1.
Verwijzen naar literatuur
Voor de manier waarop je naar literatuur verwijst, bestaan verschillende systemen. Een systeem dat vrij algemeen in de sociale wetenschappen gebruikt wordt, is dat van de American Psychological Association (APA). Het staat beschreven in het volgende boek: American Psychological Association. (2009). Publication manual of the American Psychological Association (6th ed.). Washington, DC: Author. Het boek bevat publicatievoorschriften voor de indeling van onderzoeksartikelen, voor figuren, tabellen, typografie, verwijzen naar literatuur, etc. Hieronder worden de publicatievoorschriften van de APA over het verwijzen naar literatuur besproken. In de publicatievoorschriften van de APA voor het verwijzen naar literatuur wordt de 'author/date' methode gebruikt. D.w.z. dat je overal in de tekst waar je gegevens uit de literatuur bespreekt, de auteur(s) en het jaartal vermeldt van de publicatie waaruit je put. In een aan het eind van de tekst opgenomen referentielijst neem je dan de bibliografische gegevens op van de publicaties die in de tekst genoemd worden. In deze lijst zijn de referenties alfabetisch gerangschikt op eerste auteur. Voetnoten of eindnoten worden dus niet gebruikt voor literatuurverwijzingen. Gegevens uit de literatuur kun je op twee manieren verwerken: Je parafraseert, d.w.z. je geeft in eigen woorden weer wat je gelezen hebt. Je citeert letterlijk. Bij parafrasen vermeld je auteur(s) en jaartal en als je je baseert op een bepaalde passage uit een publicatie, de pagina(s) waarop de informatie te vinden is. Paginavermelding kun je weglaten als het niet om specifieke maar om algemene informatie gaat zoals het onderwerp van onderzoek, de invalshoeken van de onderzoeken, etc. Letterlijk citeren doe je alleen in uitzonderingsgevallen, namelijk alleen dan als de letterlijke formulering essentieel is. Bij letterlijke citaten vermeld je altijd naast de auteur(s) en het jaartal de pagina(s) van het citaat. In elektronische publicaties ontbreken soms pagina-aanduidingen. Als dit het geval is, kun je in plaats van een pagina de paragraaf noemen waarin de informatie staat die je gebruikt. Gebruik daarbij de afkorting para. (bijv. Golden & Brown, 2007, para. 3). Zijn er ook geen paragraafaanduidingen, gebruik dan kopjes die in de tekst gebruikt worden. Als de kopjes te lang zijn, breek je ze af na een paar woorden. Dan komen er aanhalingstekens omheen. Bijv. (Kingston, 2008, “Advertising can be effective”).
1
In de volgende paragrafen worden de belangrijkste voorschriften van de APA voor bronvermelding in de tekst en referentielijst besproken. Niet alle gevallen zijn opgenomen. Zie het genoemde publication manual voor meer gedetailleerde informatie. Je treft dit werk aan in de studielandschappen in het Spinozagebouw (2e verdieping; Montessorilaan 3) en in de Thomas van Aquinostraat 4, in beide gevallen in kast NW 6.
2.
Bron vermelden in de tekst
Zoals gezegd verwijs je in de tekst met auteursna(a)m(en), jaartal en in het algemeen de pagina(s) waarop de informatie te vinden is. Wees zo duidelijk mogelijk waar je informatie vandaan hebt gehaald. Verwijs daarom zó dat direct bij het weergeven van informatie uit de literatuur de bron vermeld wordt. Wacht daarmee bijvoorbeeld niet tot het einde van een alinea of paragraaf! Door de tekst handig te laten doorlopen, kan de bron vaak duidelijk gehouden worden zonder dat het nodig is deze steeds te herhalen. Bijvoorbeeld: "Smith en Jones (1990) deden een onderzoek naar .... Daarin werd de volgende methode gebruikt..... De belangrijkste resultaten uit dit onderzoek waren .....". Natuurlijk staat voorop dat de bron steeds duidelijk moet zijn als je literatuurgegevens verwerkt, maar door de tekst handig op te bouwen kun je daarbij toch zuinig zijn met het noemen van na(a)m(en) en jaartal(len). Hieronder volgen voorbeelden van de belangrijkste gevallen bij het vermelden van bronnen in de tekst. Een publicatie met één auteur Het meest eenvoudige geval van refereren betreft publicaties van één auteur. Verwijzingen hiernaar worden als volgt in de tekst opgenomen: Jones (1987, p. 36) toonde aan dat ..... In een recent onderzoek naar leefstijlen (Jones, 1987, p. 37) ..... Tenslotte kun je als volgt in de tekst verwijzen (dit gebeurt niet vaak): In 1987 toonde Jones (p. 37) aan dat .... Herhaalde bronvermelding binnen één alinea Als je binnen één alinea meerdere keren naar eenzelfde publicatie verwijst, kun je ná de eerste keer het jaartal weglaten, mits dit niet tot verwarring leidt met een andere publicatie. Uitzonderingen: als je de verwijzing tussen haakjes plaatst, bijv. (Candor & Huges, 2008), noem je altijd zowel na(a)m(en) als jaar als de eerste verwijzing in een alinea er een is met na(a)m(en) en jaar tussen haakjes, blijf je in de volgende verwijzingen beide elementen noemen.
