3. De organisatie van het onderwijs
3.1 Groepen Op Het Rondeel wordt gewerkt volgens het jaarklassensysteem, met veel aandacht voor individuele behoeften van kinderen. In de onderbouw wordt gewerkt met gemengde groepen. Er zijn twee groepen 1-2. Hierin zitten kinderen van 4, 5 en 6 jaar bij elkaar in een groep. Onderbouw: Middenbouw: Bovenbouw:
2 groepen 1-2, één groep 3 de groepen 4 en 5 de groepen 6,7,7/8 en 8
Eén leerkracht is belast met de taak de leerlingbegeleiding te coördineren: dit is de interne begeleider Monique de Goede. 3.2. Groeps- en schoolgrootte. Bij het begin van het schooljaar bestaat de groepsgrootte bij de groepen 1-2 uit 17 leerlingen. In de loop van het schooljaar stromen 4-jarigen in. De groepsgrootte in de andere groepen varieert van 21 tot 27 leerlingen. Op de teldatum (1 oktober 2014) werd de school bezocht door 222 leerlingen. Op 1 oktober 2015 zal het aantal kinderen onder de 200 liggen. 3.3 De activiteiten voor de kinderen Alle leerlingen hebben behoefte aan een sterk onderwijsaanbod, m.n. bij rekenen, lezen en taal. Daarom vinden we duidelijke leerlijnen voor de ontwikkeling van kennis en vaardigheden belangrijk. 3.3.1 Activiteiten in de onderbouw: In de eerste maanden op school leren de kinderen wat het is om de hele dag in een groep te zijn. In de groepen 1 en 2 is veel tijd ingeruimd voor spelen. Kleuters leren veel dingen spelenderwijs. Daarbij is het onder woorden brengen van wat ze doen en beleven van grote betekenis. Luisteren naar en praten met andere kinderen en de leraar is erg belangrijk voor de (taal-)ontwikkeling en het leren rekening houden met anderen.
In groep 1/2 oefenen de kinderen met taal- en rekenspelletjes, ook op de computer. Ze doen schrijfoefeningen. Tevens zorgen we er voor dat de kinderen zoveel mogelijk nog kleuter mogen zijn. Ook stimuleren we dat ze zelf initiatieven ontplooien. We proberen elk kind dát aan te bieden wat zijn ontwikkeling weer een stukje verder brengt. Op onze school gebruiken we daarbij vooral thema’s uit de methode Schatkist. Daarbij wordt de leeromgeving betekenisvol ingericht, waarbij ruimte is voor eigen initiatief en inbreng van de kinderen. De leerkrachten proberen actief en nieuwsgierig leren te stimuleren, zodat de kinderen een positief zelfbeeld krijgen en er een gevoel van eigenwaarde aan kunnen ontlenen. De leerkracht daagt uit en stuurt aan op een brede ontwikkeling. Er zijn verschillende hulpmiddelen waarmee de leerkracht de ontwikkeling van de kinderen kan volgen en stimuleren. Met de methode Schatkist en de map Fonemisch Bewustzijn beginnen de leerlingen van groep 1/2, vaak spelenderwijs, met allerlei voorbereidende taal/leesactiviteiten. Ze leren klanken en tekens onderscheiden en herkennen, ze leren letters en woorden en kunnen deze soms ook schrijven. Dit zorgt er voor dat de overgang naar groep 3 op taal- leesgebied vloeiend is. In het programma is er extra aandacht voor rekenen/ wiskunde. Hiervoor worden dagelijks gerichte rekenactiviteiten gepland gebaseerd op actuele doelen en inzichten. Ook in groep 3 