraagt tevens van de kinderen zelf oplossingen te bedenken wanneer er vragen ontstaan, zelf keuzes te maken en een rustige werkhouding te ontwikkelen. Het zelfstandig kunnen werken van kinderen geeft de leerkracht de tijd en ruimte om zorg te bieden aan die leerlingen die extra uitleg en ondersteuning nodig hebben. Burgerschap LUCAS GALECOP


Pagina 16

Burgerschapsvorming brengt onze leerlingen de basisvaardigheden bij die nodig zijn om een actieve rol te kunnen spelen in onze Nederlandse samenleving. Zij maken kennis met begrippen als sociale verantwoordelijkheid, democratie, mensenrechten, gelijkwaardigheid en het omgaan met diversiteit. We hebben op onze school geen specifieke methode voor burgerschap. Dat is ook niet nodig, aangezien in allerlei methoden die wij gebruiken burgerschap al vertegenwoordigd is. Hierbij valt te denken aan schatkist bij de kleuters en godsdienst / levensbeschouwelijke vorming, maar ook aan alle zaakvakken. Huiswerk Vanaf groep 5 krijgen de leerlingen op onze school structureel huiswerk. Hiervoor zijn twee belangrijke redenen.  Een opvoedkundige: kinderen doen ervaring op met huiswerk en leren hun tijd effectief in te delen. Hulp van ouder(s)/verzorger(s) is hierbij zeker in de beginfase gewenst.  Een onderwijskundige: de kinderen kunnen inhoudelijk niet moeilijke zaken herhalen of oefenen. Daarnaast bereiden zij spreekbeurten, werkstukken e.d. thuis voor. Ook hier is hulp van ouder(s)/verzorger(s) gewenst, maar uiteraard zijn kinderen zelf verantwoordelijk voor de uitvoering en verzorging van de spreekbeurt of het werkstuk. Wij vinden dat huiswerk geen (te) grote belasting mag zijn; het moet een goed uit te voeren opdracht zijn, die op school voorbereid is. Voor de verschillende groepen zijn de volgende afspraken gemaakt.  In groep 4 oefenen de leerlingen de tafels thuis. Daarna worden ze op school getoetst.  Groep 5: De boekbesprekingen en de toetsen, die thuis horen bij de methodes voor Wereldoriëntatie, worden met behulp van een samenvatting, thuis voorbereid.  Groep 6: Zie groep 5. Ook het voorbereiden van een spreekbeurt wordt in deze groep gestart.  Groepen 7 en 8: De leerlingen krijgen in principe twee maal per week huiswerk voor verschillende vakken. Ook in deze groepen bereiden de kinderen hun toetsen voor de wereldoriënterende vakken èn hun spreekbeurt thuis voor.  Groepen 8: Vanwege de vele bijeenkomende activiteiten in groep 8 (project: “Kiezen doe je zo” en rollen leren voor de afscheidsviering) kan er wel eens van de bovenstaande afspraken worden afgeweken. Voor alle groepen geldt, dat een kind individueel wat extra werk mee naar huis krijgt. Dit zal meestal zijn om iets af te maken en de hoeveelheid is zeer beperkt.

3.8 Voorzieningen in het schoolgebouw In gebouw A beschikken we over acht groepslokalen. Verder is er een fantastisch computerlokaal, een speelzaal voor de gymlessen van kleuters en een leraren- en directiekamer. Door het verwijderen van een tussenwand kan de ruimte van het speellokaal tweemaal zo groot worden. Deze totale ruimte wordt gebruikt voor vieringen, optredens, feesten e.d. De hallen en gangen van gebouw A worden gebruikt voor groepswerk, spelen, groepslezen, handenarbeidactiviteiten en motorische ontwikkeling. Tevens zijn er enkele ruimtes voor extra begeleiding van leerlingen (Remedial Teaching). In gebouw B zijn acht leslokalen in gebruik. Daar is ook de kinderopvang en een tweede zeer groot computerlokaal evenals enige nevenruimten. Alle lokalen van gebouw A en B hebben digi-borden. Gebouw C heeft in het totaal vijf lokalen, die Lucas Galecop komend schooljaar gebruikt en enige nevenruimten. Voor alle gebouwen geldt dat de gangen worden gebruikt voor groepswerk, handenarbeidactiviteiten, het werken met computers en groepslezen. Tijdens het kennismakingsgesprek krijgt u een rondleiding door alle gebouwen.

LUCAS GALECOP


Pagina 17

3. DE ORGANISATIE VAN HET ONDERWIJS

Recommend Documents