2
Een publicatie met twee auteurs Beide namen moeten steeds genoemd worden. Als de namen in de lopende tekst zijn opgenomen, staat er 'en' tussen, als ze tussen haakjes staan, moet er een ampersand ('&') tussen. Hogenaar en Van Dort (1988) formuleerden onlangs een advies ..... In een recent advies (Hogenaar & Van Dort, 1988) ..... Een publicatie met meer dan twee en minder dan zes auteurs Noem de eerste keer alle namen, de volgende keren alleen de eerste naam gevolgd door et al. (= et alii; et zonder punt en al. met punt). Eerste keer: …bleek uit onderzoek (Sattler, Brown, Evans, & Cohen, 1987, p. 123). Volgende keren: …bleek uit hetzelfde onderzoek (Sattler et al., 1987, p. 127). Dit mag niet tot verwarring leiden met een andere bron. Als dat wel het geval is, dan zoveel namen noemen (gevolgd door et al. als ze het niet allemaal zijn) dat verwarring is uitgesloten. Een publicatie met zes of meer auteurs Zowel in de eerste als in de volgende bronvermeldingen alleen de eerste naam gevolgd door et al. vermelden. Brown et al. (1985, p. 7)..... Dit mag niet tot verwarring leiden met een andere bron. Als dat wel het geval is, dan zoveel namen noemen (gevolgd door et al. als ze het niet allemaal zijn) dat verwarring is uitgesloten. Blijf hierbij het jaar vermelden, ook bij herhaalde verwijzingen binnen één alinea. Een publicatie met een institutionele auteur Soms heeft een publicatie een organisatie als auteur. Vermeld deze dan als auteur. In de eindrapportage (Sociaal en Cultureel Planbureau, 1985, p. 37)..... Bekende afkortingen van namen van organisaties zijn te gebruiken. De officiële regel daarbij is, dat deze afkorting bij de eerste bronvermelding verklaard wordt, en de volgende keren gewoon gebruikt mag worden. In de referentielijst wordt de volledige naam gebruikt. Eerste keer: De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid [WRR] (1985) publiceerde een studie waarin... Volgende keren: …zoals te lezen valt het in het rapport (WRR, 1985).
3
Een publicatie zonder persoonlijke of institutionele auteur Als er geen persoonlijke of institutionele auteur is, wordt verwezen met de eerste twee of drie woorden van de titel. Om de titels van artikelen worden aanhalingstekens gezet, de titels van boeken worden cursief weergegeven. ("Omgaan met informatie", 1987, p. 40) (Webster's New Collegiate Dictionary, 1980, p. 345). Meerdere verwijzingen tussen één paar haakjes Werken van dezelfde auteur(s) worden bij meerdere verwijzingen op één plaats chronologisch (van oud naar recent) vermeld. In verder onderzoek (Jones & Watson, 1979, 1983) werd aangetoond… Werken van verschillende auteurs worden bij meerdere verwijzingen op één plaats gerangschikt in de volgorde waarin ze in de referentielijst staan (alfabetisch op naam van de eerste auteur): …bleek uit diverse experimenten (Adams & Vries, 1987; Schmidt & Kobler, 1978, 1985; Zen et al., 1984). Meerdere publicaties van dezelfde auteur(s) in hetzelfde jaar Als je verwijst naar meerdere publicaties van dezelfde auteur(s) uit hetzelfde jaar, zet je kleine letters (vanaf a: a, b, c etc.) achter het publicatiejaar. Dit doe je zowel in de tekst als in de referentielijst. (Watts & Freeman, 1986a, p. 43) (Watts & Freeman, 1986b, p. 178). Welke letters bij welke publicaties komen, wordt bepaald in de referentielijst. Daar worden deze referenties onderling alfabetisch op titel gerangschikt. Persoonlijke communicatie (brieven, colleges, (telefoon)gesprekken, e-mail) Je vermeldt initialen en achternaam en een zo exact mogelijke datum. (D. P. Lindstrom, persoonlijke communicatie, 25 mei, 1987) Er komt geen verwijzing in de referentielijst. Je gebruikt dit bij bronnen die niet opnieuw naar boven te halen zijn, zoals persoonlijke brieven, memo‟s, emails, colleges en dergelijke. Verwijzen naar een artikel uit een geredigeerd boek Een geredigeerd boek is een boek met redacteuren en met artikelen van verschillende auteurs. In de regel verwijs je zo specifiek mogelijk, dat wil zeggen als je gebruik maakt van een artikel in een geredigeerd boek, verwijs je naar het artikel, niet naar het boek in zijn geheel. In de tekst verwijs je dan met auteursna(a)m(en) van het artikel en jaar van het boek. In de referentielijst wordt dan duidelijk in welk boek het artikel staat.