wordt vanuit betekenisvolle thema’s gewerkt, vanuit de taalleesmethode Veilig Leren Lezen. In groep 3 leren de kinderen aan de hand van een aantal kernwoorden de letters. Met deze letters kunnen ze nieuwe woorden maken. Langzamerhand gaan ze deze letters en woorden leren schrijven. Aan het eind van groep 3 kunnen de meeste kinderen 2- en 3lettergrepige woorden lezen en wordt verwacht dat ze klankzuivere, éénlettergrepige woorden kunnen opschrijven. Voor aankomend schooljaar 2015-2016 is de nieuwe versie VLL aangeschaft. Veilig leren lezen is al tientallen jaren de meest gebruikte én meest succesvolle taal-leesmethode in groep 3. Recente wetenschappelijke inzichten en praktijkervaringen hebben geleid tot een nieuwe versie. Met de Veilig leren lezen kim-versie geeft u jonge lezers de beste basis. Bij de start in groep 3 kennen veel kinderen al behoorlijk wat letters. Voor een groot deel is dat te danken aan de kleutergroepen waarin kinderen ruimschoots kennismaken met verhalen, woorden en letters. Het ene kind pikt die kennis sneller op dan het andere. Vandaar dat we in de Veilig leren lezen kim-versie veel aandacht besteden aan zowel risicolezers als vlotte lezers. Door een uitgekiende werkwijze en
materiaalkeuze behouden alle leerlingen toch het gevoel samen één groep te vormen. 3.3.2 Taal Taalonderwijs is een belangrijk vakgebied. Taal heeft een sociale functie. Kinderen dienen hun taalvaardigheid te ontwikkelen, omdat ze die nu en straks in de maatschappij hard nodig hebben. Dat houdt onder meer in dat het onderwijs waar mogelijk uitgaat van communicatieve situaties: levensechte en boeiende leesteksten, gesprekken over onderwerpen die kinderen bezig houden en het schrijven van echte teksten. Het onderwijs in Nederlandse taal is er op gericht dat kinderen in de beheersing van deze taal in en buiten school steeds competentere taalgebruikers worden. Voor het vakgebied Nederlandse taal maken we op Het Rondeel onderscheid tussen de volgende vaardigheden: Schriftelijke taalvaardigheid: lezen, schrijven en spelling. Mondelinge taalvaardigheid: spreken, luisteren, woordenschat. Beschouwing van taal. Het lezen wordt apart beschreven. Voor de taalonderdelen wordt in de groepen 4 tot en met 8 gewerkt met de taalmethode Taalverhaal. 3.3.3 Voortgezet lezen In de groepen 4, tot en met 8 wordt de methode Estafette gebruikt. Hierbij wordt gestructureerd aandacht besteed aan specifieke leesproblemen en/of leestechnieken. De leesvorderingen worden nauwkeurig gevolgd. Naast Estafette worden aanvullende leesvormen gehanteerd, zoals theaterlezen, duo-lezen, en diverse digitale leesprogramma’s. In de groepen 5 t/m 8 wordt de methode Nieuwsbegrip voor begrijpend lezen gebruikt, aangevuld met Kidsweek. Met de methode Nieuwsbegrip wordt vanaf het tweede deel van het schooljaar in groep 4 gestart. Ook beschikt de school over een schoolbibliotheek met verhalende boeken en tijdschriften op verschillende niveaus. Na de zomervakantie wordt in alle groepen een zogenaamd ‘leesbad’ georganiseerd, om het lezen een extra impuls te geven.