4
Indirect verwijzen Als het mogelijk is, moet je de oorspronkelijke bron raadplegen en daarnaar verwijzen. Soms heb je echter kennis genomen van het werk van een auteur via een andere publicatie en is het niet mogelijk de oorspronkelijke publicatie in handen te krijgen. In dat geval kun je als noodoplossing indirect verwijzen: je geeft aan, dat je kennis nam van het werk van een auteur via een andere publicatie. Dit gaat als volgt: (Brown, in Watts, 1985, p. 45). Brown (in Watts, 1985, p. 45) stelde ..... In de referentielijst komt dan alleen de publicatie van Watts. Letterlijke citaten Bij letterlijke citaten wordt altijd een paginavermelding opgenomen. Bij korte letterlijke citaten worden aanhalingstekens gebruikt: Zij concludeerde: "Although religion news no longer seems to be synonymous with local news, this study found it still means primarily news of Christians and Christian organizations" (Buddenbaum, 1986, p. 603). Buddenbaum (1986) concludeerde: "Although religion news no longer seems to be synonymous with local news, this study found it still means primarily news of Christians and Christian organizations" (p. 603). Als je een letterlijk citaat hebt van meer dan 40 woorden, maak je er een blokcitaat van. Je gebruikt dan geen aanhalingstekens, en de tekst wordt vijf posities vanaf de linker marge ingesprongen. De verwijzing aan het eind van het citaat komt na de punt. De Kloet en Van Donk (2004) concluderen: De persoonlijke repertoires de primaire drijfveer vormen achter het oeuvre van deze makers. De eigen achtergrond en familiegeschiedenis, de directe leefomgeving en persoonlijke interesses en visies blijken de belangrijkste inspiratiebronnen voor de keuze en selectie van onderwerpen voor documentaires. Dit leidt er logischerwijs toe dat multiculturele onderwerpen naar voren komen in het werk van makers die hier direct bij betrokken zijn. (p. 285) Een letterlijk citaat mag je niet vertalen en alleen de volgende veranderingen zijn toegestaan: - de eerste letter van het eerste woord mag je veranderen in een hoofdletter of een kleine letter; - je mag stukken weglaten door in plaats daarvan drie of vier punten te zetten. Drie bij een weglating in een zin, vier bij een weglating tussen zinnen; - je mag om syntactische redenen leestekens aan het eind van een zin veranderen;
5
- je mag enkele aanhalingstekens veranderen in dubbele en omgekeerd; - je mag tekst toevoegen mits je deze tussen vierkante haken plaatst; - je mag een of meer woorden in een citaat benadrukken door deze cursief te maken. Daar zet je dan achter: [cursivering toegevoegd].
3.
De referentielijst
Op het eind van het verslag of de publicatie volgt de referentielijst. Hierin komen alle publicaties die in de tekst genoemd zijn, echter niet meer dan die. De referentielijst krijgt als kopje „literatuurlijst‟, „literatuur‟, „referentielijst‟ of „referenties‟. De referenties worden in alfabetische volgorde in de lijst opgenomen. Let echter op: de volgorde van de namen binnen een referentie nooit veranderen! Enkele regels bij het sorteren van de referenties: als referenties dezelfde eerste auteur hebben, gaan referenties met één auteur vooraf aan referenties met meerdere auteurs. Kaufman, J. R. (1981). Kaufman, J. R., & Cochran, D. F. (1978). referenties met dezelfde eerste auteur en verschillende tweede of derde auteurs worden geordend op naam van de tweede of volgende auteurs. Kaufman, J. R., Jones, K., & Cochran, D. F. (1982). Kaufman, J. R., & Wong, D. F. (1978). referenties met exact dezelfde auteur(s) worden op jaar van publicatie (van oud naar recent) geordend. Kaufman, J. R., & Jones, K. (1977). Kaufman, J. R., & Jones, K. (1980). referenties met dezelfde auteur(s) en hetzelfde publicatiejaar worden alfabetisch op titel gezet (lidwoorden niet meegerekend). Er worden kleine letters (a, b, c etc.) achter het publicatiejaar gezet. Kaufman, J. R. (1980a). The control ..... Kaufman, J. R. (1980b). Roles of ..... referenties van auteurs met dezelfde achternaam en verschillende initialen worden op initialen gesorteerd. Eliot, A. L. (1983). Eliot, G. E. (1980). namen met voorvoegsels kun je het beste opnemen op de manier waarop dit in het land van de auteur gebruikelijk is. Vries, G. H. de. (1984). In de tekst gewoon de verwijzing (De Vries, 1984) gebruiken. Dien je een manuscript in bij een Engelstalig tijdschrift, verdient het aanbeveling het voorvoegsel vóór de
6
achternaam te zetten en mee te laten spelen in het bepalen van de volgorde van de referenties. Enkele algemene regels voor de referentielijst: begin een referentie bij de linkermarge maar laat de volgende regel(s) van een referentie drie posities naar rechts inspringen (verkeerd-om inspringen); als er geen jaar is, gebruik dan (n.d.) in plaats daarvan (betekent: no date). gebruik in titels van boeken en artikelen alleen een hoofdletter voor het eerste woord van titel en subtitel. Gebruik in namen van periodieken (tijdschriften) hoofdletters voor alle woorden m.u.v. voegwoorden, voorzetsels en lidwoorden; bepaalde delen van een referentie (bijvoorbeeld titel van een boek, naam en volumenummer van een tijdschrift) worden cursief weergegeven; bij paginanummers in periodieken (tijdschriften en seriewerken), gebruik je niet de afkortingen "p." of "pp." vóór de paginanummers tenzij het om een nieuwsbladartikel gaat. Bij paginaweergave bij boeken gebruik je wel deze afkortingen. neem na elk leesteken een spatie, tenzij het leesteken gevolgd wordt door een ander leesteken. Een uitzondering hierop vormt het openingshaakje: na het openingshaakje geen spatie nemen, vóór het openingshaakje wel, zelfs als daar een leesteken staat. Het verwijzen naar elektronische publicaties Wetenschappelijke publicaties komen steeds meer in elektronische vorm beschikbaar, niet alleen meer gedrukt. Voor de verwijzing naar elektronische publicaties wordt aangeraden dezelfde elementen in de referentielijst op te nemen als bij gedrukte bronnen en zoveel informatie toe te voegen over de elektronische bron als nodig is om deze te lokaliseren. Dat kunnen bijvoorbeeld zijn: DOI‟s en URL‟s. De DOI (Digital Object Identifier) heeft een belangrijke rol in het verwijssysteem van de APA. De DOI is een unieke en blijvende alfanumerieke string die aan veel wetenschappelijke artikelen en andere publicaties wordt toegekend. Deze blijft bestaan en werkt ook als de locatie van de publicatie op het Internet verandert. De DOI ziet er als volgt uit: 10.1016/j.appet.2008.11.008 In de referenties wordt hij als volgt vermeld: http://dx.doi.org/10.1016/j.appet.2008.11.008 1 1
Oorspronkelijk schreef APA 6th voor dat de DOI vermeld moest worden zonder „http://dx.doi.org/‟ ervoor. Voorbeeld: doi:10.1016/j.appet.2008.11.008 Dit is in 2012 losgelaten. Nu wordt er „http://dx.doi.org/‟ voor gezet. Ook de oude vorm is nog toegestaan.
7
Deze link leidt naar de elektronische versie van de publicatie. De DOI is ook opzoekbaar in de website www.crossref.org. Bij tijdschriftartikelen tref je de DOI aan op de eerste pagina, meestal bij de copyright notice (vaak rechts boven of onderaan de eerste pagina). Als er een DOI is, staat deze zowel in de gedrukte versie als de PDF-versie. Bijvoorbeeld:
Ook in bestanden waarin verwezen wordt naar tijdschriftartikelen (bijv. Web of Science, PsycINFO) tref je bij de uitgebreide beschrijving van een artikel vaak de DOI aan. Als je een DOI aantreft, verwijs hier dan naar, ook als je de gedrukte versie van een tijdschriftartikel gebruikt. Als je verwijst met een DOI, is geen aanvullende informatie over elektronische beschikbaarheid meer nodig. Als er geen DOI is, verwijs dan bij gebruik van een elektronische versie naar de URL van het tijdschrift of de uitgever van het boek of rapport. Sommige documenten zijn alleen te vinden in elektronische databases zoals JSTOR en ERIC. Als dit het geval is, geef dan de URL van de homepage of beginpagina van de database. Elektronische tijdschriftartikelen zijn vaak in verschillende versies op het Internet te vinden. Veel tijdschriften plaatsen eerst een geaccepteerde, maar nog niet echt gepubliceerde versie en daarna pas de definitieve, gepubliceerde. Verwijs indien mogelijk naar de definitieve versie. Breek een URL of DOI niet af met een afbreekstreepje als je meer dan één regel nodig hebt. Breek dan af net vóór een punt of slash en zorg dat er geen afbreekstreepje komt. Voeg geen punt toe na de DOI of URL.