3.3.4 Schrijven Er wordt gebruik gemaakt van de schrijfmethode Pennenstreken Voor het (technisch) leren schrijven is een goede ontwikkeling van de fijne motoriek een voorwaarde. Hieraan wordt in voorbereidende zin in de groepen 1 en 2 gewerkt, o.a. door schrijven in zand en scheerschuim
en we oefenen met schrijven van schrijfpatronen. Ook is er in de groep een motoriekkist aanwezig waarin materialen zitten om de fijne motoriek te ontwikkelen. Vanaf groep 3 ontwikkelen de kinderen een eigen handschrift aan de hand van de methode Pennenstreken. In groep 3 schrijven de kinderen met een potlood. In groep 4 zal na de kerstvakantie waar mogelijk gestart worden met het schrijven met een vulpen, die - ook voor linkshandigen - door de school verstrekt wordt. Daarna is vervanging van deze vulpen (via school) voor eigen rekening. In de hogere leerjaren ontwikkelen de leerlingen een eigen handschrift, waarbij we er op letten dat kinderen duidelijk en vlot leren schrijven. 3.3.5 Rekenen Het rekenonderwijs omvat de volgende onderdelen: wiskundig inzicht en handelen, getallen en bewerkingen (optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen), en meten en meetkunde (meten en leren te rekenen met eenheden en maten, zoals bij tijd, geld, lengte, omtrek, oppervlakte, inhoud, gewicht, snelheid en temperatuur). Recent is op Het Rondeel het rekenen/wiskundeonderwijs vernieuwd. In de groepen 1-2 wordt meer en gerichter aandacht besteed aan rekenen/wiskunde door dagelijkse rekenactiviteiten in de kring en het inrichten van themahoeken met wiskundige aspecten. Gedacht moet worden aan tellen, wegen, meten, vergelijken, bouwen, e.d. Verschillende aantrekkelijke nieuwe rekenmaterialen zijn hiervoor aangeschaft. In de groepen 3 tot en met 8 is de rekenmethode Alles Telt 2 ingevoerd. 3.3.6 Wereldoriënterende vakken Op het Rondeel wordt in de groepen 5 tot en met 8 gewerkt met de methoden Tijdzaken, Wereldzaken en Natuurzaken. Met De Zaken van Zwijsen maak je van elke les een beleving! Filmpjes en animaties brengen de lesstof helder over en met interactieve oefeningen betrek je je leerlingen actief bij de les. Alle methoden en materialen van De Zaken van Zwijsen zijn opgebouwd volgens hetzelfde concept en dezelfde opbouw. De methoden vormen samen een doorgaande leerlijn voor de zaakvakken. Daarnaast kan er dieper op een onderwerp worden ingegaan met projecten van de methode Topondernemers. In de groepen 1 t/m 4 komt wereldoriëntatie aan bod in thema’s en onderwerpen die voor jonge kinderen interessant zijn.
3.3.7 Techniek Het Rondeel neemt deel aan het project ‘Technieklokaal’. In het Almende College in Ulft (locatie Wesenthorst) is een technieklokaal ingericht voor de hoogste groepen van het basisonderwijs. Er zijn een techniekinstructeur en ondersteuners aangesteld en er zijn uitdagende lessen techniek ontwikkeld. Samen met de groepsleerkracht werken de leerlingen van groep 7 en 8 ongeveer 6 dagdelen in het technieklokaal. De voorbereiding van de opdrachten vindt op school plaats. Het is de bedoeling dat alle basisscholen in 2020 een doorlopende leerlijn voor alle groepen hebben voor techniek. De overige groepen moeten dus op school les gaan krijgen hierin. Vooruitlopend daarop zijn Betty Gerritsen en Joke Doornbos begonnen om technieklessen op te gaan zetten voor de groepen 5 en 6. Hierbij krijgen ze hulp van Techniektalent. Twee mensen van die organisatie gaan helpen om deze lessen op te zetten. Dit zijn zeer enthousiaste mensen die worden gesubsidieerd door het bedrijfsleven. Uiteraard is de school daar erg blij mee! In de daaropvolgende jaren wil de school de lessen uitbreiden naar de lagere groepen, en waar mogelijk integreren met andere vakken en/of thema’s. Zo werken we toe naar een school die er op het gebied van techniek in 2020 helemaal klaar voor is. 3.3.8 ICT Het Rondeel wil haar kinderen voorbereiden op de toekomst door hen verantwoord en doelbewust vertrouwd te maken in het gebruik van (nieuwe) communicatiemiddelen. Wij willen dit realiseren door de computer onderdeel te laten zijn van onze dagelijkse lespraktijk. Dit houdt in dat computers op Het Rondeel dagelijks gebruikt worden door leerlingen van alle groepen. Daarnaast wordt er in de groepen gewerkt met het digitale schoolbord: het activ- board. Veel toepassingen worden op het Activ-board aangeboden. Ook school-TV- programma’s worden via het digitale schoolbord gevolgd. In alle groepen zijn computers aanwezig waar kinderen op aan het werk kunnen. Daarnaast staan er in de hal een aantal computers waar leerlingen uit alle groepen op werken. Ook is er een aantal Terra tablets aangeschaft die ook in de verschillende groepen kunnen worden ingezet.