8
De American Psychological Association heeft in 2012 een aparte stijlgids uitgegeven voor elektronische referenties: APA style guide to electronic references, 6th edition. Deze wordt aangeboden op de volgende internetpagina van de bibliotheek: http://www.ru.nl/ubn/literatuur_zoeken/onderverdeling/elektronische_0 en op de pagina‟s Maatschappijwetenschappen, Psychologie en Pedagogische Wetenschappen en Onderwijskunde in de vakgebiedenportals in de website van de bibliotheek (www.ru.nl/ubn/). Je vindt hem ook in de catalogus van de Universiteitsbibliotheek. In de gids worden aanwijzingen gegeven voor het refereren naar vele soorten digitale informatiebronnen.
4. Voorbeelden van referenties van verschillende publicatiesoorten Hieronder worden per publicatiesoort aanwijzingen en voorbeelden gegeven voor referenties. Let hierbij goed op interpunctie, cursivering, haakjes en gebruik van hoofdletters. Al deze zaken zijn voorgeschreven. Niet alle aanwijzingen uit het Publication manual worden hier behandeld. Voor volledige informatie kun je het manual raadplegen. Artikelen in periodieken (tijdschriften en seriewerken) De algemene structuur van een verwijzing naar een tijdschriftartikel is als volgt: Auteur, A. A., Auteur, B. B., & Auteur, C. C. (jaar). Titel artikel. Naam tijdschrift, Volumenummer, pagina‟s. http://dx.doi.org/xx.xxxxxxxx Met volumenummer wordt het nummer van de jaargang bedoeld. Meestal hebben tijdschriftartikelen daarnaast een nummer van de aflevering (issue) binnen het volume waarin ze verschenen zijn. Dit nummer van de aflevering hoef je in het algemeen niet te vermelden. Als er geen auteur is, komt de titel in de auteurspositie. Eindig met de doi als die er is. Ook als je naar een gedrukt artikel verwijst.
9
Tijdschrifartikel dat alleen in gedrukte vorm verschenen is Hemels, J. (1987). Abonneeverzekering en oplagemarketing. Massacommunicatie, 15, 207-220. Het nummer van de aflevering van een tijdschrift wordt alleen opgenomen als iedere aflevering opnieuw bij pagina 1 begint te nummeren: het komt dan tussen haakjes achter het volumenummer, b.v. 15(6), 2-12. Dit geval komt niet zoveel voor. In de meeste wetenschappelijke tijdschriften wordt doorgenummerd over de afleveringen van een volume heen. Tijdschriftartikel met DOI Koopmans, R., & Muis, J. (2009). The rise of right-wing populist Pim Fortuyn in the Netherlands: A discursive opportunity approach. European Journal of Political Research, 48, 642-664. http://dx.doi.org/10.1111/j.1475-6765.2009.00846.x Tijdschriftartikel met DOI, meer dan zeven auteurs Berry, T. R., Spence, J. C., Plotnikoff, R. C., Bauman, A., McCargar, L., Witcher, C., … Stolp, S. (2009). A mixed methods evaluation of televised health promotion advertisements targeted at older adults. Evaluation and Program Planning, 32, 278-288. http://dx.doi.org/10.1016/j.evalprogplan.2009.05.001 Als er meer dan zeven auteurs zijn, noem dan de eerste zes, dan drie punten en daarna de laatste auteur. In de tekst komt: (Berry et al., 2009) Als een referentie tot en met zeven auteurs heeft, worden ze allemaal vermeld in de referentielijst Tijdschriftartikel zonder DOI (waarbij geen DOI beschikbaar is) Sillick, T. J., & Schutte, N. S. (2006). Emotional intelligence and self-esteem mediate between perceived early parental love and adult happiness. E-Journal of Applied Psychology, 2(2), 38-48. Retrieved from http://ojs.lib.swin.edu.au/index.php/ejap Gill, C. S., Barrio Minton, C. A., & Myers, J. E. (2010). Spirituality and religiosity: Factors affecting wellness among low-income, rural women. Journal of Counseling & Development, 88, 293-302. Retrieved from http://aca.metapress.com/ Geef de URL van het tijdschrift als het artikel geen DOI heeft, maar wel vanaf het Internet geraadpleegd is. Een datum waarop het artikel is geraadpleegd (retrieved) is niet nodig. Vermeld een issuenummer als iedere aflevering binnen een volume met pagina 1 begint.
10
Tijdschriftartikel met DOI, prepublicatie online Von Ledebur, S. C. (2007). Optimizing knowledge transfer by new employees in companies. Knowledge Management Research and Practice. Advance online publication. http://dx.doi.org/10.1057/palgrave.kmrp.8500141 Betreft een voorlopige online publicatie. Wordt vervangen door een definitieve na verloop van tijd. Er is hier wel een DOI, maar geen volume, aflevering en pagina‟s. Als er geen DOI is, vermeld dan de URL van het tijdschrift. Check voor het inleveren van het werkstuk of manuscript of er een definitieve versie is, waarnaar je kunt verwijzen. Artikel dat moeilijk via tijdschrift te benaderen is. Verwijzing naar database Jennings, B. (1913). Lessons learned in the trenches: The experience of an urban middle principal. Leadership, 4, 12. Retrieved from http://www.jstor.org Magazine-artikel Ieperen, A. van. (1989, Oktober). Gregory Peck: Held zonder legende. Skoop, 25(10), 8-13. Vermeld de datum zoals die op het magazine staat. Bij maandelijkse magazines de maand vermelden, bij wekelijkse ook de dag. Een magazine is een apart soort tijdschrift: een populair blad of een vakblad met illustratie- en reclamepagina's. De meeste wetenschappelijke tijdschriften vallen hier niet onder en moeten gezien worden als gewone tijdschriften (zie voorbeelden hierboven). Nieuwsblad-artikel met auteur Freriks, P. (1988, 9 juli). Zadkine-museum als redding tegen het verval. De Volkskrant, p. 9. Nieuwsblad-artikel zonder auteur Lokale radio in Weesp lokt proefproces uit. (1988, 9 juli). NRC Handelsblad, p. 2. In de tekst verwijzen met: (“Lokale omroep in Weesp”, 1988). Online nieuwsblad artikel Brody, J. E. (2007, December 11). Mental reserves keep brain agile. New York Times. Retrieved from http://www.nytimes.com Volledige aflevering van een tijdschrift Collins, R. (Ed.). (1987). Nationalism [Special issue]. Media, Culture and Society, 9(2).
11
Boekrecensie met eigen titel Schatz, B. R. (2000, November 17). Learning by text or context? [Review of the book The social life of information, by J. S. Brown & P. Duguid]. Science, 290, 1304. http://dx.doi.org/10.1126/science.290.5495.1304 - Geef aan op welk medium de recensie betrekking heeft (the book). - Science wordt beschouwd als magazine, vandaar de datum Boekrecensie zonder eigen titel Als bovenstaande recensie geen eigen titel had gehad, zou ze als volgt zijn: Schatz, B. R. (2000, November 17). [Review of the book The social life of information, by J. S. Brown & P. Duguid]. Science, 290, 1304. http://dx.doi.org /10.1126/science.290.5495.1304 Recensies van films, DVD’s etc. Voor andere recensies gelden dezelfde voorbeelden als voor boekrecensies. De materiaalaanduiding is dan anders, bijv.: [Review of the motion picture …]
Boeken en rapporten De algemene structuur van een verwijzing naar een boek is als volgt: Auteur, A. A. (jaar). Titel boek. Plaats: Uitgever. Auteur, A. A. (jaar). Titel boek. Retrieved from http://www.xxxxxx Auteur, A. A. (jaar). Titel boek. http://dx.doi.org/xx.xxxxx Editor, A. A. (Ed.). (jaar). Titel boek. Plaats: Uitgever. -
-
-
Als auteursnaam en uitgever hetzelfde zijn, gebruik dan Auteur of Author als de naam van de uitgever (Washington, DC: Author.). Bij Amerikaanse steden laat je de naam van de stad volgen door de afkorting van de naam van de staat, en bij niet-Amerikaanse steden noem je het land na de naam van de stad. als er meerdere plaatsen van publicatie zijn, vermeld je alleen de eerste (of alleen de plaats van het hoofdkantoor van de uitgever als dat expliciet wordt aangegeven). in de naam van de uitgever of uitgevende instantie kun je onbelangrijke woorden als Publishers, Inc., Ltd. weglaten; de woorden Books en Press handhaven.