3.3.9 Cultuureducatie en kunstzinnige oriëntatie Cultuureducatie in het onderwijs wordt vormgegeven via kunstzinnige oriëntatie. Het Rondeel hanteert de kerndoelen als basis voor het programma cultuureducatie. Het leerplan is breed en divers opgebouwd: tekenen, handvaardigheid, muziek, dans/beweging, drama/spel, foto/film, taal/literatuur en cultureel erfgoed. De 8 kunstdisciplines komen aan bod via het Kunstmenu, Projecten en lessen. Er wordt groepsdoorbroken gewerkt in de groepen 5 t/m 8. De leerlingen gaan dan o.a. aan het werk met handvaardigheid, tekenen, drama, etc. Ook ouderhulp is hierbij erg fijn. Afgelopen schooljaar kwam ook de muziekvereniging op school om les te geven. Elk schooljaar wordt een planning voor het Kunstmenu opgesteld. Daarbij gaat het o.a. om theatervoorstellingen, museumbezoek, bezoek aan historische gebouwen, e.d. In de groepen 1-2 worden vanuit de methode Moet je doen- Beeldende Vorming lessen gepland, die aansluiten bij de thema’s. Muzikale vorming wordt gegeven door de eigen groepsleerkracht. In de lessen muziek en in het bewegingsonderwijs is ook aandacht voor dans en beweging. Een aantal leerkrachten op school heeft de cursus danspetters gedaan. Dansspetters is een dansprogramma dat zowel structuur als ruimte biedt voor exploratie. Elke dans heeft een achtergrond en een thema dat aansluit bij de belevingswereld van de kinderen en waarin het speelse element en de eigen improvisatie een centrale plaats hebben. In groep 4 wordt onder schooltijd AMV (algemene muzikale vorming) gegeven door een medewerker van de muziekschool. Na het eerste jaar AMV kunnen de kinderen buiten schooltijd op vrijwillige basis de deelname aan AMV voortzetten.
3.3.10 Bewegingsonderwijs De kinderen van de groepen 1-2 volgen een eigen programma voor bewegingsonderwijs, waarbij alle leerlijnen systematisch aan bod komen. Het aanbod bestaat uit: buitenspel, bewegingslessen in het speellokaal, vrije spellessen in het speellokaal, met dans/drama, bewegen op muziek, en ook gewoon spelen.
De kinderen hebben les in het speellokaal of buiten. Bij slecht weer wordt dagelijks gebruik gemaakt van het speellokaal. In het speellokaal hebben de kinderen blote voeten en warme kleding wordt uitgedaan. Het lesprogramma voor de groepen 3-8 bestaat uit: Lessen bewegingsonderwijs met Bios- programma als basis voor de leerlijnen Spellessen: vanuit verschillende bronnen, o.a. basislessen Bewegingsonderwijs Workshops door verenigingen / stimuleren buiten school sporten Jaarlijks is er voor alle groepen een sportdag. De lessen bewegingsonderwijs worden gegeven in de sporthal in Beek, op de speelplaats of op het sportveld. De meisjes en jongens gymmen in een kort broekje met een T-shirt of in een turnpak. Alle leerlingen moeten gymschoenen dragen. Het is hygiënischer: voorkomt voetwratten en bepaalde voetschimmels. Vakleerkracht bewegingsonderwijs. In samenwerking met de gemeente Montferland heeft onze school voor een aantal uren per week de beschikking over een vakleerkracht bewegingsonderwijs. Bij ons op school is dit Esther Timmermans. Deze zogenaamde combinatiefunctionaris zorgt ook voor de verbinding tussen onderwijs en sport en geeft een aantal gymlessen per week. 3.3.11 Godsdienst/levensbeschouwing Voor het vakgebied godsdienst/levensbeschouwing maken we op onze school gebruik van de projecten rondom Kerst en Pasen van de methode "Trefwoord". 3.3.12 Documentatiecentrum Het documentatiecentrum wordt vooral in de groepen 5 tot en met 8 gebruikt, ter ondersteuning van onder andere de lessen wereldoriëntatie. Hiervoor zijn de laatste jaren veel nieuwe boeken aangeschaft. Het werken met dit documentatiecentrum is een goede oefening in het zelfstandig leren opzoeken en verwerken van informatie en tevens wordt het kind gestimuleerd om gebruik te maken van de bibliotheek.