12
Boek: gedrukte versie Shotton, M. A. (1989). Computer addiction? A study of computer dependency. London, England: Taylor & Francis. Elektronische versie van een gedrukt boek Shotton, M. A. (1989). Computer addiction? A study of computer dependency [DX Reader version]. Retrieved from http://www.ebookstore.tandf.co.uk/html /index.asp Schiraldi, G. R. (2001). The post-traumatic stress disorder sourcebook: A guide to healing, recovery and growth [Adobe Digital Editions version]. http://dx.doi .org/10.1036/0071393722 Electronic only boek O‟Keefe, E. (n.d.). Egoism & the crisis in Western values. Retrieved from http://onlineoriginals.com/showitem.asp?itemID=135 (n.d.) betekent: no date (geen publicatiejaar) Elektronische versie van een opnieuw gepubliceerd (vertaald) boek Freud, S. (1953). The method of interpreting dreams: An analysis of a specimen dream. In J. Strachey (Ed. & Trans.), The standard edition of the complete psychological works of Sigmund Freud (Vol. 4, pp. 96-121). Retrieved from http://books.google.com/books (Original work published 1900) In de tekst komt de volgende verwijzing: (Freud, 1900/1953, p. 119). Boek met beperkte verspreiding, afkomstig uit een elektronische database Thomas, N. (Ed.) (2002). Perspective on the community college: A journey of discovery [Monograph]. Retrieved from http://eric.ed.gov/ Boek met institutionele auteur, zesde editie, uitgegeven door auteur American Psychological Association. (2009). Publication manual of the American Psychological Association (6th ed.). Washington, DC: Author. Boek zonder persoonlijke of institutionele auteur/redacteur SPSSx: User's guide. (1983). Chicago, IL: SPSS. Geredigeerd boek in zijn geheel Rutman, L. (Ed.). (1984). Evaluation research methods: A basic guide (2nd ed.). Beverly Hills, CA: Sage.
13
Losbladig werk Voor de weergave van een losbladig werk of een artikel in een losbladig werk zijn geen aparte voorbeelden. De weergave van een losbladig werk in zijn geheel kun je het beste afleiden van de voorbeelden m.b.t. boeken. De weergave van een artikel in een losbladig werk kun je afleiden van de voorbeelden voor een artikel in een geredigeerd boek. Rapporten Naar rapporten wordt verwezen op een analoge wijze als naar boeken. Vaak is er sprake van een rapportnummer. Dat wordt tussen haakjes achter de titel vermeld. Overheidsrapport, corporatieve auteur U.S. Department of Health and Human Services, National Institutes of Health, National Heart, Lung, and Blood Institute. (2003). Managing asthma: A guide for schools (NIH Publication No. 02-2650). Retrieved from http://www.nhlbi.nih.gov/health/prof/lung/asthma/asth_sch.pdf Rapport van een universiteit Luijkx, J. B., Marsman, G. W., & Rijt, G. A. J. van der. (1987). Effecten van SOAvoorlichting: Evaluatie van een Sire-campagne. Nijmegen, Nederland: Katholieke Universiteit Nijmegen, Instituut voor Massacommunicatie. Artikelen in geredigeerde boeken De algemene structuur voor verwijzingen naar artikelen (hoofdstukken) in geredigeerde boeken is als volgt: Auteur, A. A., & Auteur, B. B. (jaar). Titel van het artikel of lemma. In A. Editor, B. Editor, & C. C. Editor (Eds.), Titel van het boek (pp. xxx-xxx). Plaats: Uitgever. Auteur, A. A., & Auteur, B. B. (jaar). Titel van het artikel of lemma. In A. Editor, B. Editor, & C. C. Editor (Eds.), Titel van het boek (pp. xxx-xxx). Retrieved from http://www.xxxxx Auteur, A. A., & Auteur, B. B. (jaar). Titel van het artikel of lemma. In A. Editor, B. Editor, & C. C. Editor (Eds.), Titel van het boek (pp. xxx-xxx). http://dx.doi.org/xx.xxxxx - Als er geen auteur is, komt de titel van het artikel of lemma in de auteurspositie. - de redacteur(en) van het boek komen na het woordje “In”; achter de naam/namen komt (Ed.) of (Eds.); let op de positie van de initialen, hier is deze vóór de achternaam, normaal gesproken worden de initialen vermeld ná de achternaam. - Na de titel van het boek komt tussen haakjes een aanduiding van de pagina's van het artikel. De cijfers worden voorafgegaan door pp. (bij meerdere pagina's) en p.
14
(bij één pagina). Dit is afwijkend van andere paginavermeldingen in APAnormen, waar de pagina's in het algemeen zonder voorafgaande afkorting worden vermeld. Artikel in een geredigeerd boek, gedrukte versie Wade, S. E. (1981). Statistical designs for survey research. In G. H. Stempel III & B. H. Westley (Eds.), Research methods in mass communication (pp. 167-195). Englewood Cliffs, NJ: Prentice Hall. NB: Als je gebruik maakt van een geredigeerd boek met artikelen, verwijs je zo specifiek mogelijk, d.w.z. naar de artikelen, niet naar het boek als geheel; in de tekst wordt de volgende verwijzing gebruikt: (Wade, 1981, p. 170). Artikel in een geredigeerd boek, reprint van een werk Lippmann, W. (1966). Stereotypes. In B. Berelson & M. Janowitz (Eds.), Reader in public opinion and communication (2nd ed., pp. 67-75). New York, NY: The Free Press. (Reprinted from Public opinion, pp. 59-70, by W. Lippmann, 1922, New York, NY: Macmillan) In de tekst komt de volgende verwijzing: (Lippmann, 1922/1966, p. 70). Lemma in een online naslagwerk Graham, G. (2005). Behaviorism. In E. N. Zalta (Ed.), The Stanford encyclopedia of philosophy (Fall 2007 ed.). Retrieved from http://plato.stanford.edu/entries /behaviorism/ Lemma in een online naslagwerk, geen auteur of editor Heuristic. (n.d.). In Merriam-Webster’s online dictionary (11th ed.). Retrieved from http://www.m-w.com/dictionary/heuristic Als de online versie verwijst naar een gedrukte editie, geef dan ook de editie aan als dat niet de eerste is. Dissertaties en master’s theses Gebruik voor een dissertatie of master‟s thesis die niet via een database zoals Proquest of Dissertation Abstracts International toegankelijk is, de volgende vorm: Auteur, A. A. (jaar). Titel van de dissertatie of master’s thesis (Dissertatie of Master‟s thesis). Instituutsnaam, plaats (of Retrieved from http://). Akker, C. van den. (2009). Beweren en tonen: Waarheid, taal en het verleden (Dissertatie, Radboud Universiteit Nijmegen). Retrieved from http://webdoc.ubn.ru.nl /mono/a/akker_c_van_den/beweento.pdf
15
Als de dissertatie of master‟s thesis verkregen is via een database als Proquest of Dissertation Abstracts International, is de vorm aldus: Auteur, A. A. (jaar). Titel van de dissertatie of master’s thesis (Dissertatie of Master‟s thesis). Retrieved from naam database. (Accession of Order No.) McNeil, D. S. (2006). Meaning through narrative: A personal narrative discussing growing up with an alcoholic mother (Master‟s thesis). Available from Proquest Dissertation and Theses database. (UMI No. 1434728)
5.
Voorbeelden van verwijzen naar literatuurbronnen
Hieronder volgen enkele voorbeelden van de meest voorkomende manieren waarop wordt verwezen naar literatuurbronnen. Vervolgens volgt een voorbeeld van een referentielijst met verschillende soorten publicaties. Zo kun je in een oogopslag zien hoe je moet verwijzen en hoe een literatuurlijst eruit hoort te zien. Voorbeelden van verwijzingen
Algemene beweringen: - In een recent onderzoek naar leefstijlen (Jones, 1987)… - Experimenten (Adams & Vries, 1987; Schmidt & Kobler, 1978, 1985; Zen et al., 1984) hebben aangetoond… Citaten en specifieke beweringen vereisen paginanummers! - Hij concludeert: "Op de algemene zenders zijn kinderen en jongeren duidelijk ondervertegenwoordigd" (Van Gorp, 2004, p. 253). - Wester en Peters (2004, p. 75-76) onderscheiden uiteenleggen en structureren.... Voorbeeld referentielijst Hornikx, J. (2002). Vertrouwen in nieuwe producten van nieuwe merken in reclame. Tijdschrift voor Communicatiewetenschap, 30, 249-261. Chou, L., McClintock, R., Moretti, F., & Nix, D. H. (1993). Technology and education: New wine in new bottles: Choosing pasts and imagining educational future. Retrieved from http://www.ilt.columbia.edu/publications/papers /newwine1.html Gregory, M. K., DeLeon, I. G., & Richman, D. M. (2009). The influence of matching and motor-imitation abilities on rapid acquisition of manual signs and exchangebased communicative responses. Journal of Applied Behavior Analysis, 42, 399404. http://dx.doi.org/10.1901/jaba.2009.42-399
16
Luijkx, J. B., Marsman, G. W., & Rijt, G. A. J. van der. (1987). Effecten van SOAvoorlichting: Evaluatie van een Sire-campagne. Nijmegen, Nederland: Katholieke Universiteit Nijmegen, Instituut voor Massacommunicatie. Macedo-Rouet, M., Rouet, J., Epstein, I., & Fayard, P. (2003). Effects of online reading on popular science comprehension. Science Communication, 25, 99-128. http://dx.doi.org/10.1177/1075547003259209 Manning, P. (2001). News and news sources: A critical introduction. London, England: Sage. Praag, P. van, & Brants, K. (Eds.). (2000). Tussen beeld en inhoud: Politiek en media in de verkiezingen van 1998. Amsterdam, Nederland: Het Spinhuis. Schaap, G., Renckstorf, K., & Wester, F. (2000). Three decades of television news research: An action theoretical inventory of issues and problems. In K. Renckstorf, D. McQuail, & N. Jankowski (Eds.), Television news research: Recent European approaches and findings (pp. 47-90). Berlin, Duitsland: Quintessence.
17